Innovatie college: Interprofessioneel leren & samenwerken

Paulien Taken
MWD Onderwijs Innovatie
7 min readMar 30, 2017

Dr. Karin Landsbergen verzorgde 29 maart op mijn uitnodiging een gastcollege Innovatie voor de opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening van de HAN. Ze is mijn collega docent bij MWD, maar omdat ze ook werkt voor het HAN lectoraat Acute Intensieve zorg èn lid is van de faculteitsgroep IPLW (interprofessioneel leren werken) en ook nog bestuurslid is van beroepsvereniging BPSW, was ik blij dat ik haar innovatiedeskundigheid heb kunnen strikken! Karin is van origine bioloog maar is later in haar carrière MWD gaan studeren. ‘De beste keuze ooit’ noemt ze dit zelf. Ze ziet vraagstukken namelijk altijd vanuit een biopsychosociaal model, vanuit de integratie van biologische en psycho-sociale factoren. Haar missie binnen het sociaal werk is om gezondheid en psychosociaal welbevinden aan elkaar te koppelen. Dit heeft ertoe geleid dat ze binnen de HAN, faculteit Gedrag, Gezondheid en Maatschappij, een voorvechter en pionier is geworden van het interprofessioneel werken. En, met succes!

Interprofessioneel werken

Interprofessioneel werken is een nieuwe ontwikkeling en houdt in dat welzijnsprofessionals (opbouwwerkers, maatschappelijk werkers e.a.) en sociale professionals (pedagogen, sociale dienstverleners, begeleiders, jeugdzorgwerkers, GGZ agogen e.a.) samenwerken met zorgprofessionals (fysiotherapeuten, diëtisten, sport en bewegingsprofessionals e.a.). Deze worden nu nog vrij verkokerd opgeleid, terwijl er eigenlijk een meer integrale aanpak nodig is voor zorg- en welzijnsvraagstukken die dan ook het beste vanuit diverse disciplines, invalshoeken en professies benaderd kan worden om recht te doen aan een integrale mensbeeld. De HAN is bezig om dit verder uit te werken onder de noemer interprofessioneel werken. Een van de manieren is door Sparkcentres in te richten. Deze worden ingebed in wijken, waardoor er op kleine schaal aan sociale innovatie gewerkt kan worden voor ‘slimme gezondheid’. De burger en zijn (be)leefwereldperspectief wordt hierin als het nadrukkelijke uitgangspunt genomen voor welzijn en zorg: integraal rondom de meest actuele menselijke vraagstukken.

Sparkcentre ontwikkeling

De Sparkcentre ontwikkeling wordt gedreven door de ontwikkeling waarbij de maatschappij zich in hoog tempo ontwikkelt en de impact op zorg en welzijn groter is dan ooit. Mede door de dubbele vergrijzing en complexere gezondheidsklachten. Daarnaast hebben we te maken met een terugtredende overheid en worden we geconfronteerd met een grote druk op de financiering. De belangrijkste uitdaging daarbij is om mensen in hun vertrouwde omgeving gezond te houden en zo lang mogelijk te laten participeren in de samenleving. Als reactie hierop wordt er binnen het onderwijs en praktijk van zorg en welzijn gezocht naar nieuwe manieren van leren en werken waarbij de burger betrokken is en de inzet van technologie en teamwork de standaard zijn.

Sparkcentres staan voor het ontvlammen, ontsteken van vuurtjes die deze nieuwe manier van werken mogelijk maakt. Sparkcentres werken hiervoor in de driehoek van onderwijs, overheid en werkveld. Karin zegt hierover: “Vroeger ging iedereen vanuit de individuele discipline kijken naar een zorgvraag, langs elkaar, los van elkaar. Nu moeten we het veel meer samen gaan doen, 1 klant 1 plan, om het complete plaatje te bespreken met alle factoren en perspectieven bij elkaar. Dus, samen naar vraagstukken kijken, van náást elkaar, naar mèt elkaar.” In de Sparkcentres zijn we aan het ontdekken en leren om dit samen te doen. Dit betekent niet dat monodisciplinair werken verdwijnt volgens Karin, maar dat dit dan meer in samenhang met het multidisciplinair werken wordt ingezet.

