Van crimineel tot gever van hoop: Sherwin Mercera’s strijd tegen vooroordelen en de onderwereld.

Mirthe Verhoeff
6 min readJan 12, 2024

--

geschreven door Femke van Veldhuizen en Niek van daalen

´Als therapeut verspil je tijd, geld en energie aan iemand die niet wil´, vertelt Sherwin Mercera, een ex-gedetineerde. Maar zo voelt hij zich niet: ´Ik ben geen ex-gedetineerde, ik ben iemand die mensen helpt op het rechte pad te komen, ik heb een knop in mijn hoofd omgezet’. In het restaurant van het gevangenismuseum in Veenhuizen vertelt hij kwetsbaar over zijn leven in de criminaliteit, zijn leven na de gevangenis en over de vooroordelen die hij ervaart.

De reclassering
De eerste ontmoeting met de reclassering was heel vreemd voor Sherwin. Het gebeurde in het laatste jaar van zijn criminele leven, terwijl hij drugs wilde verkopen. ‘Toen kwam er een man naast mij zitten. Ik liet mensen hem benaderen om te vragen of hij wat nodig had, maar hij weigerde. Ik had een grote bek en zei dat hij moest opflikkeren en ergens anders moest gaan zitten. Hij zei: “Ga terug naar je eigen land!” Toen ik besefte dat hij misschien wel eens politie kon zijn, deed ik normaal.’ Het bleek dat het niet zo was, en ze hebben elkaar daarna lang niet gesproken. Maar: ‘Later kwam ik hem tegen in de trein, hij zei: “Hé jij bent Sherwin toch?” Ik vroeg mij af hoe hij mijn naam wist. Hij antwoorde: “Ik ben jouw reclasseerder.” Hij legde uit wat hij deed en vroeg mij waarom ik alle hulp heb geweigerd van het herstelsysteem. Van de twee jaar opgelegde reclassering heeft hij een jaar laten verlopen precies op mijn verjaardag als cadeau. We zijn goeie vrienden geworden. Dat kwam omdat ik hem toen in de trein mijn situatie uitlegde; hij kreeg veel respect voor mij.’

‘Mensen verschillen van reactie als ze erachter komen dat ik vijftien jaar vastgezeten heb. De een stelt zich open en de ander sluit zich juist af. Ik kan mensen lezen, aan hun houding kan ik veel zien. Ik verwacht niet van de samenleving dat ze me accepteren. Wie wil nou vrienden zijn met een ex-gedetineerde? Ik verwachtte ook niet van mensen dat ze mij zouden helpen. Ik ben een junkie. Ik ben realistisch, ik weet dat wat ik deed fout is. Maar die fouten komen ergens vandaan. Veel mensen slaan het criminele pad in omdat ze niet in het systeem passen die de samenleving gecreëerd heeft. Ik kan goed begrijpen waar zij vandaan komen. Het is allemaal onwetendheid en armoede, het leven wordt dan heel erg ingewikkeld.’

Oorsprong criminaliteit
´Het woord Antiliaan associëren mensen snel met een crimineel. Maar er zitten mensen achter deze vooroordelen. Het is feitelijk waar dat Antilianen vaker betrokken zijn bij criminele activiteiten. Maar dit komt net als die fouten ergens vandaan. Door woede, teleurstelling en verdriet neig je sneller naar een pad waarmee je snel geld kan verdienen. De crimineel aanpakken en harder straffen heeft geen zin, je moet de kern van het probleem oplossen. Wanneer kinderen bij hun ouders zijn, zijn ze veilig. Maar zodra ze buiten komen, komen ze in gevaar. Je moet kinderen vertellen dat criminaliteit verkeerd is en drugs troep is. Kinderen moeten goed worden opgevoed in een veilige omgeving. De overheid speelt hier ook een rol in. Hoe moet je als ouders gaan uitleggen dat drugs slecht is voor je terwijl het twee weken geleden gelegaliseerd is om wiet te telen?’

Media-invloed
‘De samenleving mag wel wat meer geïnteresseerd zijn in zaken waar ze niet veel van weten. De onderwereld is niet alleen een wereld van pistolen en geld, maar vooral een met veel verdriet en pijn. We moeten meer luisteren naar mensen die ervaring hebben. Er hangt wel een stigma op ex-gedetineerden, dat komt ook door de media. Soms romantiseert de media de criminele wereld wel.’

‘Maar er is ook een andere kant. Kijk naar tbs’ers in het nieuws, je moet hun daden niet gaan verzachten met woorden. Want met monsters kun je geen vrede sluiten, maar ik vind het wel zielig voor ze. Tegelijkertijd hebben deze mensen iets gedaan wat niet klopt, en als de media daar iets van vindt: laat het ze lekker schrijven! Als iemand namelijk niet weet wat een tbs’er is of heeft gedaan, en iemand accepteert hem in zijn huis, kan je Jefrey-Dahmer-praktijken krijgen.’

