Hoe Bruno van den Elshout ruimte maakt door wezenlijke ontmoetingen
Happyplaces stories (video)
Ik volg Bruno al een tijd. Ik herkende me in een aantal van zijn projecten; de thematiek, de aanpak soms, de intentie. Allebei houden we van ontmoetingen, ook al geven we die anders vorm. Volgens mij kwam ik hem op het spoor via Ritzo ten Cate, maar dat weet ik niet meer zeker.
We spraken af bij de oranje dobbelsteen op de paal met nummer 12 erop, de opgang naar het strand direct naast de parkeerplaats. Natuurlijk aan zee. Natuurlijk, want Bruno doet veel met de zee en de zee met hem. Hij vindt er rust, ruimte en onverdeelde aandacht voor wezenlijke ontmoetingen. Het Zuiderstrand staat onder Hagenaars het ook wel bekend als het stille strand. Het is het rustige — ‘geheime’ — alternatief tussen Scheveningen en Kijkduin, direct achter de duinen, voor iedereen die van strand en zee houdt. Je ziet hier dan ook vooral inwoners van Den Haag — naast enkele toeristen die deze plek soms ook weten te vinden. Bruno stond naast de paal, ik parkeerde pole position op de stille parkeerplaats.
Bruno is in 1979 geboren in Den Haag en heeft er, op drie jaar na, zijn hele leven gewoond. Sinds 2009 woont hij in de Bomenbuurt, samen met zijn vriendin Sanne en inmiddels drie kinderen: Lasse, Elin en Marinthe. Hij studeerde ooit International Business, maar volgde uiteindelijk zijn hart om als autonoom kunstenaar te gaan werken, waarbij de wens om uit te nodigen tot ontmoetingen tussen mensen, ideeën en werelden het leidend motief is. Wat hij doet met de bedoeling om nieuwe, constructieve en duurzame manieren van samenwonen, -werken en -leven al onderzoekend in de praktijk te brengen.
We maakten kennis terwijl Bruno me meenam richting het Groene havenlicht op het Zuidelijk Havenhoofd, langs het strand naar exacte dezelfde plek waar hij de portretfoto’s maakte van Whatever the weather, een van zijn projecten. Ik zette hem daar op de foto en we zochten daarna een plekje uit de wind. We spraken over zijn dienende dagelijkse routines zoals zijn maandagelijkse wandelingen, over inclusiviteit, diversiteit en (mede-)menselijkheid, omringd door blokken beton, het ruisen van de zee en het gejoel van spelende kinderen.
Rustruimte
Ik maak in elk geval ruimte door elke week met een strandwandeling te beginnen. Een nieuwe maandag noem ik dat. Ik nodig mensen uit om mee te komen wandelen. We vertrekken om 09.00 uur bij mijn voordeur in Den Haag in de Bomenbuurt. Dan wandelen we naar het strand, over het strand, terug de stad Den Haag in voor een kopje koffie. Dan begint de week in elk geval met ruimte.
Ik merk dat ruimte, wat daar ook voor nodig is zich niet zo gemakkelijk laat vormgeven. Zeker niet van tevoren.
Wat ik merk is dat als mensen bij elkaar komen, georganiseerd of niet georganiseerd, er vaak heel veel aandacht is voor het programma en de activiteit. ‘Wat gaan we doen? Wat willen we leren? Wat willen we bereiken?’ Ik merk dat ruimte, wat daar ook voor nodig is, zich niet zo gemakkelijk laat vormgeven. Zeker niet van tevoren. Als het bijvoorbeeld een zakelijk event is, dan is er vaak een programma dat begint om 09.00 uur en dat duurt tot 17.00 uur. Daar zit een pauze in. De pauze is dan de rust. Maar dat is dan vooral de niet-activiteit. Dat is niet waar de inhoud het beste mee geholpen is of het beste door landt.
