De systeemverhalen doorlopen op rode draden. Welke zaken worden (regelmatig) genoemd, wat helpt en wat helpt niet (of is lastig)?

50 tinten rood

thijs van exel
Generation /D
Published in
5 min readMay 20, 2015

--

Dit blog bevat intussen talrijke verhalen — vanuit / over de leefwereld van jongeren, maar evengoed over de ‘systeemwereld’ waarin de instellingen en de gemeente thuishoren, maar ook de bedrijven met hun systematiek van beoordelen waardoor zoveel jongeren niet aan bod komen. Zoals je elders kunt lezen rijst soms de vraag tot welke wereld we zélf horen. Op die vraag hebben we onlangs een tot enige tevredenheid stemmend antwoord geformuleerd: het lab is een tijdelijke ruimte waarin dat onderscheid niet bestaat. Toch spreken we intern over ‘jongeren- versus systeemblogs’, waarbij de handelingen van het team in de laatste categorie vallen. Categorieën doen zelden eer aan de praktijk.

Afijn, het doel van het lab is óók om uitkomsten te genereren waarmee dat systeem kritisch kan kijken naar het eigen handelen en denken. Als jongeren tegen hun muren aanlopen, willen we natuurlijk ook weten of die muur daar terecht staat. Voorbeelden zijn te vinden rond de schuldhulp (juridische schulden, ook kleine vergrijpen kunnen vérstrekkende gevolgen hebben), de starheid van uitvoeringsorganisaties als het UWV (waarbij werkervaring telt, leefervaring niet) en de genoemde bedrijven. Maar ook: wat leert het systeem door deze andere manier van werken? Wat helpt, wat niet? De talrijke blogs over het systeem leveren ook ‘rode draden’ op rond een aantal thema’s, waarmee we lessen vinden voor het systeem en mogelijk handvatten bieden voor toekomstige verbeteringen.

collectief evalueren van de ‘systeem-rode draden’

Paula deed voorwerk, door zelf uit de systeemblogs al de nodige rode draden te halen. Vervolgens hadden we met een uitgebreid team een collectieve evaluatie van deze eerste opbrengst en voegden we de nodige draden toe. Tijdens deze ochtend zagen we de waarde van zo’n moment: je staat als groep stil bij de thema’s en de rode draden, beleeft veel zaken opnieuw en werpt er als groep een ander licht op. De oorspronkelijke verdeling in ‘helpt’ en ‘helpt niet’ leverde continu discussie op. Zie onder hoe ambigu de meeste rode draden zijn. Vanuit een perspectief kan iets best helpen, terwijl het vanuit een ander gezichtspunt als barrière wordt ervaren (het gebruik van technologie als duidelijk voorbeeld daarvan). ‘Lastig’ is wellicht een bruikbaarder categorie voor het type ervaringen dat eronder zit.

Natuurlijk blijken er vele tinten rood te bestaan — de ene ervaring weegt veel zwaarder dan de andere en komt dus ook navenant regelmatig terug in de verhalen. Het gebruik van nieuwe technologie zoals Slack bijvoorbeeld, werd én wordt (maar steeds minder) als last ervaren. Om wat grip te krijgen op de hoeveelheid en overlap tegen te gaan hebben we na de gemeenschappelijke sessie in klein comité draden geclusterd.

Hieronder enkele voorbeelden van thema’s met (geclusterde) rode draden:

thema: teamsamenwerking
helpt: doorlopend reflectie op structuur en fouten mogen maken
helpt niet: chaotische kant van het lab staat erg ver af van standaardwerkwijze

NB: de open werkwijze in het lab (praktijk is leidend, niet de eigen werkwijze en structuur) werd vaak als chaotisch ervaren, ook door de grote afstand tot hoe men normaal werkt. We hebben regelmatig gestoeid met manieren om toch enige structuur aan te brengen, soms met succes.

thema: nieuwe werkwijzen en tools
helpt: pionieren, koplopen en mensen hebben die dat ook willen en durven doen
helpt niet: (dilemma’s rond) nieuwe technologie en (persoonlijk) gebruik social media

NB: het helpt enorm als in het team een aantal personen zit die willen experimenteren met technologie als Slack of Medium. Handigheid niet vereist, want moeilijk is het zelden. Anderen die minder ‘hebben’ met nieuwe technologie kunnen op weg worden geholpen of een deel van hun werk overlaten aan anderen.

