Meer lieveheersbeestjes en kikkers in je tuin met een zelfgemaakte takkenwal
Blogger Ingrid Soullié over het hoe en waarom van het aanleggen van een takkenwal in je tuin.
Een faunatuin gedijt het beste met een gezond en divers ecosysteem. Dat geldt ook voor een tuin die op biologische wijze wordt onderhouden. Een takkenwal is een goede toevoeging aan dat ecosysteem. Het biedt beschutting aan diverse vormen van leven. Ook kun je zo je eigen snoeihout kwijt. In deze blog leg ik je uit hoe je eenvoudig zelf een takkenwal kunt aanleggen.
Ik tuinier zowel in mijn eigen tuin als in die van klanten op biologische wijze: ik gebruik geen chemische bestrijdingsmiddelen, maar gebruik de kracht van de natuur om de tuin mooi en gezond te houden. Op de juiste plek heeft een plant maar weinig last van plagen. Daarnaast is het belangrijk de natuurlijke vijand van ‘ongedierte’ aan te trekken. Zo staat in een gezonde tuin alles met elkaar in verbinding.
Schuilplek dieren
Een takkenwal, ook wel houtwal genoemd, biedt op unieke wijze schuilplaats aan gewenste kleine dieren. Allerlei insecten, spinnen en amfibieën kunnen tussen de takken wegkruipen. Het biedt beschutting tegen prooidieren, maar ook tegen de wind, de kou in de winter en de hitte in de zomer. Is de takkenwal groot genoeg, dan kunnen vogels hem ook uitkiezen als nestplaats.
En deze dieren zijn erg welkom in je tuin. De larven van lieveheersbeestjes eten bijvoorbeeld bladluizen. Spinnen eten die vervelende, prikkende muggen op. Kikkers en padden zijn van grote waarde in het beheersen van het aantal slakken in de tuin. En met een beetje mazzel (en de juiste bereikbaarheid van je tuin) komt er een egel langs, die lust ook graag slakken. Dit is slechts een kleine greep uit de dieren die baat hebben bij een takkenwal.
,,Om de pissebedden tevreden te stellen voeg ik er af en toe een handje dorre bladeren aan toe’’
Wat is een takkenwal?
De naam zegt het eigenlijk al: een takkenwal is een muur gemaakt van takken. Je bouwt als het ware een muurtje door takken op elkaar te stapelen. Om ervoor te zorgen dat de wal niet omvalt of instort kun je hem stutten met verticale takken, paaltjes of eventueel gaas. Gebruik dan wel grootmazig gaas, zodat alle dieren er doorheen kunnen kruipen.
Je wal hoeft niet in één sessie af te zijn. Zelfs een begin van tien takken heeft al een functie. Elk seizoen leg je er weer meer takken op. Ook hoeft de wal geen meters breed te zijn, met een meter langs de schutting voeg je al iets aan je ecosysteem toe. Heb je wel de ruimte om een lange wal aan te leggen? Maak er gebruik van, want een takkenwal kan nooit te lang zijn.
Snoeitakken
Ik gebruik zelf de takken die ik na het snoeien van mijn struiken en boompjes over heb. Ik snoei mijn vlinderstruiken aan het einde van de winter altijd flink terug, daar haal ik elk jaar veel takken uit. Ook als ik in de tuin van een klant gesnoeid heb en diegene wil geen takkenwal, dan neem ik het snoeihout mee naar huis.
Om de pissebedden tevreden te stellen voeg ik er af en toe een handje dorre bladeren aan toe. Ook de stengels van uitgebloeide tulpen en alliums [sierui] gaan er op: solitaire bijen gebruiken de holle stengels om eitjes in te leggen.
Ik gebruik voornamelijk rechte takken, maar je wal moet geen dicht opeengepakte, strakke muur worden. Er gaan dus ook kromme of vertakte takken op. Ik heb drie verticale takken die de wal stutten. Deze takken verbind ik elke tien centimeter met de schutting waar de wal tegenaan staat. Dit omdat er meerdere buurtkatten mijn tuin bezoeken, zij gebruiken de takkenwal soms als opstapje naar de schutting. Het vastbinden van de stuttakken voorkomt dat de wal instort door het geklauter van de al wat oudere poezen.
Vijver
Ik heb mijn takkenwal in een hoek waar altijd schaduw is. Hier heb ik ook een vijver half ingegraven (over mijn vijvers vertel ik een volgende keer meer), omringd met stenen. Tussen de takkenwal en de vijver ligt een oude boomstronk, een Walhalla voor torren. Ik noem deze hoek van mijn tuin niet voor niets liefkozend de Creepy Crawly Corner. In de gaten tussen de wal, stronk en stenen heb ik wat steenbreekvarens geplant, er zullen in de loop der tijd meer soorten varens bij komen. Ernaast heb ik de stam van een dode boom stevig ingegraven. Daar heb ik bovenin wat haakjes geschroefd om een voersilo, vetbolletjes en in het voorjaar nestmateriaal aan te kunnen hangen. Via geraniums loopt de beplanting vervolgens over in de rest van de tuin. Je kunt een takkenwal dus op zichzelf laten staan, maar ook met planten eromheen integreren in de rest van je tuin. Als je wal in de zon komt te liggen, dan is een bijenhotel ernaast of erboven goed op zijn plek.
Sinds ik een takkenwal heb, hoef ik geen snoeihout meer af te voeren of klein te knippen voor mijn compostbak. Ik heb een uniek plekje gecreëerd voor alles wat kruipt en vliegt, wat ik met alleen een bladhoop of een haag niet had kunnen bereiken. Wil je dus je tuin en al het leven erin een plezier doen? Begin dan dit seizoen nog aan jouw eigen takkenwal.