Gezondheid & geluk

De ontwikkeling van het interprofessionele werken wordt gevoed door de conceptuele vernieuwing door de introductie van de bredere definitie op gezondheid door dr Machteld Huber (2011). Zij heeft daarmee gezondheid geherdefinieerd waarbij niet enkel de fysieke gezondheid wordt geduid, maar waarin ook het sociale en emotionele welbevinden is geïntegreerd. In dit concept worden er zes dimensies onderscheiden, die samen een holistisch mensbeeld vormen:

  1. Dagelijks functioneren
  2. Kwaliteit van leven
  3. Lichaamsfuncties
  4. Mentaal welbevinden
  5. Sociaal-maatschappelijk participeren
  6. Zingeving
Positieve gezondheid. Bron: http://www.ipositivehealth.com/

Een andere conceptuele ontwikkeling die ten grondslag ligt aan het interprofessionele werken en leren is gebaseerd op de Blue Zone theorie van Dan Buttner. De Blue Zones zijn gebieden in de wereld waarbij mensen erg lang leven en zowel gelukkig zijn als gezond. In deze zones is zichtbaar dat de zes pijlers van Huber allemaal zijn geïntegreerd in hun leven als belangrijke aandachts- en leefgebieden en waarbij bovendien balans is te zien tussen alle leefaspecten. Uit de blue zones is ook het inzicht gekomen dat de relatie tussen gezondheid en geluk niet lineair of causaal is. Immers, iemand die ziek is, is niet persé gelukkig en iemand die gelukkig is, is niet automatisch gezond. Wel zijn mensen die gelukkig zijn minder snel ziek.

Good Practices

In de praktijk wordt op dit moment veel onderhandeld over wie wat doet, wie (welke professional/discipline) pakt welk stuk op in het menselijke functioneren. Iedere discipline heeft daarbij zijn eigen waardenkaders en beroepscodes om in te brengen. Hierover met elkaar praten zorgt voor meer gemeenschappelijkheid en gedeeldheid om te bepalen hoe interprofessioneel vanuit een integraal mensbeeld samengewerkt en samengeleerd kan worden.

Stichting Wijchen Gezond, partner in het Sparkcentre, heeft het spinnenweb van Huber gecombineerd met de Blue Zone theorie van Buttner. De stichting heeft het streven om dit spinnenweb in te zetten en te ontdekken wat werkt om mensen lang gezond en gelukkig te houden in Wijchen. Zij gebruiken het spinnenweb ook als evaluatie/monitoringsinstrument; om mensen te ‘meten’ in hoeverre zij balans ervaren in hun leven en dus gezond zijn vanuit de zes pijlers. Deze meting is super subjectief; het gaat om de beleving en de ervaring van de mensen. Dit is een mooi voorbeeld van integraal kijken naar het menselijke leven, vanuit multi-perspectief/discipline en met speciale focus op het leefwereldperspectief.

Vanuit een van de projecten in het Sparkcentre is een heel concrete tool/instrument gekomen als eindproduct van een multidisciplinair afstudeerproject. Studenten vanuit verschillende opleidingen binnen GGM waren hierbij betrokken vanuit de opdracht: ‘ontwikkel een spel voor in het basisonderwijs dat bijdraagt aan het bewustzijn van gezondheid.’ Het spel is ontwikkeld en heet de Gezondheidsladder. Helene Baarda, collegadocent van Sport & Bewegen presenteert het spel. Het bordspel lijkt op een combinatie van Party & Co en Triviant dat is gekoppeld aan de zes gezondheidspijlers uit het spinnenweb. Hier zitten vragenkaartjes bij die uitlokken tot gesprek en bewustwording over wat gezondheid is onder leerlingen in het basisonderwijs uit groep 7 en 8. Dit spel is ontworpen in co-creatie, samen met basisscholen die de belangrijkste kennisdragers zijn om een goed spelontwerp te kunnen maken. En met succes: in tests wordt er ruim een uur gespeeld met enthousiasme en concentratie. Over de innovatieve waarde zijn de ontwikkelaars voorzichtig. Op de vraag of het spel empowerende effecten heeft om deze leerlingen te versterken in hun gezondheidsbesef, wordt genuanceerd dat de (thuis)omgeving van deze kinderen doorslaggevender van invloed is dan een spel dat in de klas gespeeld wordt.

