Hoe Alrik Koudenburg ruimte maakt door het universum magie toe te laten voegen

Happyplaces stories (video)

Marcel Kampman
Happyplaces Stories
15 min readOct 17, 2020

--

We werkten bij elkaar, werkten samen aan projecten, aten samen pannenkoeken maar eigenlijk spraken we elkaar nog nooit op deze manier. Nou was mijn verzoek misschien ook wat typisch, ik had Alrik gevraagd een cursus Alrik te geven. Niet zonder reden, want hij werkt inmiddels al weer even in Nederland na een avontuur van vier jaar in de Verenigde Staten. Een mogelijkheid om creative director te worden bij een bureau in San Francisco bracht hem en zijn gezin daarheen. Dat liep allemaal wat anders als bedoeld, maar werd een mooi avontuur voor hen alledrie. Daar was ik nieuwsgierig naar. Die ervaring. En die ervaringen. Leren wat erbij komt kijken om te werken met opdrachtgevers waarvan je vaak alleen in het nieuws leest, of de services van gebruikt. Wat het betekent in een andere cultuur te landen als Nederlander en wat dat dan waard is, hoe dat dan werkt. Wat dan gewenst is of juist niet. Wat je daarvan kunt leren voor hier. Hoe en of je perspectief dan verandert. Wat het betekende voor zijn vrouw en dochter en daarmee ook weer voor hem. En zo meer. Ervaringen die ik niet heb gehad, wel eens over heb nagedacht maar nooit heb opgevolgd. Wegens andere keuzes die ook goed zijn. Dus vandaar de cursus. Ik heb inmiddels wel geleerd van Happyplaces dat met een vraag een gesprek in gaan helpt met het vormgeven van de focus van dat moment. Want omdat we elkaar al lang kennen en ik ook makkelijk een eind volklets, leek me dat een goed recept. Als hij dan toch ging delen, konden we dat net zo goed opnemen.

Ik vond hem op de eerste verdieping van hotel Jakarta, een vrij nieuw hotel op het Java-eiland, een plek met een turbulente en avontuurlijke geschiedenis. Gebouwd aan het einde van de 19e eeuw als golfbreker voor de oostelijke handelskade, is het een van de bekendste namen in de Nederlandse maritieme geschiedenis geworden. Het was ooit de thuisbasis van de Nederlandse Steamship Company, ook bekend als SMN (Stoomvaart Maatschappij Nederland). Grote oceaanstomers vertrokken daar vandaan met een lijndienst naar Nederlands-Indië en vervoerden post, goederen en passagiers. Water en groen gaan er hand in hand. Vanuit het park ‘Bogortuin’ aan de oostelijke punt ontvouwen zich vijf binnentuinen over Java Eiland. Ze dragen elk een naam die verwijst naar de Indonesische bestemming van het SMN: het eiland Java. De laatste binnentuin is het prachtige groene centrum van het hotel. Middenin die tuin, op de eerste verdieping vond ik hem verscholen tussen de palmen en de bananenbomen.

Het was heerlijk en radicaal open. We deelden zonder voorbehoud meningen, inzichten, feedback, verhalen. Een soort van opnieuw voorstellen. Soort van wat je ook heb misschien met mensen die opnieuw trouwen, die hun geloften hernieuwen. De stand waar we beiden eigenlijk altijd in stonden was die van projecten en mogelijkheden, altijd overal een aanleiding in zien en er op acteren. Nu, beiden een eindje ouder en een boel meer meegemaakt, wijzer en grijzer. We deelden waar we allebei staan, wat ons bezig houdt, energie geeft, belemmert, waar we ons over verwonderen. Zonder haast, zonder project, zonder direct plan. Fijn. Dat dus meer en vaker doen. Het universum weer openzetten, zodat er van alles kan gebeuren. Hoe hij dat afgelopen jaren heeft gedaan, deelde hij voor een deel ook nog eens op camera.

