Voor de bijstand hoef je je niet te schamen, vindt Jeanet

Redactie Dubbeltje op z’n Kant
Invisible Cities NL
8 min readJan 17, 2020

“Waarom zou ik niet willen werken? Als het lukt wil ik het heel graag’’. Jeanet is 53 jaar en zit al drie jaar in de bijstand. Ze is in 2015 in het Nederlandse uitkeringsstelsel beland door een samenloop van gebeurtenissen. Het was in het begin flink wennen voor Jeanet maar inmiddels maakt ze het er met haar drie hondjes, de weggeefhoek op Facebook en haar hondenvrienden het beste van.

Jeanet. Foto: Bart-Jan van der Ham

Geschreven door Myrthe de Boer

In 2010 staat Jeanet er na haar scheiding met haar twee kinderen financieel en fysiek alleen voor. Om alle eindjes bij elkaar te kunnen knopen werkt ze, voor een minimumloon, circa zeventig uur in de week bij een farmaceutische groothandel. Dagenlang staat ze op haar benen om medicijnen te verzamelen, controleren en in te pakken. Daarbovenop komen de schamele pauzes en de druk om haar hypotheek bij elkaar te werken. Totdat haar lichaam er op een dag mee ophoudt: “Opeens zakte ik in elkaar op de vloer. Ik was flauwgevallen. Ik kon niet meer lopen en toen hebben ze me weggebracht naar het ziekenhuis. Van november tot maart ben ik overal geweest: de internist, de reumatoloog etc. Ik ben in die tijd ook twintig kilo afgevallen. Uiteindelijk kwam eruit dat ik spierreuma heb. Daar moet je het mee doen.’’

RE-INTEGRATIETRAJECT

Ze kan niet meer werken, ook al realiseert ze zich dat vlak na de klap nog niet; dat besef komt later pas. “Ik heb altijd gewerkt, me altijd volledig, voor meer dan honderd procent, ingezet. Ik heb mijn kinderen ook geleerd om een bijbaantje te zoeken, om met financiën om te leren gaan, maar ook voor een goed sociaal leven.’’ Tijdens een jaar-lang re-integratietraject loopt Jeanet flink tegen de feiten aan. Drie keer doet ze een vergeefse poging om weer aan het werk te gaan. De sociaal werkster toont begrip voor haar: ‘Ja Jeanet, je doet zo je best maar als het niet lukt dan moet je dat ook een plek gaan geven.’ In het huishouden is het ook een omslag, onlangs moest ze voor de tweede keer verhuizen. De muren schilderen is een hele klus voor haar: “Dan maar ieder uur een stukkie en niet meer die hele muur in een keer af willen hebben. Dat kost heel veel tijd om te accepteren. Dat vind ik heel moeilijk. Ik denk nog altijd dat ik meer kan dan ik daadwerkelijk kan.’’

Jeanet heeft door de jaren heen meerdere banen gehad. Na de vierde verjaardag van haar zoontje ging ze, met haar KLOS (Kleuter Leidster Opleiding School) diploma, aan de slag als kleuterjuf. Door het overlijden van haar moeder besluit Jeanet echter te stoppen. “Ik hoefde niet te werken want ik had een man met een goed inkomen. Vervolgens ben ik een beetje gaan zwieren en zwaaien. Ik heb een tijdje bij Opella gewerkt, dus bij oudere mensen die nog op zichzelf wonen schoonmaken, kijken of alles nog goed gaat. Dat deed ik twee middagen in de week. Oh ja, ik ben ook nog receptioniste geweest bij een sportcentrum. Ik heb zoveel gedaan. Toen ben ik gescheiden.’’

“Mijn dochter moest volgens de gemeente maar op kamers op haar zestiende. En ik maar bij mijn familie ofzo, wie dan? Bij m’n neefje op de kamer?’’

Jeanet met haar hondjes. Foto: Bart-Jan van der Ham

VERLEDEN

Door de jaren heen kampt Jeanet met depressies, wat naar eigen zeggen oorsprong vindt in haar moeilijke verleden; ze werd mishandeld en seksueel misbruikt. Geruime tijd praat ze er met niemand over wat haar is overkomen en gaat gebukt onder de spanning en pijn. Het zorgde er uiteindelijk deels voor dat haar huwelijk stukliep en ze ziek werd. “Stress is ook een grote oorzaak van ziekte, vertelde de huisarts.’’

