Hoe Sanne Scholten ruimte geeft aan het persoonlijke

Happyplaces Stories (video)

Marcel Kampman
Happyplaces Stories
14 min readAug 27, 2023

--

Sanne Scholten is sinds kort directeur bij de PO-Raad. Ik zocht haar op in haar kantoor in Utrecht voor haar ruimteverhaal en een kaascroissant. Nadat we een tijdje hadden gekennismaakkletst en besloten er een camera bij pakken, bleek ik geen geluid te hebben meegenomen. Dus spraken we opnieuw af, nu thuis mét geluid en zonder kaascroissant.

Sanne vertelde over hoe ze leerde ruimte voor zichzelf te maken door zichzelf een eind hoger in haar top tien te zetten en soms zelfs ook op een, waardoor er ook meer ruimte ontstaat voor anderen. Over hoe ze niet houdt van iets moeten en hoe haar moeder allerhande strategieën had om haar toch dingen te laten doen, om haar zelf die ruimte te laten voelen. Tot en met, vanzelfsprekend, het belang van ruimte in onderwijs en welke bijdrage het kan leveren mits het juist benut wordt.

Voor haar huidige rol bij de PO-Raad was ze directeur-bestuurder van het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA) en werkte eerder bij adviesbureau BMC en Stichting Rotterdam Sportsupport.

Het transcript is licht bewerkt om leesbaarheid te verbeteren.

Ruimte voor mezelf, voor anderen

Ik denk dat de belangrijkste manier waarop ik ruimte maak, is om allereerst ruimte voor mezelf te maken. Dat heb ik wel moeten leren overigens. Ik heb ooit een coach gehad en die zei tegen mij: ‘Oké, jij gaat jezelf vast nooit op één zetten, maar zet jezelf bijvoorbeeld op twee of drie, maar in elk geval niet op tien of elf.’ Ik was altijd best wel veel met ruimte voor andere mensen bezig. Op een gegeven moment heb ik geleerd dat als je goed voor jezelf zorgt — dan zorgen ook anderen overigens beter voor jou — je dan ook veel meer te bieden hebt aan anderen. Daarom ik heb de afgelopen jaren heel vaak stilgestaan bij hoe ik me voel, wat ik belangrijk vind in het leven en wat ik wil doen. Dat doe ik nog steeds. Ik maak ook ruimte in mijn agenda, in mijn dag, voor de dingen die ik belangrijk vind en die ik nodig heb om in mijn energie te zitten. Van daaruit blijk ik dan heel veel ruimte te hebben voor anderen, en ook te kunnen maken voor anderen.

Ik maak ook ruimte in mijn agenda, in mijn dag, voor de dingen die ik belangrijk vind en die ik nodig heb om in mijn energie te zitten. Van daaruit blijk ik dan heel veel ruimte te hebben voor anderen, en ook te kunnen maken voor anderen.

Dat begint bijvoorbeeld bij ruimte voor mijn gezin, voor mijn kinderen. Ik heb het gevoel dat je met mij heel erg veel kanten op kunt. Maar als je me ‘te strak’ zet, nou, daar hou ik echt niet van. Mijn moeder zei vroeger al dat je nooit tegen mij ‘je moet…’ moest zeggen. Zij had allerlei tactieken om mij toch dingen te laten doen, waarbij ik zelf die ruimte voelde. Bijvoorbeeld zei ze dan: ‘Wil je of dit, of dat doen?’ Waarbij ik dus altijd een van die twee deed, maar dan had ik in elk geval iets kiezen.

Ik heb het gevoel dat ik in mijn leven ook heel veel gestimuleerd ben, dus ook ruimte heb gekregen om me te ontwikkelen, om te zijn wie ik ben. Ik heb die ruimte ook zelf steeds meer gevonden.

Ik heb het gevoel dat ik in mijn leven ook heel veel gestimuleerd ben, dus ook ruimte heb gekregen om me te ontwikkelen, om te zijn wie ik ben. Ik heb die ruimte ook zelf steeds meer gevonden. Ik kan er dus bijvoorbeeld enorm van genieten, om bij mijn kinderen — mijn ene zoon lijkt heel erg op mij, de andere lijkt echt volstrekt niet op mij — te zien en bij te dragen aan dat zij ook hun pad vinden en hun ruimte pakken van welke kant ze op willen. Daar soms heel verbaasd over te zijn welke kant dat is, en dat helemaal niet te kunnen snappen. Maar er dan wel met interesse naar te kijken van: ‘Wow, welke kant gaat dit op? Hoe is dit uit de combinatie van de genen van Jasper en mij, hoe is dit mens ontstaan?’

