Illustratie: Olivier Heiligers

De 12 vuistregels voor eindredacteuren

Susanne Poot
Campus DPG Media
Published in
3 min readDec 2, 2020

--

Door nieuwe digitale vertelvormen neemt de druk op eindredacteuren toe. Met deze vuistregels werk je sneller, sta je sterker en krijg je meer gedaan bij collega’s.

TIPS Gerbert van Loenen | ILLUSTRATIES Olivier Heiligers

Illustratie: Olivier Heiligers

1. Boei de lezer in een ogenblik

De kans om je publiek te boeien, duurt hooguit seconden. De eindredacteur moet dus toeslaan in een ogenblik. Besteed daarom vooral aandacht aan kop, beeld, eerste woorden.

2. Eindredactie is geen correctie

Natuurlijk haal je een fout weg als je er een ziet. Maar een eindredacteur is geen corrector. Jouw taak als eindredacteur is veel belangrijker: jij zorgt ervoor dat verhalen gelezen worden, bekeken, beluisterd. En als je toch vaak dezelfde fouten van een collega moet corrigeren, mail hem of haar dan zodat het in de toekomst beter wordt.

3. Grijp in als je een zin tweemaal moet lezen

Als je iets twee keer moet lezen, heb je een zin die beter kan. Als iets niet duidelijk is of vragen opwerpt, raadpleeg dan de verslaggever.

4. Een lezer leest niet van boven naar beneden

Lezers zijn snel afgeleid. Hun ogen dwalen dan over het scherm of het papier, ze slaan hele alinea’s over en de kans is groot dat ze afhaken. Jij kunt hun aandacht terughalen met goede tussenkopjes of dwingend beeld. Besteed ook aandacht aan de zin na die tussenkop of dat beeld: maak er een fijne, nieuwe start van.

Illustratie: Olivier Heiligers

5. Gebruik redactiedata

Data tonen hoe onze verhalen, onze koppen en onze beelden scoren. Ze bieden jou als eindredacteur de kans om, meer dan voorheen mogelijk was, te leren wat werkt. Test koppen. En leer van alle recent gehouden A/B-koppentesten. Data verzamelen we onder ons online publiek, maar de lessen die we daar leren, gelden gedeeltelijk ook in print.

6. Wees zowel helder als prikkelend

Een kop moet helder zijn. Maar een kop moet ook prikkelen, door net dat ene detail toe te voegen dat je publiek doet besluiten verder te lezen.

7. Vergeet de regels

Vaak zitten de hoofden van eindredacteuren vol regels. Vergeet die als je daardoor betere koppen kunt maken.

Illustratie: Olivier Heiligers

8. Wees sterk

Als je een prachtverhaal ziet dat niet de aandacht krijgt die het verdient, grijp in. Als een zwak stuk wordt gebracht als groot nieuws, zeg nee. Stuur slechte verhalen terug. Je bent geen vakkenvuller, een eindredacteur moet gemaakte keuzes ter discussie kunnen stellen.

9. Praat over je koppen

Koppen maken is een creatief proces. Praat erover met collega’s, zo kom je sneller op ideeën. Misschien heb je een cabareteske collega die steeds woordgrappen maakt. Laat die meedenken over je kop.

Illustratie: Olivier Heiligers

10. Zeg vaker ‘huh?’

Niets is zo belangrijk als eindredacteuren die een blik werpen op elkaars werk. En het nuttigste wat je dan kunt zeggen, is soms ‘huh?’ Je collega kan nog zo’n goede kop of intro maken, een vormgever kan nog zo’n toffe vormgeving bedenken, als het niet in een oogopslag helder is en de aandacht trekt, werkt het niet.

11. Klaag niet tegen je collega’s

Je ziet vaak dezelfde fouten. Zeg iets tegen degene die steeds die fout maakt, en niet tegen de eindredacteur naast je.

12. Blijf geïnspireerd

Eindredactie is als eb en vloed: het gaat altijd door. Om je werk te kunnen blijven doen, moet je jezelf opladen. Blijf spelen met taal, blijf spelen met beeld. Vergeet wat fout is gegaan. En rust af en toe uit.

--

--