Explainer: Psychische problematiek

PS Media
Invisible Cities NL
11 min readDec 16, 2019

.

.

.

Door: Maggie Blotenburg, Tanja Douwstra, Hanneke Ooms, Judith van der Spoel, Neline Verdoold & Milo Breedveld (Redactie 2, J2D; PS Media).

Datum: 06–12–2019.

Inhoud

  1. Sfeerverslag: Eerste plannen en contacten
  2. Vooroordelen
  3. Feiten en cijfers
  4. Mensen en meningen
  5. Beleid en praktijk
  6. Conclusie
  7. Literatuurlijst
  8. Taakverdeling

Inleiding

Bij het maken van onze beslissing over welk onderwerp we zouden aansnijden gedurende het komende blok werd al snel duidelijk dat wij allen gingen voor de dingen die wij kennen. De dingen waar wij — helaas — veel ervaring mee hebben. Eén van deze onderwerpen was psychische problematiek. Sommigen van ons kennen mensen die diep in deze problematiek zitten of zaten en sommigen van ons zitten of zaten er zelf heel erg mee.

Onze eigen ervaringen zorgen ervoor dat wij met een bepaald beeld en bepaalde kennis de kerntaak ingaan. De grootste uitdaging zal worden om toch objectief te blijven tijdens het maken van onze verhalen. Deze explainer moet de eerste stap zijn in het onderzoeken van de werkelijkheid en onze eigen inbreng achterwege te laten. Door de kennis die we met dit onderzoek opdoen kunnen wij uiteindelijk betere verhalen gaan maken.

Sfeerverslag: Eerste plannen en contacten

Het eerste contact met een organisatie voor mensen met psychische problemen verliep niet vlekkeloos. Er zou direct sprake zijn van miscommunicatie waardoor we vrij snel een einde hebben gemaakt aan de samenwerking. We hebben onze plannen gewijzigd en gaan nu op zoek naar interviewkandidaten uit ons eigen netwerk. Hierover hebben we maandagmiddag een vergadering gehad en zo hebben we toch een goede start kunnen maken. We hebben onze redactie opgedeeld in duo’s en overlegd wie we zouden kunnen interviewen. In onze interviews willen we ook terug laten komen hoe mensen aanlopen tegen de hulp die ze krijgen/kregen bij hun problemen, omdat de psychische zorg in Nederland op een aantal aspecten niet goed functioneert.

Daarnaast hebben we de documentaire van Louis Theroux gekeken: ‘Talking to Anorexia’. In deze documentaire gaat Louis op bezoek bij mensen die anorexia net hebben ontdekt of er al jaren tegen vechten. Hij had er duidelijk moeite mee om te zien hoe deze mensen zichzelf uithongeren. Hierdoor zagen we hoe je op verschillende kanten een onderwerp kan belichten en welke vragen je kan stellen. Ook kan je dus prima laten zien wat het met je doet. En hoewel onze interviews misschien (nog) niet op het niveau van Louis Theroux zullen zijn, hebben we veel van hem geleerd en zullen we ons best gaan doen om ongehoorde verhalen op een mooie manier te delen.

Vooroordelen

“We zijn geen probleem, maar we hebben een probleem. Ik ben geen borderliner, maar ik heb borderline.” Zo stond iemand met psychische klachten geciteerd in de campagne ‘een vooroordeel plakt’ van zorginstelling Eleos. Het doel van de campagne was om mensen bewust te maken van hun vooroordelen over mensen met psychische problemen.

Er zijn namelijk veel vooroordelen over mensen met psychische klachten. Vaak wordt gedacht, of zelfs gezegd, dat zij zich niet zo moeten aanstellen. Of er wordt met ogen gedraaid als zij zich weer ziekmelden. Ze zouden zwak, overgevoelig, onzeker, slap of een aansteller zijn.

Campagneleidster Ellen Schuit vertelt hierover dat deze gedachten laten zien dat mensen moeite hebben om met psychische ziekten om te gaan. Uit onmacht en ongemak worden ongevoelige uitspraken gedaan.

