Hoe Wouter Bakker van de toekomst een fijne ruimte maakt

Happyplaces Stories (video)

Marcel Kampman
Happyplaces Stories
19 min readFeb 27, 2023

--

Ik trof een buitengewoon ontspannen Wouter. Zijn toen aanstaande nieuwe avonturen gaven hem zichtbaar meer rust dan onrust. Vanbinnen brandt een vuur van hoop en verlangen dat ondanks dat we er als mensheid een bende van maken, we toch in staat zijn gezamenlijk tot het maken van de juiste keuzes in ons gezamenlijk belang. Hij vertelde zeker en vastberaden over wie hij is en wat hem drijft. Over het vinden van inspiratie in bijvoorbeeld Ubuntu ‘Ik ben omdat wij zijn en wij zijn omdat de planeet is’. Over hoe mensen het verschil maken, omdat we vergeten zijn dat we als mensheid samen veel gelukkiger worden van onderlinge verbondenheid, balans en natuur. Over hoe we mensen met pure focus op economische groei tot rolmodellen hebben, zelfs als dat ten koste ging van andere mensen, klimaat, planeet en hun eigen geluk, en hoe we dat mogelijk nog kunnen kantelen ten goede en daarvan eindeloos gelukkiger kunnen worden. Wouter is aanstekelijk optimistisch én tegelijk een zeer ervaren social business leider. Als je dan focust op regeneratieve, duurzame en sociale oplossingen die de reis versnellen om de duurzame ontwikkelingsdoelen te realiseren, kan je hem maar beter in je reisgezelschap hebben. Dat maakt de reis niet alleen leuker, maar dan weet je ook vrij zeker dat je op je bestemming komt.

Wouter Bakker begon ooit met de ambitie om minister-president van Nederland, secretaris-generaal van de VN of CEO van een grote multinational te worden. Maar hij leerde al snel dat de meeste professionals die streven naar geld en macht niet de gelukkigste mensen zijn. Daarentegen zag hij dat mensen die vanuit een ‘purpose’ werken over het algemeen gelukkig te zijn. Daarom gooide hij het roer om en focuste zich op het leven van zijn purpose. Dit bracht hem van grote multinationals en internationale adviesbureaus tot sociaal ondernemer bij GoodUp. Als CEO van GoodUp hielp Wouter bedrijven en hun werknemers om een ‘force for good’ te worden. Nu doet hij datzelfde internationaal als CEO van Euclid Network, het Europese netwerk voor organisaties dat sociale ondernemers en impactgedreven leiders ondersteunt, want hij doet niets liever dan samenwerken op het gebied van duurzaamheid, MVO, sociale impact, business development en organisatietransformatie.

Het transcript is licht bewerkt om leesbaarheid te verbeteren.

Ruimte bestaat alleen als er ook grenzen bestaan. Ik rek grenzen graag op. Ik denk wel — en ik dat heb ook wel ervaren — dat het wijs, slim en goed werkt als je ruimte definieert door goed de grenzen te definiëren.

Ruimtegrenzen definiëren

Ruimte is nodig. Ruimte is hier. Ruimte is overal, denk ik, Marcel. Als ik aan ruimte denk, dan komt als eerste bij mij boven dat ruimte alleen maar bestaat als er ook grenzen bestaan. Je kent jij mij een beetje, dan weet je dat ik niet van de grenzen ben. Ik rek ze graag op. Ik denk wel — en ik dat heb ook wel ervaren — dat het wijs, slim en goed werkt als je ruimte definieert door goed de grenzen te definiëren. Door te beginnen met het stellen van de vraag: ‘Wat is de ruimte die we hier samen hebben?’ Want voor mij is ruimte, net zoals alles voor mij in het leven, iets wat we delen. Daarom gaat het bij mij altijd om ‘wij’. Het is dan ook prettig als je heel goed definieert wat je samen hebt, en wat die ruimte is waarin je samen aan de slag gaat. Dat kan een organisatie zijn, dat kan een gezin zijn, dat kan een team zijn, dat kan een vriendschap zijn. Het helpt als je daarvan een gedeeld begrip hebt. We verkeren allemaal in heel veel verschillende ruimtes. Daarom vind ik het altijd een fijn vertrekpunt als je met elkaar duidelijk hebt in welke ruimte je samen bent. Dat je vervolgens ook samen definieert wat je daar te doen hebt, waarom die ruimte relevant is.

