‘Als ik afspreek dat ik een 7 haal en ik haal een 8, heb ik iets verkeerds gedaan.’
Met een been op de bank slurpt, de 20-jarige Astrid Vermeer, haar te hete cappuccino weg. Haar laptop en telefoon doet ze weg in haar tas om volledige aandacht te geven aan ons gesprek. Haar Reebok trui en mom-jeans zijn duidelijke aankopen van een tweedehandswinkel en haar Ace&Tate bril maken de verwachting van een Utrechtse student helemaal af. Ondanks haar nonchalante houding vindt Astrid het moeilijk om de controle los te laten. Ze heeft hier soms wat hulp bij nodig.
Als ze begint te vertellen over haar familie pakt ze direct pen en papier erbij ‘deze samenstelling moet ik even uittekenen’. ‘Ik heb twee oudere zussen en een broer die zijn geboren uit een eerder huwelijk van mijn moeder. Later kreeg zij een relatie met mijn vader en daar zijn mijn andere broer en ik uit ontstaan. Intussen heeft haar ex-man een relatie met een vrouw die ook drie kinderen heeft.’ Tussendoor kijkt ze op om te checken of ik het nog volg. ‘Het leuke is dat we allemaal ontzettend goed met elkaar overweg kunnen.’
Als jongste van een enorme puzzel aan familiestamboom had Astrid het op school niet altijd makkelijk. ‘Op de basisschool werd ik veel gepest. Op de middelbare school werd dat gelukkig beter. Ik ben altijd best wel mezelf geweest waardoor ik er misschien anders uitzag dan anderen. Ook deed ik veel jongens dingen en dat vonden ze ook raar, ik klom bijvoorbeeld liever in bomen.’ In die periodes maakte ze geen vrienden. ‘Het hebben van vriendinnen is echt iets van de laatste tijd.’
‘Soms denk ik weleens ‘waar ben ik aan begonnen’’.
Ondanks dat Astrid naast school feest en werkt in TivoliVredenburg is ze erg gedisciplineerd als het gaat om schoolwerk. ‘Ik neem geen genoegen met een cijfer dat lager is dan een 8. Ik weet precies wat ervoor nodig is om dat cijfer te halen. Mijn dagen zitten altijd vol, van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat. Ik vind het belangrijk om bezig te zijn. Ik heb naast mijn school veel projecten waar ik aan werk. dit zijn niet allemaal projecten waar ik energie van krijg hoor’ zegt ze lachend. ‘Soms denk ik weleens waar ben ik aan begonnen’.
‘Ik voel echt druk om zoveel mogelijk te investeren in mijn toekomst. Ik moet uiteindelijk die grote schuld kunnen afbetalen. Van die gedachte kan ik nu al stress krijgen. Ik heb een tijdje een coach gehad die mij hielp minder obsessief bezig te zijn met goede cijfers te halen. Daarmee kon ik werken aan mijn perfectionistische gedrag. Soms denk ik dat dat nu weer nodig is.’
Sociale omgeving
Astrid is zich ook bewust van de nadelen van haar ,zoals ze zelf noemt, ‘obsessieve plangedrag’. ‘Ik ben mij ervan bewust dat het voor mijn omgeving helemaal niet chill is dat ik zo ben. Als je mij vraagt om een keer spontaan wat te eten, kan ik dat pas over twee weken inplannen. Koen maakt wel eens grapjes dat hij mij vast wil zetten aan een stoel terwijl ik eigenlijk naar college moet, gewoon om te kijken wat er dan gebeurt. Ik denk dat ik dan de hele dag heel erg onrustig zou zijn.’
‘Alle ontdekkingen die ik over mijzelf deed waren helemaal niet fijn om te weten’.
‘In de periode dat een coach mij hielp heb ik mezelf leren kennen. Ik kwam erachter dat ik erg perfectionistisch ben. Alle ontdekkingen die ik in die tijd over mijzelf deed waren helemaal niet fijn om te weten. Als ik weet dat ik iets niet goed doe, moet ik het oplossen. Ik leerde bijvoorbeeld dat altijd een negen willen halen en daar dan vijf minuten blij mee zijn niet goed is. Maar hoe los je dat gevoel op? Vorig jaar wilde ik gemiddeld een zeven staan, maar ik stond een acht. Dat is dus niet goed. Als ik met mezelf afspreek dat ik een zeven moet halen en het is een acht dan heb ik dus iets verkeerds gedaan. Ik voel me de rest van de dag dan onrustig. Gelukkig kan ik die volgende ochtend relativeren en proberen een manier te vinden dat dit niet weer gebeurd.’
Haar drive heeft ze niet van een vreemde ‘Mijn vader is net zo ambitieus als ik. Hij behandelde ons vroeger altijd als volwassenen en gaf daarmee een verantwoordelijkheid mee. Ik zal het wel van hem hebben. Van alle kinderen lijk ik echt het meest op hem.’
Koen is rust
Naast haar drukke weken is er ook ingeplande tijd voor rust. ‘Ik kom vooral tot rust bij mijn vriend Koen in Rotterdam. Dat voelt als een soort mini vakantie. Het gevoel dat je de hele dag niets hoeft te doen maar gewoon zelf kan bedenken waar je zin in hebt dat is een ultieme gevoel van vrijheid voor mij. Ik ga dan naar buiten, naar het bos bijvoorbeeld. Soms tijdens een tentamenweek heb ik daar opeens behoefte aan, dan kan ik alles neerleggen en gewoon gaan. Dat is echt nodig. Vroeger was ik ook vaak in het bos te vinden, wij gingen daar als gezin bijna iedere zondag naar toe.’ Koen is niet alleen rust maar stelt ook grenzen voor Astrid. ‘Soms zegt hij heel duidelijk dat ik moet stoppen met een aantal dingen. Ik weet dan dat hij gelijk heeft en dat ik daar ook zo snel mogelijk mee moet stoppen. Hij helpt mij om niet teveel te doen. Maar dat doe ik voor hem ook hoor.’ Zegt ze lachend. ‘Hij is net als ik, hij moet echt geremd worden anders doet hij gewoon teveel. Zo vullen we elkaar goed aan.’ Astrid ziet haar toekomst met Koen wel zitten. Maar samenwonen daar denkt ze nog niet overna. ‘Dat zal vast een keer gebeuren, maar niet in de nabije toekomst’.