Hoe Lilly Flip ruimte maakt voor gesprek

Happyplaces stories

Marcel Kampman
Happyplaces Stories
7 min readSep 4, 2019

--

Lilly Flip, bovenin de ‘Waanders in de Broeren’, de boekenkerk van Zwolle.

In de zomer waren we in Noorwegen. Noorwegen is prachtig. Geweldige weldadige uitzichten, pittoreske gekleurde huisjes die weerspiegelen in het veelal azuurblauwe water, watervallen, natuur, natuur, natuur met niet zoveel wilde beesten in het gebied waar wij waren. Met rendieren in het wild alleen op de driehoekige borden, maar verder niet. Tenminste niet waar wij waren. Toen we er iemand naar vroegen kregen we een glimlach en daarna: ‘I have some in the freezer.’ Veel actief niks doen, slingerend over de bochtige wegen met achter elke bocht een nieuw onbetaalbaar uitzicht, fjorden beklimmen, bergen klauteren, in ijskoud gletsjerwater zwemmen, hiken, boeken lezen, dorpjes en steden bezoeken, klimmen en weer doorgaan. Kortom, vakantie. En dat kun je prima doen daar, in Noorwegen. We eindigden in Oslo om daar de boot uiteindelijk weer te nemen naar Kiel. Maar niet zonder eerst Oslo nog van binnen en buiten te verkennen op elektrische steps: Vikingen, Opera, zwemsteigers, parken, street art, Nou heeft Wout, mijn zoontje, een oeverloos geduld tijdens ‘shoppen’, het bezoeken van winkels zonder per se een plan of er wat te kopen, maar eigenlijk alleen interesse in alles wat gaat over voetballen, lekker eten en boekenwinkels. Dus hebben we dan ook elke Norli bezocht, naast nog een aantal onafhankelijke boekenwinkels.

Vlak voor de zomer, op de non-fictie afdeling van de Bijenkorf boekenafdeling van de Bijenkorf in Amsterdam.

Nadeel van Noorse boekenwinkels: veel waarschijnlijk en ogenschijnlijk toffe boeken, maar natuurlijk allemaal in het Noors. We hebben onderzocht of Noors niet gewoon een achterstevoren geschreven Nederlands is met meer ø, maar dat bleek het niet te zijn. Dus spraken we af dat we wanneer we weer thuis waren snel naar een grote boekenwinkel zouden gaan, de broerenboekenkerk in Zwolle. Net als in Maastricht heeft Zwolle een boekenwinkel in een kerk, ‘Waanders in de Broeren’.

In de kerk spraken we af dat hij lekker kon gaan dwalen en iets van een limiet; drie boeken was de max, maar hoe lang hij kon browsen was aan hem. Wout eet boeken. Nee, niet snacken, eten. Los van de wekelijkse Donald Ducks als snacks, alle al dan niet dubbeldikke Donald Duck pockets, Kameleons en voetbalboeken en -magazines, heeft hij ook een grote voorliefde voor boeken in de categorie ‘willen weten’. Zo leest hij nu de nieuwe uitgave van de brieven van Van Gogh en de biografie van Leonardo da Vinci. Die nieuwsgierigheid heeft hij altijd al gehad, lezen neemt hem mee in andere werelden waarin hij kan verdwalen en uitvinden hoe dingen werken, hoe het allemaal zit.

Willen weten

Het duurde dus ook niet lang voor ik hem zag rondwandelen op de etage met die naam in de kerk, ‘willen weten’. Met alle boeken over maatschappij, politiek, wetenschap, etc. Ik besloot eens te gaan kijken op de bovenste verdieping. In de kerk zijn vier verdiepingen gemaakt en alle keren dat ik er ben geweest, was ik eigenlijk nog nooit op een andere verdieping geweest dan de begane grond. Meestal blijf ik al haken bij de magazine muur direct bij de entree. Ik liep de zigzaggende trappen op naar boven. Die bovenste verdieping bleek nog een café te zijn, nu niet open. Terwijl ik de plafondschilderingen aan het bekijken was en het uitzicht over de winkel kwam er ook een dame naar boven. Zo te zien had ze dezelfde missie als ik, boven kijken omdat het kan. Toen ze me passeerde zei ze: ‘Ain’t it a beautiful building for a bookstore?’ Ik knikte en vertelde haar dat als ze, want ze was duidelijk niet Nederlands, nog gelegenheid had om te reizen en boekenwinkels in kerken iets was wat ze waardeerde, zeker dan ook Dominicanen in Maastricht zou moeten bezoeken. Tikje om vanaf Zwolle, maar meestal is dat voor mensen van buiten Nederland een minder groot probleem. Ondanks dat we in een heel klein land wonen vinden we al snel alles ver. Nou ja, zij nu dus ook, was geen deel van haar missie. Ze bezocht een aantal onbekendere plekken dan Amsterdam. Zoals Zwolle. En ging aansluitend dan ook nog naar museum de Fundatie en dan nog door naar Groningen. Het was gelijk een leuk gesprek. Ze vroeg of we misschien even konden gaan zitten, want ze moest nog genoeg lopen. Prima. Wout was toch nog lang niet uitgeboekenwinkeld.

