Julia: ‘Het geloof is voor mij dé basis van het leven’

Stijn de Jong
5 min readDec 2, 2022

--

Julia Berghuis | Stijn de Jong

Een rotsvast geloof: dat kenmerkt Julia Berghuis. Twijfels, pesterijen op de middelbare school en andere moeilijkheden: Julia ontkomt er helaas niet aan. Toch blijft ze God zien in deze moeilijke periodes. Hij doet bijzondere dingen in haar leven. ‘Zo heeft God bij mij gewerkt, maar hij werkt door heel veel dingen heen en op heel veel verschillende manieren.’

Het geloof speelt van jongs af aan een grote rol in het leven van Julia. In de kerk komt voor haar alles samen: haar vrienden, de liefde voor Jezus en de passie voor aanbidding. ‘‘Alles valt uiteindelijk te labelen onder mijn geloof. Het is toch één van de belangrijkste dingen in mijn leven, waarop alles uiteindelijk wordt gebouwd.’’

‘’Alles valt uiteindelijk te labelen onder mijn geloof’’

Julia gaat als kind naar de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKv). Ook haar klasgenoten zitten in deze kerk. Ze groeit daarom in een beschermde kring op. ‘’Daar heb ik opzich een prima jeugd gehad. Maar later besefte ik eigenlijk dat het nooit over de Heilige Geest ging.’’

De Heilige Geest

Als Julia twaalf is, verandert dat. Ze bezoekt met haar ouders een evangelische gemeente. ‘’Toen ging het niet per se over de doop. Dan wordt er namelijk gezegd: ik doop je in naam van de Heilige Geest. Het ging er meer over dat de Heilige Geest nu nog steeds bezig is.’’

Julia gaat zich afvragen en voelt onbegrip waarom ze niet eerder hierover heeft gehoord. ‘’Het voelde een beetje voor mij alsof er een stukje informatie was weggelaten.’’ Als Julia in de evangelisch/charismatische kerk zit, ziet ze dat haar moeder wordt geraakt door de Heilige Geest. Ze vraagt zich af waarom ze dit niet ervaart in de GKv, maar wel in de evangelische gemeente. ‘’Toen hebben we een paar weken later de overstap gemaakt naar die kerk.’’

Het wereldse op de middelbare school

De realisatie dat ze beschermd opgroeit, ervaart ze onder andere tijdens een les geschiedenis. ‘’Als het dan over de verzuiling ging, dacht ik altijd dat het nog steeds in de maatschappij zo was. De mensen waarmee ik in de klas zat, zaten ook op dezelfde sport. Op dat moment voelde het voor mij alsof we in een verzuilde samenleving leefden, terwijl het gewoon een afgekaderd stukje Nijkerk was.’’

Op de middelbare school ontdekt Julia dat niet iedereen dezelfde levensovertuiging heeft. Ze zit onder andere met mensen die de Islam aanhangen in de klas. Daar komt ze zichzelf tegen. ‘’Ik besefte op dat moment hoe ik was opgegroeid en ik maakte voor mezelf de keuze: dit wil ik niet. Ik kan niet volwassen worden met het beeld dat iedereen een wit en gelovig persoon is. Ik had bijvoorbeeld nooit nagedacht dat mensen in mijn omgeving de Islam aanhingen. Toen kwam het besef: mensen zijn verschillend, maar ik heb die verschillen nooit echt kunnen zien.’

Overwinningen in een moeilijke periode

Het begin van de middelbare school is voor Julia niet bepaald een makkelijke tijd. ‘’Ik ben best wel gepest in die periode. Hierdoor kwam ik sociaal en mentaal op nul te staan. Daarnaast werd ik ook nog ziek, waardoor mijn fysieke gestel ook op een lager pitje stond. Ik had eigenlijk besloten dat de wereld beter af zou zijn zonder mij.’’

In de moeilijke periode ervaart Julia God dichtbij. ‘’Na de zomervakantie kwam ik in een andere klas en dat bracht veel goeds met zich mee.’’ Julia ervaart de gevolgen van de pestperiode af en toe nog. ‘’Het is als een soort elastiek: hoe harder je probeert weg te lopen, hoe harder je terug wordt getrokken. Ik had flashbacks, paniekaanvallen en nachtmerries over die moeilijke periode. Van de ene dag op de andere heeft God mij daarvan vrijgezet. Geen enkele aardse psycholoog kan dat in een avond oplossen, dat moet door bovennatuurlijke krachten zijn gedaan.’’

Voor Julia speelt het geloof een grote rol | Stijn de Jong

‘’Op een avond bad ik tot God om vergeving voor alles wat ik in mijn leven verkeerd had gedaan. Ik opende mijn ogen en kreeg een beeld van God dat ik allemaal bloed aan mijn handen had. Ik wist direct dat dat het bloed was van de pijn die ik mezelf had aangedaan. Ik had altijd gekeken naar wat anderen over mij hadden gezegd, maar ik had mezelf ook pijn gedaan. Daarvoor had ik nooit vergeving gevraagd. Toen ik dat deed, zag ik het bloed niet meer.’’

‘’Ik wist direct dat dat het bloed was van de pijn die ik mezelf had aangedaan’’

Kijkend naar de toekomst

Als Julia kijkt naar de toekomst, wil ze haar geloofsleven in haar toekomstige baan delen. ‘’Ik wil niet per se op een christelijke werkvloer werken, maar wel als christen werken. Ik zou bijvoorbeeld mijn collega’s willen uitnodigen om een keer mee te gaan naar de kerk. Als ze bijvoorbeeld vragen waarom ik altijd zo enthousiast ben, kan ik ze met eigen ogen laten zien waar dat enthousiasme vandaan komt.’’

Het leven op aarde stopt voor iedereen een keer, ook voor Julia. Herinneringen aan haar blijven dan over. ‘’Ik hoop dat mensen niet per se iets zeggen, maar meer dingen doen. Ik ben er niet meer, dus over mij hoef je niet te praten. Probeer dan hetgeen wat ik vertelde aan mensen door te vertellen.’’

Aan het eind hoort daar natuurlijk ook een begrafenis bij. ‘’Mij maakt het niet heel veel uit wat daar gezegd wordt, want ik ben er niet meer. Ik heb namelijk een groot feest in de hemel en ik ben blij. Doe dan iets waar mijn familie geluk uit haalt en waardoor zij ermee om kunnen gaan dat ik er niet meer ben.’’

‘Wat moeten mensen dan doen waardoor jouw familie en vrienden kunnen omgaan met jouw verlies?’ Julia vervolgt vol overtuiging en met een twinkeling in haar ogen: ‘‘Het hebben van passie voor geloof en mensen. God werkt door iedereen heen. Uiteindelijk moeten we voor ogen houden dat het niet om mij draait, maar om Hem.’’

--

--