Hoe Theo van der Vlugt ruimte maakt door samen te vatten

Happyplaces Stories (video)

Marcel Kampman
Happyplaces Stories
9 min readOct 1, 2017

--

Samenvatter

Als tekstschrijver ben je een verschrikkelijke samenvatter. Je bent degene die hele grote domeinen van gedachtegoed moet samenpersen in een paar zinnen. Soms in één woord. En dat is soms ook wel eens een gekke verantwoordelijkheid merk ik. Je bent daarin voortdurend degene die keuzes maakt. Tot het bij een hele diepe kern terecht komt. Je bent de samenvatter. Het grappige is dat als je in ontwerpprocessen werkt met ingedikte teksten, vanuit die samenvatting, dat je dan ook weer allerlei woorden nodig hebt om te laten zien wat zie samenvatting dan betekende. Dus het is inkrimpen en ook weer uitgroeien. Op het moment dat je die kern hebt, als je denkt: ‘Dit is de samenvatting’, dan voegen mensen die er mee aan de slag gaan er ook weer allerlei woorden aan toe. Om jouw samenvatting te duiden en weer zelf kunnen hanteren.

Zoeken

Ik denk wel eens voor de aardigheid: ‘Ik heb mijn hele leven nog nooit iets bedacht’. Daar bedoel ik mee dat je, als samenvatter, als tekstschrijver altijd heel erg op zoek bent naar dingen die diep onder de oppervlakte bestaan in organisaties, bij bedrijven, bij instellingen. Je bent op zoek naar het bestaande. Iets dat er wel is, maar wat heel moeilijk aangeraakt en geformuleerd kan worden. En als je dat boven haalt, dan ben je op een grappige manier altijd een enorme held. Want dan slaan mensen je wel eens op je schouder en zeggen ze: ‘Dit is het!’ En dan denk ik, dit is het omdat dat de waarden zijn, dat het de verhalen zijn en de woorden en de sfeer die om ons heen is. Er was voor mij misschien nog niemand die het aanduidde en die het bloot kon leggen. Dat is vaak een taak van een tekstschrijver. Van een goeie schrijver die heel lang zoekt naar de precieze woorden, de precieze formuleringen, en die de dingen opgraaft die er eigenlijk al jaren zijn.

Houdbaarheid

Als je je werk heel goed gedaan hebt, dan heb je iets opgegraven, iets opgediept, helemaal fijngeslepen en bijgeslepen en gepolijst tot het een klein diamantje is. En wat me wel eens gebeurt, op een gegeven moment ben je weer weg, dan kun je na een jaar or twee jaar dingen terug zien en dan gebeurt het best vaak dat het nog steeds goed is. Alsof het vorige week gemaakt is, alsof het gisteren gemaakt is. Je raakt vaak wel een essentie aan die een enorme houdbaarheid heeft. Dat is achteraf ook wel eens een soort proef: hoe goed was het? En als dingen jaren aan de muur kunnen hangen, dan zijn ze goed. Dat is wel een soort proef. Van hoe goed was het.

Tijd

Kijk, die samenvatting, wij moeten samenvatten, daar zit altijd een groot risico aan dat je op het moment dat je met die samenvatting weer nieuwe stappen wilt maken, er altijd weer ‘aangroei’ nodig is. Dus wat je probeert als schrijver is teksten te maken die heel duidelijk richting geven. Dan moet ik vaak denken aan echt iconische dingen die samenlevingen in beweging hebben gebracht. Onze maatschappij, onze politieke inrichting, onze hele culturele klimaat is gebouwd op drie woorden: vrijheid, gelijkheid en broederschap. En dat zij toch woorden waarvan we nu denken dat hete en soort collectief gedachtegoed is, of een wolk aan gedachten die we allemaal wel begrijpen. Maar ze zijn op een dag ook achter elkaar gezet. En tot samenvatting verklaard van wat mensen wilden. De overtuiging die gestoeld is in de drie woorden. Dat zijn drie woorden geweest die ons allemaal één kant op gejaagd hebben. En als je aan zulke woorden denkt, dan word je ook herinnerd aan de tijd die er vaak voor nodig is. Want ik denk dat die drie woorden ergens tussen 1750 en 1790 in die volgorde zijn opgeschreven. Toen vanaf de Franse Revolutie zijn ze heel vaak herhaald. En toen heeft het nog eens 40, 50 jaar geduurd voordat dat tot politieke constellaties leidde, tot constituties waarin die drie elementen echt zijn uitgewerkt. Dat vind ik wel mooi, om te beseffen dat er ook vaak tijd nodig is om een samenvatting z’n werk te laten doen. Een samenvatting, een paar woorden echt richting te laten geven aan een ontwikkeling. Wat we zijn natuurlijk ook wel eens wat ongeduldig.

