Is co-living de oplossing voor de krappe woningmarkt?

Hagar Jobse
Moneyou Create
Published in
6 min readMay 16, 2018

--

In grote steden delen steeds meer alleenstaande millennials een woning met andere singles. Maar ook voor veertigers en vijftigers is het vinden van een betaalbare woning soms een probleem. Is co-living een oplossing voor de krapte op de woningmarkt?

Een stekje voor jezelf vinden? Voor alleenstaande inwoners van grote en populaire steden als Amsterdam is dit een bijna onmogelijke opgave. Veel starters verdienen al snel net te veel voor sociale huur. Bovendien moet je eerst jaren op de wachtlijst staan voordat je hiervoor in aanmerking komt. In de vrije sector zijn huurwoningen onder de duizend euro per maand schaars. Een huis kopen dan? Gezien de oververhitte huizenmarkt, kunnen veel millennials ook dat wel op hun buik schrijven. Het gevolg: steeds meer mensen delen tot ver in hun dertigste een huis met anderen. Er is nu zelfs een speciaal woord voor dit fenomeen: co-living. Is dit een tijdelijke hype of een duurzame oplossing voor de krapte op de woningmarkt?

Grote steden steeds populairder

De grote stad wordt steeds populairder. Zo groeit Amsterdam jaarlijks met zo’n tienduizend inwoners. Maar ook in het buitenland verhuizen steeds meer mensen naar steden. Dat het er druk en duur is nemen ze voor lief. En geef ze eens ongelijk. Steden bieden namelijk tal van mogelijkheden op het gebied van zowel werk als vrije tijd. Nu al woont bijna de helft van de wereldbevolking in stedelijk gebied. De verwachting is dat dit in 2050 maar liefst zeventig procent zal zijn.

Maar zie maar eens een betaalbare woning te vinden in een populaire stad als Amsterdam, Parijs of Londen. In veel steden reizen de huizenprijzen namelijk de pan uit. De bedragen waar het om gaat, zijn voor alleenstaande millennials meestal niet op te brengen. Bovendien stellen verhuurders steeds strengere voorwaarden; zo moet je vaak zeker vier keer de huur verdienen voordat je het huurcontract mag tekenen. Dan maar wachten tot je de ware tegenkomt? Dat zou weleens lang kunnen duren. We blijven tegenwoordig namelijk steeds langer en vaker single. In de Europese Unie steeg het aantal alleenstaanden van 2005 tot 2014 met vijfentwintig procent. Volgens demograaf Jan Latten is in 2050 de helft van de Nederlanders alleenstaand. Bovendien is ook een huwelijk steeds minder een garantie dat je altijd bij elkaar blijft. Al jarenlang neemt het aantal scheidingen toe.

Bouw nieuwe woningen

Een stad als Amsterdam heeft het aanpakken van het woningtekort inmiddels hoog op de agenda staan. Zo wil de gemeente in het gebied rond Station Sloterdijk en de westelijke havens aan het IJ een nieuwe wijk uit de grond stampen. De wijk gaat ‘Haven-Stad’ heten en er moeten uiteindelijk 70.000 nieuwe woningen komen. En ja, die moeten juist voor mensen met lagere- en middeninkomens betaalbaar zijn. Ook de gemeente Rotterdam heeft aangegeven tot 2040 50.000 extra woningen te willen bouwen. Maar de vraag is of dat genoeg is. Zo groeit Amsterdam al jaren met bijna duizend inwoners per maand. In de nieuwe wijk zal enkel ruimte zijn voor 150.000 bewoners. Bovendien duurt het nog tot 2040 voordat alle nieuwe huizen ook écht bewoond kunnen worden.

Tot die tijd is de vraag dus: Hoe vind je in een steeds krappere woningmarkt nog een huis in de stad? Buiten de stad gaan wonen is voor jonge alleenstaanden vaak geen optie. Daarvoor hechten ze te veel waarde aan de gezelligheid en het grote aantal uitgaansgelegenheden van de binnenstad. Dan maar op een andere manier wat water bij de wijn doen? Zo wordt een woning delen ook onder dertigers steeds normaler. Net zoals in je studententijd dus? Dat kan. Maar gelukkig verschijnen er steeds meer alternatieven waarbij je je toilet niet met zes anderen hoeft te delen. Projectontwikkelaars en woningcorporaties spelen namelijk in op de behoeftes van woningzoekende millennials en ontwikkelen speciaal voor deze doelgroep bedoelde woonconcepten. En die zijn vaak een stukje luxer dan het gemiddelde studentenhuis.

Flexibiliteit voorop

Co-living heet de nieuwste trend. In deze doorgaans ruime panden kun je een gemeubileerde slaapkamer met badkamer huren, de grote gemeenschappelijke ruimtes kun je gebruiken als woonruimte en kantoor. Flexibiliteit staat hierbij voorop. Zo kun je de huur in veel gevallen slechts een maand van te voren opzeggen. Millennials zijn namelijk een stuk minder honkvast dan voorgaande generaties. Omdat ze vaak als freelancer werken, kunnen ze in principe morgen ergens anders naartoe verhuizen. En dan is het wel zo handig als je direct je intrek kunt nemen in een gemeubileerd pand en niet eerst nieuwe meubels hoeft te kopen of een internetverbinding hoeft te regelen. Overigens is de ene co-living luxer dan de andere. Zo zijn er soms allerlei extra voorzieningen zoals een zwembad, sportschool of bibliotheek.