Interprofessioneel leren en onderwijs

Karin heeft zes studenten meegenomen die op dit moment bezig zijn met hun afstudeeronderzoek in het Sparkcentre. het zijn studenten van Voeding & Diëtiek, Sport en Bewegen en Maatschappelijk Werk en Dienstverlening. Karin interviewde hen op het podium om hun ervaringen als junior professionals (en toekomstige interprofessionele werkers) met interprofessioneel leren te vangen:

Q:Wat is er nodig voor goed interprofessioneel samenwerken?
A: Communicatie, feedback geven. Iedereen is daar anders in. Het is belangrijk om dezelfde verwachtingen te hebben en dezelfde koers, richting voor ogen te houden. Je moet ook elkaar vertrouwen in de inhoud. Je weet niet altijd wat een ander doet en ook ken je iemands expertise nog niet, dus dat maakt het uitdagend. De communicatie is steeds het belangrijkste. Ergernissen zijn er altijd, valkuilen en allergieën zijn er altijd. Je moet goed weten hoe je deze bespreekbaar maakt en tackelt samen. Zeker omdat iedereen een andere opleidingsachtergrond heeft.

Q: Hoe leer je elkaars expertise kennen?
A: We zijn drie weken lang bezig geweest met kennismaken. Dit is namelijk erg belangrijk. We deden hiervoor kennismakingsspellen, posterpresentaties over je eigen professie om elkaar mee te nemen in de expertises en beroepsprofielen. Maar je leert het ook wel tijdens het project.

Q: Wat viel je op van andere disciplines?
A: Ik wist echt nog helemaal niks over de andere disciplines. Bijzonder ook om te ontdekken waarom mensen bepaalde keuzes maken voor hun opleiding en verdere carrière. Sommige opleidingen zoals sport gezondheid en management hebben veel meer in huis dan ik dacht. Bijzonder hoe de studenten MWD en voeding gespecialiseerd zijn in gedrag en mensen, zij zijn hierin heel erg gepassioneerd.

Q: Waar gaan jullie elkaar tegenkomen in de praktijk?
A: Bij de jeugdzorg en jeugdbescherming, in ziekenhuizen, ouderenzorg, wijkcentra, overal eigenlijk!

Q: Voor wat voor casuïstiek is interprofessioneel werken nou echt urgent?
A:
Ouderen, daar zijn wij nu mee bezig ook in ons onderzoek. Daarin is een team bezig zonder een MWD student, dus alleen Voeding en Sport studenten. Dat is wel echt jammer want eenzaamheid is ook een groot sociaal thema waar MWD’ers aan kunnen bijdragen. Gesloten jeugdsetting is ook een context dat zich heel goed leent, zegt een van de studenten uit haar stage ervaring: ‘Wij hadden altijd veel samenwerking met de sportbegeleiders en sociaal werkers. Eigenlijk misten we toen nog een voedingsdeskundige, rondom leefstijl en eetproblematiek’.

Q:Hoe laat je je eigen expertise zien?
A: Iedereen brengt zijn eigen kennis en ervaring in tijdens samenwerking en reflectiesessies. Dat vraagt van iedereen om continu delen van je expertise en hierin duidelijk kunnen verwoorden en benoemen wat je meerwaarde is.

Innovatie Sociaal Werk

Interprofessioneel leren en werken is dus onze toekomst. We zullen voor deze ontwikkeling nog een slag moeten maken in het onderwijs, maar van beide kanten, zowel zorg- als welzijnsonderwijs, wordt hier al in de fundamenten naar toegewerkt. Zo ook in de nieuwe opleiding Sociaal Werk dat in 2018 van start zal gaan. Voor professionals zal dit betekenen dat samenwerken en samen leren vanuit het leefwereldperspectief een kerncompetentie zal zijn. Het goed kunnen profileren en je meerwaarde en sociale winst laten zien hoort daar dan natuurlijk ook bij om zo naar collega’s duidelijk te maken wat je in huis hebt en wat je bijdrage kan zijn om samen aan sociale innovatie te werken. Dit vraagt om ondernemende netwerkprofessionals die niet wachten totdat iemand je hiervoor uitnodigt, maar zelf positie zoeken en innemen hiervoor. Want, alleen ga je snel, maar samen kom je verder…

--

--

Paulien Taken
MWD Onderwijs Innovatie

Docent-onderzoeker Hogeschool Arnhem en Nijmegen. Design for Social Innovation