Foto: Dieter Telemans

Joost Vandecasteele

Berichten uit een ‘belegerd’ Brussel

Lebowski Publishers
Published in
6 min readNov 30, 2015

--

De afgelopen week woonde ik in een stad met de hoogste terreurdreiging en kan ik in eer en geweten meedelen dat Brussel nog nooit zo saai heeft gevoeld. Dus als het doel van terroristen erin bestond om ons ongelovigen en gelovigen, maar blijkbaar net niet gelovig genoeg, Brusselaars te irriteren, dan mogen ze één keer trots zijn op zichzelf. Maar ons bang maken, lukte nauwelijks.

Dit “oorlogsdagboek” zonder gruwelijke passages maar met momenten van vreselijke verveling begint op donderdag 19 november. Al dagen staat het in de sterren geschreven dat Brussel extra beveiligd zal worden, zeker nadat bekend is geraakt dat een niet ontplofte terrorist twee vrienden uit Molenbeek heeft opgebeld om hem in Parijs te komen oppikken. Wat ze ook deden, 600 kilometer heen en terug.

Van nog verder weg in de wereld zijn ook de internationale media aangekomen in Brussel en is op televisie de voorspelbare opsomming te horen van elke mogelijke beweegredenen van de terroristen. Een beetje alles behalve wat de geweldenaars zelf zeggen. Alsof die jongens ook niet goed weten waarom ze eigenlijk ontploffen. Zelfs al vertonen ze alle kenmerken van een apocalyptische sekte met een heilig geloof in een voorspoedig einde der tijden. Maar zoals alle apocalyptische sektes geloven ze ook in vals spelen en denken ze dat hun oppermachtige god toch een beetje hulp kan gebruiken om alles in de gang te steken. Hypocrisie is dan ook het voorrecht van elke religie, klein of groot, mild of extreem.

In deze dagen word ik ook, net als elke half te herkennen bekende Vlaming, opgetrommeld om mijn mening te geven en pleit ik tijdens een nieuwsuitzending om ons te verdedigen door een even fundamentalistisch staatsgodsdienst te verzinnen, met een totale absurde god. Zodat IS een beetje bang van ons wordt. En als zij zeggen dat elke afbeelding van Mohammed beledigend is, dan kunnen wij zeggen: “Dat is niks, we geloven dat elke zelfgenomen afbeelding beledigend is en daarom organiseren we elke dinsdag massale verbrandingen van selfiesticks.” En als zij zeggen dat de evolutie maar theorie is en de wereld door god geschapen is, dan kunnen wij zeggen: “Dat is niks, we geloven dat de realiteit maar een theorie is en god gelooft niet eens dat wij bestaan, daarom spelen we elke dinsdag massaal verstoppertje om hem te plezieren.”

Tot op heden nog geen bericht gekregen van officiële instanties om deze religie op te starten, maar toch geloof ik heilig dat mijn oproep tot meer absurditeit verschillende burgemeesters heeft geïnspireerd om de meest vreemde maatregelen te nemen. Zo verbiedt de gemeente Merchtem (inwoners 15.000, bekend van… ik vermoed een kerk) deze week een vredeswake om aanslagen te vermijden. Want we weten allemaal dat terroristen zoals filmtrilogieën graag in een climax eindigen en dat dus het rijtje Beiroet — Parijs — Merchtem zeker een mogelijkheid is.

Het is vrijdag 20 november, morgen kan ik mijn zoon van zes ophalen na een weekje bosklassen. Ik ben blij dat hij even ver verwijderd was van Brussel. Want alsof ze heel de tijd zich hadden verstopt achter onze groene vuilnisbakken zie ik steeds meer militairen in camouflagekleuren en met volautomatische geweren in het straatbeeld opduiken. Maar nog meer zie ik hoe steeds meer kinderen hen aanwijzen en ouders zich hurken om het uit te leggen. Ik wil zo graag weten hoe zij het verklaren. Ik wil zo graag weten wat ik zelf zeggen moet. Want sinds vandaag voelt de plechtige belofte aan de volgende generatie van nooit meer oorlog als een heel klein beetje minder onwrikbaar.

Vrijdagavond eindigt laat en dronken. Als een voorbode voor de komende dagen missen we onze laatste tram naar huis. Want de volgende ochtend wordt ons meegedeeld dat de terreurdreiging van niveau 3 naar niveau 4 is gebracht. Dat we sinds vannacht nog onveiliger zijn geworden, dat een aanslag op til is. Maar we mogen niet bang zijn, roepen politici verschrikt en blijven zelf weg van Brussel.

Zaterdag 21 november. Ik ben te laat om mijn zoon op te pikken. Elke metro en tram die ondergronds rijdt, is afgeschaft. Bussen zouden wel moeten rijden, maar meerdere buschauffeurs weigeren het depot te verlaten. Na tussenkomst van hun vakbond krijgen ze voor hun moed en opoffering 50 euro als ze het toch aandurven. Want ze schatten dat hun leven evenveel waard is als twee dvd-boxen van Game of Thrones.

