Mind the Gap by Robert S. Donovan on Flickr, licensed under a CC BY-NC 2.0 attribution

Een gulden middenweg tussen mij en de maatschappij

Wieteke Vrouwe
jongLAB Nijmegen

--

Jongerenblog — 4 juni 2015 — Wieteke

Het is warm op Plein 44. De kermis is open, er dreunt muziek uit de speakers, maar vrijwel niemand maakt gebruik van de attracties. Paulien, Marlieke en ik wachten in de schaduw op Alex en zijn vrienden. We hebben afgesproken om vandaag hun verhalen ‘op te halen’. Alex is precies op tijd, vriend 1 is 10 minuten later, en vriend 2 ruim een half uur te laat. Samen besluiten we naar het Kronenburgerpark te lopen, om de hitte een beetje te kunnen ontwijken. Daar aangekomen splitsen we op: ik mag Alex interviewen, Marlieke gaat in gesprek met de andere twee.

Als Alex en ik ons geïnstalleerd hebben in het gras pak ik mijn pen en papier. Of ik er een schriftje onder wil, vraagt hij. “Dat schrijft makkelijker.” Al snel zijn we druk in gesprek: Alex vertelt uitgebreid over zijn leven, ik stel af en toe een vraag. “Wil je echt dat ik iets over vroeger vertel? Ik heb wel een leip verhaal. Ik val overal tussenin”, begint hij. Alex is geboren in Roemenië, maar op zijn tweede naar Nederland verhuisd. Hij voelt zich dan ook een echte Nederlander, behalve thuis bij zijn ouders. De basisschool, de middelbare school, hij doorliep ze vrijwel zonder problemen: “Ik keek nooit in mijn boeken, deed geen reet, maar haalde wel de HAVO. Ik ben gewoon keislim.” Dat klinkt wel heel zelfverzekerd, maar al snel begrijp ik beter waarom Alex zo stellig is.

Voor jou geen uitzondering
Na de middelbare school wilde Alex bedrijfseconomie studeren aan de HAN en “daar”, zo zegt hij, “ging achteraf alles mis.” Na twee jaar moest hij zijn propedeuse binnen hebben om door te mogen met zijn studie, en dat haalde hij — op 1 examen na. “Regels zijn regels” had de studiebegeleider gezegd: Alex moest stoppen. Maar daar wilde hij het niet bij laten zitten, dus ging hij naar de examencommissie en kwam hij, zoals hij zelf zegt, “uiteindelijk bij de hoogste pief van de HAN terecht. Hij had me als een persoon of individu kunnen zien, maar hij zei alleen maar: als we iedereen zo gaan behandelen is het einde zoek. Voor jou maak ik geen uitzondering.” Einde verhaal voor Alex’ tijd aan de HAN.

Een tijdje werkte hij daarna in een fabriek, waar hij stenen stapelde. Het was geestdodend werk waar hij totaal ongelukkig van werd. Opnieuw probeerde Alex een studie te beginnen, ditmaal in Eindhoven omdat hij zijn kans aan de HAN al verspeeld had — slechts één kans om het goed te doen.
In Eindhoven begon Alex vol goede moed weer te studeren, maar werd hij al in het eerste jaar overvallen door paniek: “Ik weet dat ik dit wil, ik weet dat ik het kan, maar waarom lukt het dan niet?” Alex kon zijn aandacht maar moeilijk bij de les houden, was druk en impulsief en las vrijwel geen boeken — dat had hij altijd zo gedaan, maar nu begon zijn gedrag hem parten te spelen. Inmiddels gebruikte hij ook af en toe cocaïne, maar raakte door zijn impulsiviteit verzeild in steeds meer en vaker gebruiken: “Ik raakte zwaar aan de coke.” Daarom ging hij naar de huisarts, die hem naar een psycholoog doorverwees. Hij diagnosticeerde Alex al snel met ADD. “Toen ik dat hoorde viel alles op zijn plek. Ik was altijd zo geweest, en doordat ik begon met blowen werd de onrust alleen maar groter. Daarom stopte ik en begon ik medicijnen te gebruiken.” De medicijnen begonnen echter telkens eerder uit te werken, en Alex voelde zich onprettig bij de gedragswisselingen die hij daardoor dagelijks doormaakte. Van zijn ouders kreeg hij geen steun, met zijn studie was hij inmiddels gestopt. Omdat ook de medicijnen hem niet voldoende hielpen stopte hij daar weer mee, en begon hij weer wat meer te blowen.