Ze vertelde dat ze uit Engeland kwam. Naast dat ze ook een mix was van achtergronden, Italiaans en Oekraïens. We belandden in allerlei onderwerpen, allemaal voorzien van levendige anecdotes. Ze vertelde dat ze kunstenares was. Ze vertelde dat ze een vintage spullen winkel had. Ze vertelde dat ze net weer gestart was met schilderen, vooral bloemen en hoe ze dat vooral voor zichzelf deed. Maar dat ze misschien haar werk kon exposeren ergens. Waar ze over twijfelde, want ze moest dan drie werken hebben. Dat was niet helemaal de opzet van het weer gaan schilderen, maar ze overwoog het wel. Ze liet haar werken zien op haar telefoon. Zonnige zonnebloemen, daar is niemand tegen. Ze vertelde hoe ze van alles wat ze meemaakt notities maakt, ook van haar reis tot nu toe. Kleine poëtische zinnetjes die achter elkaar een impressie van de dag vatten. Een mix van wat ze zag, waarnam en gedachten. Dat het haar ook wat hielp omdat ze al voorbij 50 was en zo levendiger kan herinneren, maar ook haar belevenissen riker met andere kan delen. Vanuit mijn geheugen:

‘Een Libanees gezin met drie kinderen, ‘three cheeky funny happy sons, mum and dad’. Vinden een plek in een vreemd land. Gelukkig wegens een shoptrip met hun drie mooie jongens. Ze lachen en hebben plezier. De Nederlanders maken hele hete thee. The vriendelijke conducteur bracht me thee als een aardig gebaar en help me op weg. Ik heb de heel hete thee op mezelf gemorst, ik check mijn brandwonden wel wanneer ik op mijn bestemming Zwolle ben over 25 minuten. Nederlandse treinen rijden op tijd. Het is donker en ik kan het uitzicht niet zien.’

We raakten aan de praat over dat gezin. Ik vertelde haar dat ik van geluksprofessor Ruut Veenhoven heb geleerd dat je niet kunt zien dat mensen gelukkig zijn.

Maar dat je vaak wél kunt zien dat mensen een moment van geluk hebben, omdat ze dan vaak lachen, maar dat het niet zoveel zegt over hun structurele geluk. Zo kregen we het over Happyplaces als project. Ik vertelde haar over mijn nieuwsgierigheidsonderzoek, hoe ik met inmiddels verschrikkelijk veel mensen heb gesproken en die regelmatig dan ook film. Zij vertelde ook dat ze altijd met iedereen een praatje maakt, dat ze dat eigenlijk het liefste doet. Ik gaf haar aan dat het voor mij soms best lastig kan zijn om met mensen van andere afkomsten en culturen gelijk gelijkwaardig in gesprek te kunnen, dat ik streef naar een zo rijk mogelijke vertegenwoordiging van zoveel mogelijk verschillende mensen op allerlei manieren. Maar dat ik soms ook aanloop tegen het feit dat ik man, westers en wit ben. En ik qua taal beperkt ben tot Nederlands en Engels. Waarop ze opveerde en me vertelde hoe zij dat doet. Want ook al was ze die mix van Engels x Oekraïens x Italiaans, daarmee was ze ook geen van die drie helemaal. Daarom had ze zichzelf iets aangeleerd dat ze met me deelde:

‘Learn yourself a sentence in the other language. Something simple like ‘Hello, how are you?’ Omdat je daarmee laat zien dat je moeite doet, en dus meer bent dan wat mensen van je zien. Ineens is er dan iets gemeenschappelijks, iets gelijkwaardigs en is dat wat ogenschijnlijk anders is ineens meer gelijk. Dat schept ruimte, want dat maakt de ruimte tussen mensen kleiner. Zo raakte ze met iedereen in gesprek en had ze al talloze mooie gesprekken gehad. Ze sprak een aantal zinnentjes uit ter illustratie.

Leer een zin in een andere taal. Simpel.

Wout stond ineens achter me. Iets van drie kwartier later. Hij had drie boeken gevonden. Hij ging nog een laatste rondje doen. Ik stelde me voor aan Lilly. Wout ook. Dat hadden we nog niet gedaan.

‘Lilly Flip.’

Meer dan aangenaam. Ik vroeg haar of ik een foto van haar mocht maken. Dat mocht, als ze dat ook van mij mocht. Ook dat mocht. Dan kon ze er wat bij schrijven. Dat was ook mijn idee, dus vroeg haar of ik haar misschien ergens kon contacten, zodat als ik wat ging schrijven ik het met haar kon delen. Het beste was Facebook, wat ze niet actief deed maar voornamelijk om contact te houden met de familie in Italië enzo. Prima. We knuffelden bij de trap. Zij onderweg naar de musea, ik naar Wout. Drie boeken afrekenen.

Thank you for taking the time to read the article and/or watch the video. I hope that you enjoyed it. If you did, don’t forget to hit the clap button (the icon of the hands below or on the left side of your screen) so I know I connected with you. Follow me here on Medium to automagically see new stories pop up on your Medium homepage. Or follow me on LinkedIn, I also share updates and stories there. Thank you for your support!

--

--

Marcel Kampman
Happyplaces Stories

Creates space and matter, and places that matter, in the universe of infinite possibility. Founder of Happykamping & Happyplaces Project, author, sense maker.