Hoe Nora van der Linden ruimte op het veld houdt

Happyplaces Stories (video)

Marcel Kampman
Happyplaces Stories
11 min readJan 15, 2023

--

Ik trof Nora van der Linden op kantoor op het Marineterrein in Amsterdam, aan de vooravond van een grote ommezwaai om een nieuwe ruimte te gaan verkennen. Na twaalf jaar gewerkt te hebben aan grote maatschappelijke vraagstukken bij Kennisland waarvan zes als directeur, werd het tijd voor een andere omgeving, om vanuit een andere rol te werken aan wederom grote maatschappelijke vraagstukken. Vanuit haar overtuiging dat het anders moet. En omdat het anders kan, want dat heeft ze vaak van dichtbij mee-gemaakt — in beide betekenissen van mee-maken. Want mensen verstaan elkaar niet goed, als we al naar elkaar luisteren. Want we zien elkaar niet goed, als we naar elkaar kijken. En we begrijpen elkaar niet goed als we dezelfde ruimte zijn met elkaar. Dat maakt samenleven een continue dialoog, maar die voeren we niet de hele tijd. Daarom focust Nora graag op het proces en niet op het resultaat, omdat mensen juist in het proces elkaar ontmoeten, horen, zien en leren kennen. Verder spraken we over hoe door niet meer directeur zijn er nieuwe ruimte ontstaat om op een andere manier nieuwe ruimte te vinden. Want voor vernieuwing is ook verandering nodig.

Nora was directeur en senior adviseur sociale innovatie van Kennisland, een organisatie die is gespecialiseerd in het onderzoeken en ontwerpen van maatschappelijke vooruitgang. Kennisland zet verschillende instrumenten, methodieken en veranderstrategieën in om de collectieve intelligentie van de samenleving beter aan te spreken. Onder leiding van Nora heeft Kennisland zich steeds meer gericht op thema’s, projecten en samenwerkingen die nadruk leggen op kansengelijkheid, gelijkwaardigheid en inclusiviteit. Daarbij gaat Kennisland uit van de kennis en ervaring van mensen die het dichtst op het vraagstuk zitten, zoals leraren, verpleegkundigen en bewoners, maar ook beleidsmakers, bestuurders en wetenschappers.

Nora ontwerpt nieuwe aanpakken, strategieën en interventies voor complexe maatschappelijke vraagstukken. Dat doet ze met veel praktijkervaring, die ze weet te verbinden aan bestuurlijke uitdagingen en systemische oplossingen. Voor haar staan altijd de volgende vragen centraal: hoe kun je mensen die problemen ervaren betrekken bij het oplossen ervan? En hoe kun je die oplossingen vervolgens inzetten om beleid, procedures en regels zo te veranderen dat mensen er beter van worden en de samenleving gelijkwaardiger? Ze verandert misschien van omgeving, maar diezelfde vragen blijven centraal staan.

Het transcript is licht bewerkt om leesbaarheid te verbeteren.

Ruimte op het veld

Ik ben een voetballer. Ruimte is dan best wel belangrijk. Als je een goed team bent, dan zorg je dat er veel ruimte is op het veld. Als metafoor misschien, maar ook wel letterlijk. Er moet ruimte zijn om een spel te kunnen creëren. Dat was mijn eerste associatie bij jouw vraag. De fysieke ruimte nodig hebben om iets te kunnen doen, om elkaar in die ruimte te vinden, ruimte te creëren, de ruimte in te lopen, in de ruimte te spelen — dat was het eerste waar ik aan dacht. Het is heel leuk en het geeft heel veel energie als dat lukt, wanneer je met elkaar in een ruimte iets moois kunt doen.

Als je een goed team bent, dan zorg je dat er veel ruimte is op het veld. Als metafoor misschien, maar ook wel letterlijk. Er moet ruimte zijn om een spel te kunnen creëren. (…) Als er een sterspeler is en alle ballen gaan naar die sterspeler, maakt dat het team niet per se beter.