Ruimte zijn

De vraag, hoe maak je ruimte, vind ik een hele leuke. Ruimte waaraan is dan direct de vraag die ik mezelf stel, omdat ik ook professioneel met het vak van ruimte maken bezig ben. Voor mij is het geven van ruimte vooral het leven de kans geven om mij mee te nemen. Waarin ik altijd denk hoe ik niet in de weg kan staan van het universum die haar magie toevoegt aan mijn leven. Ik merk ook, toen ik jonger was, dat ik het op een bepaalde manier een kant op wilde drukken. Ja okee, dan heb je iets voor elkaar gebokst, maar dat maakt het niet per se interessanter. Ik vind het veel interessanter om de ruimte te creëren waarin iets kan ontstaan. Om de ruimte te zijn voor anderen. Om aan hen een bijdrage te leveren. Dat is eigenlijk, als je me de vraag stelt hoe ik ruimte geef, dat ik dat vooral doe door de ruimte te zijn. Door te zorgen dat de omstandigheden goed zijn waarin iets kan ontstaan. Zowel privé als zakelijk. Hoe we met elkaar samenwerken. Door vooral vragen te stellen en te luisteren. Als ik kijk naar mijn eigen blueprint — dat ga je op een gegeven moment doen in je leven, dat je gaat kijken wat wel en niet werkt en waar je een bepaald aangepast gedrag hebt wat in de weg zit op den duur, waar kan ik die conditionering oplossen waardoor je meer in je eigen flow komt — dan zie je ook dat de meest interessante gesprekken de gesprekken zijn die niet over mij gaan. De meest interessante projecten zijn projecten waar heel veel goede dingen samenkomen. Daar de ruimte voor zijn, is wat er bij mij opkomt als je mij die vraag stelt.

Voor mij is het geven van ruimte vooral het leven de kans geven om mij mee te nemen. Waarin ik altijd denk hoe ik niet in de weg kan staan van het universum die haar magie toevoegt aan mijn leven.

Samenruimte

Open vragen stellen. Niet vragen die al gekleurd zijn, die richting geven. Dat is al richting geven, dat is politiek of hoe je het wilt noemen. Het luisteren, de aandacht, het present zijn is denk ik het grootste goed in wat ik doe om tot goede, bijzondere oplossingen te komen, in mijn geval in het creatieve vak. Maar ook in relatie met andere mensen. Mét anderen, dat is iets dat in de loop van de tijd zo is gegroeid. Waar ik vroeger veel meer dingen alleen deed. Dat ook goed deed. Dat mensen ook zeiden: ‘Wow, wat kan jij veel voor elkaar boksen, veroorzaken.’ Maar dat was altijd wel heel erg ploeteren door de materie heen. Waar ik zie, als ik het wat loslaat, veel meer kijk wat iedereen te brengen heeft en hoe we dat samenbrengen, hoe we dat verbinden, dat ik dat wel het allerleukste vind.

Op het persoonlijke vlak zijn we nu aan het kijken of we aan iets van co-living kunnen doen. We hebben net vier jaar in het buitenland gewoond, wat superleuk was. Dan kom je terug in Nederland, terug in Amsterdam, dan zie je dat iedereen toch wel weer in zijn eigen huisje zit. In zijn eigen werk, in zijn dagelijkse beslommeringen. Maar dat samenzijn is eigenlijk wat het allerleukste is. Waarom dat één keer in de zoveel tijd doen, met elkaar eten of iets leuks ondernemen, fijn naar buiten de natuur in, waarom doen we dat niet vaker? Dat zijn we nu aan het onderzoeken met mijn gezin. Daar heb ik wel heel veel zin in. Hoe ziet dat er dan uit? Kopen we een stuk land met elkaar en hoe gaan we dat dan doen? En ook weer: het laten ontstaan. Want als je dat dan samen doet, dat is heel spannend, dan kan het ook mis gaan. De kunst is om daar niet van uit te gaan. Om te kijken wat we wel willen, wat de zorgen zijn en kunnen we die onderbouwen? Wat vinden we leuk om met elkaar te doen? Het zit in in vrijheid met elkaar verbonden zijn. Aan de ene kant zou je een plek willen creëren waar je lekker een fikkie kunt stoken en gitaar kunt spelen, waar de kinderen vrij kunnen rondlopen, er dieren zijn, waar niet alles begrensd is. Aan de andere kant, gaat het ook over een manier hoe je met elkaar omgaat, elkaar de ruimte geeft. Niets is consistent, alles verandert constant in een beweging, in een flow. Dat moet je niet opeens moeten indammen en zeggen: ‘We gaan altijd samen eten en we gaan altijd dingen samen doen.’