Er blijkt animo te zijn voor deze woonvorm. Zo opende The Collective de afgelopen twee jaar maar liefst zes verschillende co-living panden in Londen en heeft Founder House vier verschillende panden in New York. En dan is er nog Roam, die onder andere vestigingen heeft op Bali, Londen, Miami en Tokio. Het is de bedoeling dat er dit jaar locaties in New York, San Francisco en Berlijn bijkomen. Het is slechts een kleine greep uit een groot aantal aanbieders van co-living locaties.

Beperkt budget

Co-living is ideaal als je vaak van woonplek verkast, maar minder ideaal als je budget maar beperkt is. Met een gemiddelde prijs van 1.500 euro per maand, is een verblijf er niet goedkoop. Gelukkig zijn er ook uitzonderingen op de regel. Het Amsterdamse Je m’appelle Company bijvoorbeeld. Daar betalen huurders slechts 730 euro in de maand. Het pand in de Baarsjes bestaat naast een grote gemeenschappelijke ruimte en kantoor, uit acht appartementen, variërend van tweepersoons- tot vijfpersoonswoningen. De appartementen hebben stuk voor stuk een ruime keuken en huiskamer. Oprichter Tijn Hoyng houdt zelf niet zo van het woord co-living. ‘Dat klinkt heel hip, maar eigenlijk is dat natuurlijk gewoon een woongroep,’ vertelt hij aan Dagblad Trouw. Het is bedoeling dat de bewoners elkaar op werkgebied voortdurend inspireren. In tegenstelling tot een co-living als ROAM kan hier niet zomaar iedereen terecht. Nieuwe bewoners zijn alleen welkom als hun werk meerwaarde heeft voor de rest van de groep. De meeste bewoners werken dan ook als zelfstandige of hebben een vaste baan in de creatieve sector.

Zijn co-livings op veel plekken duur, in Hong-Kong is het juist de enige betaalbare optie. Maar nergens is de vastgoedmarkt dan ook zo verhit als hier. Voor een micro-appartement van nog geen twintig vierkante meter tel je zeker acht ton neer. Het huren van een flat kost tegenwoordig rond de 15.000 Hongkongse dollar — zo’n 1.700 euro. Dat is meer dan het gemiddelde maandsalaris. In de populaire co-living M3 daarentegen kosten kamers tussen de 4.500 en 13.600 HK, afhankelijk van het aantal vierkante meters. En dus ontdekken met name jonge werknemers in de stad co-living als alternatief.

Co-living of woongroep?

Co-living is ideaal voor mensen die geregeld verhuizen. Maar of het ook écht een duurzame oplossing is voor de krapte op de woningmarkt? Daarvoor moeten er een stuk meer betaalbare opties komen. In een stad als Lissabon of Berlijn ben je waarschijnlijk nog steeds goedkoper uit als je gewoon een huis huurt, dan wanneer je een kamer huurt in een co-living als ROAM. Bovendien spelen de meeste co-livings nu nog vooral in op de behoeftes van alleenstaande twintigers en dertigers met flexibel werk.

Want hoe zit dat met de gescheiden vijftiger die op zoek is naar woonruimte en gewoon een negen-tot-vijf-baan heeft? Of het gezin dat in de stad wil blijven, maar de hoge huren niet kan betalen? Voor deze groepen is het aanbod nog beperkt. Die hebben misschien geen zin in elke dag nieuwe gezichten aan de ontbijttafel, maar wonen wellicht liever samen met een kleine groep vaste mensen.

Projectontwikkelaars kunnen met dit soort wensen rekening houden. De vraag is of je het dan nog co-living kunt noemen. Want inderdaad, het klinkt een beetje als de ouderwetse woongroep. Niets mis mee. Voorop staat dat steden dringend behoefte hebben aan betaalbare nieuwe woonvormen. Ruimtes en voorzieningen delen lijkt daarin een uitkomst. En of we dat nu co-living of een woongroep noemen? Dat maakt eigenlijk niet zoveel uit.

Vond je dit een fijn artikel? Vergeet dan niet te ‘klappen’ hier links, zodat zoveel mogelijk lezers dit artikel tegenkomen.

Interessant? Lees dan ook: ‘Co-living: waar komt het vandaan, wat is het precies en gaat het de wereld redden?’

Moneyou Magazine

Vond je dit een fijn artikel? We hebben nog veel meer van dit voor je. Van praktische artikelen over de huizenmarkt tot prikkelende stukken over virtual reality. En alles ertussenin. Lees lekker verder in ons Moneyou Magazine.

--

--

Hagar Jobse
Moneyou Create

journalist, radiomaker, pendelt tussen Madrid en Amsterdam