Journalistiek als autorijlessen: hoe bedien je het allemaal tegelijkertijd?

OndergewaardeerdeBeroepen
Invisible Cities NL
6 min readJan 11, 2021

Frénk van der Linden over interviewen: “Eigenlijk ben je gelegitimeerd om jan en alleman de vragen te stellen waar je mee zit.” Hij studeerde aan de School voor Journalistiek in Utrecht, van 1977 tot 1980. De interview legende vertelt ons over de fijne kneepjes van het vak. Want hoe maak je nu eigenlijk precies een goed interview volgens Frénk?

Frénk van der Linden. Credits: Ben Kleyn

Wat is de voornaamste reden dat u journalistiek ging studeren?

‘’Ik denk dat het te maken heeft met een ongebreidelde nieuwsgierigheid hoe het leven in elkaar zit. De journalistiek is een toegangskaartje voor alles. Je kunt onder andere koks, filosofen, politici en sporters interviewen. Eigenlijk ben je gelegitimeerd om jan en alleman de vragen te stellen waar je mee zit.

De journalistiek is een kanaal naar kennisvergaring voor mij. Meer dan een doel op zichzelf. Ik denk ook dat ik niet het leven of de wereld probeer te snappen, maar toch ook mezelf. Wie of wat denk ik wel niet te zijn? Waar komt dat vandaan? Wat maakt een mens? Dat zijn vragen waar je nooit een antwoord op kunt krijgen, maar met de journalistiek kom je een eind.’’

U vertelde in een interview: ‘Doordat ik andere mensen mag interviewen, interview ik eigenlijk mezelf.’ Heeft u zichzelf beter leren kennen door anderen te interviewen?

‘’Ik weet nog dat ik voor de NRC, begin jaren negentig, een interviewserie schreef: ‘Geloof, dood en liefde.’ Dat waren interviews over de grote thema’s. Op dat moment zei mijn beste vriend tegen mij: ‘Heb je eigenlijk in de gaten dat je bezig bent met een vorm van zelftherapie?’ Ik vroeg wat hij bedoelde en toen zei hij: ‘Je bent een paar jaar geleden gescheiden en je oriënteert je opnieuw op de vraag hoe je verder wilt met je leven.’ Ik denk dat mijn vriend daar gelijk in had. Op dat moment heb ik de journalistiek ingezet om in mijn eigen huid te kruipen. Ik was gescheiden van mijn gelovige vrouw, onze gevoelens over godsdienst was een van de redenen van onze scheiding. Over zulk soort dingen had ik het ook met mijn geïnterviewden. Ik besprak wat geloof voor hen betekende en hoe het bijvoorbeeld in hun relatie uitpakt.’’

Is er mensenkennis nodig voor een goed portret?

‘’Als je diep wilt graven, is het een pré. Het rare is dat gebrek aan kennis in een interview ook tot hele verrassende dingen kan leiden. Je stelt dan stupide vragen, waarvan de ander denkt: ‘Wat is dit in hemelsnaam?’ Dan is het niet dat je voorbereiding niet goed is, maar het kan wel intrigerende antwoorden opleveren. Door zulk soort vragen heb je bijvoorbeeld wel de kop van de Telegraaf de volgende dag.’’

‘’Als u uw eigen interviewstijl mag omschrijven, hoe zal u dat dan doen?

‘’Met een paradox. Dan zal ik zeggen: ‘Ik ben invoelend en confronterend.’ Misschien ben ik wel zo confronterend omdat ik invoelend ben. Wanneer je je goed verplaatst in mensen, kun je de moeilijkste vragen stellen. Van spectaculaire aanvallende technieken houd ik helemaal niet. Ik wil wel weten hoe iemand leeft en hoe deze persoon eigen ideeën en principes naleeft. De geïnterviewden vinden dat aan de ene kant heel fijn, maar aan de andere kant schrikken ze wel eens van de diepe vragen die dat met zich meebrengt.’’

Wat doet u als ze daarvan schrikken?

‘’Als ik zie dat ze schrikken, geef ik de geïnterviewden de tijd om erover na te denken. Mensen hebben niet altijd direct een antwoord. ‘Neem daar even rustig de tijd voor.’ Stel dat iemand jou vraagt: ‘Wat is het sleutelmoment in jouw leven?’ Op zulk soort vragen heb je niet direct een antwoord. In mijn geval kostte het best wel veel tijd om te ontdekken, dat de scheiding van mijn ouders, hét grote moment in mijn leven was.’’

Heeft de scheiding van uw ouders er dan ook voor gezorgd dat u andere mensen meer wilt begrijpen?

‘’In januari komt een nieuw boek uit: ‘En altijd maar verlangen, de liefdesoorlog van mijn ouders.’ Dat zijn brieven die ik heb geschreven aan mijn vader en moeder. Ik maak in die brieven niet alleen verwijten, maar ik probeer vooral mijn ouders te snappen. Hoe werd de dans die hun huwelijk was, samen gedanst?

Ik probeer de complexiteit van menselijke relaties in kaart te brengen, in dit geval die tussen mijn ouders. Ik heb nu de missie om mensen te verbinden en om het inzichtelijk te maken voor elkaar. Hier wil ik de journalistiek voor gebruiken.’’

Bent u wel eens zó emotioneel geworden tijdens een interview, dat u de draad kwijtraakte?

