Omslagontwerp Dog & Pony Amsterdam

Cor de Jong

De aanname

Lebowski Publishers
Verhalen & poëzie
Published in
3 min readSep 4, 2015

--

Dit was de laatste speler die hij bekeek vandaag. Met enige scepsis was hij afgereisd naar Monmouth Town in Wales. Het gebeurde niet vaak dat een pareltje uit het slijk van het amateurvoetbal werd opgedoken. Toen hij zijn auto onder een ijzeren boog door de parkeerplaats op stuurde en gewapend met zijn wandelstok het sportcomplex betrad, vreesde hij dat hij weer eens een overbodige reis had gemaakt. Langs de zijkant van het veld was een gammele tribune opgetrokken. Betonnen treden, een overkapping van groene golfplaten, op enkele plaatsen doorgeroest. Op een paar verdwaalde toeschouwers na was het terrein verlaten. De thuisploeg, jongens van zestien en zeventien jaar oud, in Ikeakleurige tenues, speelde de bal rond. De tegenstander, een team in het groenwit liep zich in de breedte van het veld warm.

In de kantine haalde hij koffie. Met het dampende bekertje in de hand zocht hij een plekje langs de zijlijn, juist toen de scheidsrechter floot en de aanvoerders bij zich riep voor de toss.

Het was nooit nodig om het verfrommelde vel papier uit zijn zak te halen om een naam of een rugnummer te raadplegen. Eén enkel balcontact zou genoeg zijn — genoeg moeten zijn. Een speler met potentie zou zich op dit niveau zonder al te veel moeite moeten onderscheiden, ook als hij een slechte wedstrijd speelde.

Zodra de scheidsrechter floot veranderde er iets in de houding van de linksbuiten. Alsof het schrille geluid hem wakker schudde. Zijn bewegingen werden resoluut, de nonchalance verdween, de sierlijkheid bleef. Hij liep niet veel, maar stond ook nooit stil. Zelfs als de tegenstander in balbezit was, leek hij positie te kiezen. Hij coachte veel, vroeg om de bal, waarschuwde als iemand een man in zijn rug had. Het waren steeds korte aanwijzingen, soms alleen een naam. Hij was niet veel aan de bal. Te weinig, vond Alderdice, al had hij het aantal balcontacten niet geteld.

De wedstrijd liep ten einde. Straks in de auto kon hij wel een paar slokken nemen. Het kostte hem elke week meer moeite om het moment uit te stellen waarop hij de dop routineus losschroefde en met een achteloos gebaar een scheut whisky in zijn keel goot. Hij verlangde nu al naar de tinteling tegen zijn verhemelte, het brandende spoor in zijn slokdarm. De aangename prikkeling van de eerste slok, die voelde alsof je met blote voeten over een schelpenpad liep.

De linksbuiten werd opnieuw aangespeeld, ter hoogte van de middenlijn. Terwijl de bal naar hem toe rolde, zochten zijn ogen al naar de opening. Een pass over de hele. Hij had een mooie, korte trapbeweging, zwaaide niet door met zijn onderbeen. Glenn Hoddle misschien? De bal was op maat, maar de rechtsbuiten kon hem niet controleren, stak nog wel een duimpje op. De scheidsrechter floot af. Een bescheiden applaus van de paar toeschouwers langs de zijlijn. Alderdice haastte zich naar zijn auto. Hij had genoeg gezien.

Cor de Jong (1978) is schrijver, leraar Nederlands en studiebegeleider bij de jeugdopleiding van Sparta Rotterdam. Hij publiceerde al meerdere korte verhalen. In november 2015 verscheen zijn debuutroman De aanname.

--

--