Met het hart in de keel

Herman van Deutekom
re:HAN
Published in
7 min readNov 15, 2017

Wandel- en hardloopchallenge in de Zwitserse Alpen

Alsof je je collega’s op het werk niet vaak genoeg ziet, ga je ook nog eens een lang weekend door de Zwitserse Alpen lopen. Bijna 90 HAN’ers gaan die challenge aan. Lees hieronder het persoonlijke relaas van José Velzeboer.

Tekst: José Velzeboer

Mooi, zwaar en gezellig. Dat zijn de kernwoorden die het vijfde buitenlandse (hard)loopweekend van organisator HANBruist! karakteriseren. Voor deze jubileumeditie van 2 t/m 5 november 2017 reizen 84 deelnemers op donderdagavond in een dubbeldekker af naar hotel Val Sinestra in de Zwitserse Alpen. Vanuit alle faculteiten gaan sportieve collega’s mee, evenals een paar studenten en een enkele oud-medewerker.

Drop en nootjes
Met een paar collega’s van de faculteit Economie & Management klim ik de bus in, voorzien van proviand, nekkussentjes en dekentjes. Op de bovenverdieping duiken we achterin op de stoelen voor de achterbank. Zakken drop en nootjes komen tevoorschijn, en zelfs al de glaasjes voor het wijntje straks. Hè, lekker zo’n schoolreisjesgevoel. Jodelahiiitiiiiiii!
Vooral op de achterbank blijft het lang gezellig, er wordt luidruchtig gedobbeld en om de haverklap in een deuk gelegen, op het melige af, het gelach werkt aanstekelijk.

Geen gesnurk
Terwijl ik nog wat lees op mijn e-reader laat buurman André zijn hoofd rusten en is onmiddellijk vertrokken. Zijn licht zagende ademhaling (gelukkig geen gesnurk) is tot voor in de bus te horen. Ik doe zoals verwacht geen oog dicht en ben blij als we bij ochtendschemering Zwitserland binnenrollen. Met een pendelbus vanuit het plaatsje Scuol leggen we het laatste stuk van de reis af, een smalle kronkelweg die uitkomt bij het schitterend gelegen hotel Val Sinestra. Op 1470 meter hoogte staat het trots uit te kijken over de bergen rondom. Van binnen is het prachtig: overal houten lambriseringen, warme tapijten en visgraatparketvloeren. De serre-achtige eetzaal biedt zo’n verbluffend uitzicht dat de lange reis meteen vergeten is. Hier doen we het voor!

Oefenwandeling
Na ontbijt en inchecken in de kamers kunnen we wat acclimatiseren voordat we ’s middags gaan trainen om te wennen aan de hoogtemeters. Ons wandelaars wordt geleerd hoe met nordic walkingstokken te lopen. Dat is nog niet makkelijk. Op de smalle paadjes en ongelijke ondergrond zitten ze me meer in de weg dan dat ik er profijt van heb. Straks prik ik met die stok uitgerekend in een kuil en kieper ik naar beneden. ‘Gaat het een beetje Joseetje?’, vraagt mijn buddy Karin als ze ziet dat ik wit wegtrek bij een zeer steile afdaling. ‘Niet echt’, piep ik en knijp mijn stokken bijna tot moes. Begeleider Alex van Run2day had ons net al voor dit stukje gewaarschuwd en staat nu ter plekke bijstand en peptalks uit te delen. Mijn hart schiet in m’n keel. Ik prik de stokken paniekerig in de gaten van mijn voorgangers en probeer hun voetplaatsing te imiteren. Ik kom zonder kleerscheuren beneden, dat wel, maar sta te trillen op m’n benen.

José Velzeboer, ver voordat ze staat te trillen op haar benen

Twijfel
Zal ik wel meegaan morgen? Is het wel iets voor mij, die challenge van 23,5 kilometer en duizend hoogtemeters? Ik ben niet de enige die twijfelt maar Alex verzekert ons snel dat een dergelijke afdaling er morgen niet bij zit. Wel zulke steile en moeilijk begaanbare stukjes omhoog maar dat is ‘stukken makkelijker’, volgens hem. Oké als jij het zegt, denk ik en stel ons clubje voor om een borrel te nemen in de bar. Die is zoals een bar in deze contreien moet zijn: vloer, nok en wanden helemaal afgetimmerd met hout. Knus. De wijn, die met gulle hand wordt geschonken, verdrijft al onze muizenissen. Effe lekker lachen en geiten. Na een heerlijke spaghetti en een vies ijstoetje zit ik knikkebollend bij de film met bijbehorend praatje van de Nederlandse eigenaar.

