Fish in pond by Peter Corbett on Flickr, licensed under a CC BY 2.0 attribution

Van hokjesgeest en doelgroep-denken tot kweekvijvers en buddy-projecten
(de basis II)

Wieteke Vrouwe
Generation /D
Published in
7 min readMay 29, 2015

--

Voor het derde groepsgesprek komen we dinsdagmorgen bij elkaar in initiatief DOOR aan de Voorstraat. Ook dit keer is het thema, ‘de basis’. We gaan het hebben over wat er nodig is om je leven op de rails de krijgen: woonruimte, werk en inkomen.
Het plan is om tot verschillende soorten ideeën te komen: een nieuw idee voor jongeren, een idee om het systeem te veranderen en te verbeteren en een idee voor de gemeente; wat zou zij anders of beter moeten doen.
Wieteke leidt het gesprek vandaag, Lisa noteert de plussen en minnen, en zet de ideeën zo concreet mogelijk op een groot vel. Joop en ik maken de blog.

Onze eerste gesprekspartner is daar Rob van Dalen van SPG, een praktijkschool voor grond, water- en wegenbouw. Het combineert een bbl-opleiding 1, 2 of 3 met betaald werk.
De vertegenwoordiger uit het onderwijs is ditmaal Fatima Bounane. Zij is docent bij de Entree-opleiding, ze verzorgt lessen sociale en werknemersvaardigheden en heeft daarnaast veel expertise als het gaat om het begeleiden van jongeren met een niet-Nederlandse achtergrond.
Ook Sandra, jongerenwerker van Contour de Twern, is aanwezig en straks zal nog Lennart Hartog, stagecoördinator van Yulius (vso), aanschuiven.
De jongeren zijn goed vertegenwoordigd, Rachel is erbij, net als Mike en betrekkelijk nieuw in de groep is Masoumah. Masoumah is Pakistaanse, getrouwd met een Pakistaans/Nederlandse man, ze heeft een HBO opleiding psychologie gevolgd, maar het lukt haar niet om een serieuze baan te vinden.

Wonen
We pakken meteen het eerste onderwerp ‘woonruimte’ bij de kop: Mike geeft aan dat hij behoorlijk hard heeft moeten werken voor hij terecht kwam waar hij nu is, het ging niet vanzelf. Bij Woonkeus moet je punten sparen, Woonbron heeft een loterij en.. urgentie? Dat moet je niet alleen aanvragen maar kost ook geld, weet Rachel.
Daarnaast verwijzen Woonbron en Trivire ook niet door naar anti-kraak-verhuurders als Camelot en Ad Hoc. Dat is voor jongeren soms beter te betalen. Hoewel….Camelot verlangt drie maanden huur vooruit, dat is ook weer een fikse drempel. Over Liveable, een commerciële verhuurder die als tegenprestatie voor een lage huur vrijwilligerswerk verlangt, klinken niet heel positieve geluiden: werkt het wel zoals bedoeld?

Rob vult aan dat jongeren niet altijd beseffen dat op jezelf wonen meer betekent dan alleen de huur die je moet opbrengen, je moet ineens echt alles zelf gaan betalen… En dat is waar SPG probeert te helpen: SPG biedt zekerheid, werk en een vast inkomen voor 4 jaar.
Toch is dat ook een lastig punt: een vast inkomen betekent namelijk…deurwaarders op de stoep! Of het UWV die meteen een boete oplegt als je je inkomsten niet hebt opgegeven — of als zij de opgave niet ontvangen hebben.

Jammer genoeg wordt er niet naar een gezamenlijke oplossing gezocht. De deurwaarder werkt in opdracht van de schuldeiser en wil zo snel mogelijk, zo veel mogelijk vangen. Zelfs het feit dat de jongeren 4 jaar werken bij SPG en je dus een langlopende afbetalingsregeling kunt afspreken, helpt niet. Het frustreert Rob dat instanties niet willen meedenken.
De schulden lopen snel hoog op, de boetes zijn fiks, en je kunt als jongere gemakkelijk geld lenen. Hulp of sanering, die is er pas als de schulden al erg hoog zijn. Maar als je een inkomen hebt, als is dat nog zo klein, val je zelfs daarbuiten.
Maar zou het niet veel eenvoudiger zijn om sneller in te grijpen? Als de schulden nog niet zo huizenhoog zijn en totaal uitzichtloos?

