Sitemap
Happyplaces Stories

A library of perspectives from the Happyplaces Project, a playful research project to better understand all dimensions of space.

Als er geen ruimte meer lijkt

Happyplaces Stories

4 min readSep 21, 2025

--

Press enter or click to view image in full size

Soms word je even helemaal op pauze gezet. Zoals net. Al een paar maanden werk ik als kwartier- en ruimtemaker van een voormalig ziekenhuis. Vandaag was ik, ter voorbereiding op een event morgen, bezig met het plaatsen van driehoeksborden op het terrein om het geheel wat aan te kleden voor de genodigden die met zo’n honderd auto’s zullen komen parkeren. Datzelfde terrein is ook de voortuin van de ongeveer zeshonderd Oekraïners die er wonen, in een deel van het oude ziekenhuis.

Terwijl ik aan het worstelen was om de bedrukte stukken kanaalplaat in de gleuven van de driehoeksborden te frutten, merkte ik dat ik bekeken werd. Op een kleine afstand volgde een man, iets jonger dan ik, aandachtig mijn bezigheden. Hij vroeg wat ik aan het doen was, met een duidelijk Oost-Europees accent, hier en daar een woord overslaand. Ik legde hem uit wat ik deed en waarom: dat er morgen een groot aantal gasten met de auto op het terrein komen parkeren vanwege een pilot met een drone die medicijnen gaat pendelen van ziekenhuis naar ziekenhuis, en dat wij daarvoor het terrein beschikbaar hebben gesteld.

Hij knikte.

‘Ik ben wel bekend met drones,’ zei hij. ‘Ik kom uit Oekraïne. Ik woonde met mijn familie twintig kilometer van de Russische grens. Het enige wat daar overkwam, waren gevechtsvliegtuigen, raketten en heel veel drones. Heel veel drones. Een gevaarlijk gebied. Heel gevaarlijk. Daarom zijn we nu hier.’

We raakten verder aan de praat. Ik vroeg hem of hij ooit nog terug zou kunnen.

‘Uitgesloten,’ zei hij. ‘Het gebied waar we woonden ligt zo dicht bij de grens, dat is uitgesloten. Misschien wordt het straks wel Rusland. Daar lijkt het nu op.

We wonen inmiddels al drie jaar hier, in een kamer van het voormalige ziekenhuis. Mijn gezin deelt er één kamer. Daarin staan vier bedden, twee kasten en een stoel. Daar moeten we alles doen: koken, eten, slapen, studeren — alles. Voor een tijdje is dat prima, maar drie jaar… dat is echt wel heel lang. Daar betalen we ook gewoon huur voor.

Ik heb een zoon van dertien, die gaat hier naar de middelbare school. En ik heb een dochter van achttien. Zij studeert sinds kort in Zwolle en pendelt dagelijks heen en weer. De ene keer met de trein, de andere keer met de bus. Dat kost ongeveer honderd euro per week, weet je. Ze heeft namelijk geen recht op studiefinanciering of een OV-kaart, vanwege de richtlijn Tijdelijke bescherming Oekraïne. Dat hakt er enorm in, weet je.’

‘Heb je hier ook werk?’ wilde ik weten.

‘Ik doe kwaliteitscontrole bij een bedrijf dat vloerbedekking maakt — tapijten voor kantoren, huizen en dergelijke. En kunstgras.’

‘Deed je iets vergelijkbaars in Oekraïne?’

‘Nee. Ik ben advocaat. Ik had een goed leven. Mijn vrouw en kinderen ook. Hier is het helemaal anders. Mijn vrouw werkt niet en ik ook niet, want ik ben ziek.’

‘Mag ik vragen wat je hebt?’

‘Kanker. Een paar jaar geleden had ik het al en was ik ervan genezen. Maar het is teruggekomen. Ik heb lymfeklierkanker en het is uitgezaaid. Niet best. Daarom moest ik even naar buiten; het werd me te veel op de kamer. Mijn dochter moet studeren, mijn zoon moet zijn schoolwerk doen en ik moet rusten, maar dat gaat niet samen. Dus ben ik even gaan lopen. Morgen heb ik een afspraak in het ziekenhuis; dan bespreken we mijn behandelplan. Dan hoor ik of ik geopereerd wordt of dat er andere behandelingen komen. Ik ben radeloos, weet je. Ik weet het niet meer. Ik kan niet terug; daar is niets meer. Ik ben eenenveertig, maar mijn toekomst ziet er niet goed uit. Financieel is het heel, heel zwaar. Ik krijg deels een uitkering, maar met de huur, de reiskosten, de studiekosten van mijn dochter en alles erbij — ik weet het niet meer. Mijn kinderen zijn met de toekomst bezig. Die zijn inmiddels gewend hier. Maar voor mijn vrouw en ik weet ik het niet. Veel hangt ook van morgen af. Het komt goed. Het komt goed.’

Ik wist het ook even niet meer. Ik luisterde in stilte.

‘In Oekraïne was het goed. Daar kon ik makkelijk jaarlijks een scan laten maken voor controle. Of vaak mijn bloed laten checken. Dat is hier een stuk ingewikkelder. Vooral het laten maken van een scan. Dat is belangrijk voor mij om te doen, want ik heb in Chernobyl gewoond. En zoals je misschien wel weet, is daar in 1986 is helemaal misgegaan met een kerncentrale. Daardoor is in dat gebied nog heel veel straling. Mijn eerdere ziekte, en die nu, hebben daarmee misschien te maken. Om die reden werden we in Oekraïne heel regelmatig gecontroleerd. Heb jij kinderen?’

‘Zeker. Een dochter van achttien en een zoon van zestien. Mijn zoon gaat naar dezelfde middelbare school en mijn dochter studeert ook in Zwolle. Ik ben Marcel, trouwens.’

‘Ik ben Victor.’

Of ik ook van vissen houd. ‘Nee,’ vertelde ik hem. ‘Mijn vader wel, maar hij leeft niet meer. Hij overleed hier trouwens, in dit ziekenhuis. Bij dat raam daar, rechts naast die kolom.’

Hij vertelde nog een heleboel meer. Over het wonen hier. Hoe het was daar. Over zijn angsten. Zijn dromen. Zijn ambities, mocht het behandelplan zijn werk gaan doen. Ik gaf hem een hand. En toen een knuffel en die duurde net wat langer dan lang. We ruilden nummers uit en spraken af dat hij morgen, als hij meer weet van zijn ziekenhuisbezoek van zich laat horen. Hopelijk blijkt er dan weer wat ruimte.

--

--

Happyplaces Stories
Happyplaces Stories

Published in Happyplaces Stories

A library of perspectives from the Happyplaces Project, a playful research project to better understand all dimensions of space.

Marcel Kampman
Marcel Kampman

Written by Marcel Kampman

Creates space and matter, and places that matter, in the universe of infinite possibility. Founder of Happykamping & Happyplaces Project, author, sense maker.

No responses yet