Zorgen voor andermans kinderen

Jeroen Elzer
Redactie J2D-A
Published in
7 min readDec 22, 2021

--

Jeroen Elzer

Jan en Jenneke van Ee Gezinsouders van Gezinshuis Bij De Bron

Klungelend met de techniek van de live opname beginnen we het gesprek. Jan van Ee is een zeer aimabele man en dus helpt hij me zodat we even later van start gaan. In een continue stroom rollen authentieke, geïnspireerde parels van zijn lippen. En zo is een uur veel te kort.

Van Ee (67) runt samen mijn zijn vrouw Jenneke het gezinshuis Bij de Bron in de Glind. In het gezinshuis worden kinderen opgevangen die niet meer bij hun ouders kunnen wonen. Ze zijn dus pleegouders, maar dan professioneel: al hun tijd gaat naar de zorg voor hun pleegkinderen, die vaak constant aandacht nodig hebben. Jan en Jenneke zorgen voor kinderen van wie de biologische ouders tijdelijk of permanent niet in staat zijn om dat te doen. Ze zijn gespecialiseerd in kinderen in de leeftijd van nul tot achttien jaar.

Van Ee vertelt in het interview over zijn talloze hobby’s, die hij heeft naast zijn werk in het gezinshuis. Oldtimers, fotografie, muziek, lezen en zijn bijen. “Eigenlijk te veel hobby’s”, zegt hij zelf. Op de vraag wat voor hem belangrijk is in het leven antwoordt hij: “bepaalde principes, eerlijkheid, geloof, mensen iets gunnen, openstaan voor anderen en positief in het leven staan.”

Maar wat ís een gezinshuis?

Van Ee legt duidelijk uit wat een gezinshuis is en wat het verschil is met een pleeggezin. “Een gezinshuis is een pleeggezin waar kinderen die uit huis geplaatst worden terecht kunnen. Het grote verschil met een ‘gewoon’ pleeggezin is dat de ouders daar vaak een baan buitenshuis hebben, en het pleegkind bij hun eigen gezin nemen. Maar de hulpvraag voor sommige kinderen is soms zo gecompliceerd dat ze constante begeleiding nodig hebben. Daarom is in een gezinshuis een of beide ouders fulltime thuis. Het geven van pleegzorg is hun baan.” Van Ee omschrijft het als “een mini zorginstelling. De eisen zijn hetzelfde als aan een normale zorginstelling. In een gezinshuis moet tenminste een van de ouders een relevante zorgopleiding hebben afgerond en ervaring hebben in de (pleeg)zorg. Bij het gezinshuis Bij de Bron voldoen zowel Jan als Jenneke aan deze eisen. Beide hebben een SPJ-registratie en het gezinshuis Bij de Bron is een gecertificeerd gezinshuis. Daarnaast moeten we ook gewoon een gezin zijn. Mensen moeten in het gezinshuis een thuis vinden. Het is een plaatsvervangend huis. Ze mogen zijn, die ze zijn.”

Gezinshuis plus Bij De Bron

Stukje geschiedenis

Jan weet zijn hele leven al dat hij iets wil doen met jongeren die problemen hebben in hun leven. Dit heeft hem geboeid om hier iets mee te gaan doen. Hij en Jenneke zijn beide hbo geschoold en hebben jarenlange ervaring in de zorg. Ze hebben met veel verschillende doelgroepen gewerkt, zowel uitvoerend als beleidsmatig. Van 2002 t/m 2014 hebben ze in Frankrijk jongeren in een Time-out project begeleid.

In Frankrijk woonden de jongeren in hun gezin en werkten ze op hun boerderij. Er werd gewerkt aan de hulpvragen van de Nederlandse jongeren die daar verbleven voor een Time out. De hulpvragen werden geïntegreerd in gewone dagelijkse activiteiten. “Toen onze dochters in 2014 naar Nederland wilden om te gaan studeren zijn we gaan na denken om kinderen in ons gezin te gaan begeleiden. We hebben dit gecombineerd met mensen boven de 18 jaar. Gewoon omdat we hebben gemerkt in Frankrijk dat dit goed werkt. In de boerderij in Frankrijk woonden ze met tien personen, vijf uit hun eigen gezin en vijf jongeren. Ik hou wel van wat reuring in huis.”

