Hoe Inger Leemans ruimte maakt door onderzoek naar het verleden

Happyplaces Stories (video)

Marcel Kampman
Happyplaces Stories
10 min readOct 1, 2017

--

Waar ik heel erg in geïnteresseerd ben is de betekenissystemen die gegenereerd worden door dagelijks of schijnbaar simpel, nauwelijks doordacht gedrag. Ik kijk heel veel in het verleden hoe mensen zich voelden, hoe ze zich uitdrukten, dus naar de geschiedenis van emoties of naar de geschiedenis van de aandelenhandel, van hoe die handel zich heeft ontwikkeld. En dan ben ik niet zo geïnteresseerd in hoe die financiële systemen nou precies waren, en wat voor soort grootste innovaties daar werden gedaan. Maar meer als je naar de vloer van de beurs kijkt. Amsterdam was de eerste stad waar aandelenhandel werd ontwikkeld, dat gebeurde op de vloer van de beurs die op het Rokin werd gebouwd.

Zicht

Dat was een enorm gebouw, dat is echt een fantastisch gebouw. En een heel weinig onderzocht gebouw. Er is ongelooflijk veel onderzoek gedaan naar het Paleis op de Dam. En alle betekenissystemen van dat hele ingewikkelde beeldprogramma daar van. Maar naar de beurs van Amsterdam, die ik eigenlijk interessanter vind, is heel weinig onderzoek gedaan. Er zijn heel veel tekeningen en schilderijen van dat gebouw gemaakt. Dus blijkbaar waren mensen in de 17e eeuw echt gefascineerd voor het gebouw en wat zich daar afspeelde. Voor wat handel is denk ik, gewoon de fascinatie voor geldhandel. Wat is nou geldhandel? Hoe verhoudt zich dat tot goederenhandel? Dus je ziet een heleboel afbeeldingen, tekeningen, bouwtekeningen. Daardoor werd ik getriggerd om te willen weten wat zich daar afspeelde op die beursvloer en in hoeverre ook de ruimte van het gebouw zettend was voor de sociale activiteit van die handelaren. Ook een beetje in vergelijking met handelaren. En ook een beetje in vergelijking met nu. Op dit moment hebben we natuurlijk een financiële sector die zich voor een heel groot gedeelte, je zou kunnen zeggen, verschuilt achter gebouwen met met grote spiegelruiten. Dus waar je heel weinig zicht meer op hebt van wat zich daar afspeelt. En in Amsterdam was dat een open plek waar ook toeristen vanuit alle landen en Amsterdamse burgers kwamen om gewoon te kijken naar wat daar gebeurde op die beursvloer. Wat zich daar in afspeelde.

Grip

Daar werd ik door getriggerd en dat ben ik nu aan het onderzoeken door in archieven te duiken, door te kijken hoeveel ruzies er op die beurs werden uitgevochten, hoe de Amsterdamse overheid dat probeerde te reguleren. Dat daar bijvoorbeeld geen kinderen op de beursvloer kwamen die daar spelletjes gingen spelen. Een van de spanningsvelden is, wanneer is handel handel? En wanneer begint handel spel te worden? Zeker aandelenhandel heeft natuurlijk een soort van glijdende schaal van handelen, speculeren, naar uiteindelijk toch een soort van spelvorm. Dus de overheid was heel druk bezig met proberen een scheiding aan te brengen. Van dit is onbetrouwbaar gokken en dit is handel die we wel willen toelaten. Ze wilden niet dat er spelletjes werden gespeeld op die beursvloer. Dus dat soort zaken vind ik interessant.