Ik ga altijd uit van het positieve. Daar maak je, denk ik, ook ruimte mee. Ik ga uit van het goede, dat ik mensen kan vertrouwen en dat je iets met elkaar gemeen hebt.

Ik heb dat denk ik ook in mijn werk, dat ik ook zo naar mijn collega’s of naar relaties kijk. Altijd vanuit het positieve. Daar maak je, denk ik, ook ruimte mee. Ik ga uit van het goede, dat ik mensen kan vertrouwen en dat je iets met elkaar gemeen hebt. Dan vind je dat bijna altijd. Ik word daar niet heel vaak in teleurgesteld. Mensen zeggen soms wel: ‘Wat heb jij veel geduld met mensen!’ Dat is zo. Ik ben opgevoed door twee orthopedagogen. Bij ons thuis ging het heel vaak over gedrag van mensen. Dat was soms heel irritant, want je moest altijd achter het gedrag van mensen kijken waar het vandaan kwam. Maar ik denk dat me dat heel erg veel gebracht heeft in nét even voorbij dat iemand iets lulligs zegt, chagrijnig is of whatever, iets doet, te kijken en te denken: ‘Goh, waar komt dit nou vandaan, en wat kan ik daar dan mee?’ Ik geloof enorm in ‘wat goed doet, goed ontmoet’ en dat ontmoet ik daardoor zelf ook veel.

Niet dat ik mijn collega’s als kinderen zie, maar wat ik met mijn kinderen heb, dat heb ik ook met mijn collega’s in organisaties. Ik kan er zo’n plezier van kan hebben als iemand de rust neemt om zichzelf de vraag te stellen: ‘Wie ben ik, wat vind ik belangrijk en hoe ga ik daar vorm aan geven?’ Ik had bijvoorbeeld een keer een collega met een bepaalde expertise bij een kennisinstituut waar ik toen werkte, die in haar vrije tijd ook aan mindfulness deed. Zij kon ons in onze organisatie daar één keer in de week een half uur training in geven. Dan weet je, dat wanneer je die ruimte met elkaar in een organisatie kunt maken waarbij iemand zijn talenten — die een beetje buiten de core business van je organisatie zitten — kan inzetten, er ruimte is in een organisatie. Dat vind ik echt de beste dagen, dat kunnen doen en met kunnen vinden.

Ik heb alle ruimte gekregen om dat te ontwikkelen zoals ik het wil en de potentie die erin zat te benutten, maar er zijn zoveel kinderen waar dat niet voor geldt. Ik denk ook dat ons systeem daar niet op is ingericht.

Ruimte voor de beste versie van jezelf

Misschien is dat wel het belangrijkste wat ruimte maken is voor mij. Dat zit heel erg op het persoonlijke. Ik werk nu voor het primair onderwijs, want ik kwam er gaandeweg achter dat dat voor mij de rode draad in mijn werkende leven is. Ik heb alle ruimte gekregen om dat te ontwikkelen zoals ik het wil en de potentie die erin zat te benutten, maar er zijn zoveel kinderen waar dat niet voor geldt. Ik denk ook dat ons systeem daar niet op is ingericht. Dat zit heel erg op ‘wat moet je doen?’ Op wat is het curriculum is. Dat is echt een totaal andere manier van denken dan: ‘Wat is dit mens? Wat kan die zijn? En, hoe kan die zich ontwikkelen?’ Ik vind het heel leuk om nu op zoek te gaan naar waar de ruimte voor mij zit. Wat de haakjes zijn. Te kijken in dat systeem hoe we ruimte kunnen maken voor die kinderen, overigens ook de professionals die erin werken, om dat mooiste en beste uit al die kinderen te halen? Ik bedoel niet het beste als in ‘het beste’ met betrekking tot hun Cito-scores, maar als in de beste versie van zichzelf.

Wat ik heel erg vind om te zien is hoe weinig ruimte heel veel mensen eigenlijk ervaren. Hoe erg het in ons systeem zit, bijvoorbeeld ook in het onderwijssysteem als je het mij vraagt, om mensen juist af te leren om die ruimte te nemen. Of dat nou fysieke ruimte is, van ruimte in een lokaal, ruimte om te mogen bewegen in het onderwijs, of ruimte om ergens het mee oneens te mogen zijn.

