Ella houdt van Klaverjassen, net als deze soldaten, geschilderd door Pieter de Hooch.

Vol ideeën

Rik Salomé
Groenlab Schiedam

--

Door Wieteke. De naam Ella is gefingeerd.

Ella heeft al eerder aangegeven dat ze graag mee wil doen met GroenLab, en dus togen we naar haar appartement om haar te ontmoeten en te horen wat ze vindt van Groenoord, de buurtbewoners en haar leven hier. Eenmaal binnen zien we allerlei boeddha’s, olifanten en andere oosterse ornamenten. Ook hangt er een bordje met regels voor vandaag: Lach, ontspan, en volg je hart. Geloof in jezelf, wees blij met wat je hebt, leef in het moment, wees aardig voor je medemens, maak een compliment en wat er ook gebeurt… Blijf ademen.

Ik ben benieuwd of dat Ella allemaal lukt!

Eenmaal zitend op de bank vertelt Ella dat ze hier nog maar pas woont. Ze zou graag teruggaan naar Zeeland, waar ze 22 jaar gewoond heeft en veel vrienden heeft gemaakt, maar de vraag is of dat op korte termijn gaat lukken.

“Ik ben opgegroeid in Groenoord, met mijn ouders om de hoek. In Zeeland heb ik lang in de hulpverlening voor daklozen gewerkt, en daarna ook een paar jaar in de nachtopvang. Als enige professional draaide ik een team van vrijwilligers — het was een heftige baan, maar ook ontzettend leuk. In 2009 kwam ik weer naar Groenoord. Mijn zusje woonde hier nog, en ze was erg ziek — had longemfyseem. Ik wilde haar verzorgen. In 2011 overleed ze.”

Vervreemding

Ella is blij dat er een woning beschikbaar was voor haar, maar ze kent niemand meer — behalve een oude vriendin. Toch hebben ze geen contact meer met elkaar, volgens Ella zijn ze ‘allebei een andere weg in geslagen’. “Eigenlijk ben ik heel sociaal. Ik heb projecten opgestart in de buurt, en praat graag met mensen, maar nu ik ook longemfyseem heb maakt het dat wat lastiger. Ik doe graag mee aan GroenLab om met mijn ervaring activiteiten in de wijk te organiseren en te kijken wat er nodig is. Ik mis bijvoorbeeld zelf een laagdrempelig buurthuis. Er zijn best veel plekken, maar overal zitten ook vaste clubjes mensen. Je komt lastig binnen, en de mensen creëren geen ‘iedereen is welkom’-sfeer. Ik zou graag een buurtcentrum hebben waar mensen van allerlei leeftijden komen. Ik sprak met iemand over het Oreliuspark, waar kinderen elkaar tijdens het spelen wegpesten en moeders in hun auto blijven wachten totdat de kinderen klaar zijn. Vroeger was daar gemeentelijk toezicht voor, maar dat is wegbezuinigd. Mijn buurvrouw wil niet eens dat haar zoon buitenspeelt! Als daar nu vrijwilligers zouden kunnen surveilleren zou dat al een stuk helpen.”

Zelf heeft Ella ook moeite met het maken van contact in de wijk: “Ik zoek een maatje, heb af en toe iemand nodig. Soms kan ik bijvoorbeeld geen boodschappen doen en het zou fijn zijn als iemand mij daar vrijwillig bij wil helpen. Ik spreek wel mensen, maar het blijft bij ‘hallo’. Ik zou niet weten wie ik bijvoorbeeld moet vragen om een drankje te drinken op de galerij. Als ik de één uitnodig, dan komt de ander niet. Er zitten hier veel nationaliteiten door elkaar die het ook niet altijd goed met elkaar kunnen vinden. Ik heb geen idee wie de mensen zijn die boven mij wonen, maar ze maken veel ruzies en hebben luide feestjes. Ik voel me niet per se onveilig, maar hoor andere mensen bij de bushalte mopperen over groepjes allochtonen die rondlopen in de wijk — dan wachten ze op ‘de volgende sirene die afgaat’.”

“Ik ben hartstikke eenzaam”, vervolgt Ella haar verhaal, “dat je geen normale contacten kunt leggen doet me zeer. Ik ben niet zo van mezelf. Mensen durven niet meer naar buiten, ze sluiten zich op, deze wijk maakt mij eenzaam. Bij het Zimmertje ben ik niet op mijn plek, en daarbuiten is het te ver om ergens heen te gaan. In de winter kom ik bijna niet vooruit, en de de trein of vervoerstaxi, die ik gebruik om naar mijn vrienden in Zeeland te gaan, zijn niet altijd te betalen. Ik ben gek op klaverjassen, maar dat is gewoon te ver lopen voor mij.”

Enthousiasme

“Ik zou heel graag een maatjesproject opzetten in de wijk — dat heb ik eerder gedaan toen ik in Goes woonde. Een project waar iedereen bij betrokken wordt. Er zijn veel mensen die ziek en eenzaam zijn. Die kunnen geholpen worden door anderen in de wijk, in Goes ging dat in eerste instantie heel goed! Veel allochtone mensen meldden zich aan om anderen te helpen, prachtig. Maar er zijn ook mensen in de wijk die daar moeite mee hebben: spreken ze de taal dan wel? Dat is erg belangrijk. Ik heb veel geleerd van het project in Goes, waar de verhoudingen uiteindelijk zo scheef werden dat Nederlandse vrijwilligers zich er minder welkom voelen. In Groenoord zou ik dat anders aanpakken, een maatjesproject zou de wijk zoveel opleveren!”

Ella heeft in de jaren ’80 in opdracht van de Internationale Werkgroep Nieuwland een kook- en taalcursus opgezet in de wijk Nieuwland. Ze zit vol ideeën en heeft haar schrijfboekje er alvast bijgepakt. Ze zou zo graag van start gaan in de wijk, en ziet naast ouderen en zieken die behoefte hebben aan iemand die hen zo nu en dan helpt met praktische zaken ook een ander probleem in de wijk: “Een tijdje geleden werd een een vrouw aan de overkant uit huis gezet, dat vond ik heel erg om te zien. Het komt hier vaker voor, en het zou zo fijn zijn om crisisopvang te hebben! Gewoon, drie dagen waarin je mensen kunt doorverwijzen en iets nieuws op poten kunt zetten. In zo’n korte tijd kun je al veel betekenen.”

Na meer dan een uur gepraat te hebben besluiten we ons gesprek met de belofte dat Ella de eerstvolgende keer dat GroenLab bij elkaar komt aan kan sluiten, zodat ze contact kan maken met een aantal gelijkgestemde buurtbewoners. Er zijn meer mensen in de wijk met goede en leuke ideeën, maar hoe brengen we ze bij elkaar? Ella kent geen anderen die ook graag actief iets willen ondernemen, en andere actievelingen kennen haar niet. Ik hoop dat onze volgende samenkomst nieuwe inspiratie en samenwerkingen oplevert!

--

--