Els drinkt graag een kopje thee met ons terwijl ze vertelt over haar leven in Groenoord. (Foto: Mohammed Raza)

“Gezellig, gek — of nee, prettig gestoord”

Rik Salomé
Groenlab Schiedam
5 min readApr 11, 2016

--

Door Irmgard. De naam Els is gefingeerd.

Els heeft last van Psoriasis Artritis, stukjes bot met ontsteking, dit is een uiting van haar beginnende MS. Sinds 2.5 jaar zit ze in een scootmobiel. “Kleine stukjes met de auto lukt nog wel, maar niet meer op de snelweg. Ik ben bang dat mijn been soms blokkeert.“ De thuiszorg komt vier keer in de week langs om haar te helpen met douchen. “Ik kan het nog wel, maar dan ben ik kapot. Normaal gesproken lig ik om half 9 in bed. Ik wil niet zo graag afhankelijk zijn van anderen. Als het ijzelt haal ik voor 12 dagen eten in huis. Mijn buurvrouw Irmgard wil ik dan namelijk liever niet vragen, maar als ik een buddy zou hebben, dan vroeg ik die. Dan heeft diegene daar bewust voor gekozen, ondanks dat ik weet dat ze er voor betaald krijgt.”

Socialiteit terug in de wijk

Els is een erg ondernemend type maar kent niet veel mensen in de buurt en weet niet goed wat er allemaal in de buurt gebeurt. Ik ken eigenlijk weinig mensen hier, wel van buiten een praatje. Ik zou graag meer informatie hebben van waar iets te doen is. Ik geef zelf haaklessen, en wil best graag begeleiden als er een clubje is. Ik heb 2 clubjes, 1 bij een vriendin thuis — als er anderen zijn geef ik ze advies, en 1 in een winkel in Pijnacker. Ik haak om mijn handen soepel te houden, kreeg ooit van iemand een haaknaald en een bol wol en ze zei: “kijk maar op YouTube, succes”. Nu ben ik verslaafd. Ik zou ook best wel Spaans willen leren, maar om naar een officiële cursus te gaan kost klauwen vol geld. Waarom kan dat niet in een buurthuis? Ik heb geen enkele informatie over wat er georganiseerd wordt in buurthuizen of ontmoetingscentra, er is geen foldertje of boekje, ik wist niet eens dat dit ontmoetingscentrum hier zat! Ik woon hier nu 2 jaar, maar ik ben nooit verwelkomd. We hadden een buurthuisje op de hoek, daar kunnen ze ook mensen uitnodigen en informatie geven. Als je het vliegtuig uitstapt krijg je ook informatie over het eiland op Gran Canaria, waarom dan niet hier? Om de socialiteit terug te krijgen in de wijk is zoiets heel belangrijk. Het is dat ik een leuke portiek heb, maar anders zou ik weinig weten over mijn buurt.”

Elkaar helpen

Els omschrijft zichzelf als “gezellig, gek -of nee, prettig gestoord”. In het gesprek geeft ze aan dat ze graag actief wil zijn in de buurt. “Ik zou best vrijwilliger willen zijn, liever niet ’s avonds, maar als er een briefje in de deur wordt gedaan meld ik me als eerste aan! Ik heb eerst vrijwilligerswerk in een verzorgingstehuis gedaan, op de afdeling waar ik vroeger werkte. Daar leunden ze teveel op mij en kreeg ik te veel pijn. De leidinggevende belde me op toen ik een ontsteking in mijn voet had, wanneer ik weer terug dacht te zijn. Of ik een dame even in bed kon leggen. Dat was de druppel: ik vertelde haar dat ik niet meer terug zou komen.”

“Ik sta voor iedereen gelijk klaar als het moet, maar zolang het kan.” Els gaat flexibel om met haar sociale contacten. “Als ik iemand wat minder zie, dan gaat de vriendschap niet weg. Soms zie ik iemand twee maanden niet, en dan ineens praten we elke dag. Het is gewoon altijd goed. Het scheelt ook als je weet hoe het is om iets te mankeren, je weet hoe het is om chronisch ziek te zijn, dat geeft een klik, je helpt elkaar zoveel je kan.”