Maar er zit ook altijd frictie bij ruimte — bij mij zit er altijd ook frictie bij ruimte, als ik dan bijvoorbeeld denk hoe je dan bijvoorbeeld professioneel doet. Het ruimte creëren met elkaar. Dat betekent dat je niet teveel ruimte moet innemen. Dat zie je ook bij voetbalteams. Als er een sterspeler is en alle ballen gaan naar die sterspeler, maakt dat het team niet per se beter. Daar zit best wel spanning in vind ik, als je in een bepaalde positie zit waar je ruimte moet innemen en ruimte moet creëren. Dat is iets waar ik veel mee bezig ben, met hoe je kunt zorgen dat er ruimte is voor anderen, maar dat er tegelijkertijd ook de verwachting is dat je ruimte inneemt. Dat je op bepaalde momenten ergens iets van vindt, er iets over zegt, de ruimte pakt, claimt of inneemt. Het is de setting bij een professioneel team, waarin ik nu een tijd in heb geopereerd bij Kennisland.

Er zit best wel spanning in vind ik, als je in een bepaalde positie zit waar je ruimte moet innemen en ruimte moet creëren. Dat is iets waar ik veel mee bezig ben, met hoe je kunt zorgen dat er ruimte is voor anderen, maar dat er tegelijkertijd ook de verwachting is dat je ruimte inneemt.

Dat is meer mijn professionele afweging over ruimte, hoe je ervoor zorgt dat je misschien ook wel, gelijk aan de voetbalmetafoor, ruimte kunt creëren om iets moois in te maken. Dat is een continue zoektocht. Daar is niet een manier voor, daar is niet een spel voor. Er geen geen blauwdruk voor. Maar misschien zijn er wel bepaalde principes voor hoe je dat moet doen.

Ruimte om deel te nemen

Waar ik ook aan moet denken bij het begrip ‘ruimte’, is meer het werk inhoudelijk wat we doen bij Kennisland, en waar ik me de afgelopen jaren heel druk om heb gemaakt. Namelijk dat er ruimte moet zijn voor mensen om bij te dragen, deel te nemen aan de maatschappij. Dat er ook ruimte is voor mensen om aan tafel te zitten bij grote maatschappelijke vraagstukken om mee te ontwerpen, mee te creëren, mee uit te voeren, mee te onderzoeken. Dat is wat we bij Kennisland proberen, om op die manier ruimte te maken voor mensen.

Er moet ruimte zijn voor mensen om bij te dragen, deel te nemen aan de maatschappij. (…) Ook daar zit weer spanning in. De mensen die normaal gesproken die ruimte innemen, die moeten ook minder ruimte innemen. Wij moeten ook minder ruimte innemen.

Ook daar zit weer spanning in. De mensen die normaal gesproken die ruimte innemen, die moeten ook minder ruimte innemen. Wij moeten ook minder ruimte innemen. Je zit ook altijd met de worsteling of je facilitator bent, of dat je inhoudelijk betrokken bent — je bent het allemaal. In welke rol je zelf aan tafel zit is een continue zoektocht. Wanneer spreek je je uit, of hoe zorg je ervoor dat er ruimte is voor anderen om zich uit te spreken. Hoe zorg je er voor dat de principes die daar achter zitten in praktijk brengt, zoals gelijkwaardigheid, inclusie, gelijke kansen en dergelijke mooie begrippen.

Ruimte laten

Je moet ook je eigen waarde bewijzen natuurlijk, dus je moet altijd wel een ruimte innemen. Daar zit ook een kwestie van ruimte maken en ruimte nemen, met daarachter weldoordachte ideeën en principes over wat nou een echte inclusieve maatschappij is en hoe we daar aan kunnen werken met elkaar. Ik denk dat het een gemeenschappelijke maatschappelijke zoektocht is naar niet alleen maar ruimte claimen voor mensen die dat misschien niet hebben, maar dat we ook het gesprek moeten voeren hoe we zelf minder ruimte innemen.

Ik denk dat het een gemeenschappelijke maatschappelijke zoektocht is naar niet alleen maar ruimte claimen voor mensen die dat misschien niet hebben, maar dat we ook het gesprek moeten voeren hoe we zelf minder ruimte innemen.

