Spotify voor boeken? Vergeet het maar.

Henk Rijks
Publishing & Such
Published in
5 min readFeb 19, 2014

--

De roep om een Spotify (of Netflix) voor boeken klinkt de laatste tijd steeds sterker. Althans, als je de kranten en een enkele uitgever mag geloven. Er is namelijk geen lezer die er om gevraagd heeft, al was het maar omdat zo’n all you can read service nog niet bestaat. Voorstanders zien het als de oplossing voor zo’n beetje alle malheur die het boekenvak op dit moment teistert: afnemende verkopen, toenemende piraterij en een groeiende schare aan ontevreden auteurs die geconfronteerd worden met teruglopende inkomsten uit royalties.

Ik heb er zo m’n twijfels over. Natuurlijk, je kunt vrij makkelijk allerhande e-books in een database zetten en ze tegen een flat fee aanbieden, maar ik vind de vergelijking met muziek of films op z’n minst gemakzuchtig. Lezen is iets wezenlijk anders dan muziek luisteren of een film kijken. Een boek is geen film, en ook geen muziek. Het kenmerk van een boek is namelijk dat het tijd en aandacht vergt om tot je te nemen. Bovendien is lezen een activiteit die het best gedijt in eenzaamheid, oftewel: lezen doe je in je eentje, met je eigen hoofd. Lezen vergt verstilling, rust. Films kijken kún je in een eentje, maar net zo makkelijk, of soms vaak beter, in gezelschap. Het zelfde geldt ook voor muziek. Het is dus nog maar de vraag of lezen als activiteit zich wel leent voor een onbeperkt digitaal buffet-model. En zoals bij alle onbeperkte buffetten het geval is, wordt er vaak teveel opgeschept en uiteindelijk weinig genuttigd, laat staan genoten.

Een muziekdienst als Spotify is vooral fantastisch om naar individuele tracks te luisteren, en die hebben in de regel een duur van hooguit een paar minuten. Het is hap-snap, en weer door naar een volgend deuntje, of playlist, samengesteld uit werk van verschillende artiesten. Dat is prima, en ik doe het met graagte, maar dat komt omdat muziek zich daar uitstekend voor leent. Romans ook? Ik vermoed zomaar van niet. Romans lezen is een zaak van lange adem en aandacht, niet van even snel en gehaast een stukkie tot je nemen. En eigenlijk geldt dat net zo goed voor korte verhalen. En poëzie.

Verder: de omvang van het aanbod van zo’n dienst is sterk bepalend voor de kans op slagen. Het liefst willen we volledigheid. Een halfbakken leesplankje is geen serieuze propositie; focus op bestsellers is de dood in de pot. De homo eclecticus wil naast de nieuwe Marion Pauw ook de hele Russische Bibliotheek van Van Oorschot kunnen lezen, maar hoe groot is die kans? Nihil. (Bij Spotify is het bijvoorbeeld vervelend dat een belangrijk label als ECM daarop niet aanwezig is. Maar vanuit het label zelf is het goed te begrijpen. ECM besteedt uitermate veel aandacht aan de opname en uitvoering van de muziek die ze uitgeeft, en bewaakt ook zeer stringent de belangen van de artiesten.) Er is kritische massa nodig, dat wil zeggen dan alle grote uitgeverijen, maar bij voorkeur ook de meeste kleine, zelfstandige huizen mee moeten doen. Gezien de trackrecord van het boekenvak op het gebied van samenwerking wordt dit een lastige. Want stel dat WPG een platform ontwikkelt, en dat aanbiedt aan de rest, wie heeft er dan de macht? De eigenaar van het platform, net zoals een Russische gasleiding die naar believen open- of dichtgedraaid kan worden?

