Mensie Weltevree

Iris Workum
Groenlab Schiedam
Published in
3 min readDec 2, 2015

Door Iris. De naam Joke is gefingeerd.

De wijk Groenoord

Het is een prachtige herfstdag wanneer wij aankomen in Schiedam. De bomen beginnen langzaamaan te verkleuren en er waait een zachte wind. We zijn op weg naar Joke. We hebben Joke leren kennen in ‘t Zimmertje. Hier kwam zij over als een goedlachse, lieve vrouw, en ze liet weten wel open te staan voor een praatje. Joke woont al haar hele leven in Schiedam, en we zijn dan ook erg benieuwd wat zij ons kan vertellen over de stad.

Een ondernemende dame
Joke wordt op de eerste verdieping van een van de vele flatgebouwen die Schiedam kent. Haar huis is erg gezellig ingericht. Er hangen foto’s van haar man, zoons en kleinkinderen. “We zien elkaar eens in de vier maanden. Een van mijn zoons woont in Keulen, dus dat maakt het wat lastig. En mijn kleinzoons zijn druk met hun eigen dingen. Dat vind ik soms wel jammer, maar dat hoor je van iedereen hoor.”

Joke heeft ook een zus waar ze goed contact mee heeft. “Ze woont aan de overkant, we kunnen zelfs naar elkaar zwaaien. Het is fijn om te weten dat je iemand hebt waar je op terug kunt vallen.” Ook skypen de twee regelmatig met elkaar. “Dan bel ik haar en dan zit ze daar met haar krulspelden in!”

Wanneer we vragen naar ‘t Zimmertje, is Joke een en al positiviteit. “Ik raad iedereen aan om naar ‘t Zimmertje te komen. Iedereen is hier welkom. Ik ga gewoon als ik zin heb, dan help ik mee met het maken van kaarten. Maar toch zie je altijd hetzelfde clubje. ‘Ik zie wel, misschien kom ik even’, zeggen ze dan. Maar ze gaan nooit mee, ik begrijp niet waarom.” Ook geeft Joke aan dat men bij ‘t Zimmertje op elkaar let. Dit vindt ze erg fijn. “Als iemand er een keer niet is, wordt diegene wel even gebeld.”

Bingo in Frankeland
Een tijdje geleden kon Joke even niet naar ‘t Zimmertje. Vanwege een operatie moest Joke een paar weken verblijven in zorgcentrum Frankeland. Eerst vond Joke dit wel lastig, ze voelde zich erg afhankelijk. Maar al snel kreeg ze het erg naar haar zin. “Je had daar bingo, gymmen, nagels lakken. Toen ik een paar weken later weer alleen thuis zat voelde ik me ineens eenzaam.” Gelukkig werd ze al meteen gebeld door een verpleegster van Frankeland. Zij liet weten dat veel mensen die gevoel hadden als ze net thuis waren, en dit dan vanzelf weer verdween. Nog steeds komt er om de drie maanden iemand langs om te kijken hoe het met Joke gaat. Maar tot nu toe gaat alles heel goed: “Die mevrouw zegt dan altijd dat ik hier nog goed zit, lekker in mijn eigen huisje. Maar als het niet meer goed gaat ben ik altijd welkom in Frankeland. De huur is wel duur daar hoor, duurder dan hier.”

Verpaupering van de buurt
Als gebiedsexpert ziet Joke de buurt wel verpauperen. “Mensen ruimen hun troep niet op. Ze leggen een krant op het bankje in plaats van deze weg te gooien in de prullenbak. Soms poept er ook een hond in de lift, dat gebeurde vroeger nooit in de flat. Ik vind dat jammer.” Toch kan Joke er niet al te erg mee zitten. “Ik zit dit nu wel allemaal zo te vertellen, maar ik maak me er eigenlijk niet druk om hoor. Het is nou eenmaal zo.” Ook mist Joke het contact met de buren. “Laatst was de nieuwe buurvrouw aan het zemen. Ze had me al een paar keer gezien, maar zei niks. Toen heb ik haar maar een hand gegeven, die is gratis!”

Ondanks de ontwikkelingen in de buurt heeft Joke niks te wensen. “Ik heb alles wat mijn hartje begeert, en ben heel erg tevreden met wat ik heb. Ik kan weg wanneer ik dat wil, kan nog kleine reisjes maken, ik kan nog koken. Dan is het toch goed? Ik ben mensie weltevree.”

--

--