Ze ziet tot haar grote spijt dat de kwaliteit van de zorg steeds verder afzakt. “Er is steeds meer inkomensongelijkheid, zorgmanagers krijgen steeds minder geld. Ook is er steeds minder geld voor vergaderingen en uitjes, zo wordt er bezuinigd op het kerstdiner. Geef de mensen in het verzorgingstehuis een keer een leuk ontbijt en investeer in buurthuizen, dan kunnen de oude mensen ook eens wat leuks doen.”

Els vindt dat de maatschappij te individualistisch is. “Op dit moment is de hele maatschappij een beetje ‘ikke, ikke, ikke en de rest kan stikken’. Ik stond laatst aan de kassa toen een meneer zei: help die mevrouw even met de boodschappen. Waarop de vrouw die naast hem stond antwoordde: nee, daar heb ik geen zin in. Die mentaliteit heerst nu hier in Nederland. als ik de tram in ga, dan vliegt iedereen nog langs me heen, totdat de conducteur komt.”

Zelfredzaam

Ondanks dat ze niet veel contact met mensen in de buurt heeft maakt Els zich niet zo’n zorgen over haar eigen sociale leven. “Ik heb het nog te druk, voel me nog niet zo eenzaam. Mijn vader verzorgt de vriendin van mijn oma nog. Zij komt niet meer buiten, ze vereenzaamt, heeft geen kinderen, heeft geen familie. Maar voor mij voelt dat niet zo. Ik moet echt een vrije dag plannen om uit te rusten. Mijn netwerk is niet heel groot, maar ik kan heel goed alleen zijn. Ze wonen ook allemaal wat verder weg. Toch zou zo’n buurthuis me wel iets lijken, ik hoef niet alles in m’n eigen huis. Vroeger had je de Blauwe Brug, die is dicht. Daardoor raken mensen ook op zichzelf. Alle buurthuizen gaan dicht. Er werden naailessen gegeven, hobbyclubjes, als dat 5 euro per maand kost dan kan iedereen dat behappen. Er worden ook subsidies ingetrokken, de drempel voor mensen om iets te ondernemen wordt hoger. Ik kan ook wel een briefje bij de Bas ophangen met daarop: ‘Kom haken bij me thuis!’, maar ik kan niet mijn hele huis verbouwen. Als we een buurthuis zouden hebben dan zouden mensen meer contact hebben, denk ik, informeler en laagdrempelig contact.”

Zelf geeft Els aan dat ze ook prima alleen kan zijn. “Ik ben een knokker en een vechter, op Gran Canaria ben ik alleen met rolstoel. Dan vragen mensen weleens; ben je echt alleen? En ja, dat ben ik! Alleen op vakantie vind ik heerlijk, ik heb de tijd aan mezelf. Als ik met iemand ben dan wil ik graag dat de ander niet teveel rekening met mij houdt. We zien elkaar wel weer bij het avondeten. Het kan zijn dat ik ’s avonds vroeg naar bed wil, maar misschien wil de ander wel graag muziek kijken. Als je het allebei leuk hebt en je respecteert elkaar daarin, dan kan het hartstikke gezellig zijn. In het hotel ken ik ook iedereen; bij die een sigaretje, bij die een sigaretje. Ik ging huilend weg. Vrijdag ben ik met iemand naar de Primark hier in Rotterdam geweest die ik in het hotel in Gran Canaria heb ontmoet, leuk toch?”

Hoewel ze zich geen grote zorgen maakt, denkt Els wel na over haar toekomst. “Als ik niet meer kan lopen en de trap in mijn portiek niet meer op kan dan moet ik me inschrijven voor een focuswoning. Je gaat pas op de wachtlijst als het al te laat is. Je moet eerst niet meer kunnen lopen, je huis niet meer uit kunnen. Het verhuizen mag je dan zelf regelen.”

--

--