“Ik ben er niet bang voor om terug te gaan”
VEENENDAAL — Wat als je alles achter moet laten om in een onbekend land je hele leven opnieuw op te bouwen? Als je de taal niet spreekt en het land enkel ooit in een foldertje hebt gezien? En dat je bij de grens wordt opgepakt en als ongewenste vreemdeling wordt bestempeld? Voor ons is dit ondenkbaar. Voor *Hakim is dit echter de harde realiteit.
Tekst en beeld door Iris Heijnen & Martha Bulten
In de deur van een groot huis in burgerlijke wijk in Veenendaal staat Hakim. Een licht getinte jongen van 21 jaar, sportief gekleed en met een frisse blik in zijn bruine ogen. “Kom binnen” zegt hij terwijl hij naar de eettafel loopt. Hij loopt op rubberen slippers, naar Oosters gebruik. Aan de tafel grenzend staat een enorme boekenkast. De rommelige rijen stoffige boeken zien er gelezen uit. Hakim bekijkt ze even voordat hij plaats neemt. Als hij aan tafel zit, begint hij gelijk te vertellen. “Dit is niet mijn eigen huis hoor, ik woon hier tijdelijk. Ik woon hier samen met de eigenaar van het huis. Verder woont hier ook nog George. Hij komt uit Engeland en studeert in Utrecht. Ik vind het gezellig met zijn drieën. We eten samen, doen spelletjes en lezen boeken. En we maken samen schoon.”
Nieuw leven
Sinds zes jaar woont Hakim in Nederland. Zestien jaar is hij pas wanneer hij met zijn moeder en zusje gedwongen moet vluchten uit Afghanistan. “We moesten weg omdat de mensen in dat land problemen hadden met mijn oudere zus”, vertelt hij met een ernstig gezicht. Over dat probleem wil hij niks kwijt. “Zij is opgepakt en toen werd het voor ons nog onveiliger. Mijn oom heeft ons geholpen met vluchten.” Nadat het incomplete gezin is aankomen op Schiphol gaat het mis bij de douane. Zonder geldige papieren en met enkel wat spullen bij zich wordt het drietal opgepakt en twee weken lang vastgehouden in een gevangenis op het vliegveld. “Niemand vertelde ons wat er ging gebeuren. Het was alleen maar afwachten. Daarna werden we overgebracht naar het asielzoekerscentrum in Ter Apel. Daar konden we asiel aanvragen. Maar dan begint de onzekerheid, want je weet niet of je het krijgt. En terug naar Afghanistan is geen optie. Dan ga ik dood”, vertelt Hakim.
In het huis hangen allerlei verwijzingen naar het christendom. Zo hangen er aan de wand bordjes met woorden als ‘God heeft je lief’. Hakim heeft zich, sinds hij in Nederland is, bekeerd tot het christendom. “Mijn kerk, ICF Veenendaal (International Christian Fellowship, red.), is heel belangrijk voor mij”, vertelt hij. Op de eerste verdieping begint een hoge mannenstem te zingen. Hakim kijkt omhoog. “George is een beetje gek. Hij houdt heel erg van zingen en dat kan hij heel goed. Elke dag doet hij oefenen”, vertelt Hakim met een glimlach op zijn gezicht. Hij vertelt verder over de kerk. “Elke zondag ga ik naar de dienst en drie keer in de week volg ik een Bijbelstudie. De kerk is hier ook heel dichtbij”, vertelt Hakim. Hij wijst met zijn vinger naar een hoek van de eetkamer in een onbeduidende richting. “Ik heb bij ICF veel ‘familie’ leren kennen en er is ook veel jeugd. We zijn nu met wel 80 mensen!”, zegt Hakim opgewekt.
Zo relatief goed als Hakims leven hier lijkt, zo moeilijk is het aan het begin geweest. Hakim heeft voor onderdak hulp gezocht bij Stichting Vluchteling Onder Dak in Wageningen. Deze stichting zet zich in voor vluchtelingen met een afgewezen asielaanvraag. Via de organisatie heeft hij een tijdje onderdak gevonden. “Voordat ik hier kwam wonen woonde ik bij een gezin in Ede. Dat vond ik wel lastig, want mijn hele leven speelt zich af in Veenendaal. Ik heb hier Bijbelstudie, ik voetbal en mijn kerk zit hier ook. Ik had ook geen geld om steeds met het openbaar vervoer hierheen te reizen. Maar ik maakte er het beste van.” Hakim pakt zijn inmiddels afgekoelde theeglas vast. Door culturele verschillen bleek het onderdak in Ede echter niet van lange duur. De uitbarsting kwam een keertje ‘s avonds. “De vrouw van het huis hield de deur open en toen stond ik op straat.” Hij laat het glas weer los zonder een slok genomen te hebben. “Waar moet je dan heen? Het was twaalf uur ’s nachts!” Hakims stem klinkt verontwaardigd. “In blinde paniek ben ik toen kleren en elektrische apparaten kwijtgeraakt. Een vriend is mij toen komen ophalen. Ik was vijf dagen dakloos. Toen heeft Vluchteling Onder Dak ingegrepen. Zij zochten een nieuw huis voor mij en zo kwam ik hier terecht.”