Rob neemt als werkgever de schulden over en ontzorgt de jongeren door regelingen met de schuldeisers te treffen en de jongere vervolgens alleen zakgeld te geven. Hij heeft gemerkt dat het de jongere rust biedt.
Hij pleit ervoor om dit soort dingen te organiseren voor de jongeren, zodat die van hun sores worden verlost en gewoon lekker aan het werk kunnen en zo bouwen aan hun toekomst i.p.v. dag in dag uit de steen om je nek van torenhoge schuldem te voelen. Zijn pleidooi staat haaks op ‘het uitgaan van de eigen kracht’ van de jongere wat de overheid vandaag de dag als stelregel heeft.

Stichting MEE en De Twern bemiddelen ook voor jongeren met schulden. Sandra: “Jongeren schamen zich vaak (de verleidingen zijn groot, je wil ook die nieuwe iPhone, onbeperkt internet, de nieuwste sneakers), laten de schulden hoog oplopen en hebben op een bepaald moment geen overzicht meer. Pas dan kloppen ze aan voor hulp.”
Fatima vertelt dat ze op het Da Vinci college aan leerlingen bij het vak burgerschap een aantal lessen ‘Omgaan met geld’ geeft. Ook op Halte Patersweg worden jongeren die in de problemen zitten ondersteund met advies en hulp.
Is het een idee om dergelijke cursussen ook buiten schoolverband aan te bieden? Dus ook voor jongeren en andere mensen die niet naar school gaan? We weten inmiddels dat veel jongeren worstelen met schulden. Dit zou mooi preventief kunnen werken… voorkomen is beter dan genezen…Misschien kunnen we het in de wijken aanbieden, zijn de wijkwinkels goede lokaties?

Allemaal digitaal
Vrijwel meteen duikt er een nieuw probleem op. Tegenwoordig is het moeilijk om ergens persoonlijk contact te leggen. Je moet alles via de computer melden, invullen en opsturen. Maar dat blijkt vaak een probleem.
Lang niet iedereen beschikt over een computer, maar los daarvan spreekt men niet dezelfde taal. Gamen, facebooken, twitteren en whattsappen is één ding, een UWV-, SDD- of belastingformulier invullen is iets heel anders.
Het is erg lastig –en iedereen aan tafel beaamt dat- om te zoiets foutloos in te vullen.
Een fikse drempel, een echte ‘disconnect’ in social lab-taal!

Kweekvijvers
Ook het volgende onderwerp dient zich bijna vanzelf aan: opleiding en werk. Zowel Rob, als Fatima en Lennart geven aan dat jongeren regelmatig niet de opleiding kiezen die het beste bij ze past. Daar zijn allerlei oorzaken voor aan te wijzen: het heeft te maken met de status van een opleiding (vuile handen), maar ook met mogelijkheden. De keuze voor een bol of voor een bbl opleiding wordt vaak niet gemaakt op wat het meest geschikt is voor de jongere maar heeft ook te maken met het al of niet beschikbaar zijn van een stageplek. Ook (school)geld speelt een rol.
Jongeren, maar ook ouders, hebben vaak geen goed overzicht van de mogelijkheden, ze weten lang niet altijd wat een vak inhoudt of wat de perspectieven zijn. Er is behoefte aan voorlichting en informatie en aan goede loopbaanoriëntatie, maar zelf doen en zelf ervaren werkt nog beter.
Een nieuw initiatief op dit vlak is de ‘kweekvijver’ van de grond-, water- en wegenbouwsector, een pool waar jongeren 1,2 of 3 weken een vak kunnen ‘uitproberen’ een zg. voorschakeltraject, waar jongeren vrijblijvend kunnen rondkijken wat een vak inhoudt en wat de mogelijkheden zijn.
Daar is eenmalig geld voor beschikbaar, voorwaarde is wel dat de bedrijven bereid zijn om uit deze vijver hun nieuwe leerlingen te betrekken (en niet voor het gemak kiezen voor hoger opgeleiden, MBO 3 of 4); jongeren die op of onder MBO 1 niveau functioneren en leerlingen uit het speciaal onderwijs. De enige voorwaarde die men mag stellen is dat de jongeren ‘leerbaar’ zijn.
Ook Metalent is zo’n kweekvijver, voor metaalbewerkers, lassers en de scheepsbouw. Zijn kweekvijver ook voor andere domeinen zinvol? Voor de zorg? De dienstensector? In de (maritieme) techniek zijn er nu en in toekomst veel vacatures, dus is het logisch om daarin te investeren, maar ook andere sectoren hebben gemotiveerd en goed geschoold personeel nodig.