Je zoekt als je manifest-achtige of karaktersamenvattende tekst maakt, als je probeert samen te vatten wat iemand is, wie een bedrijf is, dan zoek je echt naar de diepere verhalen. De onderliggende waarden. Je probeert een sfeer, een mentaliteit te pakken. En dat zijn vanzelf ook dingen die niet van een dag zijn, niet de waan van de dag of de stemming van de maand zijn. Die diep liggen en daardoor ook lang mee gaan, lang goed en gaaf blijven.

Bescheiden

Als je iets wilt schrijven wat lang mee gaat dan moet het in vorm dienend zijn. Op het moment dat de talige vorm aandacht voor zichzelf gaat vragen, dan is het vaak niet goed. Je wilt dat iets in vorm ergens bescheiden is. Dat je het honderd keer kunt zien, honderd keer kunt tegenkomen zonder dat het vormgrapje vervelend wordt. Of dat je denkt: ik heb dit wel gezien. Dit grapje heb ik genoeg gehoord. Deze aardige vormspeling heb ik genoeg gehoord. Het moet neutraal, aards, bescheiden, dienend zijn. En dan is het goed. Dan kun je iets honderd keer tegenkomen. Dus je moet als schrijver wel bescheiden zijn met je vormspellen. Je moet niet uitbundig zijn in je vormen. Dat merk je ook in de romankunst. Er zijn schrijvers die op elke pagina twintig keer proberen te verbazen met een mooie beeldspraak. Dat werkt niet, daar raak je verdoofd van en verveeld. Als je heel af en toe geraakt wordt door een verschrikkelijke zweepslag om de tien pagina’s, dan is dat mooi. Meer hoeft niet. Die taal zoek ik ook altijd in mijn werk. Het is een taal die dienend is, die niet heel vormrijk is, wel op. een stille manier iets probeert te raken en daarin probeer ik mensen te bewegen en mee te krijgen. Maar het is nooit een vormspel, het is altijd bescheiden.

Schrijven

Het is moeilijk om te zeggen dat er één manier is om te schrijven. Er zijn verschillende scenario’s. Die zal ik los van elkaar zetten. Het kan gebeuren dat je voldoende gevoed bent gedachten, discussies en overwegingen dat je als een malloot een aantal pagina’s volstort met gedachten en gedachtegoed. Aanzetten, middenstukken, eindstukken. Dan kun je zo in een paar uur een aantal pagina’s vol regenen. En dan hoef je het ook helemaal niet af te maken. Dan kun je vol zelfvertrouwen zijn dat het wel af komt. Dan kun je die pagina’s met rommel met een gerust hart wegleggen en denken: ‘Ik ga later indikken en opschonen en opnieuw schikken dingen echt veranderen.’ Maar dan heb je in een enorme impuls een begin gemaakt. Dat is vaak een groot begin, dat kunnen wel drie pagina’s zijn waar uiteindelijk één alineaatje uit moet komen. Dat noem ik ‘de uitbarsting’. Dat is één dynamiek in het schrijven. Wat ook kan gebeuren is dat je jezelf dwingt, zonder dat je daar je vingers of je toetsenbord voor gebruikt. Het gebeurt regelmatig dat ik nog niet iets wil op schrijven maar alleen wil denken over wat ik op zou moeten gaan schrijven. Ik wil het in mijn hoofd vormen, ik wil het pratend vormen, wandelend, naar de wolken kijkend, echt zonder te schrijven het voorbereiden. En dan kan het gebeuren dat het echt in een oogwenk op papier staat. Dat is ‘goed voorbereid schrijven’. Wat ook wel kan gebeuren en dat is wel een heel mooi gevoel en een mooi moment, dat je redelijk voorbereid bent maar ook niet helemaal verlamd door voorbereiding. De dingen zitten goed in je hoofd en vanuit een enorme eigenheid staan woorden toch heel snel goed op papier. Je bent voorbereid en je maakt er niet zo’n gefaseerde schrijfoefening van. Maar in één keer, omdat dingen heel dicht bij jezelf liggen, omdat je blijkbaar de gedachte echt doorleefd hebt, staan ze heel snel op een mooie, goede, overtuigende vorm op papier. Dat zijn zo globaal drie manieren waarop de schrijfarbeid vorm kan krijgen.

Als ik schrijf, dan wil ik wel nagedacht hebben. Dus ik heb altijd wel een voorbereiding en een aanloop nodig. Ik vind het ook heel moeilijk om iets aan te horen en dan dezelfde dag, of meteen de volgende dag maar aan het werk te slaan. Je wil over het algemeen dingen in je hoofd wel goed gevormd hebben, dan ga je schrijven en dan is het schrijven ook weer een herhaalde vorm van nadenken. Je hoort wel eens zeggen: ‘Je kunt niet nadenken zonder te schrijven.’ Dat vind ik wel een mooie regel. Je vormt dingen in je hoofd. Dan schrijf je. En dan is er een nieuwe fase waarbij je je eigen werk weer beoordeelt met nieuwe ogen. Daar zit een herhaling in die ook niet eindeloos moet duren. Je moet dingen wel in drie, vier rondes afkrijgen vind ik. Omdat je ze anders ook weer dood redeneert. Maar je moet denkend kunnen reageren op je eigen schrijfsels vind ik. Dat is een soort fasering die ik belangrijk vind.

