‘Ik heb me heel bewust afgesloten voor negatieve gedachten’

Emma Casson
Invisible Cities NL
7 min readJan 25, 2019
Arjan de Kleuver, © Wendy Bouwman

In een nieuwbouwhuis in Veenendaal, op een paar honderd meter van de plek waar hij is opgegroeid, woont Arjan de Kleuver (52). De bel gaat en Arjan verlaat zijn plek aan de lange keukentafel. Twee witte hondjes, Missy en Milly, kijken op van hun slaapplekjes. “Ze zijn echt van mijn vrouw, Marjolein,” benadrukt hij met een lachje. Een vrolijke goeiedag en dankjewel klinken uit de hal. Dan stapt hij weer binnen, een lach op zijn gezicht. “Op een gegeven moment weten ze het wel: ‘hier is vaak iemand thuis’. Dan wordt er al gauw aangebeld.”

“Ik ben nooit zo’n dromer geweest. Het komt zoals het is. Natuurlijk zoek ik wel naar uitdaging — iets nieuws wat me energie geeft en wat ik leuk vind. De laatste tijd, toen ik op zoek was naar werk, werd dat best lastig. Dan is het ook steeds de keuze maken tussen uitdaging zoeken en denken ‘nou ja, ik heb wat’. Een stukje routine is helemaal niet erg, maar ik wil wel mijn hersenen kunnen laten kraken. Als je werkt zijn er soms ook periodes dat het thuis belangrijker is en dan ga je op kantoor op de automatische piloot. Aan de andere kant is het soms ook weer goed om in een werksituatie te zijn; puur zodat je afstand van huis kan nemen.”

“Gevoelsmatig heb je liever: schreeuw het uit, laat maar even uithuilen.”

‘Je rekent op een heftige reactie’
Arjan is vader van zes kinderen, waarvan er drie zijn geadopteerd uit China. “Het moment dat je je adoptiekind voor het eerst ontmoet is altijd heel bijzonder. Je weet van te voren niet hoe een kind gaat reageren. Je rekent op groot verdriet, want hij wordt uit zijn vertrouwde omgeving gehaald. Maar je weet niet hoe hij voorbereid is. Weet hij wat er gaat gebeuren? Je bedenkt je ook dat hij in zijn leven waarschijnlijk alleen maar Chinezen heeft gezien en dan komt hij ineens bij mensen terecht die er totaal anders uitzien. Je rekent op een heftige reactie. Joost, de oudste, had er de meeste moeite mee. Daan was gelaten, dat vond ik ook vrij eng. In het busje op weg naar het hotel zat hij stil voor zich uit te kijken. Gevoelsmatig heb je liever: schreeuw het uit, laat maar even uithuilen.”

“De jongste was eigenlijk super enthousiast.” Hij pakt zijn laptop erbij en vertelt dat hij mee heeft gedaan aan het programma ‘Met Open Armen’. In de aflevering zie je het moment dat Arjan en zijn vrouw hun jongste zoon Levi uit China voor het eerst ontmoeten. Terwijl hij de beelden bekijkt verschijnt er een grote glimlach op zijn gezicht. De zesjarige Levi slaat in de video enthousiast zijn armen open en roept ‘mamma!’. Arjan lacht: “Ja, zo kan het ook. Hij stuitert nog steeds zo.”

Arjan achter de piano op zolder, ©Emma Casson

‘Ik heb me heel bewust afgesloten’
Levi stuitert een jaar rond bij het gezin als Arjan in een reorganisatie terecht komt. “Ik wist vanaf welk moment er mensen gebeld gingen worden. Het was net meivakantie en ik had die week vrij gepland. Toen kwam de morgen dat de gesprekken zouden zijn en ik had zoiets van ‘ik merk het wel, ik blijf gewoon lekker thuis’. Ik heb meer reorganisaties meegemaakt en dan hangt daar zo’n negatieve sfeer, want iedereen zit elkaar op te jutten. Daar moet je gewoon niet bij zijn. Ik heb me heel bewust afgesloten en negatieve gedachten aan de kant gezet. Je maakt jezelf alleen maar gek. Als ik daar heel erg mee bezig zou zijn dan zou ik hier verbitterd zitten. Ik werd gebeld met de boodschap dat ik toch boventallig was geworden. En dan, oké… dan is het zo.”

Op de achtergrond
“Ik blijf altijd een beetje op de achtergrond. Ik vind het leuker om te horen wat anderen te vertellen hebben dan om mezelf te horen praten. Luisteren vind ik het leukste. Ik laat altijd eerst anderen en dan haak ik daar op in. Je zal mij niet snel op de voorgrond zien staan.”

Arjan achter de piano op zolder, ©Wendy Bouwman

“Vroeger speelde mijn vader orgel in kerken en dan ging ik mee. Dat had wel wat. Wij zaten boven, achterin de kerk. De mensen zaten met de rug naar ons toe, dus dat scheelt wel weer. Mijn vader heeft altijd orgel gespeeld. Dat was zijn grote liefde en is ook iets wat ik van mijn hem heb meegekregen. Toen hij een nieuw orgel wilde kopen, zei een muziekhandelaar: ‘Jij altijd met je orgel, je moet een piano kopen, dat is veel beter.’ Toen heeft hij een piano gekocht, maar daar heeft hij het nooit mee naar zijn zin gehad. Ondertussen kreeg ik pianoles, dus ik ben met de piano verder gegaan en heb die van mijn vader later ook meegenomen.” Welke muziek Arjan tegenwoordig luistert verschilt met zijn stemming en kan binnen één dag van klassiek naar metal gaan. “Daar zweeft het een beetje tussen allemaal.”