Wanneer je samen achter een doel gaat staan en je er echt voor bent in die ruimte, dan ontstaat er heel veel moois. Of het dan traag, of snel, of supersnel of langzaam gaat, dat maakt dan eigenlijk niet zoveel meer uit.

Dan kom je volgens mij, op een woord dat ik vaak gebruik in mijn leven. Ik weet dat er heel veel definities van zijn, maar noem het een ‘purpose’, noem het een missie, noem het een richting, een doel samen — een reden. Waarom is die ruimte er samen? Waarom is die organisatie er? Waarom is die groep er? Waarom is die plek er? Ik denk dat er een enorme kracht zit in gezamenlijk definiëren, wat we vaak in woorden doen in deze samenleving, wat de gedeelde missie en purpose is. Af te vragen: ‘Waarom zijn we hier in deze ruimte?’ Als je daarbij stilstaat, op het moment dat je aligned bent met elkaar, kan er ongelooflijk veel gebeuren op dat wat je te doen hebt. Dan overkom je volgens mij ook heel veel problemen en uitdagingen onderweg. Als je een gezamenlijk doel hebt dat van binnenuit komt, wat aligned is tussen een of meerdere individuen, in een groep, en wanneer je samen achter dat doel gaat staan en je er echt voor bent in die ruimte, dan ontstaat er heel veel moois. Of het dan traag, of snel, of supersnel of langzaam gaat, dat maakt dan eigenlijk niet zoveel meer uit. Je werkt dan samen aan een gemeenschappelijk doel, wat heel veel zin en zingeving geeft aan de mensen die erbij betrokken zijn.

Optimale gemeenschappelijke ruimte

Wat ik heb geleerd en goed terugzie in hoe ik bijvoorbeeld naar mijn kinderen kijk als vader, is dat wat de ander doet helemaal niet relevant is. Het maakt me niet uit wat de ander doet. Of ze nu mavo, havo of vwo doen of direct gaan werken wanneer kinderen ontslagen zijn van hun schoolplicht. Waar ze gaan wonen. Wat ze doen maakt me niet heel veel uit. Ik wil ook niet dat het me iets uitmaakt, want ik wil hen de volledige ruimte bieden. Ik geloof dat mensen gedijen bij ruimte en ook dat het tegenovergestelde waar is: dat mensen niet gedijen als ze ingeperkt worden in hun ruimte. Daarom probeer ik mensen altijd de optimale ruimte te geven.

Op het moment dat het een gezamenlijke ruimte wordt, dan is het heel belangrijk om af te spreken hoe je daarmee omgaat.

Maar op het moment dat het een gezamenlijke ruimte wordt, dan is het heel belangrijk om af te spreken hoe je daarmee omgaat. Veel organisaties gebruiken hiervoor denk ik hun kernwaarden, om te vatten hoe je met elkaar omgaat. Maar dan moet je daar vervolgens ook geen concessies in doen. Als je afspreekt dat je open bent, dan ben je ook open naar elkaar. Als je afspreekt dat je een team bent, dan ben je ook een team met elkaar. Als je dat niet wilt afspreken is dat natuurlijk helemaal prima, want ik ben er niet om de ruimte van andere mensen te beperken. Maar als je iets hebt afgesproken, dan is dat een afspraak en dan moet je volgens mij ook bewust afstand doen van die afspraak als die niet meer voor jou werkt. Dan kun je niet een beetje doorrommelen, doorgaan of het een zeggen en het ander doen. Het is denk ik heel wezenlijk hoe je iets doet. Er hoort voor mij ook een heel sterk normatief kader bij. Ik wil een ander dat niet opleggen, maar ik vind het wel heel prettig om daar gelijkgestemden bij te vinden. Mensen die, als het om mezelf gaat, denken vanuit het wij en dus het individuele ego ondergeschikt maken aan het grotere belang.