Ethische dilemma’s
helpt: alternatief ontwikkelen met/naast bestaande strategieën van organisaties
helpt niet: maatschappelijk vraagstuk versus zelf een individu helpen of niet: bijv. netwerk wel of niet gebruiken?

NB: beide lastig en urgent. Overigens veel minder dan vooraf gedacht, kunnen organisaties het Social Lab als concurrent zien van wat ze zelf doen. Met ‘hun’ doelgroep. Wat we beogen is niet het wiel opnieuw uit te vinden of vervangen wat al werkt, maar een zinvol alternatief in de wereld te zetten mét jongeren en andere partijen, waarvan iedereen kan profiteren.

NB2: persoonlijk contact en een netwerk helpt enorm met stappen zetten — dat heeft een aantal jongeren ervaren tijdens ons lab. Het dilemma: als we ons richten op een maatschappelijk vraagstuk dat het individu overstijgt, hoe helpt het dan als we deze jongeren ‘bevoorrechten’ door ze via het lab in contact te brengen met personen en partijen die hen op weg helpen in de richting die ze willen? We hebben daar geen goed antwoord op. Voorlopig vinden we dat we kunnen stellen dat deze jongeren helpen zichtbaar te maken dat het gegeven van persoonlijk contact en netwerk belangrijke hulpmiddelen zijn.

Rolneming bij veranderen
helpt: intrinsieke motivatie en ambitie voor deelname
helpt niet: s
chakelen tussen twee rollen: open staan vs regels volgen

NB: dit heeft in Dordt goed uitgepakt, en het blijkt hoe belangrijk het is dat een teamlid gemotiveerd is om te experimenteren en daaruit doorzettingsvermogen put om ook de verschillen tussen de ‘normale’ rol en die van teamlid te overbruggen.

Dichter op de praktijk
helpt: starten met een compact en divers kernteam dat zoveel en zo snel mogelijk nieuwe verbindingen legt door veld en leefwereld te betrekken
helpt niet: Privacybeleid van organisaties & gemeente beperkt mogelijkheden om kennis en netwerk te delen

NB: klein beginnen met grote ambities is een passend adagium voor elk labteam. Die ambities zullen dan vooral buiten het systeem, in het veld en bij de doelgroep moeten liggen. Veel verbindingen met veld en doelgroep helpt de impact van een initieel klein team snel te vergroten.

Wat leert ons dit alles? Sowieso dat het tracken van je ervaringen in een andere dan traditionele verslagleggingsvorm tot interessante opbrengsten leidt. De teamblogs zijn alle relatief snel na de ervaring opgetekend en zijn daarom een mooie, rijke weergave van de beleving van dat moment. Op het moment van evaluatie (afhankelijk van het verhaal maanden na dato) kunnen we daarom discussie over interpretatie van de uitkomsten (helpt / lastig) prima toestaan, maar over de de ervaring zelf niet. Die is immers destijds opgeschreven zoals deze is opgedaan, en gecheckt door een of meer teamleden.

Inhoudelijk zie je maar een greep van de rode draden terug in deze blog, slechts bedoeld om een indruk te geven van de ervaringen die uit het proces zijn gedestilleerd, om als lessen te dienen voor een vervolg van het lab. De volgende stap is dat we de clustering van rode draden bundelen en delen met het team en, via het team, met de organisatie. Om van daaruit prima dienst te kunnen doen als overweging bij aanvang van een volgend lab (ein in feite elk experiment).

Een rode draad is zelden een finishlijn.

--

--

thijs van exel
Generation /D

works at kennisland. brings people together in teams around complex social issues. loves to see ideas come to life and enjoys the pains that go with that.