Ik ben wel aan het kijken wat het zou kunnen zijn. Een soort Ruigoord wat hier iets verderop is, of de Lievelinge (een prachtige groene oase ver weg, in het midden van nergens, en eigenlijk overal vlakbij)? Kunnen we events doen? Ik bouw veel interieurs. Een bouwer hier iets verderop nodigde me uit voor festivalletje dat zo creatief was, zo zelfgemaakt, kunnen we dat ook doen? Kunnen we ook een eigen voedselbos en eten maken? Daarover zijn we nu met een groepje aan het brainstormen. Hoe we dat willen, welke vorm van leiding en beslissingsstructuur we wensen. Ook dan zie je binnen een groep dat er allemaal fantastische rollen opstaan, met mensen die goed zijn in bepaalde dingen. Waar een ander misschien ook beter in is. Dat vind ik wel heel leuk. Dat is hoe ik samenwerk op privé vlak, hoe we samen willen wonen, samen willen werken. Dat geldt ook voor de projecten die ik doe.

In projecten ben ik altijd aan het kijken waarin nou de schoonheid zit en waar de uitdaging. Die ruimte zijn in een gesprek met opdrachtgevers is in het begin wel spannend en anders dan ze gewend zijn. De traditionele rollen verschuiven dan. Je nodigt mensen uit om te delen waar ze tegenaan lopen. Waar droom je van? Wat zou je graag willen? Ongeacht wat daar de uitingsvorm van is. Hoe dat soort projecten of initiatieven een creatieve oplossingen of vorm krijgen, dat kan soms ruimtelijk zijn, dat kan een event zijn, dat kan van alles zijn. Het gaat altijd over wat je stopt en waar je blij van wordt en, wat is er voor nodig? Dat creatief oplossen, verbeelden en het samenbrengen van al die puzzelstukken is wel wat ik het allerleukste vind.

Ik ben een soort van professionele Tetris-speler en zie steeds duidelijker dat ik niet alle antwoorden heb. Dat ik het niet hoef te brengen. Maar dat ik vooral moet verzamelen. Dan heb ik op een gegeven moment wel dat aha moment, dat ik zie wat het pad is. De Japanners noemen dat het satori moment. Dat is het moment dat je de ingeving hebt, dat is een soort kennis dat voorbij het weten gaat. Dat je meer ziet, dat je weet waar iets naartoe kan. Dan kan ik mensen ook wel enthousiasmeren en daarin meenemen. Maar dat kan ik alleen vanuit het helemaal doorleven van een onderwerp, van een initiatief, van een project. Door dat samen te doen, door dat samen te ervaren, alleen dan komen die antwoorden waarbij ik die ander ook kan begeleiden om een project ook daadwerkelijk te realiseren.

Ik heb voor mijzelf geleerd om te kijken hoe de omgeving waarmee ik ben klopt met wie ik ben. Die moet resoneren met wie ik ben. Dat is belangrijker dan ik eerder dacht. Ik red me overal wel. Maar hoe selectiever ik ben in de mensen met wie ik omga, de klanten met wie ik omga, de projecten die ik doe: als ze er niet toe doen, dan ga ik niet echt aan.

Ruimte die aanzet

Ik vind de vraag verrassend filosofisch. Hoe geef je ruimte? Ik denk dat we dat vooral doen wanneer we niet teveel invullen. Willem de Ridder is een Nederlandse filosoof, zo zie ik hem, die zegt: ‘Het gaat om de kunst van het er niet om doen.’ Want doe je moeite, dan krijg je moeite. Ik denk dat wanneer we alle ‘moeten’ uit we weg krijgen, dat we dan langzaam tot de essentie komen van wat we willen doen. Dan moet je wel zorgen dat je ook aanwezig bent en present. Dat je goed kunt zijn met wat er op dat moment ontstaat. Daarin heb ik wel voor mijzelf geleerd om te kijken hoe de omgeving waarmee ik ben klopt met wie ik ben. Die moet resoneren met wie ik ben. Dat is belangrijker dan ik eerder dacht. Ik red me overal wel. Maar hoe selectiever ik ben in de mensen met wie ik omga, de klanten met wie ik omga, de projecten die ik doe: als ze er niet toe doen, dan ga ik niet echt aan.

Ik merk ook dat de balans vinden voor jezelf tussen het mentale, emotionele, fysieke en spirituele, toch wel heel belangrijk is. Wat weten we? Wat horen we? Voor mij is het goed, dat net als bij wat je eet belangrijk is, dat je ook zo omgaat met je geest, dat je die niet teveel belast. Dat je niet, als er een spoor van cynisme of gelatenheid is, daarmee aan de slag gaat. Dat vertroebelt allemaal je zicht in wat er moet gebeuren. In de stappen die je gaat ondernemen. Dat is voor mij in het verzamelen van alle content en de juiste content, de juiste weg vinden het belangrijkste. Dat ik goed begrijp wat er op dat moment speelt. Dat er een context is. Soms moet er een context gecreëerd worden, of moet de vraag verhelderd worden.