Ik ben een optimist. Ik ben een mens die zich richt op de toekomst. Ik ben verbonden met de toekomst en daarom vind ik bijvoorbeeld een klimaatprobleem of biodiversiteitscrisis heel belangrijk om met elkaar aan te werken. Omdat ik het onvoorstelbaar oneerlijk, onterecht en onwenselijk vind dat wij in het nu problemen creëren voor mensen in de toekomst. Ik voel me net zo verbonden met hen, als dat ik me dat voel met de mensen in het nu of het verleden.

Ik denk dat als je een gemeenschappelijk ruimte hebt, voelt en deelt, daar heel veel moois uit gaat vloeien en voortkomen, omdat je dan de optelsom van alle delen wordt. Je elkaar gaat helpen, versterken en aanvullen om binnen die ruimte steeds meer ruimte te creëren om de grenzen ruimer te maken. Waarmee je de impact op een gedeelde doelstelling steeds verder vergroot.

Als het over ruimte creëren gaat, vind ik het heel interessant om een plek te creëren waar je een gemeenschappelijk doel hebt. Daar horen zoals gezegd grenzen bij. Maar ik houd niet van grenzen, dus probeer ik ze zo ver mogelijk op te rekken, en de ruimte die binnen de grenzen valt zo groot mogelijk te maken zodat je ook zoveel mogelijk impact kan hebben. Dat is een zoektocht in mijn leven, in mijn carrière — wat overigens een-op-een deel is van mijn leven. In de tijd die ik te besteden heb probeer ik ruimte te creëren met gelijkgestemden om aan een heldere en gedeelde doelstelling te werken, op een manier die bij ons allemaal past en waar we ons senang bij voelen. Ik denk dat als je die ruimte hebt, voelt en deelt, daar heel veel moois uit gaat vloeien en voortkomen, omdat je dan de optelsom van alle delen wordt. Omdat je elkaar gaat helpen, versterken en aanvullen om binnen die ruimte steeds meer ruimte te creëren om de grenzen ruimer te maken. Waarmee je de impact op een gedeelde doelstelling steeds verder vergroot. In de basis is dat wat er bij mij opkomt als het gaat over ruimte.

Wij-ruimte

Dat komt bij mij voort vanuit het perspectief van het ruimte geven aan organisaties, waar ik de afgelopen jaren heel druk mee ben geweest. Waar ik me ook heel prettig bij voel, is om ruimte te geven aan andere mensen. Dat gaat om ruimte delen in georganiseerde vorm. Ik ben enorm geraakt door het Ubuntu-denken. Dat staat voor ‘ik ben omdat wij zijn’, wat voor mij heel wezenlijk voelt. Als ik dat omdraai, dan zie ik ook alleen maar het enige wat klopt.

Ik ben niet, als ik hier alleen ben. Als er geen ‘wij’ is, dan heb ik geen enkele manier, of wetenschap, of kennis, of wat dan ook om mij te verhouden tot dat wat er wel is. Volgens mij is het heel wezenlijk in ons zijn als mens, als individu, dat je bent omdat wij zijn. Als je dat een stapje verder neemt, wij zijn omdat de aarde is. Er zijn heel veel plekken in het heelal, maar er zijn niet zoveel plekken waar wij als mensen goed gedijen. Dus ook als je de grootste egoïst op aarde bent, dan is het heel wezenlijk om vanuit het ‘wij’ te denken. En als je vanuit het ‘wij’ denkt, dan is het heel belangrijk om goed voor de aarde te zorgen.

Waar ik me ook heel prettig bij voel, is om ruimte te geven aan andere mensen. Dat gaat om ruimte delen in georganiseerde vorm. Ik ben enorm geraakt door het Ubuntu-denken. Dat staat voor ‘ik ben omdat wij zijn’, wat voor mij heel wezenlijk voelt.

Dat is een essentieel onderdeel van hoe ik in het leven sta en van hoe ik anderen probeer te inspireren om vanuit dat besef — wat volgens mij best wel een gedeeld besef is en een absolute waarheid is — anderen mee te nemen. Dat is niet altijd makkelijk, want er zijn enorm veel mensen in mijn generatie en de generaties boven mij, die op een heel andere manier opgevoed zijn. Die op een heel andere manier opgegroeid zijn. Die op een heel andere manier gestimuleerd zijn.

