Hoe Roland van der Vorst ruimte maakt door goed te luisteren
Happyplaces Stories (video)
Ons eerste contact stamt uit augustus 2021. Suzan Massier, toen ook werkzaam bij Rabobank, leek het een goed idee dat we elkaar eens zouden ontmoeten. Dat vond ik ook, want volgde hem al een tijdje. Ik zocht contact met Roland met Suzan als schoenlepel.
Sinds die tijd mailden we heen en weer, en probeerden we met hulp van assistenten tot een fysieke afspraak te komen. ‘Laten we intussen eerst bellen.’ Om goed mijn hoofd bij de beeldbelafspraak te hebben, parkeerde ik de auto ergens op een parkeerplaats langs de snelweg, om niet te hoeven luisteren én rijden met 120 kilometer per uur.
Roland vertelde over zijn affiniteit met het onderwerp ruimte, hoe dat voor hem gaat over ruimte in je geest. Dat ruimte houden en open blijven veel minder te maken heeft met de omstandigheden waarin je zit en veel meer te maken heeft met het vermogen om ruimte te creëren in je hoofd en dus echt bij jezelf begint. Hij vervolgde toen hoe hij strikt een planning aanhield met strakke tijdblokken om het zo voor zichzelf met alles wat hij doet goed te laten functioneren. Voor we het wisten was dat moment alweer voorbij ‘want de boeren in de VS van de volgende meeting staan te wachten’, en maakten we in de laatste minuut een afspraak voor een lang gesprek, fysiek, op een ander moment.
Steeds dichterbij kwam vervolgens de wandeling in Nationaal Park Zuid-Kennemerland, in Overveen. ‘Jullie treffen elkaar op de parkeerplaats,’ schreef zijn secretaresse. Maar toen ging het weer zich ermee bemoeien en werd de geplande wandeling een koffie in een café in Haarlem. Dat was niet de ideale setting om iets op te nemen, wel voor een fijne eerste kennismaking. We spraken opnieuw af. Wederom met het plan te gaan wandelen. Op dezelfde plek, dezelfde parkeerplaats. Toen ik onderweg was naar Haarlem belde Roland. Het weer weer. We gingen opnieuw niet wandelen, maar spraken af bij hem thuis, op zijn werkkamer die ik herkende als de achtergrond van toen we ooit beeldbelden. Omgeven door boeken verkenden we verschillende perspectieven op ruimte en namen een goed deel op.
Het transcript is licht bewerkt om de leesbaarheid te verbeteren.
Oefenen voor ruimte in je hoofd
Ruimte. Als ik denk aan ruimte, dan denk ik niet aan brede stranden of grote weiden of blauwe luchten. Als ik denk aan ruimte, dan denk ik aan ruimte in mijn hoofd. Voor mij zit ruimte hier. Je kunt je in principe vrij voelen in een badkamer. Als je maar ruimte hebt en je hoofd vrij is en ruimte heeft. Ik denk dat dat een van de uitdagingen is van deze tijd, dat we onszelf die ruimte niet gunnen. Of dat we niet meer weten hoe we die ruimte moeten creëren. Ik denk dat dat misschien wel een van de grote kenmerken is van deze tijd, van de afgelopen 15 jaar.
Als ik denk aan ruimte, dan denk ik niet aan brede stranden of grote weiden of blauwe luchten. Als ik denk aan ruimte, dan denk ik aan ruimte in mijn hoofd. (…) Ik denk dat dat een van de uitdagingen is van deze tijd, dat we onszelf die ruimte niet gunnen. Of dat we niet meer weten hoe we die ruimte moeten creëren.
Het heeft voor een deel te maken met digitalisering. Een van de nadelige effecten van digitalisering is dat we ons enorm zijn gaan fixeren. Op de volgende impuls die we krijgen vanuit onze telefoon, maar dat we ook ons denken fixeren. Een van de interessante dingen is dat mensen tegenwoordig via apps toegang hebben tot heel veel partners. Er zijn heel veel dating apps. In plaats van dat te omarmen zie je tegelijkertijd dat mensen zich steeds meer fixeren op de ideale huurlijkskandidaat. Aan de ene kant zie je al die mogelijkheden die je in principe zou hebben en aan de andere kant zie je een enorme fixatie op het ideaal. Dat is een heel paradoxale gedachte.
