Hoe Ingmar Creutzburg ruimte creëert om oordeelloos te zijn

Happyplaces Stories (video)

Marcel Kampman
Happyplaces Stories
15 min readMay 31, 2022

--

Ik sprak met Ingmar af in zijn gym in Utrecht. Gym, nou ja, het is óók een gym, naast heel veel dingen meer. Bij Tigers Gym kun je namelijk diverse sportlessen volgen én flexwerken. In die volgorde, en zeker niet andersom. In het pand bevinden zich ook meditatieruimtes, een yogazaal, workshop ruimtes, werkplekken, kantoortjes en een huiskamer. Het kloppende hart van de Tigers Gym is de dojo, waar dagelijks onder andere kickboks-, dans-, yoga- en mindfulness lessen worden gegeven, en daarna kan je ook blijven om te flexwerken. Een ontmoetingsplek voor lichaam en geest, waar je ruimte vindt om aan beide te werken. Naast de multi-functionele-ruimte-gym maakt Ingmar steden — nu steeds meer zijn eigen stad — mooier door ze te helpen hun merk en positionering te ontdekken, om zo verbinding met de stad en haar bewoners te creëren als Unchain the Tigers.

Hij sprak vrij en onbelemmerd over ruimte in veel verschillende varianten. Over waarom we het niet meer moeten hebben over ruimte maken, omdat daar al meer dan genoeg van is. Over hoe samen sporten het mogelijk maakt om onderling oordeelloos te kunnen zijn. En over hoe je omgevingen maakt waarin iedereen zich welkom voelt.

Het transcript is licht bewerkt om leesbaarheid te verbeteren.

Ruimtekruispunt

Hoe ik ruimte maak? Ik heb vooraf aan dit interview wel al nagedacht over de vraag — dat gaat automatisch. Met meest intrigerende van de vraag vind ik het woord ‘ruimte’, omdat dat volgens mij iets is wat je definieert in je hoofd.

Ik vind dat we heel slecht met ruimte omgaan, zowel de fysieke als mentale ruimte.

We hadden het net over kruispunten. Ik sta nu ook op een kruispunt. Ik heb altijd veel meer in mijn hoofd gezeten, waar ik nu meer naar mijn lichaam aan het gaan ben. Ik denk dat daar ook heel veel ruimte zit. Die ruimte in je hoofd bepaalt vaak veel over de fysieke ruimte. Een kantoor is een kantoor, omdat wij gedefinieerd hebben dat het een kantoor is. Maar voor mij is dat gewoon een plek, gewoon een ruimte. Dat is ook iets waar ik structureel mee worstel en naar op zoek ben, wat je nog meer met ruimtes kunt doen. Ik vind dat we heel slecht met ruimte omgaan, zowel de fysieke als mentale ruimte.

Om bij het fysieke te beginnen, dan heeft het vaak te maken dat we bijvoorbeeld een parkeergarage een parkeergarage noemen omdat wij vinden dat het een parkeergarage is. Ik ben telkens op zoek wat je er nog meer kunt doen. De grenzen opzoeken, de grenzen oprekken of de wetten oprekken. We staan hier in een oud belastingkantoor. Het leuke van zo’n plek, omdat het gesloopt gaat worden, is dat je er van alles mag. Ik heb er een boksschool in gemaakt. Mijn gedroomde ruimte is een ruimte waarin je ’s ochtends wakker wordt met z’n allen. Dat er, als je er wilt werken, dat er dan bureaus uit de grond komen, of van boven naar beneden. Als we dan om 17.00 uur op de knop drukken, dat dat dan allemaal verdwijnt en de bokszakken naar beneden komen zodat we kunnen trainen. En als we nog eens drukken, dan schieten de bokszakken weg en dan kan het bijvoorbeeld een kinderspeelparadijs zijn, of wat dan ook.

Het kruispunt, het mentale deel waar ik me momenteel bevind, is het loslaten van het ego en dus ook van de ruimte en van wat ik wil hebben.

Het wordt ook steeds drukker op de wereld. We krijgen steeds minder ruimte. Ik denk dat straks de rijke mensen de ruimte hebben. De ruimte wordt opgekocht. Los van de huizen die momenteel worden opgekocht, geldt dat ook voor zelfs eilanden. Hoe gaan we straks met die ruimte om? Ik denk dat we slimmer met de fysieke ruimte om moeten gaan, en dat we veel meer ruimte in onszelf moeten gaan zoeken. Dat betekent, voor mij in elk geval, dat je dan je ego veel meer moet loslaten. Nu moet alles nog steeds nog beter, nog groter — dat kan niet meer. Als we dat weten los te laten, meer ruimte in onszelf vinden, waarbij we accepteren waar we staan en wat we al hebben en zien hoe mooi het is wat we al hebben en niet steeds focussen op wat het morgen zou kunnen zijn, dan denk ik dat we meer dan genoeg ruimte hebben. Dat is dat kruispunt, het mentale deel waar ik me momenteel bevind, het loslaten van het ego en dus ook van de ruimte en wat je wilt hebben.