Handelen met je hart
“En toen ben ik psychisch in elkaar gestort. Ik wist echt niet meer waar ik het zoeken moest, wat ik kon doen met mijn leven. Ik heb een jaar thuis gezeten, zonder uitkering, niks. Ik vertelde niemand iets over de coke: mijn ouders niet, mijn vriendin niet. Alleen de vrienden waar ik mee ging stappen zagen me gebruiken.”

Alex besloot hij dat het genoeg was geweest. Hij wilde niet meer wegblijven uit de realiteit, maar juist zelf iets veranderen. Daarom zocht hij hulp bij Iris Zorg, waar hij klaarblijkelijk de verkeerde persoon aantrof: “Wat een bullshit kwam ik daar tegen! Ik kreeg twee opties: opgenomen worden of een ambulante detox. Ik koos voor het laatste, want veel mensen wisten niets van mijn verslaving en zo hoefde ik niet te verklaren waarom ik voor langere tijd weg zou zijn. De vrouw die me hielp vroeg me nergens naar, ik moest alleen af en toe in een potje pissen om te kijken of mijn drugsgebruik afnam. Nou, dat kan ik zelf ook wel bedenken. Ik kom toch naar je toe voor hulp? Dan heb ik niks aan iemand die alleen boekenkennis voor kleine gesprekjes heeft. Ik zou een betere hulpverlener zijn.”

Na een jaar kreeg Alex via een collega van zijn moeder een administratieve baan aangeboden. Nog altijd verslaafd, maar toch iets minder, begon hij met werken, en in een jaar tijd zette hij een technisch ingewikkeld roostersysteem op. Hij deed zijn werk prima. Toch moest hij weg: de man die hem eerder aannam had gehandeld met zijn hart, en niet gekeken naar Alex’ papieren — die had hij namelijk niet. Zijn nieuwe baas zei hem daarom direct gedag, ondanks dat Alex zijn werk naar behoren uitvoerde.

Alex kickte daarna op eigen kracht af, ondanks dat hij nu nog steeds regelmatig gebruikt. Hij woont nog steeds bij zijn ouders maar is druk bezig met zijn toekomst: “Ik ben helemaal omgedraaid en superspiritueel geworden. Ik moet wel, want niemand ondersteunt me echt. Ik heb geen vriendin meer, mijn ouders helpen me niet, ik heb houvast nodig. Uiteindelijk moet je het toch zelf doen.” Vervolgens krijg ik een hele verhandeling voor mijn kiezen over de sociale omslag van de mensheid, dat we elkaar weer meer opzoeken, en van een individualistische maatschappij weer meer in een collectivistische gaan veranderen: “dat voel ik gewoon.” Alex heeft op dit moment geen baan, maar hij werk aan zichzelf, geniet van het leven en probeert de beste combinatie te vinden tussen spirituele wegen, zoals meditatie, affirmatie, de natuur in gaan en met gezellig mensen zijn (en dus niet alleen met straatgangsters). “Ik kan met iedereen chillen, ik maak geen onderscheid, dat is het, maar ik ben zelf niet echt een straathanger. Meer een levensgenieter en dat kan overal, ook op straat.”

Alex wil zo snel mogelijk weer aan het werk, maar dat is nog best lastig zonder diploma’s. Toch ziet hij het positief in: “Ik heb mijn CV netjes op orde gemaakt en een beetje dichtgeplamuurd. Met mijn HBO-denkniveau kan ik wel een baan op MBO-niveau vinden. Het afgelopen half jaar heb ik van mijn leven genoten, en nu heb ik bij het UWV een sollicitatietraining gevolgd. Die dame van het UWV was er echt voor ons, ze hielp vanuit haar hart.”

Het leven is een weerspiegeling van jezelf
Alex blijkt tijdens ons hele gesprek een ster in mooie quotes te zijn, en wanneer we het over ‘de kloof’ tussen hem en de ‘systeemwereld’ hebben komt hij met een glasheldere reflectie: “Ik ben een wereldverbeteraar, maar weet niet waar ik heen moet. Het schoolsysteem werkt misschien voor 60% van de leerlingen, maar ik pas er niet in. Ik ben constant op zoek naar een gulden middenweg tussen mij en de maatschappij. Maar ik ga niet bij de pakken neerzitten, door het mediteren weet ik: het leven is een weerspiegeling van jezelf. Ben je fucked up, dan kom je fucked up mensen tegen. Nu ben ik op het beste punt in mijn leven!”

Het zonnetje in het Kronenburgerpark is een stukje opgeschoven, mijn armen zijn een beetje verbrand. Die van Alex niet. We staan op, hij zet zijn bril een stukje rechter en we roken een sigaretje terwijl we de andere helft van ons groepje weer opzoeken, Alex’ hangvrienden.

--

--