Ze gaat na haar scheiding aan de slag bij een dameskledingzaak maar met vijftien uur in de week komt er niet voldoende het laatje binnen om in de zorg van haar kinderen te kunnen voorzien. “Mijn man betaalde geen alimentatie. Dus aan vijftien uur in de week werken had ik niet genoeg; ik moest verder zoeken.’’ Ze begint in de apotheek. Met een arbeidsweek van veertig uur, verdient Jeanet een krappe 1400 euro in de maand. Haar overuren worden uitbetaald in vrije dagen of in geld, zij het met een flinke belasting eroverheen. “En daar kon je dan je kleding etcetera van kopen, maar niet je vaste lasten van betalen. Met 858 euro moest alles betaald worden.’’

Ze vraagt drie keer bij de gemeente urgentie aan voor een sociale huurwoning, maar het mag niet baten. Particuliere huur of een koopwoning zijn op dat moment haar enige twee opties. Maar elke woning is of té duur of té klein voor de moeder en haar twee kinderen. “Mijn dochter moest volgens de gemeente maar op kamers op haar zestiende. En ik maar bij mijn familie of zo. Bij wie dan? Bij mijn neefje op de kamer?’’

OOG OP DE TOEKOMST

Jeanet krijgt het uiteindelijk met veel moeite voor elkaar om een appartement te kopen, met het gedachtegoed: ‘Als ik met pensioen ga en kleiner kan wonen, dan verkoop ik het appartement en heb ik wat geld.’ Het lijkt een mooi plan, maar deze investering komt haar duur te staan wanneer ze ziek wordt. Het appartement moet noodgedwongen verkocht worden.

Als je het huis zou zien, zou je niet verwachten dat de bewoonster ervan elk dubbeltje moet omkeren.

Jeanet krijgt vervolgens een WW-uitkering: een bedrag dat bestaat uit zeventig procent van haar laatst verdiende inkomen. Daardoor komt ze lager uit dat het bijstandsniveau. “Probeer dan maar je rekeningen te betalen. De hypotheek was op zich wel te betalen, maar de servicekosten werden steeds hoger. Uiteindelijk kon ik het niet meer betalen.’’ Door haar financiële situatie wordt ze in een hoek gedreven.

FACEBOOK WEGGEEFHOEK

Inmiddels zijn haar kinderen het huis uit en woont Jeanet in de oude brandweerkazerne van Ede, een sociale huurwoning. Bij binnenkomst oogt haar appartementje op de begane grond trendy, verzorgd en industrieel. Op de grond liggen een paar nette hondenmanden, haar-vrij. Op de vensterbank prijken twee windlichten met kaarsen erin en bij haar grijsbruine, stoffen bankstel staat een stoel uitnodigend te wachten om in te gaan zitten. Als je het huis zou zien, zou je niet verwachten dat de bewoonster ervan elk dubbeltje moet omkeren. Jeanet heeft één geheim: grofweg haar hele interieur haalt ze van de ‘weggeefhoek’ op Facebook, een groep waar mensen gratis of voor een klein prijsje meubelstukken aanbieden. Haar tafel, kastjes, banken en woonaccessoires; alles komt er vandaan. “Ik betaal vijf tot twintig euro voor iets. Het meeste wat ik uitgegeven heb, is twintig euro voor de stoelen.’’ En als Jeanet het zat is, schildert ze het of geeft ze het weer door. “Ik vind het ook wel een sport om mee bezig te zijn. Soms word je gekozen als je de eerste bent die reageert. Er staan af en toe hele mooie dingen op. Niet iedereen is zo dat ze er geld voor willen terugkrijgen.’’

De huiskamer van Jeanet. December 2019, Ede. Gemaakt door: Myrthe de Boer

Haar grootste leerpunt in haar situatie? Met geld leren omgaan: “Vroeger was ik gewend om alles te kopen en gingen we op vakantie. Het lastigste is om te leren omgaan met geld: waar geef je het aan uit? Maar ik vind het niet erg of zo. Ik schaam me er zeker niet voor.’’ Ondanks de moeite heeft Jeanet zo haar manieren gevonden om elke maand financieel uit te komen. Zo eet ze maar één keer in de week vlees ,,en vaak is het dan gehakt door de spaghetti’’ en scheelt het dat ze alleen woont en geen kleine kinderen heeft. Ook probeert ze zoveel mogelijk zelf te doen om geld te besparen: “Nadat ik gescheiden was heb ik mijn eigen keuken betegeld bijvoorbeeld.’’ Vakantie zit er alleen al een hele poos niet in. “Ik zou het leuk vinden om een weekje weg te kunnen, naar een schiereiland in Nederland, dus ik probeer ook wel te sparen.’’

