Radioactieve likes en Auschwitzfluencers.

Jory Maeyaert
OpenVRT
Published in
4 min readJul 5, 2019

Het stadje Pripyat, nabij de locatie waar in 1986 een desastreuze ramp plaatsvond in de kerncentrale van Chernobyl. Een busje toeristen arriveert en rijdt richting de rand van de stad van waar ze te voet verder zullen gaan. Het groepje schuifelt mee met hun gids, die in monotone stem de geschiedenis van een spookstad bespreekt. Nietsvermoedend van het kwaad dat ze met zich meebrachten, staren ze in het rond. Maar het is al te laat. Er reisde een #instagirl met hen mee en ze is maar op één ding uit: likes scoren.

En zo kwam het (min of meer) dat te midden van één van de meest lugubere plaatsen op de wereld een dame, gekleed in slechts een string en een overall die tot op haar enkels hing, een fotoshoot hield. Om nadien een 200-tal likes te scoren en een shitstorm aan geschokte en haatdragende kritiek te krijgen op de rest van het internet.

Alles voor the #gram. Of toch maar niet.

Instagram is gebeurd en we doen niets liever dan onze digitale stempel plaatsen op elke bezienswaardigheid die we tegen komen. Het is echter de manier waarop die me af en toe wel eens zorgen durft baren. Met 1 miljard actieve gebruikers is Instagram één van de populairste platformen om ons leven te documenteren en te delen. Het is echter op plaatsen zoals Chernobyl, waar enige plechtigheid en respect heerst, dat nog maar eens pijnlijk duidelijk wordt dat er nog geen eenduidige gedragscode bestaat over de manier waarop we ons leven tentoonstellen en we lijken te vervallen in wat bekritiseerd wordt als “schaamteloze aandachtszoekerij”.

Toen ik in 2016 in Warschau ging studeren, besloot ik mijn horizonten te verbreden en meer te leren over de geschiedenis van het land met betrekking tot de Holocaust. Daarbij hoorde een wekelijkse woensdagochtend in een muffe aula met een projectiescherm vol gruwelijke beelden en een aansluitende uitstap naar de Auschwitz-Birkenau site, om de grimmige overblijfselen van één van de grootste mensonterende rampen met eigen ogen te aanschouwen. De horror die ik er zag vergeet ik nooit meer. Maar te midden van alle barakken, bunkers en prikkeldraad zag ik iets dat me nog veel misselijker maakte: smartphones en selfiesticks. De “Arbeit macht Frei” poort werd omgetoverd naar de hotspot voor een familiefoto, de galgen als achtergrond voor een dramatisch portret en de welbekende sporen, waar 80 jaar geleden mensen als slachtvee over getransporteerd werden, is nu een catwalk.

Sharing is caring

Op Instagram delen dat je de locatie van eender welke historische waarde bezocht, is niets nieuws. Sinds jaar en dag staan we al (al dan niet ongemakkelijk) bij historische sites van verschillende connotaties, om er met analoge wegwerpcamera’s vast te leggen dat we er zelf ook waren. Al diende in die periode een foto meestal als privé-herinnering aan een gebeurtenis, terwijl we nu foto’s meer dan ooit als communicatiemiddel zijn gaan gebruiken. Maar de manier waarop we dit doen is wel drastisch veranderd. Waar het platform oorspronkelijk vooral populair was omwille van zijn functie als archief van mooie beelden, is het nu geëvolueerd naar een personencultus waarin we onszelf centraal stellen. Instagram veranderde van je foto-album, naar je dagboek. Tegenwoordig is een instagramprofiel amper nog een verzameling van foto’s die we zelf namen van onze omgeving en onze point of view, maar wel een collectie aan foto’s waarin we zelf centraal staan. Vooral bij de jongere gebruikers (zoals jij en ik) is het poseren voor een “instashoot” bijna een edele kunst geworden en hebben we het huidige instagramspel best wel onder de knie. It’s all about you. En dat is exact waar het schoentje wringt in deze hele ethische heisa rond wat wel en niet gedaan op social. Er komt een kloof tussen waar de aandacht op gevestigd moet worden (de plek waar je je bevindt) en waar de aandacht echt naartoe gaat (de persoon die poseert). Maar juist of fout, uiteindelijk wil iedereen nog steeds dezelfde boodschap communiceren: “ik was hier”.

Laten we toch af en toe even twee keer nadenken voor we posten. Er bestaan geen uitgeschreven richtlijnen voor het gebruiken van je sociale media, maar die waren er ook niet toen we nog rondrenden met een wegwerpkodak. In 2019 is het dagelijkse kost dat mensen hun boerenverstand opzij schuiven en de onnozelste dingen zeggen en doen met het excuus dat het onder ‘vrije meningsuiting’ valt. Neen Sandra, je bent gewoon respectloos.

Er vond een shift plaats in het gebruik en de manier waarop we technologie aanwenden om ons leven te documenteren en op welke manieren we erover communiceren. Maar dat is geen excuus om wanneer het ons even uitkomt die tendens te gaan misbruiken om te midden van een historische site onze broek op de enkels te laten zakken voor een parel van een portret. There’s a time and place for anything, en voor die fratsen is er op een locatie als Chernobyl gewoon geen ruimte. Sommigen onder ons leren dat op de harde manier. Heel soms is een gezonde hoeveelheid tact, meer dan genoeg om te beseffen wat je wel en niet kan doen.

Of kom je ook dansen op mijn graf voor the #gram?

--

--

Jory Maeyaert
OpenVRT
Writer for

Pers en communicatie // Columnist // Rebelse snotneus