De afgelopen decennia is, in elk geval in dit land, in dit deel van de wereld en veel vergelijkbare landen, het individu heel belangrijk geworden. We hebben waarden zoals competitie uitvergroot. We hebben individuele performance uitvergroot. Door het geen middel te maken, maar een doel. Het zijn allemaal weeffouten in het systeem dat we nu hanteren. Het staat ons in de weg naar verandering terug naar het ‘wij’. Terug naar het zorgen voor de aarde, in plaats van het onttrekken aan de aarde en het systeem waarin wij functioneren. Ten koste van toekomstige generaties. Ten koste van andere soorten, het ‘wij’. Deze ruimte definieer ik daarom ook niet alleen als de mensheid, maar als de volledige biodiversiteit. Ik denk dat we daarvoor moeten zorgen.

Ik vind het belangrijk en bevredigend om ruimte te creëren voor mensen die net als ik het systeem willen veranderen. Mensen die naar een wereld willen waarin het draait om ‘wij’, waarin het gaan om een balans tussen onze soort en alle andere soorten, op een aarde waar we ten diepste goed voor willen zorgen met elkaar. Dat is de ruimte waarin ik me graag begeef.

Ik zeg de hele tijd ‘ik denk’, maar ik voel het ook. Het is niet zo dat ik me alleen verhoud tot wat er rationeel binnenkomt, maar net zo goed tot wat er in mijn hart binnenkomt. Ik denk dat het veel vertelt over wie we eigenlijk zijn, en dat redelijk universeel is. Als ik om mij heen kijk, of met nieuwe mensen praat, we allemaal gelukkig worden van anderen helpen. Dat maakt ons gelukkig. Dan maken we endorfine aan in ons systeem en voelen we ons gelukkig. Als we voor een ander zorgen voelen we geluk. Als we zomaar troep in de natuur achterlaten, voelen we ons daar een beetje schuldig over. Daarom denk ik dat ons gevoelsleven daarom ook veel zegt over wie we daadwerkelijk zijn.

Maar we hebben met elkaar een systeem ontworpen dat wat goed voelt niet altijd beloont, maar dat wat ver weg voelt wél beloont in de vorm van financiële middelen. We hebben met elkaar in dit systeem ten onrechte afgesproken dat we onszelf voornamelijk definiëren naar de omvang van onze financiële middelen. Daardoor is er enorm spanningsveld tussen het huidige systeem en de wereld die ik voorsta. Wat ik belangrijk en bevredigend vind, is om ruimte te creëren voor mensen net als ik die dat systeem willen veranderen. Die naar een wereld willen waarin het draait om ‘wij’, waarin het gaan om een balans tussen onze soort en alle andere soorten, op een aarde waar we ten diepste goed voor willen zorgen met elkaar. Dat is de ruimte waarin ik me graag begeef.

Systeemverandering

Ik heb het over organisaties gehad. Maar voor mij gaat het over mensen. Ik denk dat als wij als mensheid niet goed voor deze aarde gaan zorgen, de aarde dat prima overleeft. Dan komen er andere soorten en ontstaat er een nieuw ecosysteem zonder ons. Ik zou dat zonde vinden, want ik sta op de schouders van heel veel generaties voor mij. Ik heb zelf het voorrecht dat er een nieuwe generatie na mij komt. Ik gun hen en al die anderen op deze aarde, die zich samen mensheid mogen noemen, het allerbeste. Uitsterven van deze soort gun ik niemand en ik denk dat dat ook helemaal niet noodzakelijk is. Ik denk dat wij deze aarde ook veel te brengen hebben.

Wat voor mij net zo wezenlijk is als het leiden van een organisatie, het zijn van een organisatie met andere mensen of noem het een gezamenlijke ruimte, is het zoeken naar dat wat de ander nodig heeft en de ander helpen om zijn of haar ruimte daadwerkelijk groter te maken.