Geconcentreerd denken

Als je schrijft, een ruimte met uitzicht vind ik altijd fijn, je moet om je heen kunnen kijken. Ik wil niet tegen een muur aan kijken als ik schrijf. Bij het nadenken is het fijn om wat ruimte te hebben. Soms moet je ok buiten zijn, moet je het wandelend of fietsend vormen in je hoofd. Het moet rustig zijn. Een schrijver moet een beetje die monnikenrust om zich heen hebben. Dat is voor mij wel essentieel voor sit schrijven. Ik zie mensen in een café of in een koffiehuis schrijven en dan denk ik: ‘Ik weet niet wat je aan het doen bent.’ Ik zou het niet voor elkaar krijgen. Een beetje rust, afzondering vind ik belangrijk. Ik moet echt geconcentreerd, ongestoord kunnen nadenken. Geconcentreerd nadenken is wat ook wel schaars wordt denk ik in onze wereld. Waar alles kort en snel gaat. Gewoon eens diep nadenken over één klein dingetje en dat op tien manieren zeggen. Daar tien woorden bij te halen en kijken welk woord het nou echt is. Dat is geconcentreerd denken. En daar heb je stilte en afzondering voor nodig. In mijn geval werkt dat zo.

Uitzonderlijk

Het soort teksten dat ik maak, waar mensen met plezier naar kijken omdat ze ze verzorgd vinden, heel raak, dat is ook in de wereld van teksten wel een uitzonderlijk soort tekst omdat er idioot veel is over nagedacht. Wat je vaak in kranten vindt, in rapporten en op muren, is toch tekst die er heel snel stond. Het soort teksten dat ik maak, een alineaatje, een regel of een woord, daar is vaak eindeloos aan geschaafd. Ik zeg ook altijd, dat ieder woord wat er staat, staat er ten koste van een ander woord. Op de plaats van elk woord hebben vijf andere woorden gestaan. Het is extreem ingedikt. Er is ook niet altijd alleen naar betekenis gezocht, maar je kijkt naar wat voor kleur en wat voor klank een woord heeft. Je probeert in een zin vaak een mooi ritme te krijgen, een goede afwisseling in de klank van woorden, de gevoelswaarde van woorden. Je zet harde woorden naast zachte woorden, je zet hele algemene woorden naast voorbeeldwoorden. Je probeert het eindeloos te verzorgen. En daardoor is het resultaat dat je toch echt naar een ander soort taal kijkt die maximaal op z’n effect gemaakt is ten opzichte van de taal die je normaal tegenkomt in kranten, in foldertjes. Dus die manifest teksten, die pay-off teksten zijn extreem bestudeerd, extreem door elkaar gehusseld, die hebben alle stadia van twijfel en toch weer terugzetten doorgemaakt. En dat is ook een reden dat ze hun werk doen, dat ze vaak bijzonder zijn. Dat mensen ze omarmen, er wel wat mee willen. Dus het soort tekst dat ik maar is een vreemd domein in alle taligheid die je om je heen ziet. Dat wordt misschien wel eens vergeten. Het risico bestaat misschien dat de ziel er dan uit is, dat het te bestudeerd is. Maar daar probeer je dan een goede schrijver voor te zijn. Om het toch ook weer net onverwachte woorden of zinnen in te zetten. Of iets wat een klein beetje wringt of wat een onverwacht effect heeft. En waardoor het speels is en je raakt.

Op één of andere manier, kan ik niet meer de spanningsboog opbrengen om hele lange grote dingen te maken. Ik zou bezwijken onder een roman. Dat zou me niet lukken. Ofschoon ik best wel met structuur kan goochelen en bouwen, weet ik niet of ik die lengte volhou. Dat samenvatten, dat is langzamerhand wel de hele dynamiek van je denken gaan bepalen. Het is een soort beroepskwaal. Noem het maar een beroepskwaal. Je gaat altijd van heel groot naar heel klein. Als ik iets maak van 20, 30 woorden dan voel ik me daar het zekerst bij. Dat is vaak de samenvatting die je weer goed door kunt geven en die een essentie vervat waar je na heel lang samenvatten en weglaten en indikken ben uitgekomen. Dat is mijn lot, om zulke teksten te schrijven.

--

--

Marcel Kampman
Happyplaces Stories

Creates space and matter, and places that matter, in the universe of infinite possibility. Founder of Happykamping & Happyplaces Project, author, sense maker.