‘’Sander, nou dat is gewoon een Sander’’

Niels Beelen
Invisible Cities NL
4 min readDec 14, 2018

Met het project Invisible Cities zetten wij mensen die in de maatschappij buiten beeld vallen in de spotlights. Maar wie zijn wij nou? Om deze vraag te beantwoorden lanceren we een interviewreeks met de mensen achter het project. Hier het interview met Sander van Deventer.

Foto: Niels Beelen

Wie is Sander?

De 24-jarige Sander typeert zichzelf als behulpzaam en spontaan, maar dat is niet alles. ‘’Ik zou mezelf willen omschrijven zoals een vriendin van mij dat een poosje geleden gedaan heeft; als een Sander. Ze moest mij introduceren aan haar vriendinnen en toen kreeg ze de vraag: wat voor jongen is die Sander nou? Dus toen zei ze ‘Sander, nou dat is gewoon een Sander’.” Dit roept natuurlijk wel een nieuwe vraag op: wát is dan een Sander? Volgens hemzelf houdt het in dat je gewoon jezelf moet zijn en niet te veel moet kijken naar wat anderen van je vinden. Ook is Sander echt een doener. “Als andere mensen tien keer nadenken of een actie nou wel slim is, heb ik hem al drie keer uitgevoerd”

“Een klant is een klant”

“Ik zie het positieve er altijd wel van in. Bij iedereen eigenlijk. En ik zie ook wat minder snel het negatieve in een persoon.” Sander vindt dat het belangrijk is om mensen als mensen te zien, ongeacht hun status. Dit probeert hij zoveel mogelijk naar voren te laten komen bij zijn werk op de markt. “Voor mij is een klant een klant. En ik behandel hem ook als een klant. Ik maak geen onderscheid tussen iemand die met z’n begeleider meekomt en iemand die het bijvoorbeeld als internationaal artiest helemaal gemaakt heeft. Bij mij is er geen onderscheid tussen een lid van de Tweede Kamer en iemand die financieel tussen wal en schip zit. Als er een of ander bekend iemand bij de kraam staat, dan zeggen mijn collega’s ‘Sander, weet je wel wie dat is?’ Dan zeg ik ‘ja, dat weet ik.’ ‘Weet je wat die persoon doet?’, zeggen ze dan. ‘Ja, klant zijn.’”

“Een permanente glimlach”

Volgens Sander is het belangrijk om altijd positief in het leven te staan. “Mijn mentor zei een paar jaar geleden: ‘Volgens mij heb jij gewoon een permanente glimlach op je gezicht en ben je overal gewoon Sander. In plaats van dat je zoals veel andere mensen overal een ander masker opzet. Op school zijn ze iemand anders, op het werk zijn ze iemand anders, thuis zijn ze iemand anders. Volgens mij ben jij overal gewoon jezelf.’ Ik had er nog nooit over nagedacht dat dit zo bijzonder was.”

Niet altijd het zonnetje

Sander was echter niet altijd zijn positieve en sociale zelf. Op zijn basisschool voelde hij zich totaal niet op zijn plek. “Ik smeekte m’n moeder iedere dag om thuis te blijven. In de klas zei ik echt geen woord. Ik was ook echt wel het pispaaltje van de klas.” Toch zat het verlangen om te praten toch al in hem.”’Thuis kwam het er allemaal dubbel zo hard uit.” Dit veranderde allemaal toen Sander op de middelbare school terecht kwam. Hier voelde hij zich helemaal op zijn plaats. “Ze hebben me daar een keer ziek van school moeten halen. Ik wilde zo graag, maar het ging echt niet meer.”

Hectiek

Als echte Zeeuw groeide Sander op in Goes. Hier woonde hij met zijn ouders, twee oudere zussen, een oudere broer en twee kleine zusjes. Dit was natuurlijk nogal hectisch. “Iedereen wilde altijd de aandacht. Dit zorgde soms voor nogal wat spanning.”

“Voor mij staat het geloof centraal”

Door zijn protestantse opvoeding was Sander tijdens zijn jeugd iedere zondag braaf in de kerkbankjes te vinden. Dit was echter niet volledig uit eigen wil. “Ik zat daar maar gewoon een beetje omdat het moest, omdat het de gewoonte was.” Toen hij van zijn niet-christelijke middelbare school overging naar het gereformeerde Hoornbeeck College begon hij actiever met zijn geloof bezig te zijn.

“Dat is het moment geweest dat ik ging nadenken over vragen als ‘Wie ben ik?’ en ‘Wie ben ik als christen in deze maatschappij?’. Nu ging ik niet meer op zondag naar de kerk met het idee van ‘zo hoort het gewoon’, maar nu ging ik ook echt om er iets te leren.” Uiteindelijk bleek de kerk waarin hij opgroeide toch niet de ideale plek voor hem te zijn. “In de protestantse kerk zaten er alleen maar… gepensioneerden als ik dat zo mag zeggen. En dat is op zich niet zo erg, maar op den duur voelde ik me er alleen maar nuttig om koffie in te schenken als degene die dat moest doen niet op kwam dagen. Daar word je op den duur een beetje moedeloos van.”

Gelukkig voor Sander diende een oplossing zich snel aan. “M’n broer zat al in die evangelische gemeente en die zei een keer tegen mij ‘Goh, kom gewoon eens een keertje mee’. En toen ben ik eigenlijk per ongeluk ingestroomd in de jongerengroep daar. Nu ging ik dus van een plek waar ik geen leeftijdsgenoten had naar een plek waar ik er heel veel had. Ik denk dat dat wel heel goed is. Dat je gewoon op je eigen niveau kan praten en dat je gewoon het gesprek aan kan gaan.”

De keuze om van kerk te switchen was in eerste instantie wel lastig voor Sander. Maar toen besefte hij zich dat het voor hem om het geloof gaat en niet om de kerk waar je dit geloof uitoefent. “Je wordt geen betere of slechtere christen door de kerkkeuze die je maakt. Voor mij staat het geloof zelf centraal en ik denk dat ik het beste tot m’n recht kom in de gemeente waar ik nu zit.”

--

--