Je ziet hetzelfde met hoe wij informatie verwerken. We hebben heel veel toegang tot heel veel verschillende soorten informatie. Maar in plaats van dat we onszelf daaraan laven, zie je dat we toenemende mate ons standpunt verstarren. Dat is een heel interessante beweging. Digitalisering geeft ons heel veel mogelijkheden, heel veel verandering. Maar in plaats van daarin mee te gaan en te bewegen, je hoofd de ruimte laten zijn en de ruimte in te laten nemen als gevolg van al die impulsen, gebeurt het tegenovergestelde. We fixeren ons op de ideale huwelijkskandidaat, op ons eigen standpunt, op die ideale baan. Als je de fixatie loslaat of in staat bent om die fixatie los te laten, ontstaat de ruimte. Voor mij is dat ruimte. Om kunnen gaan met de neiging die je bijna automatisch krijgt ‘aangereikt’, zou je kunnen zeggen, om je denken te fixeren.
Als je de fixatie loslaat of in staat bent om die fixatie los te laten, ontstaat de ruimte. Voor mij is dat ruimte. Om kunnen gaan met de neiging die je bijna automatisch krijgt ‘aangereikt’ om je denken te fixeren. (…) Het daarmee omgaan heeft voor mij te maken met ruimte creëren. In toenemende mate heb je daar oefening voor nodig.
De paradox is dat de wereld is onzeker en veranderlijk is. Het is niet zozeer die veranderlijkheid die het probleem is, het is onze neiging om ons vast te klampen aan iets. Juist omdat dingen zo veranderen. Op het moment dat je je vast klampt aan iets, en fixeert aan iets, dan vernauwt de geest zich. Dan krijg je een nauwere geest. Dat leidt heel makkelijk tot angst, want die wereld verandert wel door. Maar jij hebt vastgehouden aan dat ideaal. Als je een ideaalbeeld van je vrouw, man of partner hebt, dan is er niet zoveel ruimte meer voor die partner om te veranderen. Waarom niet? Omdat dat niet past in het ideaal dat je hebt vastgemaakt of vastgekleefd in je hoofd. Het daarmee omgaan heeft voor mij te maken met ruimte creëren. In toenemende mate heb je daar oefening voor nodig.
Nu zijn we volledig gefixeerd op de korte termijn en de appjes en de voorstellen en de suggesties die we krijgen. Waardoor we moeite moeten doen, aandacht moeten hebben om ruimte te creëren. Het lijkt wel alsof we een nieuwe vaardigheid moeten aanleren. Dat we expliciet moeten nadenken over hoe je die ruimte creëert.
Een boer kon 40 of 50 jaar geleden terwijl hij op zijn land werkte en zijn geest de vrije loop laten gaan omdat hij opging in de activiteit. Nu zijn we volledig gefixeerd op de korte termijn en de appjes en de voorstellen en de suggesties die we krijgen. Waardoor we moeite moeten doen, aandacht moeten hebben om ruimte te creëren. Het lijkt wel alsof we een nieuwe vaardigheid moeten aanleren. Dat we expliciet moeten nadenken over hoe je die ruimte creëert. Dat is denk ik ook vrij uniek voor deze tijd. Die ruimte in je hoofd werd voor een deel, voor sommige mensen ook, gecreëerd in de beleving van religie of geloof. In zingen, samen naar de kerk gaan. Tuurlijk, dat heeft de connotatie van verstarring, want er werd een bepaald wereldbeeld ingedrukt. Maar tegelijkertijd was de hele liturgie ook een vorm van bevrijding voor veel mensen. Doordat je samen aan het zingen was, ontstond er ook ruimte. Omdat je een plek had waar het dagelijks leven geen toegang toe had of het dagelijks leven even op afstand werd gezet, ontstond er alleen door die plek al ruimte. Die plekken hebben we ook bijna niet meer. We moeten moeite doen om die plek weer te vinden. Daarom gaan we bijvoorbeeld de natuur in. Maar wat doen we als we in de natuur gaan zitten of gaan lopen? Dan gebruiken we een stappenteller en fixeren we ons ook daar weer op een doel dat we willen hebben met het feit dat we gaan wandelen in plaats van dat we wandelen. Om ruimte te creëren moet je soms ook van die verstarde doelen afwijken en de activiteit de activiteit laten.