Ruimte voor loslaten

Wat is ruimte? Toch even weer terug naar die vraag, die blijft bij mij spoken. Hele mooie vraag. Ik heb toch de neiging om telkens naar dat fysieke toe te gaan, terwijl ik nu ook heel veel mediteer, op zoek ben naar die andere kant en probeer daarin een soort balans te vinden. Volgens mij moeten we met elkaar veel meer delen, en veel meer ruimte loslaten. Loslaten van definities van ruimte. Waarom is een kantoor een kantoor? Omdat jij hebt gezegd dat het een kantoor is, mag ik er niet in. Ga je in je ruimte allemaal dure dingen zetten, of juist niet, waardoor het een plek kan worden voor iedereen? Waardoor je misschien beter dat ego los kan laten en andere mensen er ook kunnen vertoeven? We zijn zo bang dat ons bankje dan vies wordt, zo bang dat ons tafeltje dan scheef komt te staan of dat iemand misschien mijn koffie opdrinkt, dat we daarom andere mensen maar niet in onze ruimte laten. Als we dat weten los te laten…

Ruimte voor liefde en aandacht

Ik denk dat er ook een behoefte is om ruimtes te ‘vervrouwen’. Met name in het openbare gebied, dat is extreem mannelijk. Met extreem harde en zakelijke materialen. ‘Schoon, heel en veilig.’ Daar valt volgens mij nog heel veel te winnen. Dat is een van de dingen waar ik me momenteel druk over maak, het openbaar gebied, hoe we het ‘zachter’ kunnen maken. Of ‘vrouwelijker’, ook al vind ik dat heel fout klinken. Maar je ziet daar heel duidelijk de mannelijke hand in de keuzes van bijvoorbeeld materialen zoals staal, steen, glas, harde ondergronden… Daar maak ik me heel druk om.

Ik heb ook gekozen om in mijn eigen stad, in mijn eigen ruimte, waarde toe te voegen. Je hebt ook de grote ruimte, de hele wereld, die wilde ik vroeger veranderen. Dat zou ik nog steeds wel willen, maar dat mogen andere mensen doen. Als ik kijk waar ik waarde toe kan voegen, dan kom ik toch op mijn eigen stad, mijn directe omgeving. Dat klinkt misschien een beetje egoïstisch en dat is het misschien ook wel. Maar ik denk dat ik daar heel veel waarde kan toevoegen. Ik focus me op wat daar gebeurt, en telkens bied ik mezelf aan om mee te denken of om waarde toe te voegen. Waarde ziet men vaak als geld, maar daar blijf ik juist van weg. Bij mij gaat het om liefde en aandacht, de echte waarden waar het om draait. Stel dat je dood gaat, wat is er dan echt belangrijk? Dan draait het volgens mij daar om. Daar zet ik me nu voor in, door vooral ook te doen.

‘Fuck fear,’ zeg ik wel eens. Daar bedoel ik mee dat je je angsten moet loslaten, dan geef je jezelf de ruimte om anders naar dingen te kijken.

Ruimte buiten regels

Ruimte is ook ruimte aan elkaar bieden, ruimte nemen, ruimte invullen. Er is heel veel ruimte, maar we zijn vaak zo in regels, manieren van denken en in een context geplaatst waar we binnen blijven. We blijven allemaal binnen die box, waardoor we niet zien wat er voor ruimtes zijn, zowel fysiek als mentaal. Ik denk dat daar nog een hele grote ruimte ligt die we kunnen invullen als we onze regels en angsten los durven laten. ‘Fuck fear,’ zeg ik wel eens. Daar bedoel ik mee dat je je angsten moet loslaten, dan geef je jezelf te ruimte om anders naar dingen te kijken. Een beetje zoals kinderen dat doen — maar dan niet op die manier dat veel van die coaches dat bedoelen. Durf open en angstloos naar dingen te kijken, en daar vervolgens op te acteren. Want dat is het volgende: we vinden heel veel, maar wie gaat het dan ook daadwerkelijk doen? Daar ligt nog veel ruimte. Dat betekent dat je eerst moet loslaten, dan vervolgens ook moet gaan doen en experimenteren.