Het is een onderwerp waar ik best veel over heb nagedacht. Waarin ik ook wel gezocht heb, overigens. Ik begon te vertellen bij het punt waar ik de ruimte al had gevonden. Ik begon bij die coach, wat natuurlijk echt wel een kantelpunt in mijn leven is geweest. Ik heb ook heel vaak juist niet de ruimte voor mezelf genomen. Maar ja, door schade en schande word je ook wijs, denk ik. Laatst zei een vriendin van mij: ‘Jij bent extreem goed in voor jezelf zorgen.’ Die quotes van die coach, die duiden eigenlijk op precies het tegenovergestelde. Jouw vraag over ruimte raakt heel een soort rode draad in mijn leven. Ik heb daar veel over nagedacht en heb veel stappen gezet om die ruimte voor mezelf, en daarmee ook voor anderen te creëren. Wat ik heel erg vind om te zien, want ik praatte net over de positieve kant van ruimte, is hoe weinig ruimte heel veel mensen eigenlijk ervaren. Hoe erg het in ons systeem zit, bijvoorbeeld ook in het onderwijssysteem als je het mij vraagt, om mensen juist af te leren om die ruimte te nemen. Of dat nou fysieke ruimte is, van ruimte in een lokaal, ruimte om te mogen bewegen in het onderwijs, of ruimte om ergens het mee oneens te mogen zijn. Te zeggen: ‘Joh, maar dit slaat toch helemaal nergens op?’

Ruimteschaamte

Wat meer over hoe ik zelf met die ruimte omging, en waar ik nu sta. Ik was zelf een hele brave leerling in het onderwijs. Ik vind ook heel veel dingen interessant, dat helpt. Ik ben plichtgetrouw en gedisciplineerd. Maar achteraf, ik zei het laatst tegen mijn moeder, schaam ik me eigenlijk dat ik niet meer ruimte heb genomen. Dat ik niet kritischer ben geweest. Dat ik niet zei: ‘Hoezo doen we dit op deze manier? Waar slaat dit eigenlijk op?’ Misschien is het ook maar goed ook, want ik ben echt overal flierefluitend met goede resultaten doorheen gegaan. Maar ik vind dat achteraf eigenlijk zeer onterecht. Dat had ik wel anders willen doen. Aan de andere kant geniet ik ervan dat ik nu sta waar ik sta, wat ik aan mijn kinderen kan meegeven. Dat ik mijn medewerkers stimuleer om na te denken over wat ze belangrijk vinden en daar stappen in te zetten. Dus uiteindelijk ‘eind goed, al goed’, denk ik.

In mijn eerste baan, als consultant, vond ik het wel spannend om mezelf te zijn. Je zou kunnen zeggen dat ik op een bepaalde manier speelde dat ik de consultant was. Dat kost echt veel energie. Op een gegeven moment durfde ik gewoon Sanne te zijn, die adviezen gaf en alle dingen deed die ik deed.

Ruimteoverlap

Ik vraag mensen weleens om een cirkel te tekenen voor hoe je privé bent en een cirkel voor hoe je professioneel bent. Ik heb in mijn eerste baan ervaren, dat wanneer je die twee cirkels heel ver durft te laten overlappen, of laat overlappen, er dan zo’n enorme energie vrijkomt in alles wat je doet. In mijn eerste baan, als consultant, vond ik het wel spannend om mezelf te zijn. Je zou kunnen zeggen dat ik op een bepaalde manier speelde dat ik de consultant was. Dat kost echt veel energie. Op een gegeven moment durfde ik gewoon Sanne te zijn, die adviezen gaf en alle dingen deed die ik deed.

Ik vraag ook vaak aan collega’s om die cirkels te tekenen. Ik heb eens een collega gehad die ze tekende met volstrekt geen enkele overlap. Dan laat je je eigenlijk jezelf thuis als je naar je werk gaat. Ik geloof er heel erg in om ze zo veel mogelijk te laten overlappen.