Minder dus. Misschien moeten we bijvoorbeeld ook kijken hoe er minder mensen naar de universiteit gaan van de ene groep, zodat er meer van de andere groep kunnen gaan. Maar ook minder verspillen… Het heeft allemaal met elkaar te maken. Hoe zorgen we ervoor dat het gelijker verdeeld is in een wereld die ook schoner en duurzamer moet worden? Dat speelt ook erg door in het werk dat we doen, die vraagstukken over ruimte en met wie je dan samen gaat werken aan oplossingen. Het is ook niet zo dat het establishment, de bestuurders, de beleidsmakers of degenen die aan wat voor knoppen dan ook draaien niet meer nodig hebben. Maar we moeten wel op een andere manier gaan organiseren met elkaar. Die zoektocht, daar zitten we middenin.

Ruimte door verandering

Ik ga ruimte maken bij Kennisland, doordat ik ga stoppen. In die zin valt het wel heel mooi samen met je vraag over ruimte. Zo voelt het ook wel. Het is niet alleen tijd voor mij om verder te gaan, maar ook goed om ruimte te maken voor weer wat anders bij Kennisland. Mijn bedoeling is om wat meer bij publieke sector organisaties te gaan werken, wat dichter op de uitvoering. Ik wil meer leren hoe die systeemwereld werkt, van binnenuit.

Het is niet zo dat ik daar bij Kennisland niet mee bezig was, maar als club met vernieuwers zijn we altijd vooral met de voorhoede bezig. Met organisaties in de publieke sector die ook wat anders willen. Ik ben heel nieuwsgierig naar al die gemeentes en organisaties die niet bij Kennisland aankloppen. Dat zijn de meeste. Hoe het daar werkt van binnenuit, welke knoppen er zijn waar je aan kunt draaien als je wilt dat het anders gaat. Of dat een gemeente meer gaat samenwerken met bewoners. Of een zorginstelling beter met cliënten en families zorg gaat vormgeven. Wat gebeurt er eigenlijk binnen die organisaties? Wat kan ik dan met mijn ervaring en achtergrond bijdragen? Daar ben ik heel nieuwsgierig naar. Ook weer een beetje vanuit een andere rol. Zoals gezegd, dichterbij de uitvoering, zelf ook uitvoerender. Nieuwe dingen leren en ook even geen directeur meer zijn.

Door met andere mensen aan tafel te zitten, door andere perspectieven te horen, andere verhalen te horen, gebeuren er ook andere dingen die je niet van tevoren kunt bedenken. Dat moet af en toe gebeuren. Soms moet er iets doorbroken worden.

Wat overigens superleuk is, directeur zijn, dat heb ik met heel veel plezier gedaan, en ik sluit niet uit dat er ooit weer zo’n soort rol gaat komen voor mij. Maar als we het over ruimte hebben, geeft het ook wel ruimte om van die rol af te zijn. Omdat je dan ook altijd aan staat en alle problemen, groot of klein, op je bordje terecht komen op een bepaald moment. Dat is niet erg, gedoe is er altijd en overal en ook dat is leuk om op te lossen en beter te maken, maar ik ga dat nu op een andere manier doen.

Ik laat Kennisland met heel veel vertrouwen achter. Er zit een heel goed team, dat heel goed aan het werk is. Maar het is een goed moment om ruimte te maken en dat ook te kijken wat er weer gebeurt als je ruimte maakt, er iemand anders komt. Misschien gaat het team zich ook wel weer anders opstellen. Er gebeuren dan altijd onverwachte dingen als je ruimte maakt. Dat zie je echt in het werk wat we doen. Door met andere mensen aan tafel te zitten, door andere perspectieven te horen, andere verhalen te horen, gebeuren er ook andere dingen die je niet van tevoren kunt bedenken. Dat moet af en toe gebeuren. Soms moet er iets doorbroken worden. Dat voelt voor mij nu ook zo. Als je lang ergens zit, dan wordt het ook een groot iets, wat het misschien helemaal niet is. Dat zullen we wel zien. Het is in elk geval goed om af en toe jezelf een schopje te geven.

Ik doe dit werk vanuit de overtuiging dat het beter kan. Er zijn zoveel mogelijkheden. Er zijn zoveel problemen. Er zijn zoveel ‘wicked problems’, ingewikkeldheden, waarbij alles met elkaar samenhangt. Zeker als je het hebt over het klimaat, migratie en andere heel grote maatschappelijke ontwikkelingen. Die uitdagingen zijn zo groot dat je ze niet direct kunt oplossen.

