IDEO design model

Op zoek naar èchte co-productie

Paulien Taken
MWD Onderwijs Innovatie
6 min readApr 7, 2016

--

De afgelopen maand is de CoP actief geweest in de zogenaamde ‘empathize’ fase van het design proces om zo dichter bij ons einddoel te komen: toekomstbestendig onderwijs dat bijdraagt aan de maatschappelijke opgave van sociale samenhang. Een verslaglegging van de uitkomsten zal te vinden zijn in een andere blog (wordt aan gewerkt in co-productie!). Empathie dus, laten wij daar nou vrij goed in zijn. Dat dachten we tenminste, immers, empathie is een van de basisvaardigheden van een sociaal werker: de kern van ons handelen!

Het nut van empathisch designen

Elk designproces start met empathizen; een opvallend grondige verkenning van het probleemdomein alvorens te gaan experimenteren in het

oplossingsdomein. Aangezien ontwerpen gestoeld is op een pragmatische (kennis is ‘waar’ als het in de praktijk werkt) en hermeneutische (kennis haal je uit het verhaal en taal van de ander)kennisfilosofie, is deze fase gekenmerkt door verhalen, betekenissen, belevingen en alles wat samenhangt met de leefwereld van de mensen voor wie het ontwerp bedoeld is. Het gebruik van etnografische onderzoeksmethoden naar de subjectieve maar reële werkelijkheid van deze ‘eindgebruikers’ zijn hiervoor dus perfect. Kruip in de huid van, see through their eyes, om zodoende zo dicht mogelijk bij dit perspectief te komen. Voor ons als sociaal werkers voelt dit erg logisch en vanzelfsprekend aangezien dit methodische uitgangspunt herkenbaar is in hoe we idealiter relaties aangaan om tot een verhoogde welzijnservaring te komen.

Geleerde lessen…

Nou, dan zal deze fase wel zeker een eitje worden. Even goed luisteren, doorvragen, samenvatten en hup naar de volgende fase. Nou, dat liep anders, weer een paar lessen geleerd:

#1 Professionele terminologie en referentiekader
Zo hadden mijn collega Wenne en ik vooraf een kader opgesteld vanuit onze CoP bijeenkomsten en oriënterend verzamelwerk, een soort frame over wat we verstaan onder sociale samenhang in haar uitingsvormen en kenmerken. Handig dachten we, kunnen we dat gebruiken als dialoogkader, dan hebben we alvast een startpunt om daarop verhalen en betekenissen mee op te halen. Hoeven we niet helemaal vanaf nul te beginnen. Het mooie van onze CoP is dat ze erg divers is en dus elkaars perspectief kan uitdagen en er steeds een onderhandeling plaats kan vinden. Zo gaf Wilma (transitiemanager gemeente Nijmegen) terecht aan dat het kader veel te abstract is door de vele terminologie en bovendien te sturend, door al op te leggen wat het referentiekader is voor de dialoog. Weg ermee!

Dialoogkader, vol terminologie

Aansluitend hierop hebben we gemerkt dat iedereen een andere taal spreekt. Natuurlijk wisten we dit al wel, maar het wordt in de fase erg zichtbaar. Tijdens de CoP bijeenkomsten constateren we dit eigenlijk ook elke keer, iedereen brengt zijn/haar eigen associaties, betekenissen en taal mee. Een begrip of term waarvan we denken dat we die wel delen, zoals samenhang of participatie, blijkt toch in de nuance anders uitgelegd te worden. Dat is natuurlijk super leerzaam voor ons allemaal, het verruimt onze denkprocessen en daagt mentale modellen uit, zoals een echt lerend netwerk! Zo besefte ik me dat onze onderwijstaal al zo gekleurd en niet vrij is van betekenis. Want, wie bepaalt nou eigenlijk wat sociale samenhang wel is en wat niet?

#2 Contact maken en participatie
Zoals in een eerdere blog gezegd zijn onze eindgebruikers niet alleen studenten die van ons onderwijs afnemen. Ook het werkveld is een belangrijke afnemer, namelijk in de vorm van stagiaires en uiteindelijk nieuwe collega’s. We hebben ons dus willen empathiseren met zowel onze studenten als ons praktijknetwerk. Onze studenten zijn gelukkig in huis. Aansluiten bij bestaande commissies en studentgroepen ging dus wel lukken. Dus eerst maar richten op hoe contact te krijgen met onze werkveldpartners, de sociale professionals. We hebben op basis van deze blogs en een eerdere uitnodiging tot meedenken/doen een netwerk verzameld van zo’n 30 professionals die graag betrokken willen zijn. Maar deze groep mailen bleek een absolute misser: slechts twee mails terug gekregen. Deze communicatiestrategie werkt dus niet meer, de overload aan mailverkeer maakt dat het als onpersoonlijk wordt ervaren. Een belrondje dan, een paar reacties: “Als je echt wil weten welke sociale samenhang er nodig is, dan kan je het beste een dag meelopen.” En: “Ik wil graag meedenken maar ik heb weinig tijd en wat brengt het ons eigenlijk?”

