Erik Jan Harmens

Lebowski Publishers
Voorpublicaties & teasers
5 min readJan 20, 2015

--

Hallo muur

De pit

Hallo muur. Je ziet er nog precies zo uit als gisteren. Ik niet, ik ben veranderd. Ik heb andere kleren aan, ik kijk anders. Ik voel me ook anders.

Gisteren kon ik de wereld aan. Ik droeg mijn bruine laarzen, waarmee ik door het winkelcentrum liep als over een erf. Ik kwam iemand tegen die ik niet heel goed ken, maar toch op de wang zoende. Hij liet het gebeuren.

De eerste avocado die ik in de supermarkt van het schap nam was behoorlijk rijp, maar zeker niet rot. De tweede was nog niet rijp, maar wel bijna. Zo had ik een avocado voor vandaag en een voor morgen. Ik woog ze niet af, want ze werden per stuk verkocht. Het ging niet op gewicht. De caissière hoefde daarom ook niet van haar kruk te draaien om alsnog een prijsstickertje op de vrucht te plakken.

Thuis legde ik de nog niet rijpe avocado weg, de andere sneed ik doormidden tot aan de pit. De boel liet gelijk los, de pit wipte er uit zichzelf uit. Ik deed dure olijfolie op beide helften en schoot niet uit. Er kwam zout en peper bij en toen begon ik het vruchtvlees met de zijkant van mijn eierlepeltje in parten te hakken en daarna at ik de avocado op en hij smaakte goed. De schillen gingen in de afwasteil om later in de gft-bak leeg te kieperen. Met een doekje nam ik het aanrecht af. Daarna ging ik een minuut of tien op de bank liggen om te mijmeren.

Dat was gisteren.

Vanmorgen opende ik de andere avocado, maar deze bleek harder dan gisteren, alsof hij was versteend. De pit verzette zich, de schil hield het vruchtvlees vast. Met de nodige kracht lukte het allemaal wel, maar de smaak bleek week; ik had te veel olijfolie uitgeschonken en veel te kwistig met zout gestrooid. Ik at het allemaal wel op, maar zonder ook maar iets van die verrukkelijke victorie van gisteren.

Ik ruimde de boel af en wandelde het winkelcentrum in, dit keer op de te klein gekochte dure gympen die mijn beide grote tenen afknellen, waardoor er donkere vlekken verschenen onder de nagels, die voorlopig niet meer weggaan. Iemand groette me en ik groette terug, maar pas een paar meter verder wist ik met wie ik te maken had en realiseerde ik me dat ik veel te enthousiast hallo had gezegd. De ander zal wel gedacht hebben: wat is er met die man aan de hand, is hij dronken?

Ik drink al anderhalf jaar niet meer, muur. Dat is waar, al kan het ook voor de bühne zijn en sluip ik in werkelijkheid elke nacht naar het schuurtje om daar een fles Bacardi aan mijn mond te zetten. Misschien doe ik dat zelfs wel onbewust, wandelend in mijn slaap, al is het dan wel de vraag wie steeds de Bacardi bijvult die daar zou moeten staan.

Sinds ik het besluit heb genomen om nuchter te blijven, ontmoet ik heel veel mensen die niet meer drinken. Waren die er altijd al en zag ik ze in mijn dronkenschap over het hoofd? Dat weet ik niet, ik heb ze niet heel veel te vertellen en zij mij ook niet. Soms wisselen we een tip uit over wat je moet doen als je zin hebt om te drinken. Dan knikt de ander een beetje, als bij een mop die hij eerder heeft gehoord.

Een tip is dat water drinken helpt. Alcoholvrij bier drinken helpt niet, een rondje hardlopen is wel goed. Seks helpt ook; hele nuchtere gefocuste seks, al wil ik na het vrijen wel altijd roken.

Eigenlijk is niet-drinken een zwaktebod. Ik vind dat een sterk iemand maat moet weten te houden. Aan het einde van de dag overdenkt hij zijn besognes bij een glas. Bij het eten drinkt hij al contemplerend nog een glas. Daarna mijmerend bij de haard nog een slaapmutsje. Dan slaapt hij in.

Zo iemand ben ik dus niet. Ik ben een grootverbruiker. Zeg je glas, dan denk ik: fles. Als ik in de afgelopen anderhalf jaar wel zou hebben gedronken en nooit naar de glasbak zou zijn gegaan, dan zouden er nu vijfhonderd lege wijnflessen in mijn schuurtje liggen en tweeduizend lege Westmalle-flesjes. Ervan uitgaande dat je vijftig lege flessen kunt dragen, zou dat betekenen dat ik vijftig keer heen en weer zou moeten lopen naar de glasbak en de legeflessenmachine bij de Jumbo.

Ik denk dat ik door niet te drinken tienduizend euro heb bespaard in die anderhalf jaar. Waar is dat geld gebleven? Als het niet hier is, moet het wel weg zijn.

Hallo muur. Van een afstand lijk je vlak en gaaf, maar van dichtbij zie ik de putjes. Toen ik een keer een ballon met een mes wilde doorprikken, schoot ik uit en sloeg ik een gat in je. Bij de bouwmarkt kocht ik sneldrogende vuller en een plamuurmes. Nu is het gat weg, maar je kunt precies zien waar het heeft gezeten.

Ik ga je een verhaal vertellen. Over hoe het een tijd niet zo goed met me ging, hoe ik heel veel ben gaan drinken totdat het zo donker werd dat ik geen hand voor ogen meer zag en hoe het heel veel later weer licht werd, nadat ik stopte met drinken.

Het verhaal loopt goed af, al is het licht waarin ik sta wel wat fel. Het doet vaak zo’n pijn aan mijn ogen en dan mis ik de Westmalle Tripel, die het licht dimt en het geluid dempt en alles zachter maakt, ook de strelende hand van een vrouw.

Uit: Hallo muur, van Erik Jan Harmens. Verschijnt deze week!

Erik Jan Harmens © An-Sofie Kesteleyn

Erik Jan Harmens (1970) was in 2002 de eerste Poetry Slam-kampioen van Nederland en publiceerde vier dichtbundels: In menigten (2003), Underperformer (2005; Gedichtendagprijs, nominatie Paul Snoek Poëzieprijs, Jo Peters Poëzieprijs en J.C. Bloem-poëzieprijs) en Gospels en psalmen (2008). Najaar 2013 verscheen zijn nieuwe poëziebundel Open mond.

In 2007 verscheen Harmens’ eerste roman, Kleine doorschijnende man. In 2011 volgde De man die in zijn eentje de Olympische Spelen organiseerde bij Lebowski Publishers. In datzelfde jaar verscheen ook Echte mannen scheiden niet, een boek met duetten in dichtvorm, samen met Rick de Leeuw. Ook schreef hij een jaar lang persoonlijke columns voor de Volkskrant.

‘Harmens weet in een paar precieze streken het drama te schetsen van ons aller doelloos, planloos en hilarisch dramatisch bestaan’ Het Parool

‘Harmens maakt in taal zichtbaar en voelbaar hoe een ikfiguur moedig maar kansloos ploetert in een wereld die van richtingloosheid, nep en namaak aan elkaar hangt’ NRC Handelsblad

--

--

Lebowski Publishers
Lebowski Publishers

Written by Lebowski Publishers

De letterknechten van je moeders favoriete boeken.

No responses yet