‘Mensen kunnen van elkaar leren’

“In Nederland wonen nog (te) veel kinderen op een plaats waar ze onvoldoende tot hun recht komen. Ze staan niet op eigen benen en kunnen hun leven nog niet zelfstandig inrichten en vormgeven. Wij willen ze ondersteunen in het zelf leren keuzes maken, de talenten ontwikkelen, goede relaties aangaan, verantwoordelijkheden dragen, een rol vervullen in de samenleving. We geloven dat een liefdevolle en professionele begeleiding werkt. Dat kunnen wij bieden omdat wij er 24 uur per dag voor ze zijn. Dit concept is vertaald naar het gezinshuis plus model Bij de Bron. In dit gezinshuis staat van elkaar leren centraal. De plus heeft betrekking op de samenstelling van het gezin, we leven met hele jonge kinderen en tieners samen. We proberen de groep zo samen te stellen dat we van elkaar kunnen leren.“

De bewoners

Vol passie verteld Jan over de huidige bewoners van het gezinshuis. “In het gezinshuis wonen momenteel zeven jongeren onder de 18 jaar die geplaatst zijn door zorgaanbieders, vanuit justitie. Ze gaan overdag naar school en wonen in ons gezinshuis. Ook woont er naast het gezinshuis een zevenenveertigjarige man in een Tiny house die langdurige zorg nodig heeft. De bewoners hebben de beschikking over veel ruimte. Het huis staat aan de rand van een klein landelijk dorpje, De Glind. Vanuit het huis kijk je uit op een agrarisch gebied. Om het vrijstaande huis is een grote tuin, waar gevoetbald kan worden. Met de andere gezinshuizen in het jeugddorp is er een gezamenlijk zwembad. Het huis is groot genoeg om met zo’n 10 mensen in te wonen. Ieder bewoner heeft een eigen kamer. We hebben ook dieren. Op dit moment hebben we twee honden, twee schaapjes, kippen, vogels en vier poezen.” Van Ee is dit jaar gepensioneerd. Ze willen het gezinshuis via de weg van de geleidelijkheid overdragen.” Langzaam het stokje overdragen aan anderen en zich terugtrekken. Van de kinderen ben ik hun pleegvader, we zijn een familie. Daar kan je niet zomaar mee stoppen. Voor de tieners die nu het gezinshuis verlaten, komen kinderen terug in basisschool leeftijd.”

De Bron

“De naam de Bron is in Frankrijk ontstaan via twee invalshoeken. De eerste was dat jongeren die opgevangen werden zoekende waren naar hun identiteit. Ze gingen reflecteren op hun leven. Ze werden teruggeworpen op hun zelf. Ze moesten weer terug naar de bron. Terug naar zichzelf waar ze vandaan kwamen. De andere invalshoek was God. Het grootste gebod is:

‘Ik hou van God en ik hou van mensen’

Heb je naaste lief en God boven alles. Die levensstijl hanteert ik in mijn leven, niet zozeer in woorden maar in daden. Ervoor een ander te zijn. God is de bron van alles.”

Zo werken ze samen met de ouders

“We proberen zoveel mogelijk ouders de kans te geven om mee te participeren met wat wij hier doen,” benadrukt van Ee. “Sommige kinderen zijn uit huis geplaatst omdat het thuis niet goed ging. Met één bewoner van het gezinshuis hebben we goed contact met zijn moeder om alles samen te bespreken. Het invullen van zijn vakantie gaat altijd in goed overleg met zijn moeder, hijzelf en ons. De ene ouder geeft thuis en wil eraan meedoen. En anderen doen er niets mee. Wij nemen het dan op ons. Wij zien onszelf als vervangende ouders. We zeggen tegen de kinderen altijd: we zijn niet jullie ouders. Hoewel ze dat wel zouden willen, goede ouders te hebben. Ze mogen van ons houden, maar je echte vader en moeder is iemand anders.”