Dat levert altijd een heleboel leuke gesprekken op met opdrachtgevers. Zeker als je op een bepaald niveau met ze werkt. Dan moeten ze er altijd wel even in komen. Omdat het hele grote vragen zijn. Wat moet dit dan doen? Waar zijn we op uit? Dat vind ik wel heel leuk. Ik heb opdrachtgevers van heel grote multinationals die dan zeggen: ‘Mijn god, zit ik bij de psychiater? Ga je me druiven voeren? Wat zijn dit voor gesprekken? Hier is mijn marketing directeur die je kan vertellen waar we goed in zijn en waar we staan.’ Maar echt de intrinsieke waarden vinden en bekijken wat er nodig is, en vooral wat er ontbreekt is belangrijk. In het creatieve vak waarin ik werk, waarin je ook weer iets moet manifesteren in iets concreets, dan ben je eigenlijk een probleemoplosser. Dus dan moet je het probleem in kaart brengen en zeker ook de mogelijkheden. Daarna is de vindingrijkheid heel belangrijk. Als ik weet wat er moet gebeuren, wat de context is en wat de uitdagingen zijn, dan ga ik op zoek naar de juiste mensen. Ik geef ook daar weer de ruimte aan alle mensen die ik erbij betrek, aan die gelegenheidsformaties die je dan per project samenstelt. Om te zorgen dat die hun ding kunnen doen.

Bij mij lopen werk en privé zo lekker in elkaar over. Projecten die ik aanga zijn, zeker als het wat complexere vraagstukken zijn, projecten die zo maar drie tot zes maanden lopen. Soms wel een jaar, anderhalf jaar. Daar ben ik net zo selectief in en besteed ik net zoveel tijd aan om daarin een relatie te bouwen met elkaar. Dat de mensen op het juiste moment aanschuiven. Dat we intern ook zorgen dat het klopt wie er aan tafel zit. Ik doorleef die projecten met klanten om tot echt bijzonder werk te komen. Er is al heel veel goed in de wereld. Als je iets bijzonders wilt maken zul je ook vaak uit je eigen comfort moeten stappen en zeggen: ‘Als ik iets anders wil , dan moet ik ook comfortabel zijn met het niet comfortabel zijn.’ Dat is ook iets waar je je klant in mee moet nemen. Vaak is het: ‘Ik wil iets nieuws,’ of ‘ik weet niet hoe ik iets op moet lossen.’ Hij weet dat dat je terug komt met iets wat nieuw is, waar hij misschien geen referenties mee heeft. Waar je misschien ongemakkelijk van wordt. Dat proces, om een team, een klant maar ook jezelf in mee te nemen, en om daarin te hangen en te zeggen ‘dit is spannend, we weten het niet maar we komen er wel uit met elkaar,’ dat is heel leuk.

Daar zit ook een stukje educatie bij. ‘Je vraagt mij als expert, als externe iets op te lossen. Dit is hoe ik te werk ga. Zo kom ik tot bepaalde oplossingen met het team. Weet wat we doen en waarom we het doen, zodat je het ook aan het einde kunt beoordelen als iets dat klopt, waar alles inzit.’ Dan helpt ego niet. Dan helpt het niet als je overal bombastisch naar binnen rent en zegt: ‘Zo moet het!’ Ik heb wel in die rollen gezeten. Ik heb net vier jaar in het buitenland gezeten waar ik een architectuurbureau heb geleid als creatief directeur. Daar werd mij gevraagd dat binnen tien minuten ‘I had to own the room’, moest ik het sturen, richting geven aan een project. Waarop ik al heel gauw zei binnen dat bureau: ‘Zo werkt dat niet. Laten we eens om de tafel gaan zitten met de mensen die het meest van een project weten om te kijken waar de uitdagingen zitten. Laten we dan een soort sparringspartner zijn op het executive niveau.’ In mijn rol aan de kant van het bureau, maar ook in de relatie met de klant zei ik vaak: ‘Laten we iets naar achter gaan zitten en kijken wat er gebeurt, wat er ontbreekt waarvan wij denken dat er nog bij moet komen.’ In plaats van dat ik, in mijn rol een heel duidelijke sturing moest geven. Dat is ook niet hoe ik werk. Ik geloof er ook niet in. Dat is ook niet mijn persoonlijkheid. Ik heb die wijsheid niet. Voor mij zit dat veel meer in het verzamelen van de wijsheid en in gesprek met anderen de weg vinden. Dat is op uitnodiging. Als ik verzamel, als de vraag komt: ‘Wat moet het dan worden?’ Dan heb ik het antwoord, maar niet vooraf.

