Hoe Erwin Blom ruimte maakt door het verwachtingspatroon zelf te bepalen

Happyplaces Stories (video)

Marcel Kampman
Happyplaces Stories
10 min readSep 16, 2017

--

Zelf doen

Ik maak media en ik ben gespecialiseerd in nieuwe media. Ik heb de School voor Journalistiek te Utrecht gevolgd. En heb allerlei soorten media in mijn geschiedenis gemaakt. Begonnen bij de Diemer Courant, heel belangrijk, weekblad te Diemen. Heb later ondermeer voor de KRO en de VPRO gewerkt. Geschreven, radio gemaakt, televisie gemaakt. Bij de VPRO werkte ik 20 jaar geleden. En dat is voor mij een ontzettend belangrijk moment geweest, toen de afdeling Digitaal daar werd opgericht. Het was in mei 1994 dat ik daar over hoorde. Ik wist eigenlijk niet wat internet was, maar ging op die zolder kijken waar allemaal mensen achter computers zaten en werd onmiddellijk gegrepen door het idee dat er een wereld zou aan komen, waarin ik zelf mijn eigen krantje, of mijn eigen zender, of mijn eigen omroep kon beginnen. Dat was de belofte die internet toen al, wat mij betreft, al inhield. Dat ik dat zelfstandig kon doen, zonder een zendercoördinator, zonder een uitgever, zonder een baas: zelf doen.

Nieuw en uitdagend en onduidelijk

Toen kon er nog heel weinig. Want audio en video was nog niet mogelijk. Of nauwelijks mogelijk op internet. Inmiddels zitten we in de fase dat dat allemaal wél kan, dus wat mij betreft leven we in een tijd die voor een mediamaker zoals ik, prachtig is. Want, met Fast Moving Targets, één van de projecten die ik nu doe, heb ik nu bereikt wat ik 20 jaar geleden wilde: mijn eigen kanaal, mijn eigen zender. Waar video een belangrijke rol in speelt en waar het gaat over innovatie. Want als journalist ben ik altijd nieuwsgierig geweest naar de dingen die ik niet snapte. De dingen die ik niet snap zijn interessanter dan de dingen die ik wél snap. Daar ben ik continu mee bezig. Naar op zoek naar naar nieuwe ontwikkelingen, wat betekenen ze, wat kan ik er mee. En als ik eenmaal weet wat ik er mee kan, dan verliest het mijn interesse en dan ga ik weer op zoek naar iets anders dat nieuw en uitdagend en onduidelijk is. Het begon allemaal wel als platform. Want in den beginne was internet geen communicatiemedium maar alleen maar een publicatiemedium. En dankzij dingen als Twitter, Facebook is dat natuurlijk heel erg veranderd. Dus ik vertel verhalen, maar praat daar met mensen over. En dat kan even goed op Twitter, Facebook, maar in dit geval helpt het als mensen de bundeling van informatie nog weer terug kunnen vinden op een platform. Daar maken we de inhoud op, daarna mag er weer van alles mee gebeuren, wat mensen willen. Kan natuurlijk op allerlei plekken komen waar mensen interesse in hebben. Of dat nou Twitter, Facebook, YouTube, of wat dan ook is, maakt mij uiteindelijk niet uit.

Wat mensen willen

Wat ik als mediamaker probeer te doen is, het verhaal staat voorop, het verhaal vertellen, de kennis overdragen. En daarna kan ik kijken wat de mensen het meest aangenaam vinden. De meest aangename manier om het te consumeren. Dat mag wat mij betreft alles zijn. Dus wat wij doen is, het maakt mij niet uit of het video is, geschreven tekst is, of dat het een evenement is, dat doen we allemaal. Pak even een simpel voorbeeld: op een gegeven moment kwam crowdfunding op. Een onderwerp dat nieuw en vernieuwend is. Dat interesseerde me. Daar ben ik me in gaan verdiepen. Mensen gaan interviewen in het programma Top Names, wat we doen. Dat werden videoprogramma’s. Maar die inhoud uit die programma’s is uiteindelijk ook in een boek terecht gekomen. We hebben een event georganiseerd over het thema. Dus de mensen die geïnterviewd zijn hebben om het podium gestaan… We benutten alle media- en communicatiemogelijkheden om die kennis te delen en te verspreiden. Afhankelijk van wat mensen willen, zullen we in de toekomst kijken waar meer focus op richt. Maar in eerste instantie kan het dus net zo goed een digitaal boek, een papieren boek, een video of een event zijn.