Ik veroordeel de systemen niet die er nu zijn, ik vind ze niet stom en de mensen ook niet die hebben bijgedragen aan het ontstaan van dit systeem, want dat systeem is ook in een bepaalde mate dienend geweest. Ik denk alleen dat we op dit moment is een fase zitten van systeemverandering. Die gaat plaatsvinden. Ik denk dat het een fait accompli is, een vaststaat feit, dat we in een overgang naar een ander systeem zitten. Een nieuw systeem waarin ik me als persoon fijner in zal voelen. Maar dat is niet de reden waarom we in die overgang zitten. Dat is omdat we de aarde aan het uitbuiten zijn en dat het simpelweg niet duurzaam is op deze manier, en dat het huidige systeem daarom niet kan blijven bestaan.

Vanuit die wetenschap denk ik dat het ook alleen maar mensen zijn die het verschil kunnen maken, als we als mensheid willen blijven bestaan. Mensen kunnen alleen maar een verschil maken als zij een ruimte hebben om in te acteren. Wat voor mij net zo wezenlijk is als het leiden van een organisatie, het zijn van een organisatie met andere mensen of noem het een gezamenlijke ruimte, is het zoeken naar dat wat de ander nodig heeft en de ander helpen om zijn of haar ruimte daadwerkelijk groter te maken.

Veranderruimte

Ik voel ten diepste dat we hier allemaal met een doel zijn. Noem dat een ‘purpose’; we hebben allemaal een rol te spelen in ons leven. Die van mij is niet belangrijker dan die van jou. Daarin zijn we allemaal gelijkwaardig. We zijn niet gelijk, maar we zijn wel ten diepste gelijkwaardig. Op het moment dat ik ruimte kan creëren voor jou om te doen wat jij te doen hebt, waar jouw hart sneller van gaat kloppen, en helemaal als ik merk dat jij een gelijke ambitie hebt om dat systeem te veranderen, zal ik dat altijd doen. Als het kleiner is, en ik kan jou helpen om een klein stapje te zetten in een heel contraproductieve rol in het huidige systeem, als ik je een klein duwtje kan geven, een nudge om je te laten zien dat er ook andere wegen zijn, dan zal ik dat altijd doen.

Ik heb ooit een heel leuke training van Remco Claassen meegekregen. Dat is me altijd tussen de oren blijven zitten: ‘Mensen kunnen en willen wel veranderen, maar ze willen niet veranderd worden’. Waar ik altijd van weg probeer te blijven is een dogmatisch perspectief op hoe het zou moeten zijn. Helemaal omdat ik denk: ‘Wie is Wouter Bakker nou?’ Ik ben maar één perspectief, en er zijn miljarden andere perspectieven op deze wereld. Ik hoop alleen maar dat er steeds meer perspectieven overeenkomen met de mijne. Het gaat niet om mijn perspectief, het gaat om het ‘wij’. Om het ons. Om wat we samen hier te doen hebben.

Als het me lukt om andere mensen ruimte geven voor wat ze hier daadwerkelijk te doen hebben, dan word ik daar minstens zo blij van als van ruimte te creëren voor mijzelf.

Als ik mensen ontmoet, is het denk ik mijn gave om vanuit mijn empathische vermogens te begrijpen wat er speelt. Ik heb een nieuwsgierigheid in mensen om hen ook uit te vragen wat er speelt in het hart en hoofd, ze te vragen hoe ik ze kan helpen hoe ik kan helpen ruimte te creëren voor wat ze hier daadwerkelijk te doen hebben. Als me dat lukt, als het me lukt om andere mensen ruimte geven, dan word ik daar minstens zo blij van, dan wanneer het me lukt om voor mijzelf ruimte te creëren — of om stappen te zetten in die transitie, die systeemtransitie die ik zojuist noemde. Daar word ik echt heel gelukkig van.