Het gevaar
Over zijn tijd in Afghanistan praten doet Hakim eigenlijk liever niet meer. Het idee van een eventuele uitzetting jaagt hem angst aan. Afghanistan is immers één van de gevaarlijkste landen voor christenen. In veel islamitische landen geldt de sharia. De sharia is de islamitische wetgeving en juist dáár zit het probleem volgens Hakim. Hij zoekt naar de juiste woorden. “Ik ben christen!” begint hij. “Ik weet dat als ik terugga, dat ik doodga.” In een fractie van een seconde bedenkt hij zich of hij verder moet gaan. “Dan word ik onthoofd.” Zijn handen heeft hij uitgestoken alsof hij iets wil ontvangen.
Hakim heeft al meerdere keren asiel aangevraagd. Deze zijn elke keer door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) afgewezen. Momenteel zit hij opnieuw in zo’n procedure. Hierna komt de definitieve beslissing of hij mag blijven. “Ik ben christen en ik kan niet terug. De IND weet beter dan ik hoe de situatie in Afghanistan is. Maar hoe kunnen ze mij dan terugsturen? Ik vind dat moeilijk. Ik wil in Nederland blijven en ik doe er alles aan om dat te bewijzen.” Met een intelligente blik stelt Hakim een wedervraag: “Beeld je in dat jij uit Nederland moet vluchten naar Amerika. En als je daar bent, dan zegt Amerika dat je terug moet. Maar dat kan niet, want het is in jouw land levensgevaarlijk. En je weet dat als je teruggaat, je het niet gaat overleven. Wat doet dat met je? Wat zou jij doen?” Zijn bruine ogen staan ernstig en afwachtend. Het is merkbaar dat Hakim allesbehalve onrealistisch denkt. Er valt een veelzeggende stilte. Deze wordt al snel verstoord. Vanuit de keuken klinkt het gestommel van pannen van huisgenoot George. Het alledaagse staat zo in contrast met de situatie van Hakim.
“Afghanistan is één van de gevaarlijkste landen voor christenen”
Niet bang
De gedachte dat Hakim misschien wel nooit een goede kans van slagen heeft hier in Nederland houdt hem erg bezig. Niet alleen de onzekerheid over terug naar Afghanistan moeten speelt een rol. Maar ook het feit dat Hakim hier geen leven kan opbouwen houdt hem wakker. “Ik heb er slapeloze nachten en stress van. Elke avond als ik in bed lig, denk ik eraan en dan kan ik niet slapen. Ik kan vaak pas in slaap komen tussen 00.00 en 02.00. Ik wil graag studeren en werken. Ik hoef geen uitkering te krijgen. In Nederland bestaat het idee dat vluchtelingen alles zomaar krijgen. Maar niks is van mij. Ik moet alles zelf doen. Ik wil niet de hele dag op de bank hangen en mijn hand ophouden. Ik ben jong en ik wil werken. Maar zolang ik geen verblijfsvergunning heb, kan ik niks doen!” De frustratie van Hakim hangt in de lucht. “Maar ik wil niet negatief spreken over de regering of over Nederlanders. Het is niet aan mij om over mensen te beslissen.”
“Er is een dag dat we komen op deze wereld en een dag dat we gaan”
Het is even stil. Aan zijn blik is echter duidelijk dat Hakim nog wat wil zeggen. “Stel dat ik niet mag blijven?”, zegt hij hardop. Hij staart met lege ogen in de verte. “Ben je daar bang voor?”, wordt er gevraagd. “Ik ben er niet bang voor om terug te gaan. Er is een dag dat we komen op deze wereld en een dag dat we gaan. Dit zeg ik, omdat als ik terugga ik doodga”, zegt hij verrassend stellig. Hakim blinkt niet eens met zijn ogen; doet het hem niks? “Doodgaan is niet hetgeen wat mij bang maakt. Ik heb namelijk Jezus hier in Nederland leren kennen. De toekomst is voor een deel in mijn handen. God heeft mij de mogelijkheid gegeven om te leven. Ik denk altijd: God helpt jou, maar jij moet ook actief zijn en dus moet ik ‘leven’.” Op de vraag of hij boos is op God voor de grote onzekerheid wat zijn leven heet, geeft Hakim het antwoord wat de situatie goedmaakt: “Nee, ik ben niet boos op God voor de onzekerheid die er is. Hij zorgt goed voor mij. Ik vertrouw op Jezus, want Hij heeft een plan voor mij. Dan moet het goed komen, wat er ook gebeurt. Hij geeft mij vrede.”
*Hakim is niet zijn echte naam en is om privacy- en veiligheidsredenen gefingeerd.