Lebowski Publishers
Verhalen & poëzie
Published in
4 min readDec 2, 2015

--

Tim Foncke

Smeerlapperij

Hoewel hij vermoedde dat hij tot een gezinsdrama in staat was, stichtte Gerard Plasma een gezin. Nou ja, stichtte. Hij begon een relatie met Babs van Biesen en nam haar twee kinderen erbij. Zoals je op restaurant een steak neemt en er een slaatje bij krijgt. Slaatjes zijn voor de gft-bak.

Op zijn achttiende had Gerard gezworen dat hij dood zou zijn voor hij een gezin kon stichten. Hij zou alleszins nooit kinderen maken. Kinderen waren ratten die de uiteinden van je zenuwen kapot knaagden. Gerard was ook rat geweest, er bestonden foto’s van zijn vader waarop je een man op de rand van een zenuwinzinking zag.

Toen werd Gerard verliefd op Babs. Hij nam aan dat ze voluit Barbara heette — ook heel erg — maar ze heette voluit Babs. Een naam als een onomatopee. Iedere keer als Gerard haar naam hoorde, stelde hij zich een paar grote blote tieten voor die op een emaillen tafelblad werden gekwakt. Babs had grote tieten, maar aan tafel hield ze haar manieren.

Babs bleek twee kinderen te hebben, een jongen en een meisje, die ze had gemaakt met een man die zich een paar jaar na hun geboorte ophing. In zijn afscheidsbrief schreef hij aan de peuters: ‘Het leven is moeilijk, maar op het internet kun je gemakkelijk opzoeken hoe je je ’t beste ophangt. Ik hoop dat jullie het internet voor leukere dingen zullen gebruiken. Ga nog maar wat spelen.’ Gerard onderschreef deze woorden van de vader. Verder was hij er voor de kinderen als hij er moest zijn. Ze noemden hem pappie. Een roepnaam die hem altijd een beetje deed krimpen, maar hij kromp zonder protest.

Tot op heden ging het gezinsleven zonder ongelukken z’n gangetje. Mede omdat Gerard voor iedereen aanvaardbare hoeveelheden dronk en de bijkomende hoeveelheden achter hun ruggen dronk. Achterbaksheid is geen schande als niemand er weet van heeft.

Het is zo’n zomerweekend waarin het halve land op het strand gaat liggen en ook Babs en de kinderen besluiten voor een paar dagen naar zee te trekken. Gerard veinst diarree. Als je tegen mensen die ergens naartoe gaan over diarree begint, willen ze niet per se dat je meegaat.

Die zaterdagavond zit Gerard op de bank een boek met zeer korte verhalen van Joubert Pignon te lezen. Naast de bank staat een bijna lege fles Johnnie Walker en een staande lamp. De staande lamp begint te wandelen. Dat zul je altijd zien, je drinkt een fles Johnnie Walker bijna leeg en de staande lamp begint te wandelen. De lamp komt voor Gerard staan.

‘Hey, klootzak.’

Gerard kijkt op, knijpt één oog dicht. ‘Ik heb je gekocht in de IKEA, dus je moet een naam hebben,’ zegt hij tegen de lamp.

‘Godfried Van Nieuwkerk. God voor de vrienden. Waar denk jij dat je mee bezig bent, vriend? Stiekem in de alcohol hangen en de dag nadien braaf een bloemetje voor je vrouw kopen. Je bent een zwak en zondig man en ik heb jou niet met een stuk in mijn kloten geschapen om als een laffe lul te zitten zuipen achter de rug van een vrouw die Babs heet. Babs godverdomme. Dan steek je een keer alles wat je als schepper in huis hebt in een vrouw, je besteedt meer zorg aan haar taille dan aan die van duizend fucking wespen, je hangt er een prachtig stel tieten aan en dan noemen twee pipo’s — toegegeven, allebei geschapen door een jobstudent — haar Babs. Soit. Wat ik wil zeggen is, jij bent zwak en zondig en je moet geen bloemetjes om je zwakte en zonde hangen. Jij moet diep in jezelf kijken en handelen naar hetgeen je op de bodem ziet; ik heb die verdomde smeerlapperij niet voor niks in jou gestoken. You say amen to that, mötherfucker!’

Meuderfucker?’

‘Ik ben een Zweedse lamp, lul. Je weet wat je te doen staat.’

Sleutel in het slot.

‘Pappie, we zijn thuis! Heb je nog de spuitpoep, pappie?’

De volgende dag ontdekken de buren het gezinsdrama.

Gods werk is in ere hersteld.

© Geert Snoeijer

Ex-komiek Tim Foncke (Aalst, 1978) schreef De geachten (briefroman) en Het leven is goed als je niet deelneemt (verzamelde brieven 2009–2011) en werkt als tekstschrijver voor diverse tv-programma’s. Hij tourde samen met Herman Brusselmans door Vlaanderen met het programma God is klein geschapen. Zijn gelijknamige debuutroman verschijnt in februari 2016.

Het verhaal ‘Smeerlapperij’ verscheen eerder in literair tijdschrift De Titaan.

--

--