Ten koste van mijn eigen ruimte

Het is ook wel eens tegen me gezegd, en dat voel ik ten diepste, dat ik een bijzondere gave heb om te accepteren dat het maken van impact voor het grotere geheel, voor het ‘wij’ of het helpen van de ander, absoluut ten koste van mijzelf mag gaan. Ik stuit daarom regelmatig op onbegrip bij mensen om mij heen. Maar ik vind het prima als ik pijn heb, of negatieve consequenties ervaar, maar dat daardoor het behalen van het grotere doel een stapje dichterbij komt. Ik denk dat die houding een wezenlijk onderdeel is van mijn persoonlijkheid, van wie ik ben en wat ik heb te brengen naar anderen. Ik ben echt bereid om anderen te helpen en er voor ze te zijn. Daar hoort bij dat ik bereid ben ze de ruimte te geven, ook als die ruimte te koste gaat van bijvoorbeeld mijn eigen ruimte. Daarbij voel en denk ik continu vanuit ‘wij’.

Ik vind het complex als anderen dat niet doen. Of als mensen waarmee ik veel verbinding voel, ervaar en heb, zoals bijvoorbeeld mijn vrienden, anders in de wedstrijd staan. Ik kan heel makkelijk accepteren dat bijvoorbeeld de CEO van een of ander groot bedrijf in Nederland regelmatig in een vliegtuig stapt. Daar kan ik iets van vinden, maar dat doet verder weinig met mij, ook al weet ik dat vliegen niet zo goed is voor de wereld die ik voorsta. Maar ik kan er heel slecht tegen als mensen die ik oprecht heel hoog heb zitten, waardeer en met wie ik een sterke relatie voel, toch dergelijke keuzes maken. Ik wil niet normatief zijn, ik wil niet dogmatisch zijn, want dat werkt volgens mij niet. Maar dat neemt niet weg dat ik soms oprechte teleurstelling kan voelen. Een teleurstelling die vooral voortkomt uit mijn eigen ambitie, mijn eigen drive om verandering te realiseren. Omdat ik het gevoel heb en weet dat ik in staat ben om anderen in beweging te krijgen voor die verandering. Als me dat dan toch niet lukt, terwijl mijn verwachting anders was, in die discrepantie, in dat gat, daar zit dan mijn oprechte teleurstelling. Het is iets waarmee ik probeer te dealen, omdat het mij niet helpt om mijn doelen te bereiken. Het helpt mij niet om ruimte groter te maken en meer impact te maken. Het helpt me ook niet om anderen te helpen om hun impact te maken. Want het is hun ruimte en het zijn hun keuzes. Zo zie ik het ook echt.

Gekregen geluk

Ik probeer via de expressievormen die ik heb ruimte te maken, voor mij is dat veelal taal. Ik ben geen muzikant. Ik ben creatief, maar ik ben geen maker in de zin van dat ik van niets iets maak. Ik ben creatief binnen het bestaande. Voor mij zijn het woorden waarmee ik probeer anderen te raken. Ik houd ervan om te praten met mensen. Ik houd ervan om te praten voor mensen, voor grotere groepen, want dan is mijn bereik groter. En ik houd er ook van om die woorden op papier te zetten of om bijvoorbeeld op een platform als LinkedIn mijn ideeën en interpretaties van de werkelijkheid te delen. Niet vanuit ego, oprecht niet vanuit ego, maar vanuit het verlangen om die transformatie naar die nieuwe economie, de ‘purpose economy’, ‘social economy’ — daar zijn verschillende termen voor terwijl het min of meer hetzelfde is volgens mij — te realiseren. Die samenleving waarin we ‘wij’ kunnen zijn in plaats van ‘ik’, waar we binnen de planetaire grenzen acteren en vele malen gelukkiger zijn met elkaar. Daar werk ik aan. Niet vanuit ego, ook als is me dat niet vreemd hoor. Ik vind het ook leuk om een keer een spelletje te winnen, duizend likes te krijgen of 10.000 volgers erbij. Dat voedt in een bepaalde mate. Maar ik probeer er heel erg op te letten dat het niet om mij gaat, maar als iets dat ten dienste staat van het hogere doel. Namelijk die fijnere samenleving voor de volgende generaties realiseren, dat is iets waar ik elke dan met veel plezier en energie mijn bed voor uitkom. Ik vind het een voorrecht om daar aan te werken en om mijn capaciteiten die ik heb meegekregen bij geboorte, wat volgens mij ook allemaal geluk is, in te zetten.