Zijn deze gedachten niet deels terecht? Volgens Samen Sterk Zonder Stigma (SSZS), een organisatie die psychische problematiek bespreekbaar wil maken, zorgen verkeerde informatievoorzieningen, schrikbeelden in de media en onwetendheid voor het onjuist denken over deze groep mensen. Zo leeft het idee dat mensen met een psychische aandoening minder intelligent zijn, nooit beter kunnen worden, snel gewelddadig worden en ze persoonlijk zwak zijn.

Door de heersende stigma’s vinden mensen het moeilijk om over hun psychische problemen te praten. Kijk bijvoorbeeld naar de werkvloer. Als mensen zich ziekmelden om mentale problemen, speelt dat in veruit de meeste gevallen al maanden of jaren een rol. Dat legt Jos van Rooyen uit. Hij is bedrijfsarts bij Arbo Unie. Judith de Laat van SSZS vertelt dat het grootste dilemma van werknemers is dat ze niet weten wat ze kunnen vertellen over problemen op de werkvloer. Bovendien hoort ze vaak dat werknemers worden ontslagen of een contractverlenging mislopen, omdat ze kampen met psychische klachten.

Er zijn dus vooroordelen over mensen met psychische ziekten en het is voor hen lastig om open kaart te spelen in hun omgeving. Er komt dan angst voor afwijzing of onbegrip. En in sommige gevallen heeft het grote consequenties, zoals het verliezen van een baan.

Feiten en cijfers — arbeidsparticipatie

  • Bijna de helft (43.5%) van alle mensen in Nederland krijgt ooit in zijn leven te maken met een psychische aandoening. Op jaarbasis heeft bijna een 20% van de volwassenen (ongeveer 1.896.700 personen) een psychische stoornis (NEMESIS-2, meetperiode 2007–2009). Vaak zijn deze psychische problemen van voorbijgaande aard, die met de juiste behandeling en soms vanzelf over gaan.
  • Bij een klein deel van de mensen met psychische aandoeningen zijn de problemen langduriger en complex van aard en zorgen ze voor veel bijkomende problemen in het dagelijks leven. De populatieprevalentie wordt geschat op 281.000 personen (1,7% van de bevolking). Hiervan behoren ongeveer 240.000 mensen tot de beroepsbevolking (tussen de 18 en 65 jaar) (Delespaul en de consensusgroep EPA, 2013).
  • Minder dan één op de vijf mensen met ernstige psychische aandoeningen heeft een betaalde baan. Daarvan heeft 14% een reguliere baan en 4% werkt bij een sociale werkvoorziening. De rest werkt als zelfstandige (Factsheet Panel Psychisch Gezien, 2014).
  • Mensen met ernstige psychische klachten die werken, hebben vaak een parttime baan of in verhouding tot hun opleiding lager geschoold werk (Kennissynthese Arbeid en Psychische Aandoeningen, 2015).
  • Bijna eenderde (29%) van de mensen met ernstige psychische aandoeningen zonder baan wil wel graag werken. Van de jongeren tot 35 jaar wil zelfs tweederde aan het werk (Factsheet Panel Psychisch gezien, 2014).

Samenvattend — Van de 240.000 mensen met ernstige psychische problemen in de beroepsbevolking, hebben er 38.400 een reguliere baan, werken er 9.600 in een beschut-werk-omgeving en willen 55.680 mensen zonder baan graag werken. Van die mensen is ca. 75% in ggz-zorg en zouden er ca. 40.000 via IPS naar een baan begeleid kunnen worden (integratie met behandeling is immers een essentieel principe van de methodiek).