Ik heb inmiddels ook gezien wat een kracht het geeft als je dat vanuit een leiderschapspositie doet. Neem bijvoorbeeld mijn eerste directeur-bestuurders rol, zoals mijn vorige baan. Toen dacht ik: ‘Mensen hebben een beeld van wat is dat, een directeur of een bestuurder of een directeur-bestuurder. Maar ja, ik ben gewoon Sanne. Dat was ik 37 jaar geleden, dat was ik twee jaar geleden, dat ben ik nu nog steeds. Dus wil ik me nou aanpassen aan dat beeld wat mensen hebben? Of vind ik dat mensen maar hun beeld moeten aanpassen, en wil ik een klein beetje bijdragen aan dat mensen misschien een ander beeld krijgen van wat een directeur is?’ Ik kwam op dat laatste uit. Ik heb altijd gewoon gedaan zoals ik het ook zou doen als ik een andere baan had, of wanneer je me privé tegenkomt. Dat was voor mij heel erg fijn, maar ook in organisaties merkte ik dat mensen dat heel prettig en inspirerend vonden.

Ik vind dat heel veel leiders vaak heel erg aan de voorzichtige kant blijven, niet de ruimte opzoeken of zich juist niet uitspreken. Ik vind dat heel jammer. Meer leiders mogen zichzelf laten zien in wie ze zijn. Ook in je kwetsbaarheid overigens, of in je emotie. Dat hoeft niet helemaal ongefilterd, maar er hoeft ook niet een muur voor.

Ruimte voor kwetsbaarheid

Gaandeweg merkte ik bijvoorbeeld ook, als ik me op LinkedIn over bepaalde dingen uitsprak, dat dat ook extra lading krijgt als je dat doet vanuit een bepaalde leiderschapspositie. Ik ben daar in die zin ook weer meer ruimte dan in gaan innemen, vanuit de wetenschap dat als ik iets zeg, dat ik dan iemand kan inspireren hoe je het ook kunt doen, al is het één iemand. Of dat je dan ook iets mag vinden van iets. Of dat je voor iets kunt gaan staan. Ik vind dat heel veel leiders vaak heel erg aan de voorzichtige kant blijven, niet de ruimte opzoeken of zich juist niet uitspreken. Ik vind dat heel jammer. Meer leiders mogen zichzelf laten zien in wie ze zijn. Ook in je kwetsbaarheid overigens, of in je emotie. Dat hoeft niet helemaal ongefilterd, maar er hoeft ook niet een muur voor.

Als er iets heel naars gebeurt — in mijn vorige baan heb ik dat gehad, dat er echt even met de organisatie, dat het echt heel spannend was. Het was in coronatijd, elkaar fysiek treffen was niet mogelijk, daarom ging ik het met een vlog aan mijn collega’s vertellen. Toen dacht ik: ‘Ja, ik kan nou de knop omzetten en het redelijk neutraal houden, of zelfs lachend of een soort van opbeurend brengen.’ Maar ik dacht: ‘Ik voel me niet zo. En ik wil bovendien ook ruimte maken voor de emotie van collega’s. Als ik mijn emotie een beetje laat zien, dan weten zij ook dat het oké is om hier geëmotioneerd over te zijn.’ Dus dat heb ik gedaan. Een van mijn MT-leden zei later: ‘Ik vond het zo’n ongemakkelijk filmpje van jou. Maar, je hebt helemaal gelijk dat je het hebt gedaan, want de collega’s vonden het echt heel erg fijn.’ Dan ben ik toch blij dat ik dat heb gedaan.

Leerruimte

Mijn oudste zoon is net na de kerstvakantie gestart op Agora, wat een heel specifieke vorm van onderwijs is. Ik vind het ongekend. Hij zit in de tweede, waarvan dus anderhalf jaar op een reguliere school. Dat zette hem volledig klem. Als ik in de ruimteterminologie blijf, het zette hem klem in tijd, omdat hij heel veel tijd nodig had voor het schoolwerk. Hij had veel hulp nodig en wilde die hulp graag van mij, dus zette het mij ook klem in mijn agenda, maar ook overigens mentaal. Omdat ik dacht: ‘Ik ben het eigenlijk zo oneens met wat hier gebeurt en hoe het gaat. Ik laat hem door hoepels springen, ik help hem om door hoepels te springen, terwijl ik helemaal niet geloof in die hoepels. Maar ik zie ook niet hoe we hieruit komen.’ Je moet naar school, je hebt leerplicht. Ik kwam zelfs helemaal op het punt dat ik dacht: ‘Moeten we wel leerplicht hebben? Mogen we als overheid en onderwijssector, als dit is wat we kinderen aandoen — want ik ervoer het echt als iets aandoen — ze hiertoe verplichten?’