Soms moeten ze een kind laten gaan

Van Ee legt uit hoe een plaatsing in zijn werk gaat. “Plaatsing gaat volgens een procedure met de centrale vraag, wat heeft een kind precies nodig? Vanaf het moment dat een kind uit huis wordt geplaatst kijkt een psycholoog of psychiater naar het kind. Zij maken indicatie profiel. Binnen dat indicatie profiel staat wat het kind heeft meegemaakt en heeft deze problemen waaraan gewerkt dient te worden. Met dit indicatie profiel komt een zorgaanbieder bij het gezinshuis als er een vrije plek is. Plaatsing van een kind gaat in overleg met ons, een gedragswetenschapper en de zorgaanbieder. Bij een plaatsing is het belangrijk dat een kind goed tot zijn recht komt. Het kind moet met zijn hulpvraag bij de passende setting passen. Ze moeten van elkaar kunnen leren. Helaas als dit niet mogelijk is beginnen we er niet aan. Helaas hebben we daarom weleens een contra indicatie moeten doen. Het is voor iedereen beter een andere oplossing te zoeken.

‘Niemand is erbij gebaat als een plaatsing mislukt’

Voor een kind is het heel erg als een plaatsing mislukt, maar ook voor de groep en ons heeft dit impact. Belangrijk is om te kijken wat is het beste voor het kind en wat past het beste bij ons. Toch blijft het nog steeds een moeilijke opgave. De kinderen hebben allemaal een flinke rugzak. Ze zijn door de rechter onder toezicht gesteld en gaan niet meer naar huis. We hebben twee keer een kind moeten uitplaatsen. We waren de grip op een meisje verloren doordat ze onder invloed was gekomen van een loverboy. Voor haar eigen veiligheid is ze een jaar naar Spanje geweest. Ook een twaalfjarige jongen, die geplaatst was door justitie. Zijn moeder kan het niet verkroppen dat haar zoon was afgepakt. Haar invloed op hem uitte hij door agressief gedrag op school en in het gezinshuis. De kinderen in het gezinshuis werden bang en sliepen niet meer. Hij is verhuisd naar een orthopedagogisch centrum.”

Jeugdwet

De nieuwe jeugdwet ziet van Ee als dat we, net als criminaliteit, achter de feiten aan lopen. “Binnen de jeugdzorg krijg je met steeds meer complexere situaties te maken. De kinderen die nu binnenkomen zijn ander kinderen waarmee ze gestart zijn. De complexiteit van de hulpvraag is toegenomen. De verandering in de samenleving, de multiculturele samenleving zijn daar mogelijk debet aan.

De transitie van de overheid naar de gemeentes is de eerste jaren slecht verlopen. Heel veel dingen waren niet goed georganiseerd. Het was eerder een achteruitgang anders dan men beoogde. Het was een bezuinigingsmaatregel van vijfentwintig procent. De gemeentes hadden geen ervaring met dit werk. Wij hebben hier direct mee te maken gehad.

Onze zorgaanbieder Pluryn had nu te maken met de gemeente. Het geld lag nu bij de gemeentes en kwam niet bij de zorgaanbieders. De zorgaanbieder ging hierdoor bijna failliet. Dit zou direct gevolg hebben voor het gezinshuis. We hebben hierop geanticipeerd door een fonds op te richten met de andere gezinshuizen in het jeugddorp. Als dit in de toekomst weer gebeurt, de kinderen niet de dupe van de situatie worden. Dit is uniek voor jeugddorp de Glind.

Toekomst

Van Ee ziet de toekomst voor jeugddorp de Glind rooskleurig in. Ik merk dat we binnen goede kaders bezig zijn om na te denken over goede jeugdzorg. De samenwerking met Christelijke Hogeschool Ede ervaart hij als zeer positief. Met de mooie woorden “mijn werk is ook mijn hobby” sluiten we het interview af.

--

--