Concluderend kan er gesteld worden dat er allerlei hulp is voor jongeren (denk aan het stage-bureau van Da Vinci, mentortrajecten bij MEE, de jobcoaches van Yulius), maar hulp zit ook vaak vast in ‘hokjes’: MEE werkt alleen voor jongeren met een beperking, Yulius is er alleen voor jongeren tot 18 jaar, voor werkervaringsplekken stopt de bekostiging bij 27 jaar, een startersbeurs is er alleen voor jongeren met een startkwalificatie, een loopbaanbegeleider is er alleen op school of bij een leerwerktraject, en hoger opgeleiden moeten het helemaal alleen kunnen.
Is die ‘Nederlandse hokjesgeest’ of het typische ‘doelgroep-denken’ niet te doorbreken, zodat er ondersteuning is voor wie dat nodig heeft? En is dat een taak voor de wijkteams? Die in de wijk, die dichtbij en voor álle wijkbewoners, kunnen werken.

Er wordt ook gepleit voor een ‘buddy-project’, met vrijwilligers die jongeren op weg helpen, die ze met hun netwerk precies daar ondersteunen waar het de jongeren aan ontbreekt.
Neem Masoumah bijvoorbeeld, hoogopgeleid en klaar voor de arbeidsmarkt, initiatiefrijk ook, maar -omdat ze nog niet zo lang in Nederland is, mist ze de aansluiting en een netwerk en lukt het maar niet om aan de slag te komen. Fatima refereert meteen aan het ‘project opvang nieuwkomers’ van een aantal jaren geleden, dat precies hieraan tegemoet kwam.

Nieuwe ideeën

1. Kweekvijvers: Meer kweekvijvers, niet alleen voor (maritieme) techniek, maar voor alle domeinen waar vacatures zijn. Zelf doen en ervaren werkt, juist voor jongeren die niet geen studiebol zijn;

2. Buddy-projecten: Mentoren voor iedereen die er een nodig heeft. Zoeken naar een goede match (een op een) zonder drempels en hokjes.
De behoefte aan coaching heeft weinig te maken met een opleidingsniveau of beperking, iedereen kan op een bepaald moment/punt in zijn of haar leven behoefte hebben aan ondersteuning.
Het gaat hier om gewoon eens met iemand kunnen praten, of om specifiekere hulp en ondersteuning bij het zoeken naar werk (aansluiting, netwerk), aanvullende scholing, maken van keuzes, zoeken naar woonruimte, bemiddelen bij instanties: bij schulden, belasting, sociale dienst, justitie. Dat kunnen vrijwilligers zijn, gewone Dordtenaren die (wel) de weg kennen.

3. Leren omgaan met geld: Cursus ‘Get the money’: voor iedereen toegankelijk, te geven in de wijkwinkels. Bedoeld om preventief te werken, voor een leven op orde zonder schulden.

Na ruim twee uur met elkaar te hebben gebrainstormd gaan we uit elkaar — met nieuwe ideeën en jongeren die aangeven hun zegje te hebben kunnen doen. Hoera!

--

--