Minstens zo belangrijk als de breedte van het aanbod zijn de selectie- en aanbevelingsmechanismen, die bij Netflix de sleutel voor het succes vormen. Iedere film of documentaire is zeer gedetailleerd ge-metadateerd, zodat Netflix voor elke abonnee op maat gemaakte (en verrassend accurate) suggesties doet. Dat klinkt evident en simpel, maar de algoritmes die daaraan ten grondslag liggen zijn verre van simpel, laat staan simpel en/of goedkoop te maken. Zo loofde Netflix enige jaren geleden maar liefst 1 miljoen dollar uit voor de programmeur die in staat zou zijn om dit *Cinematch* aanbevelingsmechanisme substantieel (namelijk 10 procent) te verbeteren. Het duurde, ondanks inspanningen van de knapste koppen wereldwijd, jaren voordat de prijs kon worden toegekend. (Hoe verfijnd en sophisticated dit aanbevelingsbrein is, kun je verder lezen in een fantastisch stuk van Alex Madrigal bij The Atlantic.)

Wil een all you can read model zinvol zijn, dan zal het dus ook een dergelijke “virtuele gids” moeten bieden, eentje die zich minimaal kan meten met de kennis en jarenlange ervaring van de twintig beste boekverkopers van Nederland. Is WPG (of wie dan ook) in staat om zoiets zelfstandig te ontwikkelen? Het lijkt me wederom sterk. Technisch wellicht wel, maar de investering in infrastructuur, softwareontwikkeling, onderhoud en niet te vergeten rechten is gigantisch. Anders wordt het niets.

En daarmee kom ik op een andere belangrijke, zo niet de belangrijkste factor: geld. Of beter: royalties. Stel, er komt een technisch perfect functionerend platform voor onbeperkt, legaal lezen van e-books tegen een flat fee. Wat krijgen de rechthebbenden (auteurs, vertalers) in ruil voor het ter beschikking stellen van hun werk? Als Spotify ook weer hier het grote voorbeeld is, dan gaan auteurs barre tijden tegemoet. Een cent per uitlening, of nog minder? Wie zal het zeggen, maar de kans is gering dat een weldenkend mens, ook al staat deze onder druk, daarmee akkoord zal gaan. Maar ziet verdient WPG dan ooit iets terug van die investeringen? Uitgevers zullen nauwelijks bereid zijn om te betalen tot toegang. Exploitatie en resultaat zijn ook weer afhankelijk van voldoende kritieke massa (aanbod en lezers), dus een zaak van zeer lange adem. Vraag maar aan Spotify, dat slechts kon ontstaan dankzij miljoenen dollars aan Venture Capital funding. (VC’s, a la Pro Cures, zullen we maar zeggen.)

Het nieuws dat er ‘dit jaar nog zoiets komt’ is dus veel te vroeg. Verstandige mensen weten dat je dit soort berichten vooral nooit te snel moet aankondigen omdat de afbreukrisico’s veel te omvangrijk zijn. It smells like vaporware. IT projecten met dergelijke omvang en complexiteit lopen altijd uit en worden altijd veel te duur. En het jaar duurt nog lang, héél lang.

We weten goedbeschouwd dus nog helemaal niets, maar de honden zijn wel wakker, en blaffen volop. Er is paniek in de tent, aangezwengeld door Kluun (altijd in voor een strategisch robbertje perfect getimede rumor around his brand) en Robert Vuijsje. Die roepen collega’s via mail op om zich te verenigen om “een sterke onderhandelingspositie te verwerven bij de introductie van nieuwe diensten. Ons doel is dat we aan tafel komen te zitten bij gesprekken die gaan over onze belangen.”
Tja. Er bestaat al een VVL die zoiets zou kunnen doen. Maar wat vooral vreemd is, is dat deze auteurs niet gewoon aan tafel gaan met hun eigen uitgever. Die vertegenwoordigt namelijk hun belangen*. En als een auteur — om wat voor reden dan ook- niet wil dat zijn/haar werk digitaal gedistribueerd wordt, dan heb je alle ruimte om dat tegen te houden. In goed overleg. Mijn devies: gewoon rustig blijven ademen, je vooral niet laten afleiden door het getetter, nieuws hierover kritisch blijven volgen, maar vooral: blijven schrijven. Anders blijft de virtuele leesplank sowieso leeg.

--

--

Henk Rijks
Publishing & Such

Als ze me vragen wat ik voor de kost doe, vertel ik meestal gewoon de waarheid. Schrijver van fictie met een grote F. Mad Man, van tijd tot tijd.