Perspectiefveranderingen zijn voor mij essentieel. Steeds op een andere manier naar iets kunnen kijken, als een soort van professionele amateur aan tafel kunnen aanschuiven bij iets nieuws, daar word ik heel erg door gevoed en door getriggerd.

Vertrouwensruimte

Wat bovenal zit in van ‘de ruimte zijn’, is het vertrouwen hebben. Ik heb een grenzeloos optimisme. De mogelijkheden zien. Ook als het slecht gaat, heb ik meestal zoiets van: ‘Hier kunnen we ook weer iets van leren.’ Gelukkig ben ik ermee gezegend, dat zelfs als iets tegenzit, ik het positieve zie. Dat zit er bij mij heel erg in. Het idee dat het leven je ondersteunt. Daar dat vertrouwen in hebben, dat geeft heel veel ruimte. Dat geeft ruimte om ook plezier te maken. Fun is fundamental. Plezier is voor mij heel belangrijk. Als ik heel hard aan iets werk, moet er ook iets anders zijn. Moet ik ook op reis kunnen gaan, de natuur in. Die perspectiefveranderingen zijn voor mij essentieel. Steeds op een andere manier naar iets kunnen kijken, als een soort van professionele amateur aan tafel kunnen aanschuiven bij iets nieuws, daar word ik heel erg door gevoed en door getriggerd. Vandaar dat ik ook op vijf, zes plekken in de wereld heb gewoond en gewerkt omdat je dan echt onderdeel bent van een ander ecosysteem. Zodat je ook ziet waar je zelf voor staat en de ander. Hoe bijzonder het is dat je elkaar kunt aanvullen.

Zaken van een andere kant kunnen bekijken is ook een soort van spier die je moet blijven trainen. Zodra iets goed is en je gaat het behouden, is het eigenlijk ten dode opgeschreven. Dat willen veranderen, dat op zoek gaan, dat samen doen is voor mij essentieel. Dat doen op een leuke manier. Wees vriendelijk met elkaar. Los het samen op. Ga kijken wie de juiste persoon voor iets is. Dat ben ik ook heel vaak niet. Het moet klikken, er moet verbinding zijn. Zolang we maar niet op de automatische piloot zitten. Dat is voor mij het allerbelangrijkste. Dat we niet dingen doen zoals het hoort, maar dat we op zoek gaan naar de juiste wijze. Dan komen de momenten waar je de ingevingen hebt. De serendipiteitsmomenten, doordat je met de juiste mensen onder de juiste condities om tafel zit, binnen het juiste framework en context. Zo creëer je de maximale mogelijkheden tot nieuwe ingevingen. Die ‘douche momenten’ waarin je ineens denkt: ‘Ah, dit moeten we gaan doen met elkaar.’ Dat kunnen benoemen, dat kunnen visualiseren is denk ik een grote kracht van wat ik doe. Het is altijd die eerste stap; zodra je weet wat het moet worden dan kunnen we allemaal los. Dan vind je de juiste mensen.

Dat beginstukje, stap één in dat realisatieproces, als dat zou bestaan uit 30 stappen, dan vind ik stap één tot en met vijf het interessantst. Soms doe ik een project in zijn geheel, om het helemaal te doorleven, te leren en te zien waar we tegenaan lopen. Anders wordt het ook zo wollig, abstract en conceptueel. Dat helemaal doen vind ik heel belangrijk, maar ik denk dat ik voor dat beginstuk de meeste toegevoegde waarde heb. Door mijn aandacht, in het moment, ook de aandacht die ik aan een ander geef. Het luisteren, het naar boeven halen van wat van waarde is, en weghalen wat niet van waarde is. Dat alles heeft een ritme dat heilig is. Dat moet je aanvoelen, wat het juiste moment is. Het sequencen. Het doen en ook weer netjes afronden. Het bedanken van de mensen die bij hebben gedragen, dat ook herkennen en heel goed doen, dat iedereen ook gezien is. In dat sequencen zit altijd een begin en een einde. Het is heel belangrijk om dat elke keer heel goed te doen en niet elke keer door elkaar te laten lopen.

--

--

Marcel Kampman
Happyplaces Stories

Creates space and matter, and places that matter, in the universe of infinite possibility. Founder of Happykamping & Happyplaces Project, author, sense maker.