Wilma (transitiemanager gemeente Nijmegen) had dit tijdens een CoP bijeenkomst ook al benoemd: we moeten oppassen dat we niet gaan overvragen zonder dat er een vorm van wederkerigheid is of win-win. Dit geldt net zo goed voor het samenwerken met studenten, dat soms wat blijft steken in het participatieniveau van consulteren. Hierdoor zijn ze enquête moe en geven ze aan er nooit echt iets van terug te zien. Willen we dus echt op een hogere trede van de participatieladder komen, dan zullen we toch echt de interactie beter moeten gaan organiseren. Dit is wel nieuw voor ons, we willen heel graag co-produceren, maar hoe faciliteer je dat als onderwijsinstelling? Dit is dezelfde vraag waar gemeenten mee bezig zijn, de zogenaamde ‘kanteling’. Zouden we dit dan de kanteling in het onderwijs kunnen noemen?

#3 Relatie en verhouding
Samenwerking met het werkveld bleek in deze fase nog niet zo vanzelfsprekend. Zo besefte ik me tijdens het zoeken van contact dat het best wel gek is dat ik de weg niet goed weet naar de praktijk, terwijl we als opleiding een heel netwerk hebben aan praktijkbegeleiders. Onze studenten lopen namelijk stage in zowel het eerste, tweede als derde jaar, met allemaal een stagebegeleider. Echter, ik heb geen directe toegang tot het relatiebeheersysteem en de meeste communicatie loopt via het stagebureau. De relatie tussen de opleiding en werkveld is dus (even flink gechargeerd) die van onderwijzer en stagebegeleider als afzonderlijke werelden die elkaar een paar keer per jaar ontmoeten tijdens een stagebeoordelingsgesprek. Dat is wel een minimale relatie eigenlijk in het licht van de gewenste co-productie. Bovendien, we hebben overduidelijk een gedeeld belang in het creëren van junior sociaal werkers die kunnen bijdragen aan maatschappelijke vraagstukken zoals sociale samenhang. De vraag welke leerprocessen hiervoor van belang of geschikt zijn is net zozeer een werkveld- als een onderwijsopgave. Wie stuurt aan wat er geleerd dient te worden? Wie heeft hierin de regie en met wie willen wij dit echt gaan delen? Echt meebeslissen over de inhoud en vorm van het onderwijs betekent dat we de ‘macht’ hierin echt moeten gaan delen met studenten en werkveldpartners. Welke expertise en rol krijgt het onderwijs dan, als de inhoud en vorm wordt geco-produceerd? We zullen dus moeten zoeken naar nieuwe verhoudingen.

To do: co-creatie sessie organiseren

We zullen dus op zoek gaan naar een nieuwe wijze van communiceren en samenwerking. Verruimen van deze kaders wat vraagt om een aanpassing van beide kanten. Het openstellen van onderwijs is nog niet zo makkelijk gebleken ook al was de intentie er wel. Wij zullen de muren dus echt wat doorzichtiger moeten maken. Dit vraagt om transformatie en actie!

Uitnodiging co-creatie sessie 20 mei 2016

Om hiermee te experimenteren gaan we een co-creatie sessie organiseren op 20 mei (wees welkom!) met alle meedenkers van de CoP en iedereen die onze denk/doekracht wil versterken. Dit zal hopelijk een diverse samenstelling opleveren van studenten, alumni, docenten, sociale professionals, kenniscentra, sociaal ondernemers en andere belangstellenden. Voor deze sessie zullen we alles bij elkaar vegen wat we tot nu toe hebben verzameld in de empathize fase om daarop collectief te reflecteren. Het doel is om samen te komen tot een definitie van het eerder benoemde probleemdomein, als startpunt voor het oplossingsdomein waarin we gaan experimenteren met ideeën voor toekomstbestendig sociaal werk onderwijs dat bijdraagt aan sociale samenhang. We willen in ieder geval de volgende uitkomsten bereiken:

  • Welke thema’s zijn van waarde, welke sociale samenhang is van belang, welke sociale samenhang willen we bereiken op dit moment?
  • Tot een gezamenlijke opgave komen: een sociaal werker creëren die kan bijdragen aan dit soort maatschappelijke vraagstukken.
  • Tot nieuwe verhoudingen en relaties komen: partnerschap!

We zullen een aantal concrete initiatieven voorleggen voor de prototype/test fase waar we samenwerking voor zoeken. Erg benieuwd wie er gaan aanhaken hierbij en wat daarin de win-win beleving zal zijn. De bijeenkomst zal worden vastgelegd, hou de blog in de gaten of stuur ons een mailtje.

--

--

Paulien Taken
MWD Onderwijs Innovatie

Docent-onderzoeker Hogeschool Arnhem en Nijmegen. Design for Social Innovation