Rens wil oudere bewoners aan het bewegen krijgen, vooral mannen kunnen wel een duwtje gebruiken. (Photo: Elderly in Brighton, CC BY Garry Knight via Flickr)

Bewoners over ‘de drempel’ helpen

Rik Salomé
Groenlab Schiedam
Published in
3 min readApr 11, 2016

--

Door Thijs.

Rens werkt als buurtsportcoach bij Seniorenwelzijn en is via die positie aangesloten bij het WOT. Hij ziet de mannen van Groenoord als een belangrijke doelgroep en hij wil ze aan het bewegen krijgen. “Hier [in het activiteitencentrum aan het Van Beethovenplein, red.] zijn er wel een paar aan het biljarten, maar ze komen toch minder snel. Dit zie ik ook bij mijn vader: mannen zijn wat minder sociaal. Mijn doel is om mannen aan het bewegen te krijgen. Hoe kunnen we aantrekkelijke activiteiten aanbieden? Denk bijvoorbeeld aan tafeltennisclinics, op meerdere locaties. We gaan ook fietsprojecten aanbieden met een heel praktische insteek: hoe stap je nou van je fiets af als je op leeftijd bent?”

Rens vervolgt: “We proberen ouderen via via te bereiken, maar ook via kranten en buurthuizen. En mond-tot-mond reclame: wie gaat er mee wandelen? Bij 70 plussers merk je soms dat ze veelal thuis zitten. Die moet je soms een handje helpen met het met het zetten van het eerste stapje, over de drempel.”

Sociaal isolement doorbreek je volgens Rens door mensen aan het bewegen te krijgen. Kleine stapjes tegelijk. “We beginnen vaak thuis, samen met ze naar buiten, een op een. Korte stukjes, naar de brievenbus en weer terug. Dit is het begin van het bewegen. Het kan kleinschalig zijn, maar ook grootschalig. Alles is afhankelijk van wat ze willen en kunnen. Maar niet alleen bewegen telt hoor.”, zegt Rens als hij naar de koffiedrinkers in dezelfde ruimte kijkt.

“Bij Seniorenwelzijn hebben we een heel netwerk. Welzijn op recept! De doorverwijzing komt vaak van de arts: zij is eenzaam — en dan gaan wij kijken wat we kunnen doen. Het loopt wel eens stuk op de communicatie tussen alle onderdelen in zo’n groot netwerk. Het is niet altijd duidelijk wat er allemaal is: bij wie hoort het thuis en naar wie verwijzen we door…”

“Als iemand niet durft, dan vragen we wel eens of een buur of vriend die persoon een keer meeneemt. Dit lukt helaas nog niet altijd. Koppelen werkt wel heel goed: het maatjesproject: iemand die iemand kan introduceren. Voor mensen alleen is er toch vaak een drempel; zonder maatje moet ik er alleen bij gaan zitten!”

Het zou volgens Rens handig zijn om vrijwilligers op te leiden die de ouderen kunnen begeleiden: zij zouden de connectie kunnen vormen tussen verschillende partijen in het web. Vrijwilligers voor beweegactiviteiten zijn nog nooit een probleem geweest, maar als er een ziektebeeld is, of iemand is invalide, speelt er toch vaak wat angst. Belangrijke motivatie voor vrijwilligers is dat je iets kunt aanbieden, zoals een cursus in begeleiding. “Je moet ze enthousiasmeren in hun vrijwilligerswerk. Ik hoop dat ik in de toekomst alleen maar mensen kan coördineren. Dat vrijwilligers zelfstandig kunnen handelen. Zin aan hun leven kunnen geven. Zichzelf hiermee verrijken. En ook dat weer aan een ander doorgeven.”

Met betrekking tot allochtonen vindt Rens het belangrijk om realistische verwachtingen te hebben. “Het is moeilijk om de groep oudere Turken en Marokkanen mee te krijgen. Bij Nederlanders in Canada en Australië zie je overigens precies hetzelfde: die klonteren ook samen en gaan samen in een bejaardentehuis zitten. Die integratie is voor deze leeftijdsgroep feitelijk al mislukt, dus we moeten ons richten op de jongere groep. Niet allemaal bij elkaar, maar laat kleinere gemeenschappen kleine aantallen opnemen.”

Rens ziet in Schiedam gezondheidsproblemen als een van de oorzaken van eenzaamheid bij oudere mannen: drank, roken en overgewicht — dit ligt boven het landelijk gemiddelde. Men praat zichzelf aan dat het op hun leeftijd geen zin meer heeft om af te vallen, “want ik val toch niet meer af.” Vaak ziet Rens dat er een psychische oorzaak ten grondslag ligt aan de verslaving en gezondheidsproblemen. “Als je partner wegvalt, hoe geef je dan zin aan je leven?” Rens ziet in Schiedam ook werkloosheid, vooral bij de grote (laaggeschoolde) populatie voormalig havenarbeiders. “Deze mensen hebben het gevoel laag op de economische ladder te zitten. Daardoor zijn ze niet gemotiveerd in beweging te komen. Ze wéten vaak ook zelf niet wat ze aan hun situatie kunnen doen. Hun gebrek aan [financiële, red.] middelen speelt daarin mee.”

--

--