Berggeiten
Zaterdagochtend is het om 6.15 uur opstaan geblazen en huphup wandelkleding aan, muts, sjaal en reserve-uitrusting in de rugzak, even ontbijten en om 7.30 uur strak in de startblokken. It giet oan!! Terwijl ik nog klungel met de polsbandjes waar de stokken ingeklikt moeten, zijn de hardlopers al uit het zicht en klimmen de voorste wandelaars als berggeiten omhoog. Het eerste uur stijgen we alleen maar, achter elkaar lopend over smalle paadjes. We houden gepaste afstand van elkaar want als er één valt… Na een paar minuten hoor ik om me heen al een enorm gehijg en kom tot de ontdekking dat ik het zelf ben.

Een deel van het vrouwenelftal

Vrouwenelftal
Al vrij snel ontstaan er twee groepen: een kopgroep onder begeleiding van Alex en ons vrouwenelftal onder leiding van trainster Alida. Als we kilometers lang vals plat hebben, komt ze naast me lopen voor een privé-lesje nordic walken. Heel handig, want tot dan toe deed ik maar wat. Je gaat het pas zien, als je het doorhebt… Na twee keer wachten op ons houdt de kopgroep het voor gezien en trekken ze hun eigen spoor. We zullen ze pas weer zien bij de lunch op de door de organisatie ingerichte pauzeplek waar alle routes langskomen.

Bikkels
Wij zijn nu met zijn elven plus Alida op onszelf aangewezen. Mijn buddy Karin wordt gepromoveerd tot koploper en spoorzoeker en onmiddellijk door iedereen in die rol geaccepteerd. Linda en Irma hebben het heel zwaar, hun bleke en kletsnat bezwete gezichtjes doen het ergste vrezen: straks kunnen ze niet verder, en wat dan? Uiteindelijk brengen ze het er goed vanaf, de bikkels.

Plassen
Ondertussen is het landschap bloedmooi, elke keer dat het lukt om even om je heen te kijken, want de bodem vraagt veel aandacht. We voelen ons het ene moment Heidi, dan weer Maria uit de Sound of Music. Als Alida vertelt dat er op de lunchplek geen plasgelegenheid is, ontstaat er wat paniek. Iedereen had wel ergens een berghutje verwacht waar je in zou kunnen of je achter zou kunnen verschansen! Marion zegt meteen dat ze het dan de hele dag wel zal ophouden. No way dat ze kan plassen in de vrije natuur. Cilia, Irma en ik zoeken toch nu alvast maar een boom op. Op de pauzeplek straks is het natuurlijk hartstikke druk. Op je hurken zitten met verzuurde bovenbeenspieren is een drama en als die plas dan van de zenuwen en de kou niet komt, dan… ja dan ga je ‘kut’ en ‘verdomme’ roepen. Althans ik wel. Pfff wat een gedoe.

Botbreuken
De lunchpauze is heerlijk. Een fijne plek met bankjes en een uitzicht om over naar huis te schrijven. Soep, dikke boterhammen met Nutella en tevreden zijn dat je zover gekomen bent. Helaas geldt dat niet voor iedereen: hardloper Theo de Wit is gevallen bij het oversteken van een watertje en is met verschillende botbreuken naar het ziekenhuis gebracht.

Te veel gedaald

Na de lunch loopt het stukken makkelijker, we dalen veel af en worden getrakteerd op het ene mooie vergezicht na het andere. Dat we flink te veel zijn afgedaald, merkt Alida pas als we tegen vieren in het dorpje Ramosch belanden. Van daar is het nog zeker 5 kilometer naar Val Sinestra (volgens Google Maps zelfs 10…). En het wordt binnen een uur donker! Alida vindt opgeven eigenlijk geen optie maar wij willen nog maar één ding: linea recta naar het hotel voor een warm onthaal. We gaan op een bankje zitten en zijn niet van plan nog overeind te komen. Alida geeft zich gewonnen en zorgt ervoor dat we worden opgehaald. Alleen de laatste paar honderd meter klimmen we zelf nog omhoog. Hèhè, het bezemgroepje is binnen. Applaus, limoncello en gepofte kastanjes vallen ons ten deel. ’s Avonds op het feest met dj is de dansvloer goed gevuld, alsof die challenge eerder vandaag niet gelopen is.

Terugreis
Tja, en dan wil je de volgende dag eigenlijk gewoon thuis zijn… maar er staat nog een busreis van twaalf uur op het programma. We vertrekken om negen uur en de verwachting is rond half tien in Arnhem de parkeerplaats op te kunnen rollen. Dat pakt helaas effe anders uit. Door een loszittend wiel en het wachten op vervangend vervoer steek ik om 03.00 uur de sleutel in mijn voordeur. Maar dat mag de pret niet drukken. Dit lange weekendje Zwitserland is er een om nog heel lang van na te genieten.

Meer foto’s vind je hier:

--

--