Horizonruimte
Ik maak graag ruimte door aan zee te zijn. Met het wijdse uitzicht op de horizon. Ik zie aan de horizon de hemel en de aarde bij elkaar komen. Als die twee bij elkaar kunnen komen, dan kan alles. Elke keer dat ik naar de horizon kijk, dan herinnert de horizon mij eraan dat alles kan. Dan brengt de horizon mij ook bij de vraag die voor mij op dat moment de juiste vraag is. Ik kan me over honderd dingen druk maken, over van alles en nog wat. Vaak is een onderdeel daarvan dat het zoveel is, dat ik niet weet waar ik moet beginnen. Even wat tijd doorbrengen aan de horizon zorgt er dan wel voor dat die ene juiste vraag, de vraag die als eerste belangrijk is, dat die rustig aan boven komt drijven. Dan komt de rest er achteraan.
Ik zie aan de horizon de hemel en de aarde bij elkaar komen. Als die twee bij elkaar kunnen komen, dan kan alles.
Ik nodig ook graag mensen uit om meer ruimte te ervaren. Elke week op maandag, maar ook met de projecten die ik onderneem. Rust is daar een heel belangrijke randvoorwaarde. Rust, ruimte en onverdeelde aandacht. Met die ingrediënten kan van alles ontstaan. Wat ik gemerkt heb de afgelopen jaren, is dat ik daar dan het liefst ontmoeting uit wil laten ontstaan. Wezenlijke ontmoeting. Ontmoeting die verder gaat dan alleen maar het toevallige passeren. Een ontmoeting, de naam zegt het al, die ‘wezenlijk’ is, van wezen tot wezen. Een ontmoeting die tot in je wezen doorwerkt. Dat vraagt in elk geval om rust en geeft ook rust.
Groter geheel
Ik denk dat het je veel rust geeft om je, me, onderdeel te voelen van een groter geheel. Dat is één van de belevenissen van het werk dat ik maak. Dan is het nu een goed moment om te vertellen over het werk dat ik maak. Ik heb de afgelopen jaren drie grote projecten gedaan. Ook wel verschillende kleine, maar over de grote is het makkelijker te vertellen.
In 2007 en 2008 heb ik een jaar door alle lidstaten van de Europese Unie gereisd om 2.700 jongeren te interviewen over hun dagelijks leven. Daar heb ik een boekje over gemaakt en een tentoonstellinkje met de titel Us Europeans. Dat leek me voor toen het hoogst haalbare. In 2021 heb ik een jaar lang iedere dag de Noordzee horizon gefotografeerd. Dat project heet New Horizons. Daar heb ik ook een boek van gemaakt, maar dat is bepaald geen ‘boekje’. De tentoonstelling ook geen ‘tentoonstellinkje’. Het was mooi om met dat project wél met mijn voet op de grond te stampen en te zeggen: ‘Dit is bijzonder. Ik vind dit bijzonder. Omdat het bijzonder is. Ik ga er ook niks voor uit de weg om mensen uit te nodigen tot het idee dat het bijzonder is en waardevol.’
In 2018 kwam het project Whatever the weather. Daarvoor heb ik met 144 mensen, uiteindelijk nog een 145ste, hier in Den Haag met iedereen een dag lang over het strand gewandeld om tot wezenlijke ontmoeting te komen. Elk van die mensen ontmoette ik en zij mij, om 09.00 uur ’s ochtends aan de waterpomp. We wandelden tot 17.00 uur ’s middags, en aan het eind van de dag maakte ik een zelfportret van degene met wie ik die dag had doorbracht. Daar ben ik ook een boek van aan het maken. Ook dat is geen ‘boekje’. Het is er ook nog niet, wel het eerste prototype, maar de oplage is er nog niet. Gelukkig is de begroting ervan relatief beperkt. New Horizons, het boek van het eerste project, kostte €100.000,00. Het maken van dit boek kost €50.000,00. De helft ervan is inmiddels verzameld, de andere helft moet nog. Het project heet Whatever the weather, omdat als een keer een ontmoeting van die 144 ontmoetingen gepland stond, we die ontmoeting ook gingen beleven. Ondanks het weer. Maar ook in de spreekwoordelijke zin ‘ongeacht het weer’. Wezenlijke ontmoeting is geholpen met onvoorwaardelijkheid: ‘We gaan iets beleven. We weten niet wat we gaan beleven, en we gaan het toch doen.’ Dat vraagt rust, dat geeft rust, dat vraagt alles maar dat geeft ook alles. Dan wordt het leven opeens eenvoudig.