Ik heb steeds meer moeite met dat begrip ‘maken’. Er is ruimte. Voor mij is de vraag, hoe vul je de ruimte in? Hoe maak je de ruimte zichtbaar? Hoe ga je om met ruimte? In plaats van het te maken. Ruimte is er. Het gaat erom hoe je het ontsluit en wat je ermee doet.

Ruimte creëren, niet maken

Het tweede woord wat ik je vraag zit, is ‘maken’. Ik vind dat een moeilijke term, omdat we denken dat we alles kunnen maken. ‘We kunnen alles maken.’ We zitten in een maakbare wereld, wat de grootste bullshit is die er is. We zitten niet in een maakbare wereld. Er is pijn, er is verdriet, er zijn zaken die je niet met een pleister kunt dichtplakken. Er zijn dingen die je niet kunt maken. Als de olie op is, is de olie op — we kunnen geen nieuwe olie maken. Niet alles is maakbaar, volgens mij moeten we ook van dat idee af. Ik had in plaats van ‘maken’ het liever over ‘creëren’ gehad. Ik heb steeds meer moeite met dat begrip ‘maken’. Er is ruimte. Voor mij is de vraag, hoe vul je de ruimte in? Hoe maak je de ruimte zichtbaar? Hoe ga je om met ruimte? In plaats van het te maken. Ruimte is er. Het gaat erom hoe je het ontsluit en wat je ermee doet. ‘Maken’ is wel een interessant woord, want het wordt veel gebruikt. Ook daar zit weer een stuk ego verscholen. ‘Ik wil iets maken!’ ‘Kijk mij eens iets groots neerzetten of iets moois!’ Maar als je om je heen kijkt is er al zoveel moois, dat je niets meer hoeft te maken. Geef je jezelf de ruimte en de mogelijkheden om te zien wat er is in plaats van dat je iets probeert te maken wat er al is, of iets beter wil maken. Dan ben je telkens met morgen bezig; ik merk dat ik steeds meer in het nu zit. Dat probeer ik in elk geval te zijn.

Energieruimte

Ruimte is voor mij ook energie. De ruimtes die er zijn, zijn allemaal gevuld met energie. Hoe ga je met die energie om? Hoe laat je die energie vrij? Hoe laat je energie bij elkaar komen? Als je met iemand praat is er ook een energiestroom, hoe werkt dat precies? Hoe kom je met elkaar in gesprek? Die ruimte is er en die ruimte willen we dan ook invullen. Daarom vind ik eenzaamheid bij ouderen bijvoorbeeld zoiets onvoorstelbaars. Als je hoort dat kinderdagverblijven niet voldoende mensen kunnen krijgen, breng die twee dan bij elkaar, zo kun je een probleem oplossen. Nou ja, probleem is het niet echt, het is een behoefte aan energie die heel goed op elkaar aansluit. Daar creëer je dan weer een hele bijzondere ruimte en energie mee. Ruimte is voor mij absoluut een vorm van energie. Alles om ons heen is ook energie, alle stenen, planten… Mooie vraag, Marcel.

Ruimte voor persoonlijke groei

Terug naar de plek waar we nu zijn, Tigers Gym. Wat overigens geen gym is, maar een plek voor persoonlijke groei. Waar je normaliter een kantoor hebt waar je in een hoekje kunt fitnessen, hebben we hier sport een een gezond lijf als basis. Nu ook met mindfulness, yoga, dus we zorgen dat je helemaal goed ‘staat’. En oh ja, je kunt er ook nog werken. Ik zie het een beetje als het kantoor van de toekomst. Als je goed voor jezelf zorgt, dan kun je ook goed werken. Dat we dat hebben omgedraaid maakt het heel boeiend. Doordat iedereen in zijn sportbroek aankomt, is iedereen een soort van gelijk. Pas later kom je er dan achter dat iemand een directeur bij een grote bank is, of een studente psychologie, of dat iemand net een psychose heeft gehad. Dat zie je niet tijdens een training. Dan is er heel veel gelijkheid, want je traint echt mét elkaar. Je voelt dan ook in die energie dat je elkaar dan heel erg vindt. Daardoor is dan het andere gesprek ook goed mogelijk. Dan zijn alle standaard regels, conventies en oordelen weg. Dat is een heel mooi vertrekpunt om mensen echt te leren kennen.

Door sport en een gezond lijf als basis te nemen, zijn alle standaard regels, conventies en oordelen weg. Dat is een heel mooi vertrekpunt om mensen echt te leren kennen.

