Kaatje gaat altijd tot in de puntjes verzorgd de deur uit. (Foto: Kennisland, onder een Creative Commons Naamsvermelding)

Een netwerkje in de harde, bange wereld

Rik Salomé
Groenlab Schiedam

--

Door Thijs. De naam Kaatje is gefingeerd.

Kaatje is afgekeurd en komt sindsdien elke dag bij het Zimmertje. Dat is leuk en gezellig, maar ook heel belangrijk voor haar. Het zorgt voor afleiding en een praatje houdt je op de hoogte: je wilt er toch graag voor elkaar zijn. “Je hoort hier of er iets met iemand is. Dan kun je er wat aan doen. Als ze even een dippie hebben, dan neem ik ze bij de arm en trek ik ze mee naar beneden.”

Het is dan ook een harde wereld en er zijn in de ogen van Kaatje een hoop dingen om bang voor te zijn. Dat voelt ze zelf en ze wil er anderen in ondersteunen. “Daarom is het eigen netwerkje dat je aanlegt belangrijk, omdat het je een veilig gevoel geeft.” Af en toe schieten de ogen van Kaatje schichtig naar buiten, alsof daar onheil te verwachten is.

Leven in Groenoord

Kaatje heeft een prachtige, volkse geschiedenis. “M’n hele leven heb ik in de Gorzen [in in Schiedam-Zuid, red.] gewoond in een groot gezin, en gewerkt tot m’n 56e. Het was lekker beschermd op die manier, met m’n vaste routes. Toen ik op een gegeven moment bij de V&D in Rotterdam centrum begon, moest ik met de metro. Ochtends om 6 uur, dan door de koopgoot. Heeft een jaar geduurd voordat ik daar een beetje aan gewend was. M’n oudste broer ging met m’n vader naar Afrika om daar te werken. We zijn heel trots dat we nog zo’n goed contact hebben, heeft m’n moeder hard voor gewerkt.”

Na een tijd moest ze vanwege ziekte verhuizen naar een ‘Z-flat’ hier in Groenoord. “In het begin heb ik heel veel gehuild hier: weg van m’n geboortegrond! Wat een verdriet. Maar eigenlijk heb ik geen moment spijt gehad van m’n verhuizing. Ik heb leuke mensen om me heen, en winkeltjes waar je mensen tegenkomt. En m’n flat is gewoon heel fijn. Maar veel mensen zijn overleden of verhuisd, en hebben plaats gemaakt voor allemaal nieuwkomers waarvan ik bijna niemand meer ken.”

Na een leven uit een groot gezin en altijd mensen om zich heen, is haar angstbeeld alleen achter te blijven. “Mijn buurvrouw, ook uit een groot gezin, bleef wel als enige over. Dat zou ook mij kunnen gebeuren.”

Ontmoetingsplekken

Volgens Kaatje is er genoeg te doen — maar ook ziet ze dat er “vanwege bezuinigingen dingen worden gesloten. Vervolgens worden er dan ook weer nieuwe dingen geopend! Maar dat is toch vreemd? Waarom moet het een dicht, en gaat het andere open?”

“Wat nieuwe gezichten in het Zimmertje zou heel leuk zijn. We geven het overal door hoor! En Leni doet ook heel veel. Maar als ik bijvoorbeeld over de 5 molens [ontmoetingscentrum in Schiedam, red.] lees, dan zou ik daar ook niet zomaar alleen heen gaan. Je moet eigenlijk iemand hebben die iemand kent, iemand die het ijs voor je breekt. Ik haal iemand gerust op, maar je moet het even weten.”

--

--