Ruimte om dingen te laten ontstaan
Ja, ruimte pakken of ruimte nemen. Ik vind het voor mijn werk inmiddels gemakkelijk, omdat ik weet hoe belangrijk het is. Ook hoe het er vaak aan ontbreekt. Hoe het ontbreken van ruimte ook een kritieke factor is. Zelfs zodanig dat mensen heel veel moeite doen, waar ze beter minder moeite hadden kunnen doen en meer ruimte hadden kunnen laten. Dat klinkt heel abstract waarschijnlijk. Na de ontmoetingen van Whatever the weather, die allemaal een foto tot gevolg hadden waarmee dat in mijn straatje bleef van fotografie en beeldend bezig zijn, ben ik verder gegaan met ‘wezenlijke ontmoetingen’. Dat ben ik nu aan het doen door ontmoetingen op te nemen onder de noemer Alle tijd van de wereld.
Hoe voelde je je aan het einde door het meebeleven van die ontmoeting? Voel je dan de ruimte? Voel je dan ideeën vanzelf opkomen over dingen die je geraakt hebben of die je verrasten of waarover je je verwonderde?
Ik zou ook kunnen zeggen: ‘Ik interview mensen. Of ik maak een podcast. Of ik voer gesprekken met mensen.’ Maar het idee dat ik over die ontmoetingen heb, is dat, net als de ontmoetingen op het strand, gelijkwaardigheid daarin heel belangrijk is. Een interview is per definitie niet gelijkwaardig. Ook dat het gesprek, de uitwisseling van woorden, de transacties zeg maar, waarvan we gewend zijn als die heel goed is dat het dan heel goed is. Dan leren we wat, dan beleven we wat, dan horen we wat, dan kunnen we ons daartoe verhouden. Ik beleef dat als onderdeel van de ontmoeting. Het gesprek, de woorden als toegang tot de ruimte die ontstaat door het gesprek aan te gaan, door die ontmoeting te beleven. Als iemand zo’n ontmoeting beluistert, beleef je wat ik ook beleef als ik iemand uitnodig tot die ontmoeting… Wat om meer gaat dan om naar die ontmoeting te luisteren, maar goed… Ik ben ook nog aan het leren hoe ik dat goed uitleg zodat mensen het begrijpen voor wat het is… Ik moet er dan bij vertellen dat ze niet op zoek hoeven om er iets van te leren. Maar dat de vraag eigenlijk is: ‘Hoe voelde je je aan het einde door het meebeleven van die ontmoeting? Voel je dan de ruimte? Voel je dan ideeën vanzelf opkomen over dingen die je geraakt hebben of die je verrasten of waarover je je verwonderde?’ Zodat het niet gaat over wat degene met wie ik die ontmoeting doe, met wie ik uitwissel, wat je daarvan vindt. Of dat je het daarmee eens bent. Of wat je nou eigenlijk gehoord hebt. Maar gewoon: wat ontstaat er? Je luistert een uur naar iets en er ontstaat iets waarschijnlijk volstrekt anders wat niet ontstaan zou zijn als je niet die ontmoeting had meebeleefd. Dan zit daar de waarde. Die waarde is oneindig. Omdat je daar oneindig aan kunt toevoegen. Er oneindig plezier aan kunt beleven. In plaats van dat je het uitkamt. ‘Argument A en B voor, argument C en D tegen. Conclusie: E.’ Maar goed, als mensen wel luisteren met het idee dat ze iets gaan beleven en ze beleven dat niet, dan hebben ze het idee dat ze niets beleven.
Het is spannend om mensen mee te nemen in waar ik toe uitnodig. In zijn algemeenheid, als je iets gaat doen, waar nodig je toe uit? Als dat helder is, dan kan iemand daarvoor kiezen, of niet voor kiezen. Dat is ook fijn, want dan kan je het doen met de mensen die er wel voor kiezen.