Ik ben ik een warm nest opgevoed, ik ben ik een rijk land geboren waar ik goed onderwijs heb kunnen krijgen, waar ik heel veel tijd en ruimte heb gekregen voor zelfontplooiing op verschillende manieren. Ik ben geboren met een hoog EQ en een hoog IQ, dus ik leer makkelijk en ik leg makkelijk relaties. Die combinatie is een ongelooflijke luxe. Ik geniet ervan dat steeds bekender wordt dat die luxe een lot uit de loterij is. Dat het een gift is die ik en veel andere mensen om mij heen hebben gekregen. Maar het is geen verworvenheid, een prestatie. Als we dat met elkaar laten binnenkomen, we dat durven binnen te laten komen, kijken we al op een heel andere manier naar de samenleving met elkaar. Er zijn heel veel mensen om mij heen die vinden dat zij iets verdienen. Over het algemeen hebben ze redelijk goede maatschappelijke posities. Volgens mij heb je dan iets in handen gekregen waarmee je anderen moet helpen en heb je niet iets in handen gekregen waarmee je jezelf op je schouder moet slaan, omdat jij het zo goed hebt gedaan: je hebt namelijk gewoon ongelooflijk veel geluk gehad. Meer dan 90% van het feit dat jij op die mooie maatschappelijke positie zit is geluk, en dat is niet omdat je zo hard hebt gewerkt. Dat is niet omdat je harder hebt gewerkt dan anderen, dat is geluk.

Mensen die impact en het verschil maken in deze wereld helpen om ruimte te realiseren, zodat zij die mooie missie daadwerkelijk kunnen realiseren en impact kunnen maken voor ons allemaal, daar word ik echt heel gelukkig van.

Soms is het zelfs nog een stukje achterbaksheid of ellebogenwerk of iets ten koste van anderen geweest. Ook dat heb ik in sommige organisaties gezien. Ik vind het helemaal niet gaaf of mooi als iemand op een hele mooie maatschappelijke positie zit. Ik vind het vooral heel belangrijk wat die persoon ermee doet. Het verleden verander je niet meer. Dus als je daar met ellebogenwerk bent gekomen, dan vind ik daar van alles van. Als mens vind ik dat niet mooi, maar het zij zo. Ik weet niet alles, ik ben niet overal bij geweest. Maar het gaat me vooral om wat je doet met de positie waar je zit. Wat doe je met het feit dat je een organisatie mag leiden? Wat doe je met het feit dat je macht hebt in een organisatie, in een team of samenleving? Ga je voor jezelf zorgen? Ga je goed zorgen voor de mensen die het toch al goed hebben? Of ga je juist alles binnen je bereik inzetten, binnen de ruimte die jij kunt beïnvloeden, om een betere wereld voor veel meer mensen, dieren, planten te realiseren? Ik hou van mensen die het laatste doen. Mensen die impact en het verschil maken in deze wereld, die richting de toekomst het verschil maken. Dat zijn mensen die ik waanzinnig graag help, ondersteun of soms inspireer, dat is een rol die ik dan graag pak. Hen helpen om ruimte te realiseren zodat zij die mooie missie daadwerkelijk kunnen realiseren, en impact kunnen maken voor ons allemaal. Wat ik ook heel leuk vind, is mensen die in dat veld bezig zijn met elkaar te verbinden. Want de kracht van twee is groter dan die van één. De kracht van drie en vier is nog veel groter. Als die kracht groeit, dan groeit de impact. Daar hebben we allemaal baat bij.

Thank you for taking the time to read the article and/or watch the video. I hope that you enjoyed it. If you did, don’t forget to hit the clap button (the icon of the hands below or on the left side of your screen) so I know I connected with you. Follow me here on Medium to automagically see new stories pop up on your Medium homepage. Or follow me on LinkedIn, I also share updates and stories there. Thank you for your support!

--

--

Marcel Kampman
Happyplaces Stories

Creates space and matter, and places that matter, in the universe of infinite possibility. Founder of Happykamping & Happyplaces Project, author, sense maker.