Je ziet dat het hele moderne leven omgeven wordt met allerlei stimuli die uitnodigen tot fixatie. Als je die fixatie loslaat, dan ontstaat de ruimte. Als je het doorziet, als je ziet dat het gebeurt en daar op afstand naar kunt kijken, ontstaat er ruimte. Daar moet je actief aan werken.
Een van de interessante dingen is dat elke technologie erop gericht is om een bepaald doel te realiseren. Een hamer heeft het doel om dingen kapot te slaan of te maken. Een auto heeft als doel om weg te rijden. Maar die technologieën hebben ons zelf op zichzelf niet doelgerichter gemaakt. Ze hebben ons wel de mogelijkheid gegeven om het doel te realiseren, maar we zijn er niet per se zoveel doelgerichter door geworden. Dat is het verschil met digitalisering. Omdat we alles meten, omdat we gaan we makkelijk de neiging hebben om dat te willen verbeteren. Omdat we dingen willen verbeteren fixeren we ons op het doel in plaats van dat we gewoon gaan wandelen. In plaats van dat we gewoon spelen, kijken we naar het scorebord. Waarom? Omdat er zoveel scorebordjes zijn tegenwoordig. Je ziet dat het hele moderne leven omgeven wordt met allerlei stimuli die uitnodigen tot fixatie. Als je die fixatie loslaat, dan ontstaat de ruimte. Als je het doorziet, als je ziet dat het gebeurt en daar op afstand naar kunt kijken, ontstaat er ruimte. Daar moet je actief aan werken.
Focusruimte
Ik doe dat zelf door te kijken of ik oog kan hebben voor mijn blinde vlekken. Wat je hier achter me ziet zijn boeken die elkaar op alle mogelijke manieren tegenspreken. Vakgebieden die heel anders naar zaken kijken. Dat is voor mij een manier om ruimte te creëren. Meditatie is een andere manier. Ik kom net terug van een sesshin. Daarbij ga je vier dagen stil op een kussen zitten en kom je ongeveer acht uur per dag niet van je plek af en mediteert. Dan gebeurt er natuurlijk van alles in je hoofd. Gaat het hoofd alle kanten op. Zijn er allerlei gedachtes. Voor je het weet wil je die gedachtes ook vastpakken en daarop voortbouwen. Maar na twee, drie uur, zeker als je wat geoefend bent, dan zie je dat die gedachtes langzaam aan hun weg wel vinden en dat je daar naar kunt kijken. Je zou kunnen zeggen, dat dan langzaam die fixatie loskomt en dat er een vorm van openheid ontstaat en ruimte in je geest. Dat zijn allemaal manieren hoe ik ruimte creëer.
Als je ruimte wil creëren in je hoofd, moet je moet focussen. Dat is anders dan we gewend zijn te denken. (…) Door je te focussen verruimen dingen zich.
Ik bedacht me gisteren toevallig iets interessants. Wat heb je nou nodig om ruimte te creëren in je hoofd? Wat je nodig hebt is focus. Wat heel contra-intuitief is. Want je zou juist denken dat je om ruimte te creëren je juist niet moet focussen. Zoals bijvoorbeeld focussen op onwelgevallige dingen, zoals boeken die elkaar tegenspreken. Wat ik in de innovatie afdeling bij de bank echt probeer te belijden is het idee dat je actief luistert naar dingen die je niet wil horen. Dat is voor mij waar innovatie begint. Daarvoor moet je jezelf open stellen voor dingen die niet kloppen bij wat je misschien wel denkt of die je misschien wel niet wil horen. Het is interessant, je focust je dus eigenlijk op iets en door die focus ontstaat er ruimte. Hetzelfde gebeurt bijvoorbeeld bij meditatie. Ik doen aan zazen, een Zen-boeddistische vorm van meditatie. Dat is niets anders dan focussen op je adem. Als je niet focust, ga je alle kanten op en verstar je juist. Dan ga je op één gedachte zitten en die gedachte gaat dan door en door. Maar als je je wel focust op je adem, ontstaat er ruimte. Als je ruimte wil creëren in je hoofd, moet je focussen.
