“Je moet de tijd benutten die je hebt want daarna is het gewoon klaar.”

Redactie Daklozen
Invisible Cities NL
4 min readDec 1, 2019
Bas Velzel

Door Lonneke Tijhof

In het academiehart van de opleiding Theologie spreek ik met Bas Velzel (19). De locatie is enkel gekozen voor de rust. Bas studeert geen Theologie maar zit in zijn tweede jaar van Journalistiek, net als ondergetekende. Een voorstelrondje is dus overbodig. “Ik moet normaal bij het voorstellen altijd mijn achternaam spellen. Anders denken ze dat het Velzol is, of Vezel. Je hoort van alles.”

Zijn accent verraadt het zodra je hem hoort praten: Bas is geboren en getogen in Amsterdam. The place to be als je het hem vraagt. Ondanks zijn studie in Ede is verhuizen naar een andere stad er voorlopig dan ook niet bij. “Noem me nationalistisch op Amsterdam, maar als je zo in een stad opgroeit dan is een andere stad toch wat anders dat je niet bevalt. Het is niet Amsterdam en hoe mensen daar met elkaar omgaan is niet hetzelfde. Ik ben geboren en opgegroeid in de Jordaan, dat is allemaal heel erg hecht.”

“Ik ben een ras-Ajacied”

En een soortgelijke grote stad zoals Rotterdam? “Daar zou ik nog niet dood gevonden willen worden. Ik ben nogal een ras-Ajacied.” Bas is dan ook voor elke thuiswedstrijd in het stadion te vinden. Uitwedstrijden kijkt hij in café Kuijper, wat hij het gezelligste sportcafé van Noord-Holland noemt. “En PSV en Feyenoord kijk ik natuurlijk om te kijken of ze verloren hebben.”

Zelf voetballen komt er niet meer van sinds hij op hoog niveau hockeyt. Vroeger viel het nog te combineren, maar inmiddels traint hij daar te veel voor. Vanochtend voor het interview nog. De hockeystick staat dan ook naast Bas’ stoel tegen de muur geleund. Hij pakt hem op en probeert de bal zo vaak mogelijk achter elkaar op te vangen met de stick. “Hier ben ik nog steeds mee aan het oefenen.” Of hij nog andere talenten heeft naast hockey? “Ik vind dat ik goed kan neplachen, echt zo’n fotolach.”

Een atheïst op de Christelijke Hogeschool

Daarnaast is schrijven iets dat hem ligt, zo ontdekte Bas terwijl hij eigenlijk op zoek was naar een technische studie. “Ik ben een bètapersoon, mijn eerste studiekeuzes waren Tandheelkunde en Maritieme Techniek. Dat wilde ik heel graag gaan doen. Toen moest ik een betoog schrijven voor Nederlands en had ik een tien. Mijn Nederlands-docent zei: “Eigenlijk moet je echt iets gaan doen met schrijven, je schrijft zo leuk”. Ik dacht, weet je, ik ga maar gewoon kijken.”

De opleiding Journalistiek in Utrecht vond hij in eigen woorden ‘drie keer niks’, dus koos hij voor de CHE. “Hier ben ik niet geweest, maar als ik erover las dacht ik, misschien is dat wel meer iets voor mij.” De Christelijke Hogeschool, een opvallende keuze voor iemand die niet gelooft en vloeken noemt als iets dat hem typeert. “ Ik dacht, hier heb je mensen die respect hebben voor het geloof. Als je zoiets kan respecteren denk ik dat ze eigenlijk iedereen kunnen respecteren. Mensen die een soort community zijn, dat vond ik wel een fijn, warm gevoel. Dat verwachtte ik, en is hier uiteindelijk ook heel erg.”

Gezelligheid en pils

Gezelligheid is iets dat voor Bas erg belangrijk is. “Pilsen is mijn hobby, als dat een hobby is. Niet zozeer om het pils, maar meer om de happening die erbij komt, de gezelligheid. Op dinsdag heb ik met mijn vrienden een borrel, zoals studentenverenigingen dat ook hebben. Daar kijk ik elke week wel gezellig naar uit.” Zijn vriendengroep is erg hecht, ze kennen elkaar al vanaf de basisschool en zien elkaar nog steeds drie of vier keer per week. Ook zijn zus ziet hij regelmatig. “Af en toe zie ik haar te vaak. Ze woont redelijk dichtbij. Voor de rest is het wel gezellig als ik haar zie, ik heb een goede band met mijn zus.”

Als er iets is waar hij bang voor is is dat alleen zijn. “Eenzaam worden als je ouder wordt is iets waar ik wel tegenaan kijk. Naast mijn oude basisschool zit een buurthuis en daar kan je elke woensdag een kopje thee drinken. Mijn opa ging daar vroeger altijd heen maar die is er niet meer. Ik heb dat overgenomen, dus twee keer per maand probeer ik even langs te gaan. Even mijn kop laten zien en vragen hoe het gaan. Dat maakt toch die mensen hun dag. Elke keer dat je bent hoor je hetzelfde verhaal. ‘Ik zie mijn kleindochter te weinig’, ‘het eten is shit’ en ‘de politiek blijft kut’, maar het is wel leuk dat die mensen enthousiast vertellen en dat is wat mij ook heel erg vrolijk maakt.”

Tijd benutten

Die focus op de mensen om zich heen heeft hij geleerd van zijn grote inspiratiebron. “Dat is honderd procent mijn neef. Hij is er helaas niet meer, hij werd neergeschoten op een oorlogsmissie in Irak, maar hoe hij zich inzette voor Nederland in het leger, maar ook in zijn eigen omgeving, hoe hij met mensen omging… Daarvan denk ik: dat is hoe ik als persoon zou willen zijn als ik echt groot ben. De laatste keer dat ik hem zag hadden we ruzie. Dat was met kerst. Ik wilde dat niet met de hele familie vieren maar hij vond dat juist heel belangrijk.”

Bas’ neef heeft dus voor hem echt een stempel op de wereld gemaakt. Dat vindt hij mooi, zeker omdat hij niet gelooft in een leven na de dood. “Je moet de tijd benutten die je hebt, daarna is het gewoon klaar. Er komt geen tweede ‘iets’. Je eindigt óf in een pot óf in de grond. Daar ben ik vrij luguber in. Ik denk dat je je tijd niet benut hebt als je denkt ‘dit had ik nog kunnen doen’. Als ik terugkijk naar mijn negentien jaar hier denk ik, wat ik nu heb gedaan, daar ben ik wel tevreden over.”

--

--

Redactie Daklozen
Invisible Cities NL
0 Followers
Editor for

Wij gaan dit blok het gesprek aan met daklozen en maken daar portretten van.