“Ik kwam op mijn zeventiende met twee partners thuis”

Redactie Minority Report
Invisible Cities NL
8 min readJan 9, 2020
Romy in de sneeuw (Romy Verwegen)

Een spontane, oprechte en kwetsbare vrouw legt haar hart op tafel in een knus cafeetje in Den Bosch. Romy Verwegen (19) maakte in haar jonge leven al veel mee, maar kwam er sterker uit dan zij voor mogelijk hield. Inmiddels weet zij al een tijdje dat ze polymoureus is. Dit betekent dat zij relaties heeft met meerdere partners. Romy vindt dat de overheid hen als groep buitensluit. ‘’We kunnen niet trouwen, of met meerderen een huis kopen.’’

Romy heeft geen moeite met kwetsbaarheid. Ze staat open voor iedereen. “Dat moet wel als je een relatie met meerdere mensen aangaat. Je kan mij ook alles vragen. Die grens dat ik ergens niet op antwoord ligt heel ver.’’ Tijdens haar middelbare schooltijd werd daar weleens misbruik van gemaakt. Maar nu lijkt het juist haar kracht te zijn.

Gehoor geven aan haar droom als doventolk
Romy is de één na jongste in een gezin van vier. “Ik ben vrij boers opgevoed in een klein dorpje in Noord-Brabant”, vertelt Romy. Daar reed zij als jong meisje vaak paard. Dit was één van haar hobby’s. Romy verzorgde ook verschillende paarden van mensen in het dorp. “Die paarden waren echt waardevol voor mij en een grote steun als het minder ging.’’

Inmiddels heeft Romy een tussenjaar omdat ze veel last van reuma heeft. “Ik ben snel moe en moet goed op mijzelf letten. Ik hoop wel binnenkort een baantje te vinden.’’ Grote plannen voor het jaar daarna heeft zij wel.

“Volgend jaar zou ik graag gebarentolk willen studeren.’’ Zodra Romy daarover begint, straalt het enthousiasme van haar gezicht en weet zij hier van alles over te vertellen. ‘’Ik ben zelf slechthorend en altijd al een talenmens geweest is. Wat ik zou willen bereiken met gebaren tolk zijn, is het verbinden van de Nederlandse en Amerikaanse gebarentalen.” Engels spreken kan Romy namelijk erg goed, vertelt zij.

Romy op haar paard (B. Heuvelman)

Twee uitersten
Romy heeft met haar moeder een goede band. Met haar vader is dit soms anders. “De band met mijn moeder is heel goed. Ik kan haar alles vertellen en ze is altijd heel beschermend.” Met haar vader heeft Romy een minder goede band.

“Mijn vader is een norse man en heeft zich niet veel bemoeid met de opvoeding. Het contact met hem leggen was moeilijk, vooral toen ik uit de kast kwam en nieuwe diagnoses kreeg vanuit het ziekenhuis. Ik heb nu gekozen voor een wat afstandelijkere relatie met hem.’’

“Mijn vader zei: “het is ook altijd wat met jou”.”

Haar vaders reactie toen zij thuiskwam en vertelde twee partners te hebben, vond ze moeilijk. “Toen ik mijn ouders dit vertelde, waren zij niet heel blij met het idee. Mijn moeder was vooral beschermend. Mijn vader zei: “Het is ook altijd wat met jou”.”

Als je het moeilijk hebt, zalf ik je
Haar basisschooltijd was voor Romy erg moeilijk. “Ik ben van groep twee tot acht wel erg gepest.’’ Romy betwijfelt of zij dit verwerkt heeft. ‘’Het blijft altijd moeilijk om erover te praten. Ik denk als ik er mee geconfronteerd wordt, dat ik vanzelf wel merk hoe ik er nu tegenover sta. Toch weet ik wel dat juist die periode mij heel open-minded heeft gemaakt.”