Drie elementen

Ik vind het belangrijk dat dingen die ik interessant vind, waar ik mogelijkheden in zie, dat andere mensen die mogelijkheden ook zien en gebruiken. Als we het voorbeeld van crowdfunding nog even oppakken, ja natuurlijk vind ik het prachtig als een boekenwinkel in Amsterdam Noord vertelt dat de winkel gefinancieerd is met crowdfunding en dat het boek daar een belangrijke rol in heeft gespeeld. Maar uiteindelijk is het doel dat mensen de ontwikkelingen of de trends die ik zie… Er zijn drie elementen die spelen. We signaleren in eerste instantie trends en ontwikkelingen. Dan duiden we ze: wat betekenen ze? En dan wil ik mensen handvatten geven om ze zelf toe te passen. Dus een boek over crowdfunding is een succes als er exemplaren van verkopen. Maar het is nog een groter succes als mensen naar me toe komen en zeggen: ‘Dankzij dat boek… dat boek heeft mij geholpen om mijn eigen campagne succesvol toe te passen.’ Er zijn, met name op dit gebied, heel veel mensen die daarvoor naar me toekomen. Die me bedanken dat het boek hen geholpen heeft om succesvol geld op te halen voor het project dat voor hen belangrijk was. En, mensen inspireren. Dat is ook een ding. Dus, voor mij geldt: pageviews vind ik niet heel erg belangrijk. Maar wel of mensen over de onderwerpen die we behandelen of over de programma’s die we maken, of ze er over praten en vervolgens wat ze meenemen gaan toepassen in hun dagelijks leven. Maar ik ben ook gewoon journalist. Dus publiceren zelf is ook belangrijk voor me. Ik denk dat ik hetzelfde zou doen als er niemand zou kijken, maar aan het eind van de maand moet ik ook eten. Dus dat onderwerp speelt wel een rol. Dan zou ik zeggen: dit is openbare research en development. En je kunt mij inhuren. Ik laat daarin zien dat ik kennis en kunde heb over dat onderwerp en je kunt me inhuren als je mijn deskundigheid in jouw eigen bedrijf wilt toepassen.

Rust

Ik ben in de gelukkige omstandigheid dat mijn hobby mijn werk of mijn werk mijn hobby is. Dat is fantastisch. Maar het nadeel daarvan is, omdat het zich in het digitale domein afspeelt, en mijn iPhone, mijn iPad en mijn computer altijd bij de hand zijn, dat je er dus altijd mee bezig bent. Ik denk er wel eens over na hoe we dat nou vroeger deden. Als het dan vrijdag was en je om vijf uur naar huis ging. Wat deed ik eigenlijk tussen vrijdagmiddag vijf uur en maandagochtend negen uur? Toen had je nog die tijd van ‘werken doe je op je werk’ en nu ben je, zou je kunnen zeggen, altijd aan het werk. Met liefde. Maar ik heb ook die rust nodig. En die vind ik op twee plekken. Een plek is mijn strandhuisje op Texel. Op Texel is het zo, als je de duinen over gaat, dan is er geen verbinding meer. Je kunt ook niet bellen, dus dat is voor mij de ultieme rust. Het is een heel klein strandhuisje, van tweeënhalf bij drieënhalf waar ik van de wereld ben afgesloten. Andere rust vind ik op de ijsbaan. Als ik naar en sportschool ga, dan stopt mijn hoofd ook niet. Dan zit ik op een fiets en dan gaat nog steeds diezelfde molen van ideeën en nadenken door. Als ik aan het schaatsen ben, dan kan dat niet. Want dat is zo’n technische sport, dan moet je gewoon heel geconcentreerd zijn op je slag. Dus ik vind mijn rust op twee plekken, op de ijsbaan in de winter en op het strand van Texel in de zomer.

Plekken

Als je het over ruimte hebt, dan is online mijn ruimte. Daar is Twitter het allerbelangrijkste in. Dat heeft fundamenteel mijn leven veranderd. Ik heb door Twitter meer leuke nieuwe mensen ontmoet dan in een lange tijd daarvoor. Je zou kunnen zeggen, hoe het vaak gaat in een mensenleven, ik heb zelf twee kinderen: de laatste keer dat ik veel nieuwe mensen heb ontmoet is als de kinderen naar school gaan. Want dan ontmoet je weer nieuwe ouders. En daarna houdt het vaak een beetje op, of je moet nieuw werk gaan doen. Maar dankzij Twitter heb ik ontzettend veel leuke nieuwe mensen, in eerste instantie online ontmoet, maar daarna heb ik ze ook offline gesproken. En als je dan, ik Twitter heel veel, mensen denken dat ik over alles Twitter maar dat is natuurlijk onzin. Ze kennen wel een stuk van mij, maar ik vertel veel meer niet. Hoewel je best wel een aardige indruk van mij krijgt als je me volgt. Dan weet je dat ik elke zaterdag, als we het over een belangrijke ruimte hebben, om 15.00 uur te vinden ben in de pub Mulligans in Amsterdam aan de Amstel. Ook zo’n rustmoment voor mij. Daar tref je me aan met een pint Kilkenny en mijn NME. Maar dat doe ik al sinds in 18 ben en dat doe ik nog steeds. Maar dat wist je al als je me volgde op Twitter. Dus ja, ik deel heel veel, maar dat doe ik omdat het me heel veel teruggeeft. Ik heb er heel leuke mensen door ontmoet. Maar ik heb ook gemerkt dat door te vertellen waar je mee bezig bent, dat mensen je aan nieuwe ideeën helpen, dat mensen je aan voorbeelden helpen waar je zelf niet opgekomen was. Online is de plek die mij enorm verrijkt, waar ik lol heb en plek waar ik ook soms ruzie heb. En waar het over werk gaat en waar het over privé gaat. En Twitter is de extreme vorm waar je ziet dat werk en privé niet meer te scheiden zijn en continu doorgaan.