Het realiseren van hun wensen op het gebied van werk, is voor mensen met ernstige psychische problemen niet zo eenvoudig:

  • 33% van de werkenden is oneerlijk behandeld bij het zoeken naar werk of op het werk (Factsheet Panel Psychisch gezien, 2014).
  • Eén op de vijf ziet af van het zoeken naar werk omdat zij de mogelijke reactie van anderen op hun psychische problemen vrezen (Factsheet Panel Psychisch gezien, 2014).
  • Werkgevers zijn over het algemeen minder bereid om mensen met psychische beperkingen aan te nemen (Trendrapportage SCP, 2016) en de kans op werkloosheid is bij mensen uit deze groep drie keer zo groot als bij mensen zonder psychische klachten.
  • Uit Europese cijfers (OECD, Sick on the Job, 2012) blijkt dat het gemiddelde inkomen van mensen met ernstige psychische aandoeningen 20% lager is dan dat van de gemiddelde beroepsbevolking. Het risico op armoede is navenant groter. Van mensen met een ernstige psychische aandoening leeft een kwart in huishoudens met een inkomen onder de armoedegrens (gedefinieerd als 60% van het mediane inkomen; OECD, 2012).
  • De feiten en cijfers zijn zorgelijk, want een lage arbeidsparticipatie hangt samen met het vóórkomen van psychische aandoeningen. Zo is ca. 30% van de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen in Nederland toegekend op basis van psychische aandoeningen en dat aandeel is nog stijgende. Ongeveer 30% van de mensen met een WW-uitkering hebben psychische problemen, en ongeveer 40% van de mensen met een bijstandsuitkering (OECD, Mental Health and Work: Netherlands, 2014).
  • Anderzijds blijken werken en werkhervatting bevorderlijk voor (het herstel van) de gezondheid (Waddell & Burton, 2006; Schuring e.a., 2011; Hulshof, 2012; Carlier e.a., 2014; Van der Noord e.a., 2014).

Mensen en Meningen — Over de problemen in de psychische gezondheidszorg

Op internet, sociale media en in de wandelgangen wordt er veel gesproken over de lange wachtrijen voor geestelijke hulp. De helft van de mensen met psychische problemen geeft aan dat goede zorg slechts soms of nooit beschikbaar is. Mensen met psychische problemen krijgen vaker onvoldoende zorg dan mensen met lichamelijke klachten

Velen mensen (waaronder veel jongeren) die per direct hulp zouden moeten krijgen, moeten op die hulp veel te lang wachten. Hoe kan het zo zijn dat in een land als Nederland mensen met een depressie, een burn-out of zelfmoordneigingen daar (niet snel genoeg) de juiste hulp voor krijgen?

De helft van de mensen met psychische problemen geeft aan dat goede zorg slechts soms of nooit beschikbaar is. Mensen met psychische problemen krijgen vaker onvoldoende zorg dan mensen met lichamelijke klachten

Het patiëntenplatform
Volgens Mirjam Drost van het patiëntenplatform worden mensen met psychische klachten vaak te laat doorverwezen. Huisartsen, gemeenten en de psychiatrie werken lang niet altijd soepel samen. “Vaak is er te weinig kennis van psychische problemen. Om die te herkennen, moet eerder overlegd worden met GGZ-specialisten.”

Het Trimbosinstituut, kenniscentrum voor de GGZ, concludeerde eind vorig jaar dat de afbouw van ‘bedden’ in de psychiatrie sneller gaat dan de opbouw van zogeheten ambulante zorg, de hulp thuis die de beddenafbouw moest opvangen. Dat is er ook een oorzaak van dat de zorg mensen met een psychisch probleem minder goed bereikt, zegt Drost. “Als niemand langskomt, is het niet raar dat een patiënt verder wegzakt.”

Het GGZ-bestuur

Adriaan Jansen, bestuursvoorzitter van GGZ Friesland, vindt dat hierin te snel wordt gewezen naar de zorg. “Volgens mij is de oorzaak eerder maatschappelijk dan dat het aan ons ligt. Mensen worden steeds meer teruggeworpen op zichzelf. Na de crisis kan een grotere groep niet meekomen, ze zitten in een isolement en mijden zorg ook sneller omdat het te duur is.” Trouw volgt deze week de patiënten van GGZ Friesland.
GGZ-voorman Jansen wijst erop dat juist mensen met een laag inkomen verdwalen in de psychische zorg. “Daarmee moeten wij ook zelf meer rekening houden dan we lang deden. En ook al zijn we grote instellingen geworden, de zorg moet kleinschaliger. De relatie met patiënten is vaak belangrijker dan medicatie.”