Dat is anders dan we gewend zijn te denken. Bijvoorbeeld bij hoe wij dingen waarnemen. Als ik een boom zie en ik focus op die boom dan ontstaat er sluiting. Met andere woorden, ik zie één ding heel scherp en daaromheen niet. Dat is wat de visuele focus doet. De visuele focus die zorgt ervoor dat de rest eigenlijk onscherp wordt, dat je omgeving onduidelijker wordt. Je zou kunnen zeggen dat je visuele focus zich vernauwt. Bij het denken, bij je geest, is het net andersom. Door je te focussen verruimen dingen zich. Dat vind ik machtig interessant, hoe dat werkt. Je moet blijkbaar moeite doen om ruimte te creëren in je hoofd door je op bepaalde dingen te focussen.
Door te focussen verdwijnt het verleden en het toekomst en is het enige wat telt het moment, de handeling, de activiteit zelf. Doordat je dat doet, word je heel intuïtief en opent de geest zich voor mogelijkheden die je daarvoor misschien niet zou hebben.
Een ander voorbeeld is bijvoorbeeld de focus op de activiteit. De Zen-boeddhistische filosoof Dogen heeft veel boeken geschreven. Hij beschrijft in een van zijn boeken een heel hoofdstuk lang het werk van een kok. Alle handelingen die een kok doet, wat die ook doet. Heel precies beschrijft hij dat. Het is echt een filosoof, dus dat zijn best soms ondergrondelijke stukken. Hij beschrijft zelfs ergens, maar dat heb ik me laten vertellen, heb ik zelf nog niet gezien, hoe je je kont moet afvegen. Heel specifiek. Hij zegt dat in de focus op die handeling de beoefening zit. Met andere woorden: je maakt je hoofd vrij door je te focussen op de handeling. Je ziet dat bijvoorbeeld ook bij voetballers, of als je aan het sporten bent, dat je niet op het scorebord kijkt maar naar de handeling zelf. Het verleden en het toekomst verdwijnen en het enige wat telt is het moment, de handeling, de activiteit zelf. Doordat je dat doet, word je heel intuïtief en opent de geest zich voor mogelijkheden die je daarvoor misschien niet zou hebben. Je zou zeggen dat een voetballer die heel intuïtief is een hele ruime geest heeft. Waarom? Omdat hij niet bezig is met het verleden en niet met de toekomst, maar hij is bezig met de activiteit zelf. Dat is wat hem of haar focus geeft en daarmee dus ook ruimte geeft. Dat vind ik fascinerend.
Moeite doen
Bij ‘ruimte in de geest’, denk je misschien: ‘Ik ga gewoon wandelen, en dan zie ik wel. Het is de omgeving die mij de ruimte geeft.’ Ja, het helpt, tuurlijk. Maar het werk dat ervoor gedaan moet worden, zit niet in de omgeving, maar dat zit gewoon hier. Dat vind ik fascinerend. Ik gun dat iedereen. Ik denk dat dat goed is. Ik denk dat veel van de problemen van de huidige tijd toch voortkomen uit het onvermogen om de ruimte op te zoeken in je hoofd. Ja, er zij heel veel mensen die op vakantie gaan en nieuwe dingen gaan doen. Maar echte ruimte in je hoofd opzoeken vraagt focus, toewijding en moeite. Misschien soms wel pijn. De pijn van jezelf confronteren met dingen die je niet zo leuk vindt om te horen. De pijn in je rug omdat je 32 uur op een kussen zit — niet aan één stuk, maar het kost moeite. Ruimte kost moeite, denk ik.
Ik denk dat veel van de problemen van de huidige tijd toch voortkomen uit het onvermogen om de ruimte op te zoeken in je hoofd. (…) Echte ruimte in je hoofd opzoeken vraagt focus, toewijding en moeite. Misschien soms wel pijn. De pijn van jezelf confronteren met dingen die je niet zo leuk vindt om te horen.
Ruimte kost moeite, denk ik.