Jeugd
‘Wij waren vroeger arm. Mijn ouders waren goede mensen en ik vond dat zij het niet verdienden om arm te zijn. Mijn vader werkte bij Shell. Maar hij werd er niet echt gewaardeerd, mijn ouders waren namelijk geen katholieken. Het systeem werkte als volgt: je moest eigenlijk wel aansluiten bij de katholieke gemeenschap op Curaçao, anders hoorde je er niet bij. Vandaar dat mijn vader geen promotie kon krijgen. Wij vielen toen buiten de boot en ik wilde iets doen, maar dat kon niet binnen het systeem dat er heerste.’ Wat volgde was een periode van 45 jaar in het criminele circuit waarvan Sherwin 15 jaar vastgezeten heeft.

Van crimineel naar behandelaar
Nu is hij een coördinator bij Terwille Verslavingszorg, waar ook veel ex-gedetineerden rondlopen. Van zijn directe aanpak tegenover de lastige groep ex-gedetineerden houden de mensen van de organisatie wel. Zelf had hij dit niet verwacht. ‘Ik heb geen hoge pet van mezelf op. Maar ik weet dat je bij ex-gedetineerden scherp moet zijn. Ik was heel anders dan de rest van de behandelaren; je moet jezelf niet voor de gek gaan houden en met ex-gedetineerden gaan onderhandelen, daar zijn ze vreselijk goed in. Daarom was ik juist hard en direct in het contact dat ik met ze had. Ik frustreerde mij dan soms wel eens aan andere behandelaren, bij hen zie je wel eens stommiteiten. Bijvoorbeeld wanneer een behandelaar aan een crimineel om feedback vraagt na een sessie. De crimineel vertelt dan precies wat de behandelaar wil horen. De behandelaar moet niet veranderen, de crimineel moet veranderen! ´

‘Ik snap het nut niet van hoe andere behandelaren met ze werken. Iemand verandert als iemand wil veranderen, als ze dat niet willen, verspil je veel tijd, geld en energie aan ze. Iemand moet zelf de beslissing maken of hij een crimineel wil zijn of niet, je bent geen crimineel meer als je ophoudt met crimineel denken. Ik ben ervaringsdeskundige, ik kan een crimineel herkennen aan zijn houding. Tegelijkertijd zie ik mezelf niet meer als een ex-crimineel, maar iemand die mensen motiveert om hun leven te veranderen. Dat geeft een veilig en fijn gevoel.’

Op zoek naar liefde
‘Op een gegeven moment bedacht ik dat ik klaar was met dat leven’ Hij vertelt dat hij weinig hulp heeft geaccepteerd van anderen, omdat hij boos was op het systeem gecreëerd door mensen. Later realiseerde hij zich dat ‘mensen ook maar mensen zijn en hun beperkingen kennen. Op de een of de andere dag kan hij dood zijn. De reclassering en hulpverleners hebben mij niet echt geholpen. Ik wilde liefde ervaren, ik wilde gewoon een kans! Ik had toen echt liefde nodig. Ik heb geleerd dat de eerste stap daarin liefde voor jezelf is en wanneer je realiseert dat je een mooi mens bent, word je helder.’

‘Naast hulp van anderen heb ik ook uitkeringen en toeslagen geweigerd, ik wilde mijn leven niet in de handen van andere mensen of het systeem leggen, dan ga ik nog liever dood.’ In plaats daarvan legde hij liever zijn leven in de handen van God, nadat hij een pastoraal werker zijn leven binnenliet. ‘God is eeuwig en zijn liefde is onvergelijkbaar, daar heb ik mijn heil in gevonden. De duivel is mijn vijand en kan mij nu niet meer verleiden. Ik was met hem vroeger, we waren vrienden. Maar hij heeft voor mij niets anders dan voor problemen gezorgd. Ik ben van het donker naar het licht gegaan. Ik heb het licht gezien door aan God te vertellen dat ik zwak was, en mezelf niet kon redden. In 2014 zei ik sorry, vanaf nu gaat U mijn leven voor mij leiden. Hij bezit de kracht om mensen te veranderen.’

‘Ik heb een persoonlijke band met God gekregen door enorm veel respect voor God. Ook heb ik geluk dat ik nog leef. Ik heb te veel gezien en meegemaakt. Vanaf jongs af aan al. Ik was altijd haantje de voorste. Uiteindelijk zorgde dat voor drie verwondingen van kogels aan mijn lichaam. Of ik spijt heb van mijn daden? Ik weet wat goed en slecht is en in die wereld is het duivel tegen duivel. Als je niet als eerste bent, ga je eraan. Dat is het risico van het vak. Ik heb ‘het’ nooit zelf gedaan, maar ik ben er wel eens bij betrokken geweest. In die wereld is het normaal om zo te praten. Ik zei altijd: “voor 12 uur handel ik met normale mensen, na 12 uur met monsters.”

--

--