VRIJWILLIGERSWERK

Na een moeilijk re-integratietraject komt Jeanet uiteindelijk bij de vrijwilligersorganisatie ‘Tot uw Dienst!’ terecht, waar ze verschillende klusjes bij mensen thuis doet, met eveneens een klein inkomen. Uiteindelijk belandt ze op het kantoor van de organisatie, waar ze zich vier uur per week nuttig maakt. Naast haar werk bij Tot Uw Dienst! stelt de Edenaar ook haar huis regelmatig open voor de opvang van een hondje en regelt ze opvanggezinnen voor andere hondjes. Op Facebook beantwoord ze alle opvangverzoeken en zorgt voor herplaatsing.

Hoewel Jeanet open is over haar bijstandsuitkering krijgt ze het af en toe flink te verduren met andermans meningen. Reeds klapte een nieuw familielid uit de school: “Ze zei: ‘Je gaat er toch gewoon voor zorgen dat je eruit komt? Je gaat toch gewoon werken?’’’ Jeanet legt uit dat ze met haar reuma niet 40 uur kan werken. Zelfs met twintig uur werken voor een minimumloon meent ze niet boven het uitkeringsbedrag boven te komen.

“Ik had laatst een hele hoge rekening van de dierenarts, toen heb ik echt om hulp gevraagd van een vriendin.’’

ONBEGRIP

Door heersende opvattingen als ‘werken voor je geld’ en ‘lekker in de bijstand zitten en geld krijgen voor niks’, stuit Jeanet zo nu en dan op onbegrip in haar omgeving. Ze vertelt hoe ze reageerde in het meningsverschil met het familielid: ‘Ik ken zat mensen die 26 zijn en nooit een dag in hun leven hebben gewerkt. Maar ik werk mijn hele leven al. Ik heb verdorie mijn hele leven krom gelegen voor mijn kinderen, en dan ga jij me vertellen dat het makkelijk is?’ De frustratie is hoorbaar in haar stem. “Die ideeën hebben meer mensen, en ik moet zeggen toen ik werkte dat ik ook wel zo dacht: Mensen met een burn out dat ik dacht: ‘Kom op, herpak jezelf en ga werken.’ Als mijn kinderen ziek waren zei ik ook altijd: ‘Joh, ben je echt ziek? Dan heb je koorts en lig je in bed. Zolang jij niet in bed ligt, ga je gewoon lekker naar school. Die instelling heb ik wel altijd gehad.’’

“Totdat het jezelf gebeurt, en dan schaam je je dat je dat gedacht hebt. Dus ik kan me wel voorstellen dat ze dat zegt maar als het (red. de bijstand) er niet zou zijn? Wat blijft er dan van mij over?’’

Foto: Bart-Jan van der Ham

ONBAATZUCHTIGE VRIENDEN

Ondanks dat is ze ook omringd met begripvolle vrienden die haar zo nu en dan uit de brand helpen. “Ik had laatst een hele hoge rekening van de dierenarts, toen heb ik echt om hulp gevraagd van een vriendin. Ik vind het apart dat mensen zo onbaatzuchtig kunnen zijn.’’ Haar drie hondjes komen bij de hondenopvang vandaan, waar grotendeels mishandelde honden zitten die vaak met medische problemen kampen. Dat kan een dure grap zijn, maar Jeanet krijgt er veel voor terug. Naast de gezelligheid van de hondjes in haar eenpersoonsappartement heeft ze er ook een hondenclubje aan overgehouden. “We gaan wandelen in Ede, op hei of in het bos. Soms gaan we met een paar ook barbecueën of een borreltje drinken, dus dat is leuk.’’

Hoe Jeanet de toekomst voor zich ziet? “Ik leef per dag.’’

Mensen in de bijstand zitten er niet zomaar in, maar hebben een verhaal. Er zijn veel verhalen en dit is er één van.

Video: Femke Buijs

--

--

Redactie Dubbeltje op z’n Kant
Invisible Cities NL
0 Followers
Editor for

Redactie 2 bestaande uit: Myrthe, Bart-Jan, Liz, Anne-Fleur en Femke die portretten maken over mensen met een minimum inkomen.