De zorgverzekeraar

‘De sterke groei van het aanbod van lichtere ggz-zorg is een belangrijke oorzaak van de problemen in de ggz’, zegt Wout Adema, directeur Zorg van Zorgverzekeraars Nederland (ZN)

Uit een LHV-peiling onder meer dan 1300 huisartsen blijkt dat de beschikbaarheid van ggz verder verslechterd is. Dat heeft ook zijn weerslag op de zorg die huisartsen kunnen bieden. Patiënten worden vanuit ggz-instellingen veelal zonder overleg terugverwezen naar de huisarts en wanneer gespecialiseerde ggz snel (opnieuw) nodig is, lopen patiënten tegen lange wachttijden aan.

De mening van de huisarts

Garmt Postma (LHV-bestuurder en huisarts): “Als huisarts wil je graag zo goed mogelijke zorg leveren aan je patiënten. Ook voor chronische ggz-patiënten die weer onder je hoede komen wanneer ze stabiel zijn. Afstemming met de ggz-behandelaars vooraf en tussentijds én een goede informatieoverdracht zijn cruciaal om dat verantwoord te kunnen doen. En mocht de situatie van de patiënt verslechteren, dan is snel opschalen noodzakelijk, om erger te voorkomen. We horen van huisartsen dat dat helaas in de praktijk onvoldoende gebeurt.”

Beleid en praktijk

In Nederland is de GGZ verantwoordelijk voor de zorg voor bijvoorbeeld mensen met een psychische afwijking. Hoe steekt het beleid van de GGZ in elkaar?

Wie op zoek is naar ondersteuning bij psychische problemen, begint bij de huisarts. De huisarts kan ‘lichtere’ psychische problemen zelf behandelen, maar verwijst door bij zwaardere problematiek. De patiënt wordt dan doorverwezen naar de Basis GGZ, de specialistische GGZ, of naar langdurige GGZ.

De Basis GGZ wordt ingezet bij mildere psychische problemen, zoals depressie en angststoornissen. Mensen kunnen gebruik maken van zowel korte als langdurige of intensieve trajecten met behandeling bij een psycholoog of psychiater. Er wordt veel ingezet op ‘e-health’: digitale uitwisseling van informatie tussen de patiënt en de behandelaar.

De specialistische GGZ wordt ingezet als een soort verlenging of tweede stap als de Basis GGZ niet voldoende blijkt te zijn. Ook wordt er direct doorverwezen naar de specialistische GGZ bij zwaardere psychische problematiek. Er is dan sprake van langdurige en intensieve behandeling.

Tot slot kan er worden doorverwezen naar de langdurige GGZ. Dit gebeurt als een patiënt langer dan drie jaar in behandeling is voor psychische klachten, of als de patiënt langer dan drie jaar verblijft in een GGZ-instelling.

Een veelgehoord probleem binnen de GGZ, is het feit dat wachtlijsten voor behandelingen en trajecten steeds langer worden. De overheid heeft bepaald dat de maximaal aanvaardbare wachttijd voor aanmeldingen en behandelingen veertien weken bedraagt. Om dit doel te halen, kwam de overheid in 2017 met voorstellen om de wachttijd te verkorten. Een belangrijke maatregel is dat er meer voorlichting moet komen over zogenaamde wachtlijstbemiddeling; verzekeringen kunnen namelijk helpen bij het vinden van een zorgaanbieder met kortere wachttijden.