Nu hij op Agora zit is er in ons gezin en onze agenda ruimte gekomen, want er is in principe geen huiswerk. Er is ruimte gekomen in zijn hoofd, in zijn leven, om bijvoorbeeld aardig te zijn tegen zijn gezinsgenoten, tegen zijn broertje. Niet dat hij daarvoor helemaal niet aardig was, maar ik zie gewoon dat hij meer kan. Ik heb me zelfs afgevraagd: ‘Goh, als we een ander onderwijssysteem zouden hebben, zou een pubertijd dan wel zo heftig zijn zoals we dat nu heel vaak zien?’ Want vind je het gek dat kinderen, als ze zo vastgezet worden op allerlei manieren, dat ze daar uit proberen te breken op die leeftijd? Als ik dan zie wat er bij Agora gebeurt, waar je je eigen nieuwsgierigheid kunt volgen en echt begeleid wordt in wat je wilt leren en wat dat oplevert, hoeveel ruimte dat geeft. Ik wil echt niet zeggen dat het hele onderwijssysteem volgens Agora moet worden ingericht, want het is nogal rigoureus, zonder curriculum in de eerste drie jaar en helemaal vanuit je eigen nieuwsgierigheid aan de slag gaan, begeleid door een coach. Maar als ik zie hoe mijn zoon zich nu persoonlijk ontwikkelt, doordat hij niet meer vast zit in zo’n curriculum en alle beknellingen met tijd, met lesuren, of bijvoorbeeld fysiek stil moeten zitten. Hij kan nu gewoon even lopen, als hij dat nodig heeft. Als hij honger heeft, dan mag hij gewoon even iets eten.

Vind je het gek dat kinderen, als ze zo vastgezet worden op allerlei manieren, dat ze daar uit proberen te breken op die leeftijd? Als ik dan zie wat er bij Agora gebeurt, waar je je eigen nieuwsgierigheid kunt volgen en echt begeleid wordt in wat je wilt leren en wat dat oplevert, hoeveel ruimte dat geeft.

Ja, dan ben ik wel op zoek naar een onderwijssysteem, denk ik, waarbij kinderen meer ruimte hebben om zichzelf te zijn en hun behoeften te volgen. Uiteraard binnen grenzen, omdat er ook andere individuen zijn die hun ruimte moeten hebben. En ook dat professionals meer ruimte hebben. Dat zit bijvoorbeeld in de methoden. Onderwijsmethoden zijn nu zo vast. Ik hoorde laatst de metafoor: ‘Wat zou je ervan vinden om in een restaurant te eten waar de chef uit het kookboek, een recept kookt.’ Misschien is dit een heel veel gebruikte metafoor, maar ik kende hem niet. Toen dacht ik: ‘Ja, dat is heel gek als je in een restaurant komt waar ze uit een kookboek letterlijk een recept volgen.’ Wil je een leerkracht die letterlijk een boek volgt, of is het een leerkracht die dat receptenboek als bronnenboek gebruikt en daar zijn eigen les in geeft? Ik denk dat als er meer professionele ruimte is, dat zo’n onderwijssysteem voor de leerlingen beter wordt, maar ook als plek om te werken voor mensen die passie hebben om de jeugd zich te laten ontwikkelen, en dat het dan ook interessanter wordt.

Ik ben zeer van plan om daar stappen in te zetten. Laatst zei ik tegen iemand dat ik daar mijn bescheiden bijdrage aan wilde leveren. Die antwoordde: ‘Hoezo bescheiden eigenlijk?’ Ik zei: ‘Nou ja, omdat ik één iemand ben.’ Het is niet dat ik aan een soort grootheidswaanzin lijd. Maar maak je geen zorgen, ik ben er wel heel ambitieus in. Ik heb zeker het gevoel dat ik nu op een plek zit waar ik daar een bijdrage aan kan leveren en daar ook scherp op kan zijn. Dat voelt ook als een goede ruimte voor mij om in te zijn en te werken.

Thank you for taking the time to read the article and/or watch the video. I hope that you enjoyed it. If you did, don’t forget to hit the clap button (the icon of the hands below or on the left side of your screen) so I know I connected with you. Follow me here on Medium to automagically see new stories pop up on your Medium homepage. Or follow me on LinkedIn, I also share updates and stories there. Thank you for your support!

--

--

Marcel Kampman
Happyplaces Stories

Creates space and matter, and places that matter, in the universe of infinite possibility. Founder of Happykamping & Happyplaces Project, author, sense maker.