Jesse Frederik had het wel zo bedoeld

door: Veerle Redeker

Voordat ik het boek ‘Zo hadden we het niet bedoeld’ had gelezen, begreep ik eerlijk gezegd geen bal van de toeslagenaffaire. Iets met gedupeerde ouders en de kinderopvang en binnen de politiek gaf iedereen elkaar de schuld behalve zichzelf. Lekker dan. Het was een schande en iedereen was boos. Maar op wie eigenlijk?

Het zit dus zo, als je kinderen hebt en zij gaan naar de kinderopvang, heb je recht op kinderopvangtoeslag. De hoogte van dit bedrag hangt af van het inkomen en leefsituatie van de ouder(s). Deze bedragen kunnen hoog oplopen als ouders niet veel geld verdienen, denk aan 10.000 euro per jaar. Wat is er nou gebeurd, heel veel ouders zijn onterecht bestempeld als fraudeur, omdat ze kleine foutjes hebben gemaakt in de administratie. Denk bijvoorbeeld aan een missende handtekening op de overeenkomst van de kinderopvang of ze hebben per ongeluk een bonnetje niet ingeleverd bij de belastingdienst. Door dit soort foutjes hebben sommigen mensen tienduizenden euro’s in een keer moeten terugbetalen, terwijl het gaat om de gezinnen die het al niet heel breed hebben.

‘fuck, dit is de werkelijkheid.’

Jesse Frederik heeft hier een boek over geschreven. ‘Zo hadden we het niet bedoeld’, ijzersterke titel vind ik zelf, want dat is precies de houding die de politiek heeft aangehouden. Jesse heeft een reconstructie gemaakt van de affaire en daar komen dubieuze ontdekkingen aan bod. Ik had het idee dat ik een spannend fictief verhaal aan het lezen was, tot dat ik me bedacht: ‘fuck, dit is de werkelijkheid.’

Wat een man die Jesse. 33 jaar, maakt podcasts en is niet slecht voor het oog. Maar dat zijn niet de enige redenen waarom ik fan ben. Hij is een ontzettend goede onderzoeksjournalist. Hij heeft zó veel documenten, e-mails, verslagen, notulen en evaluaties bestudeerd en daar een structuur van gemaakt in zijn boek. Ik vind het bewonderenswaardig.

Hoofdschuldige

Er heerst een prangende vraag bij boze ouders, bij journalisten, misschien wel bij de politiek zelf en bij mij: ‘wie is de hoofdschuldige?’ In dit boek kom je daarachter, maar het zal waarschijnlijk niet verzachtend zijn. Er is namelijk geen hoofdschuldige. Volgens Jesse zijn het de Belastingdienst, het ministerie van financiën, het ministerie van sociale zaken en werkgelegenheid, de rechtspraak, de tweede kamer en de journalistiek. ‘Heel veel mensen hadden iets kunnen doen. Maar ze vonden het heel lang niet belangrijk genoeg.’

Het is een bittere conclusie, maar het is wel de werkelijkheid. Er zijn meerdere momenten geweest dat dit naar boven kwam, maar mensen binnen de politiek en journalistiek vonden het niet belangrijk genoeg. Het maakt me eerlijk gezegd een beetje verdrietig. Het voelde fijner toen ik er nog geen bal van begreep. Maar ik ben blij dat Jesse Frederik mij het hele verhaal heeft laten zien, hij vindt het namelijk wél belangrijk.

--

--