Conclusie

In dit onderzoek kunnen we allereerst concluderen dat er meningen klaar staan over mensen met psychische problematiek. Deze meningen zorgen ervoor dat mensen het hun problemen niet durven te verwoorden. Dit kan meerdere negatieve gevolgen hebben. Zo kan het bijvoorbeeld zijn dat iemand op werk in de problemen komt doordat de productiviteit omlaag gaat zonder dat er een uitgesproken verklaring voor is. Maar het kan ook zijn dat iemand geen psychische hulp zoekt, waardoor deze persoon langer in de problematiek blijft steken.

Toch zien we ook dat er bij het eerste voorbeeld ook een andere kant aan zit. Mensen kunnen soms door de problematiek, uitgesproken of niet, gewoonweg niet aan het werk. Zoals we hebben kunnen zien is het blijven werken wel een goede manier om van de psychische klachten af te komen. Hierdoor ontstaat er dus eigenlijk een vicieuze cirkel.

Ook het tweede voorbeeld kent een andere kant. Als iemand wél psychische hulp zoekt betekent het niet dat die er ook altijd komt. We hebben gezien dat het aanbod van zorg alleen maar afneemt, terwijl dit voor de vraag ernaar niet het geval is. Mensen komen hierdoor pas heel laat, of zelfs helemaal niet, aan de beurt voor behandelingen.

Om deze ondervindingen verder te belichten en uit te werken gaan wij de komende tijd aan de slag met verhalen van mensen die zelf psychische problematiek kennen, zorginstellingen die behandelingen aanbieden en de mensen die in de vicieuze cirkel van het niet kunnen werken door psychische problematiek en andersom verzuild zijn geraakt.

Literatuurlijst

ArkinbasisGGZ. (2018, 26 maart). Wat is de BasisGGz? Geraadpleegd op 22 november 2019, van https://arkinbasisggz.nl/over-ons/wat-is-de-basisggz/.

Delespaul en de consensusgroep EPA, 2013

Factsheet Panel Psychisch Gezien, 2014.

https://www.ggznieuws.nl/home/mensen-psychische-problemen-krijgen-vaak-geen-goede-zorg/.

https://www.nu.nl/werk/5822535/psychische-problemen-en-werk-leg-je-diepste-zielenroerselen-niet-op-tafel.html.

https://www.refoweb.nl/nieuws/375/campagne-tegen-vooroordelen-over-mensen-met-een-psychisch-probleem/.

https://www.samensterkzonderstigma.nl/wat-is-stigma/kennis/vooroordelen/.

https://www.zorgvisie.nl/problemen-in-ggz-komen-door-groei-aanbod-lichte-ggz-zorg/.

Kennissynthese Arbeid en Psychische Aandoeningen, 2015.

KNMG. (2016, 30 mei). eHealth. Geraadpleegd op 22 november 2019, van https://www.knmg.nl/advies-richtlijnen/dossiers/ehealth.htm.

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. (2019, 24 juni). Basis GGZ en gespecialiseerde GGZ. Geraadpleegd op 22 november 2019, van https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/geestelijke-gezondheidszorg/basis-ggz-en-gespecialiseerde-ggz.

NEMESIS-2, meetperiode 2007–2009.

OECD, Mental Health and Work: Netherlands, 2014.

OECD, Sick on the Job, 2012.

Trendrapportage SCP, 2016.

Waddell & Burton, 2006; Schuring e.a., 2011; Hulshof, 2012; Carlier e.a., 2014; Van der Noord e.a., 2014.

Zorgwijzer. (2019, 13 juni). Wat is het GGZ-beleid in Nederland? Geraadpleegd op 22 november 2019, van https://www.zorgwijzer.nl/faq/ggz.

Taakverdeling

  • Opmaak, inleiding en conclusie: Milo Breedveld
  • Sfeerverslag: Tanja Douwstra
  • Vooroordelen: Neline Verdoold
  • Feiten en cijfers: Maggie Blotenburg
  • Mensen en meningen: Hanneke Ooms
  • Beleid en praktijk: Judith van der Spoel

--

--