De gevolgen van het pesten waren heftig voor Romy. “Ik ben door die periode na een tijdje in een burn-out en depressie terechtgekomen. Dit was een hele moeilijke en moeizame periode.

“Mijn pijn mocht er zijn, dat bracht zoveel verlichting”

Ik ben eruit gekomen doordat een goede vriend Sebastiaan tegen mij zei: “Als je het moeilijk hebt dan zalf ik je.” Dat vond ik zo’n mooie boodschap. Dit was namelijk voor het eerst dat iemand me niet op probeerde te vrolijken of eruit wilde trekken, maar mij juist accepteerde zoals ik me voelde. Daardoor werden alle emoties ineens veel lichter.”

Romy neemt een slokje van haar thee en gaat verder, “Ik heb er wel van geleerd dat je zelf verantwoordelijk bent voor hoe het met jou gaat en dat ik mezelf op de eerste plaats mag zetten.”

Van danspartner tot liefdespartner
“Mijn eerste polyrelatie begon eigenlijk als een sprookje. Ik was zeventien en ik werd verliefd op mijn vrouwelijke danspartner. Samen met haar deed ik aan rolstoeldans, vanwege mijn reuma. Alleen had zij een relatie met een man. Beiden waren vijfendertig. Toch werd het contact steeds hechter, we gingen vaak met zijn drieën op pad of wat drinken.”

Romy aan het rolstoeldansen (B. Heuvelman)

Romy glimlacht als ze terugdenkt aan de avond waarop het begon. “Na een wedstrijd was ik bij hen thuis en toen kwam het hoge woord eruit. Ze vertelde mij dat ze mij allebei heel leuk vonden en ik wist meteen dat ik mij ook zo bij hen voelde. Het was heel ongeloofwaardig en we moesten het alle drie ook wel echt laten bezinken.’’

Over de gevolgen wilde Romy die avond nog niet nadenken. “We waren allemaal enorm opgelucht. Ondanks dat we niet goed wisten waar we in beland waren, hadden we het gevoel dat het niet gek was.”

Dat zij een stuk ouder waren maakte voor Romy niet uit. “Die avond al helemaal niet. Later wel iets meer. Het is niet dat leeftijd voor mij een rol speelt, maar het is wel belangrijk om in dezelfde levensfase te zitten. Dat is uiteindelijk waar het in de relatie ook is misgegaan, ben ik bang.”

Sprookje versus realiteit
Het sprookje zoals Romy het noemde, bleef niet altijd zo. “De praktische dingen moesten op een rijtje gezet worden. De verhoudingen lagen scheef. Zij woonden samen en konden elkaar elke dag zien. Ik was daar één keer in de maand. Ook zag ik mijn vriendin vaker dan mijn vriend omdat zij elke week mijn danspartner was.’’

Romy besloot dat het zo niet langer kon. Ze wilde haar vriend ook meer zien. “Jaloezie was wel duidelijk aanwezig. Ik moest mijn aandacht goed verdelen. We spraken meestal in duo’s af en niet met zijn drieën tegelijk. De ene nacht lag ik bij mijn vriend, de andere nacht bij mijn vriendin.’’

Toch denkt Romy dat jaloezie een leeg begrip is. “Het ontstaat doordat jij een behoefte hebt waar de ander niet aan voldoet. Daar kun je altijd over praten en het proberen op te lossen. Toch bleef het lastig, want zij deelden emotioneel veel samen en woonden ook samen.’’

Romy in natuurgebied de Maashorst (Foto: Romy Verwegen)

Voor allebei evenveel liefde
Met twee mensen in een relatie verandert niets aan de liefde die je voelt, vindt Romy. “Ik heb ervaren dat ik net zoveel van de een als van de ander kan houden. In de tijd die we met zijn drieën hadden genoot ik enorm, vooral als we samen gingen klussen of wat leuks gingen doen.”

