‘The place to be’

Simone van Dijk
PLAATSMAKERS
Published in
4 min readNov 3, 2016

Opgeschreven gesprek door Katherine Diaz, Simone van Dijk en Simone van de Wetering

Yori leunt achterover in zijn stoel. Het is een van de eerste koude herfstdagen en we zitten bij Julia’s snackbar. We hebben het over zijn wijk, de Aker, waar hij sinds zijn 1e jaar al woont. Hoe is het om hier te wonen, te chillen, naar school te gaan, en te hangen met vrienden? Yori: “Ik wil hier altijd blijven. De meeste van mijn vrienden ook.”

De mooiste wijk van Osdorp
Yori: “Ik ken alle jongens uit de buurt. En iedereen kent mij, de oudere jongens kennen mij van toen ik nog heel klein was.” Voor Yori is zijn woonwijk een plek waar iedereen elkaar kent. Grote broers, neven en oudere buurtjongens voeden de jongere jongens op, en wanneer er een nieuwe jongen in de buurt is, ziet Yori dat meteen. “Behalve als het zo’n jongen is die altijd binnen zit, natuurlijk.” Want die zijn er ook, vooral Nederlandse jongeren die thuis blijven om te gamen of huiswerk te maken. “Ik ben denk ik de enige Nederlandse jongen uit de buurt die met de buitenlanders omgaat.” En de meisjes uit de buurt? Yori: “Er zijn hier geen ghetto meisjes die tot laat hangen. De meeste meisjes uit de wijk werken bij de Jumbo.” Al met al is het een ons-kent-ons, komen mensen elkaar tegen op straat, groeten ze elkaar en maken ze een praatje. Yori “Als ik in de zomer de eerste weer met slippers naar buiten zie komen, denk ik: het campingseizoen is weer begonnen.” Naast de sociale cohesie die volgens Yori de wijk definieert, is er volgens hem ook een sterke sociale controle: “vooral onder Marokkaanse jongens in de buurt. Al die families komen bij elkaar over de vloer en iedereen let op elkaars broertjes en zusjes.”

Als we vragen of er ook problemen zijn in de Aker, neemt Yori het op voor zijn wijk: “Ze maken het echt erger dan het is! Dit is de mooiste wijk van Osdorp, eerlijk!” Wie ‘ze’ dan zijn? “De mensen die de politie en jullie inlichten”. Volgens Yori is er dus ook een groep in de wijk die minder tevreden is: “Mensen die klagen komen gewoon niet buiten in de zomer om te kletsen, als het zo gezellig is en iedereen buiten is. Daardoor zien ze niet de leuke kant van de wijk.” Als voorbeeld vertelt Yori over een situatie waarbij zijn buurvrouw de politie belde toen Yori rustig met zijn vrienden buiten aan het hangen was. “Overdag groeten we elkaar vriendelijk, hoezo ben je dan bang?”. Als ik vraag of Yori aan zijn buurvrouw zou willen vragen waarom ze, volgens hem, te bang is om op de jongens af te stappen, reageert Yori resoluut: daar heeft hij absoluut geen behoefte aan. Yori: “Als je me overdag gewoon groet en me ‘s avonds snitcht, dat vind ik echt vreemd en schijnheilig.”

Boetes en buurthuizen
Wanneer Yori met zijn vrienden buiten hangt, gebeuren er vaker dit soort dingen. Afgelopen zomer was het rustig, maar ze hebben ook weleens boetes gekregen van 90 euro voor samenscholing. Yori: “Deze wijk is ‘the place to be’. Op een gegeven moment kwamen er zelf jongens uit Noord en Oost naar deze wijk om te hangen. Maar wij, de jongens uit de wijk, krijgen alles op ons bord.” Eerder hingen ze met een groep van wel 30 jongens, maar toen de boetes voor samenscholing bleven komen, is de groep versnipperd. Yori begrijpt niet dat ze voor buiten hangen beboet worden: “Ze pakken wel ons aan, maar niet de grote jongens. Dan denk ik van: pak de criminelen, niet de jongeren.” Ze chillen nu nog steeds wel buiten, maar in kleinere groepjes. Yori snapt best dat buurtbewoners het vervelend vinden als er rotzooi wordt gemaakt, of herrie wordt geschopt. Maar hij snapt niet waarom mensen meteen de politie bellen, en niet met hen in gesprek gaan.

Dat wij wel met hem in gesprek gaan, waardeert hij, en hij wil ook wel in actie komen om dingen in de wijk te organiseren. Yori: “We zijn al vaak teleurgesteld met valse beloftes. Maar ik wil wel echt meedoen met mensen die dit serieus nemen.” Zo waren er een tijdje straatcoaches “maar volgens mij belden zij juist de politie”, en beloofde jongerenorganisaties in de wijk dingen die niet gebeurden. “Daar waren we op een gegeven moment klaar mee.” Als we vragen wat de buurt volgens hem nodig heeft, hoeft Yori niet lang na te denken: “Wat wij graag in de wijk zouden willen is iets als een buurthuis, zodat we ongestoord kunnen hangen zonder meteen een boete te krijgen.” Het huis van de wijk in de Aker is volgens Yori niet geschikt. Niet omdat het te ver weg is, maar: “daar komen vooral oudere mensen. Oude mensen en jeugd gaat niet samen: zij gaan zeuren of wij gaan zeuren.” Veel vertrouwen dat zo’n buurthuis er komt, heeft Yori niet. “Er zal toch geen geld zijn voor een jongeren buurthuis.” Als alternatief ziet hij zoiets als Ecubeach wel zitten, een evenement dat een aantal jaar geleden werd georganiseerd op het Ecuplein, en waar de hele buurt op af kwam. Yori: “Dat was echt dik.” Voor zoiets zou Yori zich wel in willen zetten: “Ik wil iets organiseren voor de hele buurt, niet alleen voor mijn vriendengroep. Dat ook die Nederlandse jongens die nooit buiten komen, meedoen, en zien dat dit ook is wat wij doen.”

Idealiter komt er dus een plek voor de jongens van de buurt. Als ik zelf nadenk over wat Yori ons allemaal heeft verteld, denk ik dat er nog iets anders nodig is: het gesprek tussen de verschillende groepen in de wijk. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de volwassenen wel met de jongeren in gesprek gaan, en andersom? Hoe zorgen we voor meer wederzijds begrip? En hoe krijgen we die verschillende groepen bij elkaar om samen na te denken over de wijk die ze samen delen? Interessante uitdagingen voor ons als labteam.

Ondertussen zwaait Yori af en toe naar jongens die voorbij komen lopen, en zijn neef die op de scooter langs de snackbar rijdt. Yori vertelt ons over RMD, een rapper en vriend van hem uit de buurt. “Check hem op soundcloud”. Gaan we doen.

--

--