Tegelijkertijd ook niet, want het is het makkelijkste wat er is. Ik denk dat — zonder kinderen te romantiseren, ik heb er zelf drie, dat zijn schatten — de vanzelfsprekendheid waarmee een kind zich opent naar de wereld, ook is gebaseerd op het feit dat hij minder ingesloten patronen heeft. Het heel vanzelfsprekend vindt om te zijn. Door minder met het verleden en het heden bezig te zijn, maar om op te gaan in de activiteit zelf. Daarmee zou je kunnen zeggen dat het heel normaal is, dat het heel simpel is, want we kunnen dat als mensen, we doen niet anders. Maar door de conditionering, door het feit dat we ons zo overladen met impulsen van buitenaf, als gevolg van technologie, moeten we eigenlijk steeds meer moeite doen om die status opnieuw te bereiken. Terwijl die eigenlijk belangrijker is dan ooit. Nogmaals, door fixatie komt er een hoop ellende. Dat is mij wel duidelijk.
Behoefte aan meer ruimte in het hoofd
Tegelijkertijd snapt en heeft iedereen intuïtief de ervaring van ruimte in zijn hoofd. Dat is tegelijkertijd ook zo interessant. Iedereen kent het gevoel van, zeg maar, ‘opgeladen’ zijn. Vaak heeft dat daarmee te maken. Dat je uit je patronen bent gestapt en je even hebt laten voeden door andere dingen. Iedereen kent dat bevrijdende gevoel van de ruimte in je hoofd wel. Maar iedereen kent ook de angst, dus kent ook de neiging tot fixeren en hoe prettiger het kan zijn om je vast te houden aan een standpunt als de wereld om je heen complexer en onzekerder wordt. Ik zou willen dat leiders daar ook wat meer aandacht voor zouden hebben. Als je kijkt naar wat er nu in leiderschap wordt gewaardeerd, en ik generaliseer, is dat leiders een kant kiezen. Kijk naar de leiders die nu opkomen. Dat zijn over het algemeen leiders die heel scherp een kant kiezen. Of het nou de linkse morele kant is of de rechtse morele kant. Het gaat altijd om een leider die zich verheft omdat hij of zij een kant kiest. Terwijl ik denk dat we de probleem echt alleen maar kunnen oplossen als er leiders zijn die in het midden durven staan. Die ruimte in hun hoofd hebben om onwelgevallige dingen aan te horen en te gebruiken als een bouwsteen om iets nieuws te maken. Ik denk dat de wereld daar behoefte aan heeft. Natuurlijk, we hebben moraalridders nodig. Maar we hebben ook die mensen in het midden nodig. Dat is minder sexy. De wereld is geen schaakbord van zwart en wit. De wereld is een modderpoel. Je moet erin staan. Terwijl je erin staat, probeer het allerbeste te doen. Dat begint denk ik bij het onderkennen van het belang van ruimte in je hoofd.
Ruimte in je hoofd begint bij het onderkennen van de barrières, die de ruimte en het zicht ontnemen. Conventies, blinde vlekken, maar ook misschien het verhaaltje wat je jezelf al jarenlang vertelt, maar dat niet expliciet is.
Verruimen
Je zou kunnen zeggen, ruimte in je hoofd begint bij het onderkennen van de barrières, die de ruimte en het zicht ontnemen. Conventies, blinde vlekken, maar ook misschien het verhaaltje wat je jezelf al jarenlang vertelt, maar dat niet expliciet is. Dat onderliggend is aan veel van je gedrag, wat je mee hebt gekregen uit je kindertijd en wat onbewust verstopt zit onder al die lagen in je buik. Dat verhaaltje proberen te ontrafelen en daar zicht op te krijgen, helpt om je geest te verruimen. Want het is het begin van het losbreken van allerlei patronen die je hebt als mens. Leiders zou ik dat ook gunnen. Leiders die goed naar binnen hebben gekeken en weten wat in hun buik hen echt drijft, de goede en de verkeerde kant op, maken betere beslissingen. Je kunt dat alleen maar doen als je een reis naar binnen maakt. Dat is een beetje een klotebegrip, maar die ruimte zit niet daar, ver weg, die zit hier, dichtbij. Tenminste, het begin van de ruimte zit hier. Je hoeft niet allemaal 32 uur op een kussen te gaan zitten of aan de Ayahuasca te gaan. Het kan ook heel simpel. Misschien begint ruimte wel met luisteren. Misschien is dat wel wat er aan de hand is. Ruimte creëren begint met goed luisteren naar je conventies, je tunnelvisie, daar dat verhaaltje wat ergens binnen in je buik zit.