De rest van het weekend wordt gekenmerkt door verveling en twijfel. Er is niks te doen en alles is gesloten. Bij gebrek aan beter vluchten we naar Gent om ons te verschuilen in een bioscoop. We zien een animatiefilm over vampiers en monsters, over hoe een grootvader vampier geen mensje als kleinkind wil en hij gooit het kind van een hoge toren. “Angst zal hem wel doen veranderen in een monster,” redeneert hij. Elke gelijkenis met huidige omstandigheden beschouw ik als toeval.

Angst voel ik zelf niet, enkel een besef dat ons iets verzwegen wordt. Voornamelijk een geldige reden waarom elke Brusselaar in permanente verdenking vertoeft. Maar op elke waarom volgt enkel een daarom.

Wanneer ik mijn zoon zondagavond naar bed stuur, is er nog niet beslist of morgen de scholen open zullen zijn. Ik zeg hem misschien en slaap wel. Maar ik vrees het ergste wanneer de Franstalige minister van onderwijs pleit voor ‘panic rooms’ in scholen. “Hallo kinderen, de sportzaal is vanaf nu een bunker en in plaats van turnen gaan we nu een uurtje ongemakkelijk naar elkaar staren.”

De volgende ochtend deel ik hem dat hij thuis moet blijven. Hij vraagt waarom. Iets over boeven die verstoppertje spelen. We hangen in ons huis, hij wordt lastig, we gaan naar buiten, de kou voelt dubbel zo scherp. De trots aangekondigde voetgangerszone in het centrum is ingepalmd door de Kerstmarkt in aanbouw en gepantserde legervoertuigen. De meeste soldaten staan opgesteld bij de Macdonald’s, vier sterren hotels en het casino, kortom onze meest belangrijke locaties.

Gelukkig is er nog ergens een pasgeboren baby te bezichtigen. In het ziekenhuis check ik maniakaal mijn telefoon om nieuws te sprokkelen. Ik hoop op een geruststellende mededeling dat morgen de schoolpoorten weer open zullen staan. Maar opnieuw komt er pas na bedtijd de mail dat hij ook dinsdag thuis moet blijven.

In Tongeren daarentegen, ver weg in Limburg, blijven scholen wel open, maar worden leerkrachten gevraagd om geen fluorescerende jassen te dragen op de fiets, om geen doelwit te zijn. En er is geen grap ter wereld die dit bericht nog belachelijker kan maken.

Dinsdag 24 november. Uit pure wanhoop spreken we af met andere ouders om onze kinderen samen te zetten. Opgefokt en uit pure verveling vliegen ze elkaar in de haren. Opnieuw beschouw ik elke gelijkenis met huidige omstandigheden als louter toeval. Ik lees over alle huiszoekingen die geen gevonden wapens opleveren, over alle arrestaties waarna bijna iedereen terug vrijgelaten wordt, over een bommengordel die in Parijs gevonden werd. Na een zoveelste politieke daarom op een journalistieke waarom verklaart een minister dat er weldegelijk een aanslag verijdeld is omdat er simpelweg geen aanslag gepleegd is. Een argument dat ik niet eens durf te gebruiken om mijn zoon te overtuigen.

Woensdag 25 november. Alsof het om een technisch defect ging, wordt alles terug opgestart. Want de horeca begon te klagen en voor deze regering zijn boze winkeluitbaters angstaanjagender dan boze terroristen. Als een terugkeer naar normaliteit gaan we naar de bibliotheek, maar om binnen te mogen moet ik gefouilleerd worden. Bij wijze van grapje wordt mijn zoon van zes ook getrakteerd op een metaaldetector. Maar het beeld stemt me zo triest, als een werkelijk gebroken belofte om hem een zorgeloze kindertijd te bezorgen. Dit is geen overwinning voor terroristen, dit is een land die zich een angstpsychose heeft aangepraat.

Donderdag 25 november. Eindelijk terug school. Maar wegens de terreurdreiging mag ik niet mee naar binnen en geen afscheid nemen op de speelplaats. Dag zeven en ouders worden nu ook als verdachten gezien. Een maatregel zo absurd dat het een eigen niveau verdient, van niveau vier naar niveau Fuck You.

Rond zeven uur ’s avonds ontvang ik een mail van school. Met de mededeling dat de terreurdreiging opnieuw gedaald is, dat een aanslag is niet meer imminent maar gewoon mogelijk zoals elke dag dit jaar. Waarom? Daarom.

Volgens de school is het echter te laat op de avond om iedereen nog te telefoneren en blijft vrijdag alles zoals vandaag aan de schoolpoort. Maar dat wil ik niet. Ik wil niet wachten tot overmorgen, ik wil niet dat we dit ooit gewoon worden.

Joost Vandecasteele (1975) is schrijver, theatermaker en columnist. In 2010 won hij de Vlaamse Debuutprijs voor Hoe de wereld perfect functioneert zonder mij. Zijn romans Opnieuw en opnieuw en opnieuw en Massa werden genomineerd voor de BNG Literatuurprijs. Sinds 2013 heeft hij een column in Focus Knack, en werkt hij aan een televisieserie gebaseerd op zijn debuut en stand-upcomedyshow. Eind januari 2016 verschijnt zijn roman Jungle.

--

--