Maar daarbinnen zijn er een boel dingen die we wél kunnen doen. Zoals bijvoorbeeld veel beter voor mensen zorgen door ze veel meer mee laten doen. Daar zitten ook weer allerlei neveneffecten aan. Dat gaat ook over eigenaarschap en zelfvertrouwen, maar ook polarisatie. Mensen luisteren naar verhalen van andere mensen. We moeten zorgen dat een overheid dat ook doet, ook op lokaal niveau — snappen dat mensen moeite hebben rondkomen, of met stikstofbeleid. Ik denk dat we een heleboel dingen beter kunnen doen en dat het ook niet allemaal ‘wicked’ is, want door dingen zo te framen verlamt dat ook. Sommige dingen kunnen we echt wel oplossen met elkaar. Daarvoor kunnen we het beter maken: Nederland, de samenleving, lokale gemeenschappen. We kunnen hier een heleboel in doen met elkaar. Daar zit mijn overtuiging, dat dat kan. Het is heel leuk om daaraan te werken.

Ruimte aan tafel

Waar het mis gaat? We hadden het er even over hoe je een rol niet bent, maar dat je bovenal een mens bent. Ik denk dat we dat soms vergeten, dat we teveel in onze rollen zitten. Ik denk niet ‘als we maar allemaal gewoon als mensen met elkaar omgaan, alles wordt opgelost’, zeker niet. Want er zijn tussen mensen ook veel onenigheden. We zijn verleerd om goed te luisteren en gewend om veel te praten en dus om ruimte in te nemen, in plaats van soms iets maar even te laten en te kijken wat er gebeurt. Of om te vertrouwen op een verhaal van iemand anders.

Waar het mis gaat? Je bent bovenal mens, niet een rol. Ik denk dat we dat soms vergeten, dat we teveel in onze rollen zitten.

Ik denk dat we het faciliteren van de mogelijkheden van mensen om weer met elkaar aan tafel te zitten, om verhalen leidend te laten zijn en te leren van die ervaringen, te weinig gebeurt. Er is heel veel gevangen in cijfers, het streven naar bepaalde cijfers en er is heel weinig oog voor wat er dan met mensen gebeurt als we streven naar bepaalde cijfers en mensen daaraan ondergeschikt maken. Veel beleid gaat uiteindelijk ook over cijfers en over het werken naar uitkomsten en prestaties, maar kijkt veel te weinig naar het weefsel van de samenleving en hoe dat vitaal blijft en wat daar voor nodig is. Ik bedoel niet dat statistisch of kwantitatief onderzoek niet nodig is. Maar wel dat we te weinig oog hebben voor mensen.

We zijn verleerd om goed te luisteren en gewend om veel te praten en dus om ruimte in te nemen, in plaats van soms iets maar even te laten en te kijken wat er gebeurt. Of om te vertrouwen op een verhaal van iemand anders.

We moeten op een andere manier komen tot besluitvorming. We moeten op een andere manier weer gaan snappen wat er speelt in de samenleving. Waarom sommige mensen boos zijn, steeds meer mensen boos zijn en geen vertrouwen hebben. Laten we het begrijpen, in plaats van het allemaal weer zelf gaan uitleggen en daarmee weer zelf ruimte in te nemen in plaats van mensen te laten praten en dan te luisteren. Dat is geen analyse die hele nieuw is. Het is iets wat we nu heel veel horen. De vraag is dan wel hoe je dat op een goede manier gaat doen en het op een manier gebeurt die impact heeft en groter is dan alleen maar een buurthuis waar mensen aan tafel zitten. Dat het ook gebeurt zodat het structureler is en meer impact heeft, en een overheid en organisaties er ook mee uit de voeten kunnen. Dat is een vraag die besproken moet worden op allerlei tafels, ook op bestuurderstafels en beleidstafels.

Thank you for taking the time to read the article and/or watch the video. I hope that you enjoyed it. If you did, don’t forget to hit the clap button (the icon of the hands below or on the left side of your screen) so I know I connected with you. Follow me here on Medium to automagically see new stories pop up on your Medium homepage. Or follow me on LinkedIn, I also share updates and stories there. Thank you for your support!

--

--

Marcel Kampman
Happyplaces Stories

Creates space and matter, and places that matter, in the universe of infinite possibility. Founder of Happykamping & Happyplaces Project, author, sense maker.