Het leven van een digitale nomade: het nieuwe werken of kolonialisme 2.0?

Hagar Jobse
Moneyou Create
Published in
8 min readApr 15, 2018

--

Het aantal digitale nomaden groeit hard. Want door snel internet en flexibel werk kunnen steeds meer mensen overal ter wereld hun geld verdienen. En dus reizen ze met hun laptop van de ene exotische- én vooral goedkope bestemming -naar de andere. Een, vooral voor jonge mensen, aantrekkelijke levensstijl. Alleen is deze niet voor iedereen weggelegd. De meeste digitale nomaden komen namelijk uit Westerse landen. Met wat ze met werk voor opdrachtgevers uit hun doorgaans veel duurdere thuisland verdienen, leven ze in goedkope landen als god in Frankrijk. Dat ze geld uitgeven, is natuurlijk goed voor de lokale economie. Aan de andere kant, door de aanwezigheid van een grote groep mensen die veel te besteden heeft, worden veel dingen ineens een stuk duurder. Voor de lokale bevolking soms te duur.

Je zou natuurlijk kunnen zeggen dat globalisering nu eenmaal zo werkt. Maar het verhaal van westerlingen die in armere landen vorstelijk leven en hun stempel op de gemeenschap drukken, klinkt wel heel bekend in de oren. Is het digitale nomadenbestaan het werken van de toekomst of stiekem kolonialisme nieuwe stijl?

Steeds meer digitale nomaden

Had niemand een paar jaar geleden nog van ‘digitale nomaden’ gehoord, inmiddels hoor je de term overal. Deze ‘werkende reizigers’ zijn uitgegroeid tot een wereldwijd fenomeen. Op zich niet zo gek, steeds meer mensen hebben voor hun werk immers alleen een laptop en een wifi-verbinding nodig. En waarom zou je dan in een regenachtige en dure stad als Londen of Amsterdam blijven als je je geld ook vanuit een zonnige en goedkope bestemming kunt verdienen? Met name voor jonge mensen die nog geen verantwoordelijkheden als een gezin hebben, is dit een aantrekkelijk alternatief.

Met de groei van het aantal digitale nomaden, worden er ook steeds meer speciale voorzieningen voor deze doelgroep uit de grond gestampt. In populaire digitale nomadenbestemmingen als Bangkok in Thailand , Ubud op Bali en Medellín in Colombia schieten strak-ingerichte co-workings met snelle wifi en goede airco als paddenstoelen uit de grond. Op de website www.nomadlist.com worden plekken beoordeeld op hun geschiktheid voor nomaden om te wonen en te werken. Hierbij wordt uiteraard gekeken naar zaken als veiligheid, maar daarnaast zijn vooral het weer en hoe goedkoop een plek is heel belangrijk. Digitale nomaden zoeken namelijk voornamelijk plekken uit waar ze vorstelijk kunnen leven zonder al te veel geld te hoeven verdienen. Hoe goedkoper het land, hoe hoger het scoort op de lijst. Bovenaan staat nu Canggu op Bali, waar je voor tussen de vijfhonderd en achthonderd dollar per maand kunt leven. Maar ook een Europese stad als Budapest scoort hoog. Volgens Nomadlist bedragen je maandlasten daar tussen de zeven- en elfhonderd euro. Voor 566 dollar huur je hier al een kleine studio in het centrum.

Parallel universum voor Westerlingen

Échte digitale-nomaden hotspots zijn Ubud op Bali en Chiang Mai in Thailand. ‘De Spanjaard en freelance-programmeur Augustín Jamardo (30) werkte de afgelopen paar jaar twee keer voor een langere periode op Bali, eerst in 2014 en vervolgens in 2016.

Het verschil tussen zijn eerste en tweede verblijf was groot. ‘De prijzen waren zeker met dertig procent gestegen,’ vertelt hij. ‘Ook waren er opeens allemaal voorzieningen voor westerlingen. Hippe koffietentjes, een Franse bakker en verschillende discotheken. Ubud heeft niets meer met Bali te maken. Het is een soort parallel universum voor westerlingen.’