Mensen denken dat boksen heel egoïstisch is, maar dat is het niet. Je bent namelijk mét iemand aan het sparren. Je groeit samen, met heel heel respect, naar elkaar toe en zoek je op hoe ver je kunt gaan, wat je wel en niet kunt doen. Dat is heel mooi om te zien. Dan gaat het over het fysieke, over het lijf en over in elkaars energie om elkaar heen draaien. Dan komt het vanzelf later wel, wat je er dan naast doet qua werk. Als dat omgedraaid is, wanneer iemand in een pak aan komt lopen en iemand met oranje haar, dan zitten daar gelijk oordelen aan. Die heb je hier niet. Het is hier oordeelloos — dat probeer ik hier te bereiken. En dat lukt ook erg goed.

Ruimte voor alles

Ik heb hier ook een mix van mensen van een enorm wisselend pluimage. Als je hier op kantoor kijkt, ik noem het nu kantoor maar bedoel breed bij Tigers Gym, de mensen die hier werken, komen, kijken, dan is dat heel divers. Qua leeftijd, qua afkomst, qua religie — iedereen respecteert elkaar. Dat kan omdat we eerst een basis hebben gecreëerd waarin we elkaar hebben gevonden, dat is heel tof om te zien. Dat heb ik nog nooit op een andere plek zo gezien, dat het zo gemixt is zoals hier. Dat is waar ik het meest trots op ben. Ik vind het ook heel leuk om hier mensen naartoe te halen om dat te laten zien.

Ik laat graag zien hoe je van een voormalig belastingkantoor een andere plek kunt maken. Door de energie die erin zit zie je niet meer dat het een kantoor is, maar is het een plek geworden.

Ik heb binnenkort een heel grote workshop met een groep makelaars, een grote groep mensen die ik sowieso niet snap, wat hun functie in de wereld van ruimte is. Maar dat is een heel andere discussie. Die neem ik ook hier naartoe voor een workshop. Dan zien ze hoe het ook kan, hoe je van een voormalig belastingkantoor een andere plek kunt maken. Door de energie die erin zit zie je niet meer dat het een kantoor is, maar is het een plek geworden. We geven ook lezingen, we hebben hier presentaties, je kunt hier sporten, yogalessen of ijsbad trainingen volgen. We doen heel vele binnen dit pand. Als je hier ’s nachts wilt werken, dan kan dat. Als je ’s ochtends vijf keer wilt bidden in een hoek, dan is dat ook prima. Alles is okee, en dat is een mooi vertrekpunt. Dat maakt het voor mij een heel bijzondere ruimte. Dat voel je als je binnen komt.

Verloren ruimte

We hadden het net over ruimte en energie. Voor mij is ruimte energie; je voelt dat de energie klopt. Hier is een heel fijne energie. Mensen zakken gelijk in hun lijf, gaan wat minder hoog praten, met minder bewijsdrang en komen een beetje tot zichzelf. Ik merk na een training, dat vind ik ook heel mooi, dat niemand direct op zijn telefoon gaat. Ik stuur daar ook wel een beetje op. Niet gelijk weer je hoofdkamer in, maar even in het lijf blijven. Dan zie je ook dat mensen echt contact met elkaar maken. Op dat vlak valt er qua ruimte en energie heel veel te verdienen. We hebben daar heel veel in verloren, in oprechte aandacht en oprechte liefde.

Dat geldt ook voor fysieke ruimtes. We zijn heel functioneel gaan bouwen. Ik ben er ook bang voor dat we dat nu weer gaan doen in de huidige stand van de wereld. We hebben een tekort, dus dat we dan heel functioneel, zo snel mogelijk en zo goedkoop mogelijk gaan bouwen. Dat is allemaal te begrijpen en uit te leggen, maar waar het echt om draait, de echte aandacht en echte liefde voor elkaar, komt daardoor in het gedrang.

Op het vlak van echt contact maken met elkaar valt er qua ruimte en energie heel veel te verdienen. We hebben daar heel veel in verloren, in oprechte aandacht en oprechte liefde.

