‘Kattenkwaad uithalen, daar heb ik echt van genoten’

Invisible Cities
Invisible Cities NL
5 min readDec 14, 2018

Het is maandagmiddag en aan de andere kant van de tafel zit een hele gewone jongen met een glimlach op zijn gezicht. Hij heeft kort, donkerblond haar dat met gel in een kuif naar rechts is gekamd en de rode letters op zijn donkerblauwe trui trekken de aandacht. Over de trui draagt hij een donkerblauw, geruit vest. Hij wrijft met zijn hand over de haartjes van een beginnende baard die op zijn kin te ontdekken zijn, terwijl hij om zich heen kijkt en aandachtig luistert naar de gesprekken die in de kleine ruimte plaatsvinden.

Theo van den Berg is geboren en getogen in Lunteren en hij heeft met zijn 23 jaar al veel levenservaring en een heleboel meegemaakt. In de gemeente Ede groeide hij op in een gezin bestaande uit zijn ouders, zijn oudere broer Gerard (25) en zijn twee jongere zusjes Janneke (22) en Anita (20).

Theo van den Berg (Pauline Dons)

Botsende broers

Theo vertelt dat hij als enige van de vier kinderen nog thuis woont, maar erg lijkt hij het niet te vinden: ‘Ik merk dat mijn moeder mij wat meer verwent dan vroeger. Dingen worden me wel makkelijker gemaakt en je hebt die hectiek van schreeuwende zusjes of ruzie met je broer ook niet meer.’

Voorheen kon hij vooral met zijn broer weleens botsen, maar nu de broers en zussen niet meer onder hetzelfde dak wonen, is de band alleen nog maar sterker geworden: ‘Met mijn oudere broer was er vroeger heel erg sprake van een onderlinge competitie, dus dat liep weleens uit op een vechtpartij. Dat kwam denk ik vanuit een onzekerheid bij beiden, maar de band met mijn broer en zussen is nu wel heel erg goed.’

‘Uiteindelijk stond er een brandweerwagen op het schoolplein en een politiewagen bij ons in de dam.’

Over de band die hij met zijn ouders heeft, vertelt hij: ‘Met mijn vader heeft het weleens gebotst en met mijn moeder kan ik altijd wel goed, bij haar kan ik ook alles kwijt.’ Hij vertelt dat zijn vader heel snel driftig kon worden, maar dat de kleine Theo dan ook niet altijd het braafste jongetje van de klas was.

Spelen met vuur

‘Ik was 11 jaar oud en wij hadden op school altijd zo’n grote zeecontainer staan waar de hele buurt het oud papier naartoe bracht. Ik zat samen met mijn buurjongen in de papiercontainer en op een gegeven moment kwamen we tot de ontdekking dat hij een aansteker bij zich had.’ Theo moet lachen wanneer hij aan het moment terugdenkt en vervolgt dan zijn verhaal.

‘Niet veel later is die hele zeecontainer in brand gevlogen en toen heeft mijn vader, die natuurlijk helemaal overstuur en boos was, een hele avond staan blussen met mensen uit de buurt. Dat is toen uitgegaan, maar de volgende dag is het door de wind weer aangewakkerd, waardoor er uiteindelijk een brandweerwagen op het schoolplein stond en een politiewagen bij ons in de dam.’ Zijn ogen glinsteren alsof hij het moment uit zijn jeugd opnieuw beleeft.

Theo van den Berg (Pauline Dons)

Over het algemeen heeft Theo een fijne jeugd gehad. Financieel zat het altijd goed en hij kreeg samen met zijn broer en zussen ook verschillende kansen. Zo heeft hij op voetbal gezeten en kreeg hij af en toe de nieuwste gadgets van zijn ouders. Maar, zoals in ieder gezin is het natuurlijk ook weleens minder leuk: ‘Er zijn wel bepaalde dingen waarvan ik denk: dat had ik zelf als vader anders gedaan. Ik zou mijn kinderen bijvoorbeeld nooit slaan, maar mijn vader heeft mij weleens echt hard geslagen.’

‘Ik wist dat het fout was, want de grens was de klap.’

‘Maar het is niet dat ik hem niet begrijp… Ik bedoel, als je zoontje een papiercontainer in de fik zet, snap ik best dat er aardig wat woede is. Of als de lerares weer belt, omdat ik onhandelbaar op school ben, dan snap ik dat hij op zo’n moment een bepaalde vorm van straf moet toepassen om mij te laten weten dat dit gedrag niet geaccepteerd is.’ legt Theo uit.

‘Ik als vader zijnde was misschien meer het gesprek aangegaan, terwijl mijn vader dat niet deed. Als ik iets verkeerd deed en mijn vader kwam erachter, dan rende ik naar boven of dan ging ik weg. Ik wist dat het fout was, want de grens was de klap.’ Toch heeft Theo het zijn vader nooit verweten, hij heeft juist het idee dat hij een hele belangrijke les heeft geleerd: ‘Ik ben echt niet zielig. Hij loste het op deze manier op, ik ga dat later anders doen.’

Ongeremd en chaotisch

In het buitengebied van Lunteren genoot Theo als kind altijd van de vrijheid. Naar het bos op de crossfiets en in bomen en op daken klimmen. ‘Kattenkwaad uithalen, daar heb ik echt van genoten.’ Theo omschrijft zichzelf dan ook als ongeremd en chaotisch. ‘Die twee woorden zijn wel heel erg typerend geweest voor mijn leven.’ zegt hij nadat hij niet al te lang heeft hoeven nadenken.

Theo van den Berg (Pauline Dons)

‘Ik heb juist daardoor weleens dingen meegemaakt waarvan ik denk: als ik op dit moment niet zo ongeremd was geweest, had ik diegene niet ontmoet of dan had ik dit niet meegemaakt.’

‘Ik denk dat geluk een afwezigheid is van ongeluk.’

Zo eindigde een avond stappen in Amersfoort bijvoorbeeld bij een Albanese jongen uit Schiekade thuis, met in de vroege ochtend bier en croissantjes. ‘We hadden gesprekken over het geloof, over zijn thuissituatie en hij was daar ook heel open over. Ik denk dat als ik op dat moment netjes naar huis was gegaan, ik dat bijzondere gesprek niet had gehad. Zulke momenten typeren wel echt dat ongeremde.’

Geluk is…

‘Ik denk dat geluk een afwezigheid is van ongeluk. Er zijn in mijn leven wel dingen gebeurd waardoor ik eventjes heel ongelukkig was.’ Het overlijden van een goede vriend van Theo, anderhalf jaar geleden, heeft bijvoorbeeld een diepe indruk op hem achter gelaten.

Gelukkig ondervindt hij veel steun aan zijn familie en vrienden en deze mensen zijn dan ook erg belangrijk voor hem. ‘Dat je bij iemand je verhaal kwijt kan, of dat nou bij je moeder of bij je beste vriend is, en dat je hem of haar ook de ruimte kunt geven om dat verhaal bij jou kwijt te kunnen… Zo’n vertrouwensband is voor mij heel belangrijk en ik denk ook wel essentieel in iemands leven.’ eindigt Theo zijn verhaal.

Geschreven door: Pauline Dons

--

--