Jamarado beschrijft de digitale- nomaden groep als ‘heel homogeen’. ‘Digitale nomaden komen uit de VS, Australië en West-Europa. Soms kom je een Spanjaard of Italiaan tegen, maar dat zijn er niet veel. Digitale nomaden uit Oost-Europa zijn ook zeldzaam. ’ Digitale nomaden en locatie onafhankelijk gebonden bedrijven verblijven niet alleen in goedkope landen, een groot deel neemt ook werknemers uit die landen in dienst. Die zijn namelijk een stuk goedkoper dan krachten uit de VS, Australië, Canada of West-Europa. Zo nam het bedrijf waar Jaramo tijdens zijn verblijf in de Filipijnen voor werkte vijf locals in dienst. ‘Ze kregen weliswaar goed betaald voor Filipijnse standaarden, maar niet hetzelfde salaris als ik,’ zegt hij enigszins beschaamd.

Lissabon: walhalla voor goed en goedkoop personeel

Die verschillen zijn er overigens ook binnen Europa. Mark Bastiaanssen (37) vestigde zijn bedrijf Pakketmail in Lissabon. De reden? Omdat de stad mooi en goedkoop is en het weer heerlijk. Maar net zo belangrijk was dat Portugese werknemers met een IT-achtergrond goed en goedkoop zijn. ‘Ik heb vier Portugezen en die betaal ik tussen de duizend en tweeduizend euro per maand, afhankelijk van hun ervaring en werkzaamheden,’ vertelt Bastiaanssen. ‘In Nederland zou ik zo iemand tussen de 3,5 en vijfduizend betalen. Maar voor Portugese standaarden is dat een hartstikke goed salaris.’

Lissabon heeft zich de afgelopen jaren ontwikkeld tot een hub voor start-ups en andere jonge bedrijven. In de Europese zomer vertoeven ook digitale nomaden hier graag. Als gevolg daarvan onderging de stad een razendsnelle transformatie. In 2008 werd Portugal hard getroffen door de economische crisis. Jonge mensen trokken naar het buitenland en Lissabon had met zijn grote hoeveelheid leegstaande gebouwen veel weg van een spookstad. Inmiddels heeft de desolate sfeer die er hing, plaatsgemaakt voor optimisme. Bedrijven als die van Bastiaanssen genereren immers werk, waardoor geëmigreerde Portugezen weer terug komen. De andere kant van de medaille is dat de huizenprijzen zo zijn gestegen, dat geen Portugees meer in het centrum kan wonen. Expats en digitale nomaden tellen gemakkelijk het dubbele van de huur neer en huiseigenaren maken hier gretig gebruik van. Jonge Portugezen met een achtergrond in IT kunnen meeliften op het succes van hun stad, maar de gemiddelde Portugees- die gemiddeld tussen de zeshonderd en achthonderd euro per maand verdient- komt hierdoor in de financiële problemen.

Lees ook: waarom Lissabon een walhalla is voor start-ups

Kolonialisme nieuwe stijl?

Dat is nu eenmaal het gevolg van globalisering, zou je kunnen zeggen. Maar digitale nomade Jenn Sutherland-Miller ziet dat anders. Met name als het de aanwezigheid van digitale nomaden buiten Europa betreft. ‘Denk terug aan je geschiedenisboek. Weet je nog wat kolonialisme is?’, schrijft ze in het digitale magazine On your terms. Zij ziet overeenkomsten tussen de digitale nomaden van nu en de Europeanen die van de zeventiende tot en met halverwege de twintigste eeuw naar verre en exotische landen trokken om daar geld te verdienen en ‘beschaving’ te brengen. De kolonialisten van destijds maakten gebruik van goedkope arbeid in de kolonies, om vervolgens zelf rijk en vol verhalen over die exotische landen weer naar huis te keren. Eigenlijk net als digitale nomaden dus, vindt Sutherland-Miller.

Ergens heeft ze een punt. Het is namelijk niet zo dat twintigers en dertigers van over de hele wereld massaal onderweg zijn met hun laptop onder de arm. Voor mensen uit Indonesië of Colombia is een paar maanden werken vanuit Europa financieel gezien namelijk een stuk lastiger. En dan is er nog de paspoortkwestie. Een Europees paspoort is een soort golden ticket waar je maar even mee hoeft te zwaaien en je loopt zo de douane door. Voor mensen met een paspoort uit Latijns-Amerika, Azië en zeker het Midden-Oosten is dat een heel ander verhaal. ‘Vanwege mijn visumaanvraag moest ik mijn trip naar Europa zeker vijf maanden van tevoren plannen’, vertelt de Indonesische Kintan Ayunda (24). ‘Bovendien moest ik kunnen aantonen dat ik gedurende mijn hele verblijf dertig euro per dag zou kunnen uitgeven. Twee jaar geleden reisde Ayunda, die destijds op afstand voor een Brits bedrijf werkte, een paar maanden door Europa. Dit kon ze overigens alleen bekostigen door overal bij vrienden te slapen.