“Uiteindelijk kwam een lekkage weer terug en dat was de letterlijke druppel.”

Twee linkerhanden
Arjan en zijn gezin wonen in een jaren ’30 huis als Arjan werkloos wordt. Hij en zijn vrouw hebben altijd beiden gewerkt, waardoor klussen in huis zijn blijven liggen. Zodra Arjan werkloos wordt besluit hij deze taak als eerste op zich te nemen. “Ik dacht: laat ik maar eerst de echt nuttige dingen doen voordat ik druk bezig ga met solliciteren. Dan kom je dingen tegen als een verrot kozijn.” Op zijn vingers telt hij de taken op de lange kluslijst. “Dit moet je doen, dat moet je doen. Als je een klusser bent en je vindt het leuk dan is het een ander verhaal dan als je twee linkerhanden hebt. Uiteindelijk kwam een lekkage weer terug en dat was de letterlijke druppel.” Hij begint hard te lachen. “Toen dachten we: ‘we verkopen de tent’.”

‘Het is zo’n doelloos gevoel’
“Je komt er pas achter wat werk voor je betekent op het moment dat je thuis zit. Je bent bezig en je hebt contact met mensen. Werk is gewoon een heel belangrijke factor in je leven. Die sociale contacten en dat stukje uitdaging, dat mis je. De vastigheid en verplichtingen die je hebt van werk,” hij kijkt nadenkend uit het keukenraam, “ja, die vallen weg. Als je thuis bent, zit je eigenlijk in een heel klein kringetje.”

“Gatverdarrie, weekend… weer een dag.”

“Dat merk ik vooral de laatste tijd in de weekenden. Dat is voor anderen heel lekker. Ik denk: ‘gatverdarrie, weekend… weer een dag’. Het is zo’n doelloos gevoel. Met vakanties heb je dat eigenlijk nog meer. Vakanties zijn leuk om uitstapjes te maken, maar je merkt na een tijd dat het geen voldoening geeft. Het is geen beloning meer, zo van: ‘ik heb een dagje gewerkt en nu gaan we een dagje uit’.”

Een moeilijke beslissing
Tijdens familiedagen is er altijd iemand bij die er doordeweeks niet is. Joost — Arjans eerste adoptiekind. “Toen we hem ophaalden was de situatie in Chinese tehuizen heel anders dan nu. Dan kom je binnen in een kindertehuis waar eigenlijk verder helemaal niks is; alleen een aantal kinderen in een zaal met maar een paar speelgoedjes. Dat is wel een trieste situatie die je verdrietig maakt. Maar ook positief in de zin dat de verzorgsters zo liefdevol omgingen met de beperkte middelen die ze hadden — ze deden echt hun best.”

Arjan vouwt zijn handen om de warme kop koffie op tafel. “In de loop van de tijd merkten we dat er wat aan de hand was, maar er ging wat tijd overheen voordat we ontdekten wat. Uiteindelijk bleek Joost verstandelijk beperkt en autistisch te zijn met daarbij een hechtingsstoornis. Als je hem dan zo ziet, dat is wel triest. Het maakte grote impact op ons als gezin. Zijn gedrag was zodanig dat hij niet meer thuis kon wonen. Het was nodig dat hij naar een instelling voor verstandelijk gehandicapten zou gaan, daar zou hij beter op zijn plek zijn. Het was een heel moeilijke beslissing. Het is heel tegenstrijdig; je adopteert geen kind om hem later weer in een instelling te zetten.”

Arjan op zijn vertrouwde plekje bij de eettafel, ©Emma Casson

Honderd sollicitatiebrieven
In het begin van 2018 besluit Arjan een training ICT te volgen om zich om te scholen, in de hoop een baan te krijgen. “Het doet wat met je zelfvertrouwen dat je theorie op peil is, maar die praktijkervaring mist. Als je dan gaat solliciteren loop je daar telkens tegen aan. Ik heb de kennis opgedaan, maar ik moet ook ergens een keer beginnen.”

“Toen zei ik gewoon: ‘ik ben vrij’, maar ik kwam er niet onderuit.”

Hij vertelt dat het goed kan uitpakken als er op een verjaardag aan hem gevraagd wordt wat hij doet en hij kan uitleggen dat hij werkloos is. Soms hebben mensen een goede tip voor hem. Maar andere keren wordt hij er moe van. “Bij de kapper kom je door de week, want dan ben je vrij. Dan heb je wel eens verschillende. De laatste keer had ik echt geen zin om erover te praten. Toen zei ik gewoon: ‘ik ben vrij’. Maar toen ging zij doorvragen en kwam ik er eigenlijk niet onderuit”, grinnikt hij.

Maar nu, meer dan honderd sollicitatiebrieven later, begint Arjan in februari met zijn nieuwe baan als financieel expert bij Provincie Gelderland. Dan is het weekend niet meer gewoon ‘weer een dag’, maar iets om van te genieten. “Geluk is te vinden in lekker buiten zitten op een zonnige dag — een goed boek en ‘s avonds een wijntje erbij. Ik kan heel erg genieten van heel mooi weer. Gewoon het zonnetje en lekker rustig zitten, dat vind ik het lekkerste.”

Wat zou jij doen als je in de situatie van Arjan zou komen te staan?

Geschreven door: Wendy Bouwman en Emma Casson

--

--