Los

Maar ik vind het ook wel eens wat beklemmends hebben. Wordt de technologie je trui? De auto? Ik weet niet zeker of dat de grootste toegevoegde waarde gaat worden. Van het communicatiestuk heb ik dat altijd wél gevonden. Dat is wat een mens doet, communiceren. Dus als je daar meer mogelijkheden voor hebt, vind ik het alleen maar prima. Maar overal internet en technologie? Ik weet het nog niet. Toen ik bij de VPRO wegging, waar ik hoofd van de afdeling Digitaal was, dat was ik een beetje per ongeluk geworden moet ik eerlijk zeggen. Toen was ik programmamaker die veel deed met internet. Ik had toen het idee, als we als VPRO iets met digitale media moeten, dan kan ik maar beter zelf op de plek zitten waar ik het mede kan bepalen, dan op een plek waar ik het uitvoer. Dat heb ik lange tijd gedaan. Maar je werk is dan ook, zeg maar, sociaal werk. Heel veel ook met mensen praten, daar hoorden ook functioneringsgesprekken bij en al dat soort zaken. Daarvoor moet je veel op je plek zitten, moet je veel op kantoor zijn. En toen ik stopte bij de VPRO was het eerste wat ik niet wilde, was personeel en een vaste plek van werken. Ik ben nu heel erg bezig na te denken over hoe je met online tools en met wisselende samenwerkingen, die niet op één plek hoeven te zijn, die samenwerking en die kennis zo goed mogelijk kan delen en realiseren.

Losjes

Voor ons is het heel erg belangrijk dat de gasten tevreden weggaan. Dat ze zelf het gevoel hebben dat ze hun verhaal verteld hebben. Ik denk dat dat wel overkomt. We hebben sommige gasten die zeggen: ‘Ik ben gebeld door Buitenhof, daar ga ik niet zitten. Als jullie het op Nederland 3 zouden doen, dan zou ik wel komen.’ Dat zijn niet de minste. Het voordeel dat wij hebben, is dat we echt goede gasten hebben gehad van naam, en dat we daardoor ook iedereen kunnen krijgen. Want iedereen wil wel eens in dat rijtje staan. En misschien ook wel omdat het het Top Names genoemd hebben. Dan weet je meteen, dat als je mag komen, dan ben je meteen per definitie een ‘top name’. Maar we proberen de sfeer losjes te houden. Dan doen we ook door elkaar een beetje vliegen af te vangen. Dus de presentatoren die ook dingen over elkaar en over elkaars werk zeggen. We proberen het een beetje losjes te maken door ook veel input van Twitter mee te nemen. De vragen die mensen op Twitter stellen, gaan mee in de uitzending. Het blijft een interviewprogramma. Het is niet een gesprek. Maar wel op zo’n manier dat het losjes is. En misschien ook het biertje op tafel dat het losser maakt, in plaats van een espresso.

Eigen verwachtingspatroon

Wij creëren een eigen verwachtingspatroon. Wij hebben op dinsdagavond… De camera loopt als al het interview nog niet begonnen is. Die blijft lopen als het interview afgelopen is. Wij creëren ons eigen tempo. Ons eigen ding. Op het moment dat je een programma gaat programmeren op een zender zoals we die al kennen, Nederland 1, 2 of 3, dan kom je onmiddellijk in het stramien dat bij zo’n zender hoort. De kijker daar heeft een ander verwachtingspatroon van een praatprogramma. Die verwachten een Pauw & Witteman of dat type programma’s. En ik denk ook dat een zendercoördinator dat onmiddellijk zou gaan doen. Ik denk dat wij de losheid, het ontspannene van het programma, vrij snel zouden verliezen in zo’n setting. Het is ook gewoon televisie zou je kunnen zeggen, qua beeldkwaliteit en alles, dus het zou technisch geen enkel probleem zijn. Maar ik denk dat het beter past op ons eigen platform omdat wij daar het verwachtingspatroon zelf kunnen bepalen.

--

--

Marcel Kampman
Happyplaces Stories

Creates space and matter, and places that matter, in the universe of infinite possibility. Founder of Happykamping & Happyplaces Project, author, sense maker.