Reconstructie voor begrip

Ik ben nu bezig samen met Timothy de Paepe uit Antwerpen om een 3D reconstructie van het Amsterdamse beursgebouw te maken. En dat leidt tot meteen al een heleboel vragen. Waarom hebben ze bepaalde keuzes gemaakt? En hoe zie je dat gebouw zich door de jaren heen ontwikkelen? En verhoudt het originele gebouw zich tot de afbeeldingen die we er van hebben? Nu we het aan het reconstrueren zijn zie je dat het originele gebouw veel kleiner is dat het soort van mega gebouw dat in de schilderijen en gravures wordt gerepresenteerd. Dus dat is al heel leuk, dat je ziet dat ze het echt hebben geprobeerd het als een hele open en cosmopolitische plaats af te beelden. Het is echt een cliché geworden van de Amsterdamse beurs als kloppend hard van de hele wereld. Joost van den Vondel heeft een gedicht geschreven waarin hij ook dat beeld gebruikt van de Amsterdamse beurs als het kloppend hart, omdat daar bloedstromen van koopmannen van over de hele wereld in samenkomen. En dat is natuurlijk een heel mooi en aantrekkelijk beeld, maar als je dan vervolgens kijkt naar dat beursgebouw, dat was dus eigenlijk niet zo groot en open zoals het werd afgebeeld in de 17e eeuw. En je ziet het ook, zeker in de 18e eeuw, steeds meer dichtgetimmerd, worden, ingeperkt. In het begin mochten ze nog met bootjes onder de beurs door varen. Maar al snel was er iets van een complottheorie dat er iemand van plan zou zijn geweest om er met een sloep onder te varen en dan buskruit mee te nemen om die hele beurs op te blazen. Dus toen hebben ze meteen hekken gemaakt zodat die open ingangen dicht waren. De beurshandelaren die gingen klagen over de wind die maar door de beurs heen woei. Dus toen werd weer een van de deuren afgesloten. Zo zie je dat dat semi-tolerante open cosmopolitische gebouw zichzelf al aan het insluiten is. En dat zie je ook als je naar de archieven kijkt: er speelde heel wat conflict af, ook op die beursvloer waren heel gewelddadige confrontaties. De Amsterdamse overheid heeft in de hoek nog een gevangeniscelletje gebouwd zodat ze even snel mensen die zich niet gedroegen zoals het moest, meenamen. Dat vind ik heel interessant.

Zelfregulering

Het is een soort mierenhoop die zijn eigen praktijk ontwikkelde, die afhankelijk is van expliciete regulering maar ook voor een heel groot gedeelte, je zou kunnen zeggen, zelfregulering. Doordat er zoveel mensen die bekeken worden door toeristen die konden opklimmen naar de eerste verdieping, waar ze de beursvloer van bovenaf konden bekijken. Die koopmannen wisten zichzelf ook bekeken. Er werden theaterstukken gemaakt over de handel en de aandelenhandel die op het Amsterdamse toneel werden gespeeld. Ik denk dat als je zo’n systeem hebt waarbij er heel veel representaties van dezelfde plaats en van dezelfde tijd plaatsvindt, dat dat veel effect heeft ook op de praktijk van de handel zelf en de manier waarop die kooplieden over zichzelf zijn gaan nadenken. Over de vorm van handel waar ze mee bezig waren.

Dus je ziet ook, als je brieven leest bijvoorbeeld, van koophandelaren; ik ben een geweldige brievencollectie tegengekomen van Ysbrand Vincent, een Amsterdamse papierhandelaar. Aan de ene kant is die hele correspondentie heel praktisch en staat er veel informatie van zijn bedrijf in, en heel sociaal. Het gaat alsmaar over sociale netwerken, aan iedereen is de vraag: ‘Hoe is het met je vrouw? Leef je nog? Heb je nog verkoudheid?’, van vroeger ging je zo dood als je een verkoudheidje had. Maar aan de andere kant zie je ook dat hij over zichzelf aan het nadenken is. Hoe zowel zijn bedrijf, zijn familie als zijn sociale omgeving moet vormgeven. Dat is wel redelijk bijzonder voor ego-documenten uit die tijd.

Zelfreflectie en zicht

Die voorbeelden uit het verleden zijn juist heel interessant om naar te kijken. Zo’n veelgelaagde representatie die zorgt er aan de ene kant voor zelfreflectie en aan de andere kant om zonder enige echte kennis van zaken toch inzicht te krijgen wat er ergens gebeurt. Het feit dat Luyendijk nu boeken aan het schrijven is over hoe financiers en bankiers zich gedragen. Het feit dat we discussies hebben over hoge en lage bonussen, dat er films nu worden gemaakt zoals The Wolf of Wallstreet. Er waren maar heel weinig films over aandelenhandel en high finance en dat zie je nu toenemen. Dus je hebt nu ene grotere diversiteit. Dat zorgt aan de ene kant voor dat mensen zich gezien weten. Dat kan dan heel strikt gaan over regulering, maar volgens mij schiet je daar niet zoveel mee op. De Nederlandse overheid probeert die hoge bonussen bijvoorbeeld tegen te houden. Maar dat moet voor een heel groot gedeelte uit het systeem zelf komen, denk ik. Dat heeft met die zelfreflectie te maken, maar belangrijk is denk ik ook dat: stel dat je de gebouwen van de Zuidas zou openstellen. Dat je zoals vroeger weer een theater op de eerste verdieping bij aandelenhandelaarsbedrijven, trader companies, zou hebben. Dan creëer je die dynamiek van publiek en bedrijf. En dat geeft je ook de mogelijkheid om in jouw termen, jouw ongeïnformeerde kennis, toch een beetje grip te krijgen op wat er gebeurt. De financiële crisis die overkwam ons allemaal omdat niemand weet hoe die complexe financiële producten werken. Dat is hogere algebra, zelfs voor de mensen die in de banken zelf werken. Maar als jij net zoals in de 17e eeuw iets kan zien hoe die handel zich afspeelt, mensen kan zien lopen en kan zien bewegen, wat we vroeger nog hadden, de open pit handel, dan kun je wel die dynamiek tenminste zien. En daar kun je je eigen verhalen over creëren.

