Theo Francken en Twitter: een strikliefde

Angélique
On the road to journalism
3 min readJul 9, 2018

De voorbije maanden heeft Staatssecretaris Theo Francken (NV-A) veel lawaai gemaakt door verschillende declaratie over gevoelige onderwerpen: Soedanese migranten, Mawda en, een paar weken geleden, het Europees Verdrag van Mensenrechten. Het vergelijkpunt: al die polemieken ontstonden uit Twitter. Zijn moderne maar ook brutale communicatie toont hoe veilig politici sociale media moeten hanteren.

Theo Francken is een van die politici die graag ten minste een keer per dag “tweet”. ©RTBF/Angélique Stassin

In juni heeft Theo Francken opnieuw voorpagina’s gehaald: volgens de federale Staatssecretaris voor Asiel en Migratie zou Europa boten met vluchtelingen beter sturen naar vluchtelingenkampen in Syrië of Tunesië en dus “het Europees Verdrag van Mensenrechten omzeilen”, dan die ontvangen. Dat heeft hij voorgesteld tegen andere Europese Ministers van Binnenlandse Zaken in Luxemburg, en een paar uren later bevestigd in een tweet. Oppositie maar ook partijen uit de federale meerderheid hebben fel gereageerd. Klinkt gewoon? Toch waar: regelmatig verdeelt de NV-A Staatsecretaris opinies met zijn favoriet communicatiemiddel, Twitter.

Tik eens “Theo Franken” op een Twitter-zoekmachine. U zal op opvallende tweets neervallen: brutale woorden, een argot taal en een duidelijke boodschap. Enfin, niet zo duidelijk voor iedereen: constant probeert Premier Charles Michel zijn ministers declaraties te rechtvaardigen en Franken zelfs moet op televisie verklaren wat zijn 140 of 280 karakters bedoelden. Maar zijn tweets gaan niet alleen over provocatie: dagelijks stuurt of deelt hij tientallen berichtjes over zijn dagprogramma, zijn werk… maar ook over artikels die over hem gaan et die hij bevordert… of kritiseert.

Sommige reuze tweets van politici na de dood van het dochtertje Mawda.

Maar Theo Francken is niet de enige Twitter-verslaafde: steeds meer Vlaamse én Waalse politici gebruiken het vogeltje om pikante declaraties te verspreiden. Neem het moord van het dochtertje Mawda: amper enkele uren later hebben Zakia Khattabi (Ecolo), Elio di Rupo (PS) en nog veel Waalse politici de federale regering verantwoordelijk gehouden van het drama, vaak door harde woorden. Zo vindt politieke spreekgestoelte minder plaats in de straat: onze vertegenwoordigers wekken nu alles op het Internet om mensen te raken.

Een nieuwe politieke bevoegdheid?

Dat is een feit, onlinecommunicatie wordt een 2.0 communicatie. Maar een relevante vraag is: in welke maat kunnen zo belangrijke bekenden als politici zich vrij via sociale media uitdrukken? Normaal zouden sociale media de grens tussen de macht en de burgers afschaffen: op Twitter durven internetgebruikers politici nu direct toespreken en, geziene een massale steun van “Twittos”, zal de minister of kamerlid ook rechtstreeks antwoorden. Dan wordt het niet alleen in de Kamer gedebatteerd, en niet alleen tussen Kamerleden, maar nu ook in de virtuele wereld, tussen politici én burgers. Daar zit het principe van vrijheid van meningsuiting.

Maar vaker beschouwen politici internet als een 2.0 politieke tribune om te reageren tegen verschillende zaken. Dat doen binnen- en buitenlandse politici als Theo Francken of natuurlijk Donald Trump, de Amerikaanse president. Maar dan, spreken ze in hun eigen naam of van die van een regering of partij? Moeilijk te antwoorden. En het antwoord wordt nog mogelijker in het geval van politici die communiceren zonder communicatieaanrader, en nog bijzonder in het geval van polemische declaraties.

Te ver?

Nu roepen meer en meer leden uit oppositie- en meerderheid-partijen nu op tot het ontslag van Staatssecretaris Francken, maar de federale regering wil daar niets van weten. Eigenlijk zit het probleem niet in deze polemiek zelf, maar in de regelmaat van controversiële tweets en in de algemene manier waarmee sommige ministers sociale media gebruiken. Op lange termijn kunnen zulke daden de reputatie en efficiëntie van de regering, maar ook de geloofwaardigheid van de Premier zelf beschadigen. Zelfs als het gebruik van onlinemeningsuiting een democratiewapen kan zijn, mogen politici, als Staatssecretaris Francken zegt, “de boomerang terug in hun gezicht krijgen, zowel inhoudelijk als publiek.”

Een artikel aanvankelijk in juni 2018 geschreven, in het kader van een examen Nederlands over het Nieuws.
Un article initialement rédigé en juin 2018, dans le cadre d’un examen d’actualité en néerlandais.

--

--

Angélique
On the road to journalism

IHECS Alumna, journaliste, médiaphile et future écrivain en herbe. Peut-être.