Romy heeft hier een mooie vergelijking voor. “Ik vergelijk het vaak met het krijgen van kinderen. Na de eerste ga je niet minder houden van de kinderen die volgen. Ook houd je niet minder van de eerste omdat er een tweede bijgekomen is.”

Ik zou wel met drie personen in een huis kunnen wonen”

Ook vertelt Romy open over hoe het seksleven eruit zag in een relatie van drie. “Natuurlijk denken mensen dat je alleen maar trio’s doet, maar dat is zeker niet mijn ding. Ik zeg niet dat ik ze niet gedaan heb, maar ik was continu bezig om beiden genoeg aandacht te geven. In mijn afgelopen relatie hielden we dat ook veel apart.”

Het maximum om een relatie mee te hebben is voor Romy drie personen. “Ik zou wel met zijn drieën in een huis kunnen wonen. Alleen is het voor mij wel belangrijk dat ik mijn eigen ruimte heb en tijd voor mezelf.’’

Niet alleen seks
Romy vertelt dat zij niet veel problemen heeft met vooroordelen wat betreft haar omgeving. Wel vindt zij dat de overheid hen buitensluit. “Ik merk wel dat mensen denken dat het alleen om seks gaat, maar dat is juist niet zo. Ik denk dat het een gebrek aan kennis is. Het gaat om zoveel meer, het is echt een relatiegevoel.’’

Ook gaat Romy naar polyborrels waar zij fijne en open gesprekken voert. “Het is een hele open en behulpzame community. Ik ben natuurlijk geen expert, maar ga wel af en toe naar polyborrels. Iedereen staat daar voor elkaar open.’’

“Ik denk dat de overheid ons buitensluit”

Romy’s vrienden vatten het goed op dat zijn een polyamoureuze relatie had. “Ik merk in de acceptatie een enorm onderscheid tussen de jongeren, middelbaren en ouderen. Jongeren en ouderen vinden het prima, maar de meeste midlife’ers vinden het moeilijk om te accepteren.’’

Geen huis voor drie
Romy vindt dat de overheid hen als groep buitensluit. “We kunnen niet trouwen. Ook is een huis kopen met meerdere mensen een moeilijke zaak. Uiteindelijk kan je maar met maximaal twee personen een huis kopen. De media heeft ook wel een aandeel in het beeld over polyamorie. Maar tegenwoordig vind ik dat zij er al veel beter mee omgaan.”

NO HOUSE (B. Heuvelman)

Gescheiden wegen maar een rooskleurige toekomst
“Ik zie de toekomst rooskleurig in. Al zie ik geen gezin voor me. Romy denkt even na over de goede manier om de volgende dingen te vertellen. “Ik merk dat sommige vervelende eigenschappen van generatie op generatie zijn over gegaan en ik wil voorkomen dat ik dat door geef.’’

Hoe Romy haar liefdesleven voor zich ziet, weet ze nog niet. Haar vorige relatie is ook pas twee weken uit. “Ik voelde me best vaak in de steek gelaten. We begonnen ook gewoon uit elkaar te groeien.”

“Ik was nog niet klaar om te settelen”

Achteraf heeft het verschil van levensfase ook een rol gespeeld, ziet ze nu in. “Zij waren al klaar om te settelen en ik ben nog gewoon een studente. Dat benauwde me wel erg. Ik kreeg veel vrijheid, maar mij loslaten vonden ze soms nog wat moeilijk.”

Uitdelen van spiritualiteit
Romy wil nog veel leren in de toekomst. “Natuurlijk ga ik studeren, maar ik wil ook leren groeien in spiritualiteit en die vervolgens uitdelen. Iets wat ik ook graag zal willen leren is het loslaten van mijn bewustzijn. Ik wil meer dingen op gevoel gaan doen.”

Dit was het tweede portret van de serie interviews over mensen met een polyamoureuze relatie. Vinden jullie dat de overheid een huwelijk met meerdere personen moet legaliseren?

--

--