‘’Ja! Luister maar eens naar Kunststof. Ik had een interview met pianist Michiel Borstlap. Hij had heel veel van zijn innerlijke wereld prijsgegeven. In een bijzin vertelde hij over zijn vroegere relatie. De muziek die hij maakte, zorgde voor contact met zijn dochter. Dat raakte mij enorm. Het zal zeker te maken hebben met mijn eigen ervaringen, een kind van gescheiden ouders. Het verhaal was echt prachtig en ik vond het bijzonder dat hij dit aan mij prijsgaf.’’

Laat u zichzelf dan gaan?

‘’Je kan natuurlijk moeilijk live gaan snikken. Maar ik heb wel aangegeven dat ik de grip even kwijt was. Ik houd ontzettend van eerlijk zijn. Je hoeft je niet stoerder voor te doen dan je bent. Natuurlijk verwacht je van je gesprekspartners dat zij openhartig zijn, dan moet je zelf niet stug doorgaan. Naar mijn idee heb je dan de dure plicht om je eigen hart te openen. Dat is niet slecht voor je geloofwaardigheid, integendeel. Zolang je er maar mate in houdt.’’

Tip van Frénk: ‘’Stel geen ‘of… of’ vragen. Dat maakt het lastig voor de geïnterviewde. Het is niet dit óf dat. Gebruik daarom juist: hoeverre. Dan heb je meer kans op een vrijere beantwoording.

Is het makkelijker om bekenden te interviewen, of liever onbekenden?

‘’Daar valt eigenlijk geen algemene lijn in te trekken. Het is niet of, of. Je kan een enorme klik hebben met iemand die je nog nooit hebt ontmoet. Je kan ook iemand al jaren kennen. Ik geloof veel meer in karakteristieke eigenschappen dan de lengte van je contact.

Zelf interview ik het liefste mensen waarvan ik zelf iets kan leren. Dat vind ik het leukste. Onbegrijpelijk eigenlijk, dat ik op mijn zeventiende dacht dat ik wist hoe de wereld moest worden ingericht. Dat is eigenlijk ook een denkfout.’’

Weet u dat nu wel?

‘’Ik weet het nu nóg niet! Ik weet het nu nog minder dan toen! Het is zoals het in de bijbel staat: ‘vermeerdering van kennis is vermeerdering van smart.’ Hoe meer je opsteekt, hoe gecompliceerder alles blijkt te zijn. Ik word naar mate dat ik ouder word steeds nieuwsgieriger, dat vind ik eigenlijk wel een zegen.’’

Heeft u liever een voorbereid interview of niet?

‘’Als je iemand met macht interviewt, kun je jezelf maar beter voorbereiden. Je moet dossiers kennen, verrassend zijn, charme hebben, kunnen verleiden, humor mee brengen en iemand kunnen ontregelen. Zij weten precies hoe het in elkaar zit.

Onvoorbereide interviews kunnen een charme met zich meebrengen. Dit heb ik meerdere keren gedaan. Hier is spontaniteit en improviseren heel belangrijk. Je hebt minder vooroordelen en conclusies bij voorbaat en dat geeft iets bruisends. Zulk soort interviews doe ik het liefste met kunstenaars, want daar speelt veel minder het idee van controle.’’

Vind u onvoorbereide interviews leuker?

‘’Wel spannender! Als je in een tv-studio zit en niet weet wie er binnenkomt, is de adrenaline heel hoog. Soms gaat het ook wel eens mis, bijvoorbeeld in het interview tussen mij en Youp van ’t Hek. Dat werd een modderballet. Het was spannend om naar te kijken, maar inhoudelijk niet mijn beste interview.’’

Hoe verdeelt u de aandacht tijdens interviewen?

‘’Bij een goed voorbereid interview heb ik een gedetailleerde vragenlijst bij me. Dat is een ‘spoorboekje’, zodat ik kan kijken op welke volgorde ik het allemaal wil doen. Het is niet zo ingewikkeld om te luisteren, je boekje te volgen, signalen op te merken. Maar het is wel lastig om vanuit alle perspectieven te kijken. Het is een beetje als mijn eerste rijles, daar moest je ook alles tegelijk doen. Maar bij de lessen daarna kun je steeds meer tegelijkertijd.’’

Schrijft u met lezers in uw achterhoofd?

‘’Ik wil mijn eigen fascinaties volgen, maar ik wil ook dat reportages voor iedereen interessant zijn. Ik probeer een breed publiek te bereiken.’’

U gebruikt quotes als koppen, doet u dit expres?

‘’Bij interviews zijn quotes onvermijdelijk. Als je een portret schrijft, dan kan een ander etiket boven het stuk staan. Het hangt af van het soort verhaal.’’

Wat zijn tips voor beginnende interviewers?

‘’Kijk, lees en luister veel interviews. Ik zal tot mijn laatste snik jatten van anderen. Ik kijk wat er goed is aan dat werk. Ik heb het interviewen niet uitgevonden, maar ik heb er wel wat aan toegevoegd. Er zal wel iets zijn als: ‘de stijl van Frénk van der Linden.’ Maar ik sta wel op de schouders van heel veel goede voorgangers en mensen die nu nog steeds interviewen. Als je goed wilt interviewen, moet je verdomd goed om je heen kijken om te zien hoe anderen interviewen.’’

Door: Joris Arnoldussen en Amber Dexel

--

--