Toffe ruimte

Ik ben betrokken bij veel nieuwe stedenbouwkundige projecten, dan weet je van tevoren al waar elk boompje staan en welk type gras er komt. Ik krijg daar heel veel jeuk van. Ik snap het wel, veel mensen vinden dat wel fijn en vragen daar ook om, maar we zijn wel heel hard de echtheid en creativiteit van ons allemaal eruit aan het drukken. dan gaan we met z’n allen in het bos wonen in plaats van steden, of in Meppel, worden overal tuinhuisjes gekocht en hele lappen grond. Om maar weg te gaan van dat wat we met z’n allen hebben gebouwd in steden, met de drukte en herrie. Maar de vraag is, hoe krijgen we die rust weer juist hier terug? Het is leuk dat je met een retraite een week naar Thailand gaat om dan weer 51 weken als een bezetene kan gaan werken, maar je kunt ook nadenken over hoe je die retraite hierheen kunt halen. Het is volgens mij veel waardevoller om dat op de plek te doen waar je 52 weken per jaar bent, en te zorgen dat het daar een toffe plek wordt. Dan niet een toffe plek waarvan ons verteld is dat het een toffe plek is, met precies het juiste kastje en bankje. Maar dat je in plaats daarvan echt naar jezelf toe gaat en je afvraagt wat je nou echt een fijne plek vindt.

Ik vind het heel grappig dat mensen soms een heel groot huis hebben, maar dat altijd in hetzelfde hoekje zitten. Laat dat huis gewoon zitten en houd alleen dat hoekje over. Meestal zit dan het ego nog wat in de weg. We hebben steeds minder ruimte, maar volgens mij moeten we veel meer naar échte ruimtes gaan. Daarvan mag je de definitie zelf invullen, maar daarvoor moet je eerst echt naar jezelf toe gaan, om te bepalen wat je waarden zijn, wat je echt belangrijk vindt.

Als je door het leven helemaal door elkaar wordt gerammeld en dan denkt: ‘Fuck, wat vind ik nou echt belangrijk?’ Dan ga je vanuit een andere context of ruimte redeneren.

Ruimte ontnauwen

Ik heb onlangs een gesprek gehad met een CEO en vroeg hem wat hij echt belangrijk vond. Kinderen en gezin stonden op één. Nadat we dat inzichtelijk maakten, leerden we dat hij een uur per week aan zijn gezin spendeerde. De man barstte in huilen uit, want dat had hij zichzelf nooit gerealiseerd. Dat was wonderlijk. Wel heel tof dat hij vervolgens heeft besloten om zijn leven om te gooien, minder is gaan werken in een andere functie. Als je weet wat je echt belangrijk vindt, en dat vind je niet door een keer een cursussen te volgen of door een keer in een ijsbad te stappen, dan is dat hele grote huis en die hele grote auto opeens helemaal niet meer zo belangrijk. Dat zijn wel grote keuzes. Daar gaat wat tijd overheen, of een voorval aan vooraf. Vaak een scheiding, een overlijden, vaak een negatief iets wat dan in mijn ogen een positief iets is, omdat je even helemaal door elkaar wordt gerammeld en dan denkt: ‘Fuck, wat vind ik nou echt belangrijk?’ Dan ga je vanuit een andere context of ruimte redeneren.

Er zit heel veel ruimte in ons hoofd. Heel veel. Maar we hebben het zo nauw gemaakt. Vroeger had je mensen die een gaatje in het hoofd boorden om er lucht bij te krijgen. Dat moeten we niet gaan doen met z’n allen. Maar ik snap het idee wel. We zijn ons heel erg gaan beperken in onze ruimte, ons idee en gevoel van ruimte, en onze inzichten in ruimte. ‘Zo denken we dat het hoort.’ Natuurlijk heb je als je met zoveel mensen op een bolletje woont regels nodig waar we ons aan moeten houden. Maar ik heb het idee dat er alleen maar regels bij komen. Ik gaf een presentatie aan D66 en zei hen dat het misschien een idee zou zijn dat er elke maand minimaal één regel wordt geschrapt, in plaats van dat er wordt toegevoegd. Neem bijvoorbeeld het aantal verkeersborden in de binnensteden in gebieden waar je eerst mocht wandelen en fietsen. Nu mag je er niet meer fietsen op bepaalde tijden. En daar komt steeds meer bij wat niet mag. Terwijl intussen iedereen keihard langs die borden rijdt. Je kunt beter dat bord weghalen en het gewoon laten gaan. Dan zal je zien dat het gewoon goed gaat zonder. Datzelfde gebeurt ook met stoplichten. Vaak als die worden weggehaald, gaat het veel beter dan wanneer de stoplichten er zijn, omdat door de stoplichten de frustratiegraad nogal oploopt. Zo probeer ik ook een beetje wars te zijn van regels om ruimte te creëren. Of om ruimte te maken, haha.

--

--

Marcel Kampman
Happyplaces Stories

Creates space and matter, and places that matter, in the universe of infinite possibility. Founder of Happykamping & Happyplaces Project, author, sense maker.