Inmiddels werkt ze als communicatiemanager voor de co-working Hubud in Ubud op Bali. De aanwezigheid van digitale nomaden heeft volgens haar voor- en nadelen. ‘Het is inderdaad goed voor de economie’, zegt ze. ‘Aan de andere kant zijn de paar families die hier de rijstvelden bezitten daar nu als een gek huizen en wooncomplexen aan het bouwen omdat dit geld oplevert. Dat kan op termijn het werk van de mensen die in de rijstvelden werken in gevaar brengen. ’Ook ziet ze dat de jeugd op Bali langzaam de Westerse stijl en gebruiken overneemt. ‘Sinds een jaar of vijf zie je dat jongeren op Bali zich ineens westerser zijn geen kleden. Ook drinken ze nu ineens alcohol. ’

Bewustzijn

Sutherland-Miller wil met haar artikel bewustzijn binnen de digitale nomadengemeenschap creëren. ‘Denk niet alleen na over waar je zo goedkoop mogelijk kunt leven’, zegt ze. ‘Maar denk na over hoe jij ook iets kunt bijdragen aan de lokale gemeenschap van de plek waar je verblijft. ’ Alleen is het voor digitale nomaden niet altijd even duidelijk hoe ze precies kunnen bijdragen. De co-working Hubud waar Ayunda werkt, probeert hieraan bij te dragen. Zo bieden ze digitale nomaden de mogelijkheid projecten in de regio te helpen met hun marketingstrategie en businessplan. Ook zijn ze een partnership aangegaan met de Kamer van Koophandel van Bali. ‘We organiseren heel veel events voor ondernemers. Daar nodigen we Balinese start-ups en bedrijven nu ook voor uit. Op die manier kunnen digitale nomaden en lokale ondernemers van elkaar leren. ’

Dan maar thuisblijven?

Natuurlijk is het fantastisch dat veel mensen overal ter wereld kunnen werken en in plaats van drie weken per jaar, gewoon voortdurend onderweg zijn en nieuwe culturen kunnen opsnuiven. Maar na de storm van positieve aandacht die het fenomeen ‘digitale nomaden’ heeft gekregen, is het nu tijd voor een kritisch geluid. Want hoe eerlijk is het dat jij met je Europese paspoort vanuit Azië kunt werken, maar iemand vanuit Cambodja dat omgekeerd niet in Europa kan doen? Juist. Niet eerlijk.

Wat we kunnen doen

Moeten we dan maar gewoon allemaal vanuit ons eigen land gaan werken? Nee. Dat is niet realistisch. Globalisering neemt namelijk alleen maar toe. Maar het is wel goed om stil te staan bij de impact die wij als westerlingen hebben op lokale gemeenschappen als we daar lange tijd verblijven. Genereren we goed betaald werk door daar te zijn? Zo, nee, wat kunnen wij teruggeven aan de lokale gemeenschappen waar we verblijven? Misschien kunnen we met onze kennis bedrijven daar weer op weg helpen. Gaan we bij het aannemen van personeel voor de goedkoopste optie of willen we bijdragen aan het ontwikkelen van het potentieel van mensen aan de andere kant van de wereld?

Daar komt bij dat het natuurlijk hartstikke leuk en gemakkelijk voor ons is, dat we met onze euro’s in Azië vijf keer zoveel kunnen doen. Maar gezien het feit dat wij het in het Westen al hartstikke goed hebben, zou een aangepaste prijs voor Westerlingen misschien wel zo eerlijk zijn. Zo voorkomen we dat met onze aanwezigheid het leven voor mensen uit de landen die we bezoeken financieel onmogelijk maken. Want zeg nou zelf, in de hele wereld kunnen werken en reizen is leuk. Maar het is nog leuker als we hier allemaal, overal ter wereld, iets aan hebben.

Interessant? Duik ook in onze interviewserie met digital nomads. Zoals dit interview met online marketeers en digital nomads Esther en Johan.

Moneyou Magazine

Vond je dit een fijn artikel? We hebben nog veel meer van dit voor je. Van praktische artikelen over de huizenmarkt tot prikkelende stukken over virtual reality. En alles ertussenin. Lees lekker verder in ons Moneyou Magazine.

--

--

Hagar Jobse
Moneyou Create

journalist, radiomaker, pendelt tussen Madrid en Amsterdam