Weinig inzichtelijk

Er is echt een fantastisch 17e eeuws traktaat, dat heet ‘Verwarring der verwarringen’, dat is in het Spaans geschreven, is de allereerste studie over de beurs. Het allereerste traktaat over beurshandel. Dat is een dialoog tussen een koopman en een aandelenhandelaar en een filosoof. En die gaan met z’n drieën discussiëren over wat nou eigenlijk aandelenhandel is en hoe het werkt. Werkelijk over elke vorm van kennis gebruiken ze om te kunnen onderzoeken wat verschillende soorten handel zijn. Ze gebruiken ook allerlei visies uit de natuurfilosofie, uit de natuurwetenschap. Van als je het nou eens bekijkt als een mierenhoop, hoe kun je het dan goed begrijpen. Als je het weer gebruikt als metafoor, soms stormt het, soms regent het… Je zou kunnen zeggen, het is niet zozeer economisch theoretisch inzichtelijk, maar voor mensen die niet helemaal in die handel zitten is het wel een manier om zelf eigen wetmatigheden te bekijken, te bedenken, betekenis te kunnen geven, metaforen te gebruiken, om je vinger er op te kunnen leggen. En de metaforen die wij voor de financiële crisis hadden die waren voor een heel groot gedeelte in eerste instantie, heel erg leeg. Ik kan me herinneren euromunten die smolten, bankbriefjes die in brand vlogen, heel weinig menselijke activiteit; heel weinig inzichtelijke symbolen. Dat geeft denk ik al een beetje aan hoe ver weg datgene wat er aan de hand was, was voor het publiek. Of voor de mensen die er niet per se mee te maken hebben.

Er zijn een heleboel manieren om dat dichter bij elkaar te brengen. En dat is niet een publiekgerichte activiteit dat uit de banken zelf komt of per se overheidsregulering. Alhoewel dat ook allemaal heel belangrijk is. Maar inderdaad, ga naar de Zuidas en zet je gebouw open. Of dat er een theater komt op de derde verdieping. Of winkeltjes, hadden ze bij de Amsterdamse beurs. Hadden ze winkeltjes op de eerste verdieping van de beursvloer zodat je een heel andere dynamiek kreeg. Rondom de beurs zaten uitgevers en boekverkopers, nieuwshandelaars, journalisten. Dat was voorstelbaar natuurlijk, omdat nieuws nodig was om goed in te kunnen schatten wat bijvoorbeeld de prijs van producten was. En hoe snel schepen weer terug zouden komen. Die combinatie van sectoren, dat is volgens mij belangrijk. Zeg maar een creatieve impuls toelaten, ik dat dat helpt om via een soort van gelaagd betekenissysteem heel open mensen grip kunnen laten krijgen op dingen die ze niet vanuit zichzelf kunnen begrijpen.

Los van het onzichtbare

Oscar Gelderblom heeft het zijn oratie gehouden als nieuwe hoogleraar in Utrecht. En hij pleitte heel erg voor, ook vanuit een 17e en 18e eeuwse praktijk, om high en low finance weer uit elkaar te halen. Wat je ziet in Amsterdam in de 17e eeuw, dat een heleboel financiële handelingen voor een groot gedeelte nog in de sociale gemeenschap liggen. De familie, vrienden, sectoren, ook deels nog wel met overheidssteun zoals de bank van lening. Dus als het gaat on financiering van huizen, het afsluiten van leningen, was dat voor een heel groot gedeelte losgekoppeld van banken en van aandelenhandel. Dat was een ander systeem. Hij pleitte er heel erg voor om die high finance op te sluiten in een reservaat en de rest weet terug te geven aan de commons. Om weer een eigen regulerend systeem van geldzaken die in feite de huishoudportemonnee aangaan. Waarom hebben we al die financiële kanten beleend en vastgeklonken aan allerlei financiële activiteiten die we helemaal niet overzien en te maken hebben met beleggen waar we heel weinig grip op hebben? Neem dat weer terug in eigen hand. Als je naar de 17e en 18e eeuw kijkt, dan heb je voorbeelden van hoe dat toen daar gebeurde. Onderzoek naar het verleden kan altijd dat soort nieuwe informatie en nieuwe gedachten en perspectieven meegeven.

--

--

Marcel Kampman
Happyplaces Stories

Creates space and matter, and places that matter, in the universe of infinite possibility. Founder of Happykamping & Happyplaces Project, author, sense maker.