De schokkende kloof tussen media en realiteit en hoe correspondent Joris Luyendijk deze dichtte in ‘Het zijn net mensen’

Noa Kieviet
Journalistiek Ede Kijk-luister-leeslijst

--

Na een paar bladzijdes uit het ruim 200-woorden-dikke boek te hebben doorgespit, begin ik bijna mijn toekomstige carrière als journaliste te betwijfelen. De manier waarop Joris Luyendijk zijn boodschap over de duidelijke kloof tussen de toentertijd daadwerkelijke situatie in het Midden-Oosten en het vage beeld dat de media hiervan schetst, blijkt na enkele zinnen al enorm overtuigend te zijn.

Eén van de velen

Schrijver en voormalig correspondent Joris Luyendijk spendeerde de jaren van 1998 tot en met 2003 als Nederlandse correspondent voor onder andere de Volkskrant en Radio 1 en deed verslag in het Midden-Oosten. De toenmalige beginnende journalist en oud-student Arabisch was niet de enige: onderling was er duidelijk verschil tussen Europese en Amerikaanse journalisten te merken volgens Luyendijk. Naast de oneerlijkheid in de manier waarop de verschillende journalisten werden behandeld, stelt de voormalige correspondent vooral de oneerlijkheid die ontstaat bij het verdraaide beeld dat de media geeft van de werkelijkheid in zijn boek aan de kaak.

“De schrijver weet door zijn eigen ervaringen in het daadwerkelijke gebied een kritisch beeld te schetsen van onvolledige beelden.’’

De kloof tussen werkelijkheid en media

Volgens Luyendijk is deze namelijk der mate groot, dat onbewust westerse volgers van het nieuws bepaalde vooroordelen ontwikkelen, zoals het beeld van Palestijnen als oorlogsstarters. De schrijver weet door zijn eigen ervaringen in het daadwerkelijke gebied een kritisch beeld te schetsen van deze onvolledige beelden. Door verschillende keren terug te haken op het kleine deel van de werkelijkheid dat de gemiddelde kijker van het nieuws te zien krijgt, krijgt het boek een duidelijk doel: het portretteren van die enorme kloof tussen werkelijkheid en media en het laten zien dat het moeilijk is om een situatie verderop moeilijker te begrijpen is dan wanneer deze dichtbij is.

“Wat is waarheid als zélfs journalisten niet objectief kunnen blijven?”

Een somber toekomstbeeld?

De manier waarop Luyendijk deze boodschap herhaalt is soms wat hard, maar daardoor juist duidelijk. De manier waarop hij sommige journalisten omschreef (enkel uit op commerciële diensten en niet volledig waarheidsgetrouw) gaf mij, als student Journalistiek, wel eens een sombere toekomstvisie: wat is waarheid als zélfs journalisten niet objectief kunnen blijven? Meerdere keren heb ik bepaalde stukken opnieuw gelezen vanwege het soms wat té intelligente taalgebruik en is de zoekmachine er verschillende keren bijgehaald om zinnen die buiten mijn woordenschat vielen. Of ik dit boek aan een medestudent, een eerstejaars hbo’er, zou aanraden als leesvoer voor af en toe is dan ook nog de vraag, maar voor ieder geïnteresseerde in de media of een trouwe volger van het nieuws is dit boek zeker een must.

Desondanks weet Luyendijk als één van de weinige journalisten een eerlijk beeld te schetsen van de journalistiek en een overtuigende boodschap te brengen, met behulp van overduidelijke kennis, intelligentie en af en toe wat plaatselijke humor.

--

--